27.08.2013 Views

Antwoorden Kennistoets bij hoofdstuk 3 - Examenkatern ...

Antwoorden Kennistoets bij hoofdstuk 3 - Examenkatern ...

Antwoorden Kennistoets bij hoofdstuk 3 - Examenkatern ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Examenkatern</strong> havo en vwo <strong>Kennistoets</strong> <strong>bij</strong> H3 havo - antwoorden<br />

De Verenigde Staten en hun federale overheid 1865 – 1965<br />

<strong>Kennistoets</strong> <strong>bij</strong> <strong>hoofdstuk</strong> 3 – antwoorden<br />

De Verenigde Staten en hun federale overheid 1865 – 1965<br />

Opdracht 1<br />

Bekijk bron 1.<br />

a Welke directe reden had de tekenaar van bron 1 voor het maken van deze spotprent?<br />

b Welke grotere dreiging op de achtergrond zorgde voor de Red Scare?<br />

c Stond de tekenaar achter de stakers of juist achter Uncle Sam?<br />

a In 1919 vonden op grote schaal stakingen plaats van arbeiders.<br />

b De Red Scare werd veroorzaakt door de Russische Revolutie (1917), de dreiging van een<br />

wereldrevolutie en de groeiende aanhang van kleine communistische en socialistische<br />

partijen.<br />

c De tekenaar stond aan de kant van Uncle Sam / de federale overheid die keihard optrad tegen<br />

de stakers. Met de arrestatie van vele vermeende communisten werden geregeld de<br />

burgerrechten geschonden.<br />

Bron 1<br />

Spotprent uit de Los Angeles Times. (22 november 1919)<br />

Uitleg: de man in het pak met strepen en sterren is Uncle Sam (de Verenigde Staten). Op de broek<br />

van het mannetje dat over de knie ligt, staat union labor (vakbond) en op het vlaggetje staat coal strike<br />

(staking in de mijnen).<br />

Feniks, geschiedenis voor de tweede fase, havo en vwo 1 ©ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2012


<strong>Examenkatern</strong> havo en vwo <strong>Kennistoets</strong> <strong>bij</strong> H3 havo - antwoorden<br />

De Verenigde Staten en hun federale overheid 1865 – 1965<br />

Opdracht 2<br />

a De jaren 1920 werden gekenmerkt door een onbeperkt geloof in de zegeningen van het<br />

kapitalisme. Er werd zelfs gesproken van New Capitalism. Wat verstond men daaronder?<br />

b Noem twee oorzaken op korte termijn die het geloof in onbeperkte groei rechtvaardigden.<br />

c Welk verband was er tussen de gemakkelijke manier waarop banken krediet verschaften en<br />

de beurskrach van 1929 op Wall Street, New York?<br />

a New Capitalism was de overtuiging dat door samenwerking tussen staat en ondernemers de<br />

uitbuiting plaats zou maken voor harmonie, het socialisme zou daardoor overbodig worden.<br />

b Rationalisatie en stijgende efficiency zorgden voor lagere prijzen, terwijl de lonen stegen. De<br />

toenemende welvaart droeg <strong>bij</strong> aan een klimaat van optimisme en daarvan profiteerden de<br />

banken die een uitgebreid kredietsysteem in het leven riepen.<br />

c De mensen konden gemakkelijk geld lenen. (‘Live now, pay later’ was een populaire slogan.)<br />

Van het geleende geld kochten mensen aandelen. Zij hoopten dat de koersen zouden blijven<br />

stijgen, onder andere doordat er veel aandelen werden gekocht. Toen de koersen in 1929<br />

scherp daalden, raakten miljoenen Amerikanen ernstig in de problemen.<br />

Opdracht 3<br />

Leg uit in welke opzichten wij de welvaart van de Fabulous Twenties tegenwoordig –met de wijsheid<br />

van achteraf– een schijnwelvaart noemen.<br />

Ten eerste kenden de textielindustrie, de spoorwegen en de mijnbouw structurele werkloosheid. De<br />

welvaartsstijging veranderde nauwelijks iets aan de zeer ongelijkmatige verdeling van de inkomens.<br />

Bovendien groeide de economie veel harder dan de inkomens. Het gevolg van deze overproductie<br />

werd pas na verloop van tijd zichtbaar. Ten slotte kende de economie wat wel een bubble of zeepbel<br />

wordt genoemd: de aandelenhandel. Toen in 1929 het vertrouwen in die handel inklapte, ontstond met<br />

de beurskrach van Wall Street het begin van de grote depressie van de jaren 1930.<br />

