De tweede managerial revolution: - TiasNimbas Business School
De tweede managerial revolution: - TiasNimbas Business School
De tweede managerial revolution: - TiasNimbas Business School
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
gepast voor defensiedoeleinden - werden ingezet voor business research.<br />
<strong>De</strong> rationele manager heeft een sociaal contract met de onderneming en is daaraan<br />
in beginsel loyaal. Maar hij kan in beginsel in elk type onderneming functioneren<br />
en gebruikt dezelfde kennis, methoden en technieken om te managen,<br />
ongeacht de branche. Aan de top van de onderneming zien we een nieuw type<br />
senior manager, de CEO die de strak hiërarchisch opgebouwde onderneming<br />
aanvoert.<br />
<strong>De</strong> grote ondernemingen ontwikkelen zich tot conglomeraten die in meerdere<br />
branches actief zijn. Overheid en bedrijfsleven, arbeid en kapitaalverschaffers<br />
werkten nauw samen in een systeem van managed economy and competition in<br />
een nieuwe vorm van kapitalisme die het relationship capitalism werd genoemd.<br />
Zij hadden behoefte aan general managers als probleemoplosser die in elke<br />
organisatie inzetbaar zijn. Zij hebben brede kennis van accounting, economie,<br />
finance, statistiek, productie- en algemeen management. General management<br />
was volgens Khurana (2007) de pedagogische vertolking van de ideologie<br />
van het <strong>managerial</strong>ism en de general manager was de souverein van het<br />
Amerikaanse economisch systeem.<br />
Toen in de jaren 1970 de Verenigde Staten werden geconfronteerd met een<br />
economische neergang veranderde de kijk op de positie en functie van management,<br />
met name in grote beursgenoteerde ondernemingen. Het <strong>managerial</strong><br />
capitalism had - volgens critici - er toe geleid dat managers zich als een onafhankelijke<br />
partij in de onderneming opstelden. Zij hadden er vooral belang bij om<br />
de aandeelhouder op afstand te houden en risico’s zo veel mogelijk uit de weg te<br />
gaan, met het oog op handhaven behouden van stabiliteit. Hen werd verweten<br />
dat zij zich gedroegen als plutocraten die nauwelijks ter verantwoording konden<br />
worden geroepen door aandeelhouders. <strong>De</strong> autonomie van managers was niet<br />
in het belang van aandeelhouders. Managers werden nu verantwoordelijk<br />
gehouden voor het feit dat zij geen afdoende antwoord hadden op de structurele<br />
problemen waarmee het Amerikaanse bedrijfsleven werd geconfronteerd, zoals<br />
de snel opkomende Japanse concurrentie als signaal van de opkomende globalisering<br />
en de alsmaar groeiende bemoeienis van vakbonden en van de overheid,<br />
met name door regulering waardoor de vrije marktwerking aan banden werd<br />
gelegd (Reagan: “government was the problem”).<br />
32 <strong>De</strong> <strong>tweede</strong> <strong>managerial</strong> <strong>revolution</strong>:<br />
3. <strong>De</strong> jaren ‘80 luidden met Reaganomics en Thatcherism een nieuwe situatie<br />
in die gekenmerkt werd door een beroep op de invisible hand van marktwerking.<br />
<strong>De</strong>ze nieuwe situatie ontstond onder meer door deregulering om de<br />
productiviteit en de winstgevendheid te verbeteren en daarmee het aandeelhoudersbelang<br />
te dienen. Het economisch beleid van Reagan - geïnspireerd<br />
door de ideeën van de neoliberale markteconomie van de Chicago <strong>School</strong><br />
- was het antwoord op de Japanse concurrentie. Het gaf bovendien het economisch<br />
systeem van de Sovjet-Unie de doodsteek door acceleratie van de<br />
bewapeningswedloop die door de Sovjet-Unie economisch niet kon worden<br />
bijgebeend. <strong>De</strong> Verenigde Staten gingen de economische strijd met haar<br />
uitdagers aan onder aanvoering van een nieuw type manager. <strong>De</strong> opdracht<br />
aan (top)managers werd verbetering van de positie van aandeelhouders, verhoging<br />
van de aandelenkoers en van dividenden door winstmaximalisatie.<br />
Shareholders value werd de focus van hun handelen. Dit gebeurde door het<br />
aangaan van strategische allianties, ingrijpende saneringen, outsourcing, offshoring,<br />
verbetering van processen en het terugdringen van middenmanagement<br />
(downseizing). Dit alles met het oog op kostenreducties.<br />
Amerika ging een nieuwe fase van het kapitalisme in: het aandeelhouderskapitalisme<br />
of investor capitalism. Dit kapitalisme heeft grote consequenties<br />
gehad voor business onderwijs en voor business schools, niet alleen in de<br />
Verenigde Staten maar ook elders waar het Chicago-paradigma is gevolgd.<br />
Daarmee was de derde periode van Khurana (2007) ingezet; het beslaat de<br />
afgelopen vijf decennia waarin de neoliberale economie een halt toeriep aan de<br />
imperatieven van professionalisering in business onderwijs en plaats maakte<br />
voor dominantie van marktimperatieven. <strong>De</strong> <strong>managerial</strong> oriëntatie boette aan<br />
belangstelling in en maakte geleidelijk plaats voor een benadering van management<br />
als een pleitbezorger van de vrije markteconomie, die haar diensten ter<br />
beschikking diende te stellen ten faveure van het belang van de aandeelhouder.<br />
We zien de opkomst van een nieuw type topmanager (CEO) die bereid is zijn<br />
inspanningen te richten op versterking van shareholders value. Overnames,<br />
fusies, opdeling van ondernemingen, afstoten van onderdelen waren de mechanismen<br />
om dit te realiseren.<br />
Er groeide een belangenrelatie tussen aandeelhouders en seniormanagers door<br />
hun beloning te koppelen aan verbetering van de winstgevendheid in de vorm<br />
van bonussen en aandelenopties. Daarmee ontwikkelde zich een nieuw gover-<br />
over Kwaliteit en Professionalisering van Managers en de rol van <strong>Business</strong> <strong>School</strong>s 33