You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
62 Vraagstukken polymeren<br />
moeilijk vloeit (hoge M), maar voortreffelijke eigenschappen heeft, b.v. in het langeduur<br />
gedrag van buizen. Als men wil spuitgieten, dan zijn de eisen voor een goede<br />
vloei hoger, en komt men b.v. terecht bij een PVC met k = 55.<br />
2.42. De smeltindex is een nuttige maat voor de molmassa, omdat hij een reciproke<br />
maat is voor de smeltviscositeit h. Voor h geldt: h (:) — Mw 3,4 , dus een zeer sterke<br />
afhankelijkheid (verdubbeling van — Mw brengt een 10,6 maal hogere h teweeg!). Dit<br />
geldt overigens voor de ‘zero-shear’ viscositeit; de smeltindex wordt gemeten bij een<br />
zodanige afschuifspanning dat het niet-Newtons gedrag, dus de breedte van de<br />
molmassaverdeling een rol speelt (zie PKK 5.3.2).<br />
De smeltindex is een functionele maat voor de molmassa, omdat voor een fabrikant<br />
van eindartikelen dikwijls de verwerkbaarheid, dus de smeltviscositeit, van primair<br />
belang is.<br />
2.43. Uit het gelijke resultaat bij de bepaling van lichtverstrooiing volgt dat A en B<br />
dezelfde — Mw hebben. Het viscositeitsgemiddelde, — Mv, is voor A hoger dan voor B,<br />
en ligt dus dichter bij — Mw. A heeft dus een smallere molmassadistributie en een<br />
hogere — Mn. De osmotische druk ’ is dus lager.<br />
2.44. Grote kluwens diffunderen door de poreuze gel via de breedste kanalen, dus<br />
volgen de kortste weg en arriveren het eerst aan het eind. Kleine kluwens kunnen<br />
ook alle zij- en dwarspaadjes volgen en zijn dus veel langer onderweg.<br />
Het resultaat van een GPC-bepaling is een curve van wi tegen Mi en levert na<br />
berekening — Mw. Conversie naar wi/Mi tegen Mi, en naar wi·Mi tegen Mi geeft de<br />
mogelijkheid om ook resp. — Mn en — Mz te berekenen.<br />
2.45. – Kop-kop en kop-staart polymerisatie in onregelmatige opvolging (schaars).<br />
– Atactische in plaats van iso- of syndiotactische opbouw (voorbeeld: PP).<br />
– Onregelmatige vertakkingen (voorbeeld: PE).<br />
– Bij onverzadigde ketens: cis-, trans- en 1.2 configuraties die elkaar onregelmatig<br />
opvolgen (voorbeelden: BR en IR).<br />
– Bij copolymeren: toevalsrangschikking der bouwstenen (voorbeelden: SBR en<br />
E/P).<br />
2.46. Isotactisch: alle R-groepen aan één kant van de hoofdketen; syndiotactisch om<br />
en om; atactisch willekeurig geplaatst. Dit alles uiteraard ruimtelijk bekeken in<br />
verband met de tetraëdrische opbouw rondom een C-atoom (zie PKK 2.3).<br />
2.47. Een atactische structuur is in beide gevallen niet kristalliseerbaar. Atactisch PP<br />
is, i.v.m. zijn glas-rubber overgangstemperatuur (Tg = –15 °C) rubberachtig en<br />
technisch van geen waarde. Isotactisch PP kan kristalliseren en is daardoor technisch<br />
bruikbaar. PS mag rustig atactisch zijn; het houdt zijn eigenschappen als glasachtige<br />
thermoplast tot tegen zijn Tg (95 °C).