Opdracht 4<br />

Bekijk bron 2.<br />

a Bedrijven die tijdens de New Deal meewerkten aan de NRA kregen het stempel dat je ziet in<br />

bron 2. Wat betekent afkorting NRA?<br />

b Welk doel had Roosevelt met de oprichting van de NRA in 1933?<br />

c Tegenstanders, waaronder veel zakenlieden en het Hooggerechtshof, verweerden zich fel<br />

tegen de NRA van Roosevelt. Vat hun bezwaren samen.<br />

d De NRA was onderdeel van de eerste New Deal. In 1935 startte de tweede New Deal. In welk<br />

opzicht verschilde die van zijn voorganger?<br />

a National Recovery Administration.<br />

b Roosevelt bepleitte een actieve rol van de overheid in de economie. De NRA moest de<br />

productie beperken en de lonen vaststellen. In feite bepaalden bedrijven zelf of ze hieraan<br />

mee wilden werken.<br />

c De NRA viel <strong>bij</strong> zakenlieden en het Hooggerechtshof slecht omdat het in strijd was met het<br />

liberale principe van laissez-faire en omdat het de macht van de federale overheid vergrootte.<br />

d De tweede New Deal was meer gericht op maatschappelijke hervorming dan op herstel. De<br />

Social Security Act legde <strong>bij</strong>voorbeeld de basis voor een verzorgingsstaat. Dit was de eerste<br />

federale wetgeving die Amerikanen een sociaal vangnet garandeerde.<br />

Bron 2<br />

Feniks, geschiedenis voor de tweede fase, havo en vwo 2 ©ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2012


<strong>Examenkatern</strong> havo en vwo <strong>Kennistoets</strong> <strong>bij</strong> H3 havo - antwoorden<br />

De Verenigde Staten en hun federale overheid 1865 – 1965<br />

Opdracht 5<br />

Bekijk bron 3.<br />

a In hoeverre was de New Deal een succes gelet op de werkloosheidsbestrijding?<br />

b Waarom werd het werkloosheidsprobleem pas vanaf 1941 werkelijk opgelost?<br />

a De New Deal heeft wel enig succes gehad in het bestrijden van de werkloosheid. In 1934 liep<br />

de werkloosheid op naar ruim 24% van de werkenden en dat percentage daalde tot iets meer<br />

dan 14% in 1937. Van volledige oplossing van de werkloosheid was echter geen sprake.<br />

b De werkloosheid werd pas echt opgelost toen de oorlog uitbrak. Het leger en de op volle<br />

toeren draaiende oorlogsindustrie had heel veel mensen nodig.<br />

Bron 3<br />

Werkloosheid tijdens de depressie<br />

Jaar Bevolking Werkenden Werklozen Werkende %<br />

1929 88.010.000 49.440.000 1.550.000 3,14<br />

1930 89.550.000 50.080.000 4.340.000 8,67<br />

1931 90.710.000 50.680.000 8.020.000 15,82<br />

1932 91.810.000 51.250.000 12.060.000 23,53<br />

1933 92.950.000 51.840.000 12.830.000 24,75<br />

1934 94.190.000 52.490.000 11.340.000 21,60<br />

1935 95.460.000 53.140.000 10.610.000 19,97<br />

1936 96.700.000 53.740.000 9.030.000 16,80<br />

1937 97.870.000 54.320.000 7.700.000 14,18<br />

1938 99.120.000 54.950.000 10.390.000 18,91<br />

1939 100.360.000 55.600.000 9.480.000 17,05<br />

1940 101.560.000 56.180.000 8.120.000 14,45<br />

1941 102.700.000 57.530.000 5.560.000 9,66<br />

Opdracht 6<br />

Bekijk bron 4.<br />

Welk van de beide posters zal de bestaande rolpatronen in de Amerikaanse samenleving het minst in<br />

de war hebben gebracht?<br />

De rechterposter ging het meest uit van de bestaande rolpatronen. De poster stelt met name mannen<br />

gerust dat er sprake is van een noodsituatie. De vrouw zegt er trots op te zijn dat zij haar man mag<br />

vervangen. Het lijkt alsof ze wil gaan zeggen dat ze na de oorlog die plaats ook weer trouw terug zal<br />

geven. De eerste poster toont een veel agressiever beeld van de wensen van de vrouwen.<br />

Bron 4<br />

Feniks, geschiedenis voor de tweede fase, havo en vwo 3 ©ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2012


<strong>Examenkatern</strong> havo en vwo <strong>Kennistoets</strong> <strong>bij</strong> H3 havo - antwoorden<br />

De Verenigde Staten en hun federale overheid 1865 – 1965<br />

Posters die vrouwen rekruteren voor de arbeidsmarkt tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het meisje<br />

links werd beroemd als Rosie the Riveter.<br />

Opdracht 7<br />

a De zwarten hadden hun hoop gericht op de New Deal. Verklaar de teleurstelling die na<br />

verloop van tijd ontstond.<br />

b Waarom durfde president Roosevelt geen duidelijke positie in te nemen tegen de blijvende<br />

ongelijkheid tussen zwarten en blanken?<br />

c Waarom verwachtten zwarte soldaten na de Tweede Wereldoorlog een verbetering van hun<br />

positie?<br />

a De uitkeringen van de New Deal waren hoger dan de meeste lonen van de zwarte arbeiders.<br />

