Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Antwoorden 59<br />
b. — Mv ligt meestal tussen — Mn en — Mw, doch wat dichter bij — Mw naarmate a dichter tot<br />
a = 1nadert.<br />
c. Als a = 1 is — Mv = — Mw; als a > 1 is — Mv > — Mw (dit kan het geval zijn bij zeer stijve<br />
ketens).<br />
2.26. In oplossing gebracht, zullen beide stoffen een kookpuntsverhoging veroorzaken.<br />
Bij dezelfde concentratie zal deze verhoging voor een laagmoleculaire stof<br />
echter aanzienlijk hoger zijn dan voor een polymeer (al gauw 100 of 1000 keer<br />
groter), omdat de kookpuntsverhoging evenredig is met het aantal moleculen in<br />
oplossing.<br />
Een nog eenvoudiger criterium is de viscositeit van de oplossing: bij een laagmoleculaire<br />
stof verandert deze nauwelijks, een polymeeroplossing heeft echter een<br />
duidelijk waarneembare hogere viscositeit.<br />
2.27. De aantalgemiddelde polymerisatiegraad — P n = 1/(1 – p), waarin p de omzettingsgraad<br />
is. De gewichtgemiddelde polymerisatiegraad — P w = (1 + p)/(1 – p) (zie<br />
afleiding in PKK 2.2.2). Dus de dispersiegraad — Mw/ — Mn = — P w/ — P n = 1 + p, dus bijna 2.<br />
2.28. a. HO-C2H4-OH = 62; HOOC-C6H4-COOH = 166; de massaverhouding is<br />
62:166 = 1:2,68.<br />
b. HO-C2H4-OH + HOOC-C6H4-COOH = -O-CH2-CH2-O-CO-C6H4-CO- + 2H2O;<br />
het gevormde polymeer is polyetheentereftalaat (PET).<br />
c. P = aantalgemiddelde polymerisatiegraad, p = omzettingsgraad.<br />
d. de molmassa van een eenheid is 192 (= 166 + 62 – 2·18), dus 40.000/192 =<br />
1/(1 – p) en p = 0,9952. — Mw is 192·(1 + p)/(1 – p) = 79.800 g/mol, bijna 2 maal<br />
—<br />
Mn.<br />
e. Er kan ringsluiting optreden; kleine zure of basische verontreinigingen kunnen<br />
ketens termineren etc.<br />
2.29. Met anionische polymerisatie (‘living polymers’) starten alle ketens tegelijk en<br />
groeien met dezelfde snelheid tot het monomeer op is; ze worden dus alle even lang.<br />
2.30. — Mn: ebulliometrie (kookpuntsverhoging), eindgroepconcentratie-bepaling<br />
(beide voor relatief lage molmassa’s); osmometrie voor hogere, doch niet al te hoge<br />
molmassa’s.<br />
—<br />
Mw: lichtverstrooiing.<br />
—<br />
Mz: sedimentatie in oplossing m.b.v. ultracentrifuge. Zie verder PKK 2.2.3.<br />
2.31. c (g/dl) t (sec) (t – to)to (t – to)/toc (dl/g)<br />
0 100<br />
0,05 106,25 0,0625 1,25<br />
0,1 115 0,15 1,5<br />
0,15 126,25 0,2625 1,75<br />
0,2 140 0,40 2,0