You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Antwoorden 63<br />
2.48. – Door een stijve hoofdketen, b.v. met ringen (voorbeeld: aromatische polyamiden).<br />
– Door grote zijgroepen (voorbeeld: PS).<br />
2.49. De molmassa van de repeterende eenheid van polystyreen is:<br />
M0 = 8·MC + 8·MH = 8·12 + 8·1 = 104 g/mol.<br />
Een keten van 1.000.000 g/mol bestaat dus uit 1.000.000/104ª9615 monomere<br />
eenheden. Iedere eenheid bevat twee C-atomen, dus n = 2·9615 = 19230. Dit levert<br />
voor ·r o 2 Ò = C• nb 0 2 = 4560,6 nm 2<br />
Als we de kluwen als een bol voorstellen met straal r = (·r o 2 Ò) 1/2 = 67,5 nm dan is het<br />
volume van zo’n bol V = (4/3)pr 3 = 1,288*10 –21 m 3 . De massa m van de keten is<br />
1000/6·10 23 = 1,667·10 –21 kg. De dichtheid, r, is dan m/V = 1,29 kg/m 3 . Vergelijken<br />
we dit met de dichtheid van PS, 1050 kg/m 3 , dan is de kluwen dus meer dan 800<br />
maal ‘verdund’.<br />
2.50. – Sterke interacties: dipoolkrachten, b.v. in PVC (-Cl) en PMMA (-COOCH3).<br />
idem: waterstofbruggen, b.v. in PA en PU (NH....OC).<br />
– zwakke interacties: dispersiekrachten, b.v. in PE en PP.<br />
2.51. vernettingsdichtheid = aantal verbonden eenheden / totaal aantal eenheden.<br />
Een ander maat is de molmassa tussen crosslinks, Mc, De vernettingsgraad kan<br />
experimenteel bepaald worden uit de zwelling in een oplosmiddel of uit de Emodulus.<br />
3. Glastoestand en glas-rubberovergang<br />
3.1. Overeenkomsten: Beide zijn niet in staat om te kristalliseren als gevolg van hun<br />
onregelmatige molecuulbouw. Beide zullen dus bij afkoelen vanuit de vloeibare<br />
toestand terecht komen in een onderkoelde, amorfe, glasachtige toestand.<br />
Verschillen: Bij verwarming vanuit de vaste glasachtige toestand zal een anorganisch,<br />
laag-moleculair glas bij het glaspunt Tg direct (hoewel wat geleidelijker dan<br />
bij een echt smeltpunt) overgaan in een vloeistof. Een polymeer glas komt, daarentegen,<br />
bij verwarming tot en boven Tg, eerst terecht in een rubberachtige toestand als<br />
gevolg van de ketenverstrengelingen, en gaat pas bij een hogere temperatuur (Tv)<br />
heel geleidelijk over in een vloeistof.<br />
3.2. In alle drie gevallen vertoont de betreffende grootheid (V, H en S) een sprong<br />
naar boven bij toenemende temperatuur op Tm, (afgezien van ‘pathologische’<br />
vloeistoffen zoals water wat betreft V). Bij Tg is er echter geen sprong, dus DV = 0,<br />
DH = 0 en DS = 0, doch een knik, ofwel een sprong in de eerste afgeleide naar de