Lastige verhalen - Bureau Beke
Lastige verhalen - Bureau Beke
Lastige verhalen - Bureau Beke
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
aangeschreven. In totaal hebben achttien regio’s en de Koninklijke Marechaussee informatie<br />
verstrekt. 1<br />
Op basis van de verkregen informatie blijkt het lastig om de omvang van het aantal valse<br />
aangiften te bepalen. Daarvoor ontbreken te veel gegevens. Naast de non-respons van<br />
een aantal regio’s is het voor de meeste regio’s niet mogelijk om aantallen te genereren<br />
vanuit het Bedrijfsprocessensysteem, simpelweg omdat dergelijke zaken niet worden geregistreerd.<br />
2 De gegevens handmatig uitzoeken, zou de regio’s te veel tijd kosten. Het is<br />
daarom slechts mogelijk om een indicatie te geven van de mogelijke omvang van de mate<br />
van voorkomen van valse aangiften van zedenmisdrijven door meisjes van twaalf tot achttien<br />
jaar.<br />
Daarnaast is aan de zedenafdelingen gevraagd wat, naar hun mening, relevante factoren<br />
zijn die kunnen duiden op een valse of een echte aangifte en hoe zij omgaan met de valse<br />
aangiften. De antwoorden geven een eerste indicatie hoe er in de politiepraktijk wordt aangekeken<br />
tegen en omgegaan met valse aangiften.<br />
2.3 Dossieranalyse<br />
Aan drie politieregio’s, Amsterdam-Amstelland, Gelderland-Midden en Hollands Midden,<br />
is gevraagd om processen-verbaal van aangiften van zedenmisdrijven door minderjarige<br />
meisjes (12-18 jaar) voor het onderzoek aan te leveren. Op voorhand zijn daarbij geen restricties<br />
aangebracht wat betreft type zedenmisdrijf (aanranding of verkrachting) en context<br />
(verdachte, locatie delict, pleegjaar). Er is gekozen voor een zo duidelijk mogelijke definitie<br />
van valse en echte aangiften. Onder valse aangiften verstaan wij die aangiften waarvan de<br />
aangeefster in een later stadium heeft toegegeven dat ze verzonnen zijn. Het kan zijn dat er<br />
helemaal geen seksueel contact heeft plaatsgevonden tussen aangeefster en beschuldigde<br />
of dat een aanvankelijk vrijwillig seksueel contact later door de aangeefster als onvrijwillig<br />
wordt bestempeld. Onder echte aangiften verstaan we die aangiften waar de verdachten<br />
zelf het delict hebben toegegeven. Het proces-verbaal is in die gevallen opgestuurd naar<br />
het openbaar ministerie voor verdere afhandeling.<br />
Dit ogenschijnlijk duidelijke onderscheid tussen valse en echte aangiften is ten tijde van de<br />
fase van dataverzameling niet afdoende gebleken. In de politiepraktijk blijken er veel aangiften<br />
te zijn die in het ‘grijze’ gebied zitten. De politie kan in deze gevallen niet met zekerheid<br />
zeggen of een aangifte vals is, bijvoorbeeld omdat de aangeefster bij haar verhaal<br />
blijft, terwijl de politie aan het waarheidsgehalte ervan twijfelt. Deze voor het onderzoek<br />
en de politiepraktijk interessante categorie aangiften is meegenomen in de dossieranalyse<br />
en aangemerkt als ‘twijfelachtige aangiften’. In totaal zijn er 23 aangiften bestudeerd. Zie<br />
figuur 2.1 voor het overzicht van de drie categorieën.<br />
14 <strong>Lastige</strong> <strong>verhalen</strong>