04.05.2013 Views

Lastige verhalen - Bureau Beke

Lastige verhalen - Bureau Beke

Lastige verhalen - Bureau Beke

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Moment en initiatief<br />

Tussen het vermeende delict en de valse melding bij de politie zit vaak enige tijd (dagen/<br />

weken) of de melding/aangifte volgt nadat een aangeefster op vrijwillig seksueel contact is<br />

betrapt. De aangeefster doet zelf geen aangifte maar een derde (bijvoorbeeld een ouder).<br />

Als ze het wel zelf doet, is dat onder druk van de omgeving.<br />

Consistentie en geloofwaardigheid verhaal<br />

De rechercheurs geven aan dat het verhaal van de aangeefster niet consistent en logisch<br />

is. Er zitten bijvoorbeeld belangrijke verschillen tussen het verhaal tijdens het informatieve<br />

gesprek en de daarop volgende aangifte. 4 Tevens stelt de aangeefster, door de vragen van<br />

de politie, haar verhaal telkens bij en kan er meer informatie bijkomen (zaak groter en extremer<br />

maken, het verergeren van gebeurtenissen). Het komt ook voor dat de aangeefster<br />

zich hele stukken van het voorval niet meer kan herinneren (de smoes is dat ze in dat geval<br />

gedrogeerd is) of dat ze ontwijkende antwoorden geeft of niet ingaat op de details. Als de<br />

aangeefster al emoties toont, passen ze niet bij het verhaal dat ze op dat moment aan het<br />

vertellen is. In het verhoor blijkt het voor de politie ook moeilijk om goed contact te maken<br />

met de aangeefster.<br />

Aanvullende bewijsmateriaal<br />

Volgens de rechercheurs stroken valse aangiften niet met andere informatie van bijvoorbeeld<br />

sporen- en histo-onderzoek (mobiele telefoon- of chatverkeer) of getuigenverklaringen.<br />

Eventuele verwondingen komen daarnaast ook niet overeen met het verhaal/sporen.<br />

De aangeefster kan de verwondingen zelf hebben toegebracht om haar verhaal geloofwaardig<br />

te laten lijken. Soms wil de aangeefster niet meewerken aan een forensisch medisch<br />

onderzoek. Ook het niet kunnen aanwijzen van een plaats delict en het niet kunnen geven<br />

van een signalement van de dader worden als kenmerk genoemd.<br />

Motief<br />

De regio´s geven drie hoofdredenen aan voor het doen van een valse aangifte: verschaffen<br />

van een alibi, vragen om aandacht en psychosociale problemen. Bij het verschaffen van een<br />

alibi kan het gaan om een aangeefster die te laat thuis is gekomen of een aangeefster die<br />

vrijwillig seks heeft gehad en bang is voor een geslachtsziekte of zwangerschap. Door het<br />

verzinnen van een verkrachting kan de aangeefster aandacht krijgen van ouders, leerkrachten<br />

en vrienden.<br />

Bij psychosociale problemen kan het volgens de rechercheurs gaan om problemen thuis,<br />

op school of met “het vriendje”. Psychische problemen worden ook genoemd. Sommige<br />

aangeefsters kunnen moeilijk hun grenzen aangeven op seksueel gebied en betitelen het<br />

seksuele contact achteraf als een verkrachting. Voor deze aangeefsters blijkt het erg moeilijk<br />

om op een eenmaal verzonnen verhaal terug te komen; ze blijven erin volharden.<br />

Zedenzaken in de politiepraktijk 35

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!