You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
76 Vraagstukken polymeren<br />
4.34. Tussen Tg en Tm bestaat het polymeer uit een kristallijne fase en een amorfe,<br />
rubberachtige fase. De rubberfase zorgt voor een hoge slagsterkte.<br />
5. Rubbertoestand en vloeibare toestand<br />
5.1. F is de vrije energie en is ‘familie’ van de Gibbs vrije enthalpie G, via G =<br />
U + pV – TS = F + pV. Bij gebruik van F i.p.v. G wordt de arbeid op de omgeving<br />
verricht door volumeverandering dus verwaarloosd. U is de inwendige energie, die<br />
toeneemt als er arbeid moet worden verricht om interactiekrachten te overwinnen. T<br />
is de temperatuur in Kelvin. S is de entropie van het systeem, en is een maat voor de<br />
waarschijnlijkheid van de toestand, ofwel het aantal manieren (conformaties) waarop<br />
de toestand gerealiseerd kan worden.<br />
5.2. Bij toename van de lengte l geldt voor de benodigde kracht:<br />
K = dF<br />
dl<br />
= dU<br />
dl<br />
– T dS<br />
dl<br />
In de glastoestand moeten, bij deformatie, interactiekrachten overwonnen worden,<br />
dus dU/dl is belangrijk. De entropie verandert echter niet of nauwelijks, want de<br />
ketenconformatie verandert niet bij een kleine deformatie. De kracht is dus: K =<br />
dU/dl.<br />
In de rubbertoestand, daarentegen, zijn de keteninteracties niet of nauwelijks meer<br />
actief: ze zijn vanaf Tg overwonnen door de thermische beweging. De entropie, S,<br />
verandert echter sterk bij deformatie, dus nu is de kracht gegeven door K = –T·dS/dl.<br />
5.3. De verandering van de entropie met de rek is een kwestie van conformaties, dus<br />
puur topologisch, en wordt niet beïnvloed door de temperatuur.<br />
5.4. a. De molmassa van de isopreeneenheid (-CH2-C.CH3=CH-CH2-) is 68 g/mol,<br />
van een halve cross-link: 4·32 =128 g/mol. De massafractie S is 0,005. Als er n<br />
isopreeneenheden tussen crosslinks zitten, is 128 = 0,005·n·68, dus n = 376, dus<br />
Mc = 376·68 = 25.600 g/mol.<br />
b. Invullen: r = 910 kg/m 3 , R = 8,31 J/K·mol, T = 298 K, Mc = 25,6 kg/mol:<br />
E = 264.000 Pa.<br />
c. E blijkt meer dan 5 maal zo hoog. Kristallisatie onder rek is hiervoor geen verklaring<br />
want we meten de E bij heel kleine rekken. Afwijking van ideaal rubbergedrag<br />
door een beetje energie-elasticiteit geeft maar een heel klein effect. De<br />
verklaring ligt in de fysische warpunten, die veelvuldiger zijn dan de S-bruggen<br />
(zonder vulcanisatie meet je ook bijna 1,5 MPa!)<br />
d. Het bekende verhaal: entropie-elasticiteit: het is T·dS/dl die het hem doet. S is een<br />
orde/wanorde kwestie: aantal realiseringsmogelijkheden, dus je mag niet zeggen<br />
dat S toeneemt met T. Het verschil tussen conformatie-mogelijkheden in gerekte