De tweede managerial revolution: - TiasNimbas Business School
De tweede managerial revolution: - TiasNimbas Business School
De tweede managerial revolution: - TiasNimbas Business School
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Datar, Garvin en Cullen (2010) hebben naar aanleiding van het honderdjarig<br />
bestaan van de Harvard <strong>Business</strong> <strong>School</strong> in 2007 gewezen op de state of the<br />
practice van business schools. <strong>Business</strong> schools hebben zich simultaan in twee<br />
richtingen ontwikkeld: enerzijds willen zij voldoen aan de academische kwaliteitseisen<br />
en anderzijds aan professionele behoeften en verwachtingen. Het gaat<br />
hier om twee culturen die elk hun eigen doelstellingen, normen en agenda hebben.<br />
Om het eenvoudig te stellen: staan de wetenschappelijke theorie, methoden<br />
en technieken van wetenschappelijk onderzoek centraal, of zijn dit de vraagstukken<br />
waar management in organisaties voor staan? Het gaat ook hier weer om de<br />
klassieke vraag van rigor or relevance? <strong>Business</strong> schools verliezen gemakkelijk<br />
de beperkingen van de theorieën die zij doceren uit het oog en tonen te weinig<br />
belangstelling voor de operationele waarde ervan in de complexiteit waarmee<br />
management in de praktijk van alledag wordt geconfronteerd. Het is nodig om<br />
de kloof tussen wetenschappelijk onderzoek en de behoefte aan praktische toepasbare<br />
kennis te overbruggen. <strong>De</strong> resultaten van wetenschappelijk onderzoek<br />
moeten bruikbaar zijn om complexe en contingente organisatie- en managementproblemen<br />
te verhelderen, oplossingen te bedenken en deze effectief te<br />
implementeren.<br />
Datar, Garvin en Cullen stellen:<br />
“Management, after all, is a practical art; it involves getting things implemented and<br />
executed through people and organizations. For this reason, it requires more than<br />
knowledge alone. Moreover, that knowledge must be grounded in readily applicable<br />
frameworks that will help students translate the theories in readily applicable<br />
frameworks that help students translate the theories they have learned into practice.<br />
..students must be provided with critical skills and perspectives, they must be<br />
schooled in doing and being as well as knowing” (2010, p. 327).<br />
En: “...we believe that business schools need to rebalance their programs to take<br />
a more <strong>managerial</strong> perspective” (2010, p. 328). <strong>Business</strong> schools staan dus voor<br />
de opgave om in hun curriculum evenwicht te scheppen in verwerven van competenties<br />
ten aanzien van ‘weten, doen en zijn’ waarop pedagogiek en didactiek<br />
moeten aansluiten.<br />
Evidence-based management<br />
<strong>De</strong>nise M. Rousseau (2006) stelt in een presidential address voor de Academy<br />
40 <strong>De</strong> <strong>tweede</strong> <strong>managerial</strong> <strong>revolution</strong>:<br />
of Management in 2005 dat de praktijk van management laat zien dat wetenschappelijk<br />
gefundeerde managementpraktijken eerder uitzondering dan regel<br />
zijn. Uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek worden maar mondjesmaat<br />
gebruikt door managers. Er is een kloof tussen wetenschappelijk (organisatie)<br />
onderzoek en het gebruik ervan voor de praktijk van management. <strong>De</strong> vraag<br />
is of evidence-based management deze kloof kan dichten. Het is een aanpak<br />
waarbij expliciet gebruik wordt gemaakt van het beste bewijs dat voorhanden<br />
is in management besluitvorming. Het wordt gevoed door en is gebaseerd op<br />
wetenschappelijk bewezen praktijken en toepassingen. Betrouwbare principes of<br />
grondbeginselen worden afgeleid uit bewijsvoering van wetenschappelijk onderzoek<br />
en worden omgezet in toepassingen om concrete organisatieproblemen op<br />
te lossen. Door gebruik te maken van evidence-based practice wordt de kloof tussen<br />
onderzoek en praktische toepassingen overbrugd. Hierbij moet worden aangetekend<br />
dat beschikbare bewijsvoering in managementstudies altijd beperkt is,<br />
omdat er nauwelijks randomized controlled lange termijnstudies aanwezig zijn.<br />
We moeten het veelal doen met quasi-experimenten, correlatiestudies, surveys<br />
en case studies. Maar ook hier geldt: het mindere behoeft niet de vijand van het<br />
meerdere te zijn.<br />
Jeffrey Pfeffer en Robert I. Sutton (2006) zijn grote voorstanders van evidencebased<br />
management. Wat in de medische sector en in de gezondheidszorg werkt<br />
- evidence-based medicine - kan aangepast ook werken voor management van<br />
organisaties. Managers zijn te vergelijken met artsen; zij moeten zorgen voor<br />
de gezondheid van hun organisatie. Maar managers zijn meer onwetend dan<br />
artsen als het gaat om welke ingrepen betrouwbaar zijn. Bovendien zijn zij minder<br />
geïnteresseerd om te onderzoeken wat effectieve praktijken zijn. Pfeffer en<br />
Sutton stellen nogal confronterend: “If doctors practiced medicine like many<br />
companies practice management, there would be more unnecessarily sick or<br />
dead patients and many more doctors in jail or suffering other penalties for malpractice”<br />
(2006, p. 2).<br />
Pfeffer en Sutton (2006a, b, c) zijn van mening dat het de hoogste tijd wordt om<br />
serieuze aandacht te besteden aan evidence-based management. Dit betekent dat<br />
er gezocht moet worden naar het beste bewijs over hoe organisaties moeten worden<br />
gemanaged en hoe managers moeten worden geleerd om de beste methoden<br />
ook toe te passen. Zoals geneeskunde is management een ambacht dat alleen<br />
kan worden geleerd door ervaring in de praktijk, dat beter wordt uitgevoerd als<br />
over Kwaliteit en Professionalisering van Managers en de rol van <strong>Business</strong> <strong>School</strong>s 41