De uitkeringsinstantie besloot om zwarte werklozen een lagere uitkering te verschaffen dan de<br />

blanke werklozen.<br />

b Roosevelt durfde geen positie in te nemen tegen de ongelijkheid omdat hij bang was de steun<br />

van de blanke kiezers te verliezen.<br />

c De zwarte soldaten hadden in Europa voor vrijheid en democratie gevochten en dachten dat<br />

zij na terugkeer in hun vaderland ook recht zouden hebben op vrijheid en democratie.<br />

Opdracht 8<br />

a Noem drie van de veertien punten die Wilson formuleerde toen hij na de Eerste Wereldoorlog<br />

naar Europa reisde om de vredesregeling voor te bereiden.<br />

b Verklaar de tegenstand van vooral de Republikeinen tegen de Volkenbond van Wilson.<br />

c Onder welke omstandigheden mochten de Verenigde Staten wel internationaal ingrijpen<br />

volgens de tegenstanders van de Volkenbond?<br />

a Wilson was onder andere voorstander van zelfbeschikkingsrecht voor volkeren. Hij wilde een<br />

einde maken aan oorlogen die bedoeld waren om territoriale conflicten te beslechten. Voorts<br />

wilde hij een Volkenbond oprichten ter handhaving van de internationale rechtsorde.<br />

b Veel Republikeinse senatoren waren bang dat de Verenigde Staten door het lidmaatschap<br />

van de Volkenbond de eigen soevereiniteit zouden verliezen.<br />

c Alleen wanneer economische en politieke belangen in het geding waren, zouden de<br />

Verenigde Staten strategisch ingrijpen op internationaal vlak. Dat ingrijpen zou moeten<br />

plaatsvinden zonder toekomstige verplichtingen.<br />

Feniks, geschiedenis voor de tweede fase, havo en vwo 4 ©ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2012


<strong>Examenkatern</strong> havo en vwo <strong>Kennistoets</strong> <strong>bij</strong> H3 havo - antwoorden<br />

De Verenigde Staten en hun federale overheid 1865 – 1965<br />

Opdracht 9<br />

a Leg uit waarom Roosevelt in maart 1933 ten aanzien van de landen van Zuid- en Midden-<br />

Amerika de Good Neighbour Policy afkondigde.<br />

b Welke wet werd in 1935 van kracht die het verschepen van wapens naar oorlogvoerende<br />

landen verbood?<br />

c Welke drie gebeurtenissen in 1941 hebben een einde gemaakt aan de neutrale positie van de<br />

Verenigde Staten?<br />

a De economische crisis en het isolationisme zorgden ervoor dat er weinig draagvlak was voor<br />

buitenlandse militaire acties. Militair ingrijpen werd impopulair. Roosevelt streefde nu naar<br />

nauwere economische samenwerking.<br />

b In 1935 werd de neutraliteitswet van kracht.<br />

c De Lend Lease Act, het Atlantisch handvest en de Japanse aanval op Pearl Harbor, die werd<br />

gevolgd door de oorlogsverklaring van Hitler aan de Verenigde Staten.<br />

Opdracht 10<br />

Bekijk bron 5.<br />

a In 1945 kwamen de geallieerde oorlogsleiders (de ‘Grote Drie’) <strong>bij</strong>een in Jalta op de Krim om<br />

het naoorlogse Europa te bespreken. Wie waren op de foto van bron 5 (van links naar rechts)<br />

de Grote Drie?<br />

b Noem twee punten waarop de Russen enerzijds en de Amerikanen en Engelsen anderzijds<br />

het niet eens werden.<br />

c Noem twee punten waarover zij het wel eens werden.<br />

a Dat waren van links naar rechts Winston Churchill (Engeland), Franklin Delano Roosevelt<br />

(Verenigde Staten) en Josef Stalin (Sovjet-Unie).<br />

b Stalin wilde Duitsland zo zwak mogelijk houden en eiste hoge herstelbetalingen. Hij wilde een<br />

Russische invloedssfeer in Oost-Europa als buffer tegen Duitsland. In Polen had hij al een<br />

marionettenregering geplaatst.<br />

c Er werd wel overeenstemming bereikt over de oprichting van de Verenigde Naties, die volgens<br />

Roosevelt een centrale rol moesten krijgen in het handhaven van een nieuwe mondiale<br />

rechtsorde. Ook kwam men overeen zowel Duitsland als Berlijn in vier bezettingszones te<br />

verdelen (bestuurd door de Sovjet-Unie, de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Frankrijk).<br />

Bron 5<br />

De ‘Grote Drie’ poseren voor de pers in Jalta. (1945)<br />

Feniks, geschiedenis voor de tweede fase, havo en vwo 5 ©ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2012

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!