03.05.2013 Views

Attent 2013 - CMS

Attent 2013 - CMS

Attent 2013 - CMS

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

kinderen met een tumor in de thalamus (deel van de tussenhersenen)<br />

meer moeite hebben met het geheugen en<br />

de taal. Als de tumor in de kleine hersenen zit, hebben we<br />

meer problemen gezien met taal en spraak, het geheugen,<br />

de uitvoerende controlefuncties en het visueel-ruimtelijk<br />

inzicht. Deze problemen, samen met emotionele problemen<br />

of veranderingen in het gedrag, noemen we het<br />

Cerebellair Cognitief Affectief Syndroom (CCAS).<br />

Kinderen die bestraald zijn of waarbij de hersenkamers nog<br />

vergroot zijn, hebben vaak nog meer last. Ook blijkt dat<br />

hoe jonger het kind was toen de diagnose gesteld werd,<br />

hoe meer neuropsychologische problemen er kunnen optreden.<br />

Verder is een belangrijke bevinding dat kinderen die<br />

eerst geen neuropsychologische problemen ondervonden,<br />

deze later toch kunnen krijgen. Dit wordt het ‘growing into<br />

deficit’ fenomeen genoemd. Een kind dat bijvoorbeeld met<br />

zes maanden een hersentumor in zijn taalgebied heeft, kan<br />

daardoor niet spreken. Dat probleem wordt natuurlijk pas<br />

duidelijk als het kind ouder wordt en met tweeënhalf jaar<br />

nog niet spreekt. Het kind ‘groeit dan in zijn tekort’.<br />

SChOOL<br />

Bijna de helft van de kinderen heeft extra hulp nodig op<br />

school. Zij gaan naar het speciaal onderwijs of krijgen<br />

extra hulp op school via de leerlinggebonden financiering.<br />

Kinderen die op jonge leeftijd of opnieuw een hersentumor<br />

krijgen, hebben vaker extra hulp op school nodig<br />

dan andere kinderen.<br />

gEDRAg<br />

Ouders geven op vragenlijsten aan dat hun kinderen<br />

meer teruggetrokken zijn, maar ook banger, somberder<br />

of juist agressiever. Ook geven ze aan dat er veel sociale<br />

problemen zijn, zoals minder vriendjes hebben, slechter<br />

samenspelen, maar ook concentratieproblemen (impulsief,<br />

dromerig, snel afgeleid). Kinderen die opnieuw een tumor<br />

krijgen en kinderen met een tumor in de kleine hersenen<br />

hebben meer sociale problemen. De laatste groep kan ook<br />

wat teruggetrokkener en stiller zijn.<br />

PsyCHOsOCiaaL<br />

KwALitEit VAn LEVEn<br />

Ouders geven een verlaagde kwaliteit van leven aan op alle<br />

gebieden. De kinderen zelf zeggen dat ze in hun leven veel<br />

last ondervinden van hun problemen in de motoriek en van<br />

de cognitieve en sociale vaardigheden. Kinderen met een<br />

goedaardige hersentumor doen het dus niet altijd goed, zoals<br />

artsen vaak dachten. Door de bevindingen uit dit onderzoek<br />

kunnen we ouders nu beter informeren over de mogelijke<br />

gevolgen. Ook is nu duidelijk geworden dat kinderen in hun<br />

tekort kunnen groeien en dus pas later problemen krijgen.<br />

Door dit besef kunnen artsen problemen sneller herkennen<br />

en krijgen ouders eerder erkenning voor de problemen<br />

van hun kinderen. Voor de genoemde problemen bestaan<br />

verschillende soorten behandelingen. Omdat nog onduidelijk<br />

is welke behandeling het beste werkt voor welk probleem,<br />

gaan we daar in een volgend onderzoek naar kijken. Uiteindelijk<br />

gaat het erom dat een kind de juiste behandeling krijgt,<br />

zodat het steeds meer kan doen wat het vroeger ook kon.<br />

Dr. Femke Aarsen,<br />

Klinisch neuropsycholoog BIG<br />

ErasmusMC/Sophia Kinderziekenhuis<br />

Dit verhaal is een korte samenvatting van mijn proefschrift<br />

‘Neuropsychologische gevolgen bij kinderen,<br />

die gediagnosticeerd zijn met een laaggradig astrocytoom’<br />

van oktober 2012.<br />

<strong>Attent</strong> 1 – <strong>2013</strong><br />

9

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!