Snelweven in Nederland vóór 1832 - Historisch Centrum Overijssel
Snelweven in Nederland vóór 1832 - Historisch Centrum Overijssel
Snelweven in Nederland vóór 1832 - Historisch Centrum Overijssel
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Kay's v<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g met de daarop volgende verbeter<strong>in</strong>gen brengen niet alleen<br />
een versnell<strong>in</strong>g van het weven, maar maken tegelijk ook het weven van<br />
breed doek veel goedkoper. Bij het oude handweven had nl. de reikwijdte<br />
van zijn armen de breedte beperkt, die een wever maken kon. Voor grotere<br />
breedten waren dan twee wevers nodig: één aan elke zijkant. Bij het snelweven<br />
kan een man het werk uitvoeren van de vroegere twee wevers.<br />
Bij het nieuwe weven valt vooral de snelheid op, waarmee de weefspoel<br />
door de kett<strong>in</strong>gdraden heen en weer vliegt. Niet altijd zal een buitenstaander<br />
echter <strong>in</strong>zien, dat de lade met spoelbakken tenm<strong>in</strong>ste even belangrijk<br />
is als een goed-werkende snelspoel. Ook zijn aan het maken van een<br />
behoorlijke lade veel meer kosten verbonden dan aan een spoel. In <strong>1832</strong><br />
b.v. betaalt Charles de Maere voor een nieuwe lade met spoelbakken f 14,-,<br />
terwijl de snelspoel f 2,25 kost. 2)<br />
Het snelweven heeft zich van Engeland uit vrij spoedig naar het vasteland<br />
van Europa verspreid. John Kay helpt daaraan zelf mee. In 1747<br />
werkt hij maandenlang te Abbeville bij de lakenfabrikanten Scalongne, die<br />
van <strong>Nederland</strong>se afkomst heten. Hij brengt trouwens de rest van zijn<br />
leven grotendeels <strong>in</strong> Frankrijk door en is daar betrokken bij de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g<br />
van verschillende vernieuw<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de textiel. 3)<br />
Het overige Europa kan het "nelweven dus zowel uit Engeland als uit<br />
Frankrijk hebben overgenomen. Wat <strong>Nederland</strong> betreft v<strong>in</strong>den we het<br />
eerste tot dusver bekende bericht <strong>in</strong> 1785/1786. Het komt tot ons naar aanleid<strong>in</strong>g<br />
van een prijsvraag van de Oeconomische Tak van de Hollandsche<br />
Maatschappij van Wetenschappen. Één van de prijsvragen tot aanmoedig<strong>in</strong>g<br />
van de nijverheid betreft het <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> maken van de "schietspoel",<br />
waarmee de snelspoel bedoeld blijkt te zijn. Eigenaardig genoeg beperkt<br />
de belangstell<strong>in</strong>g van de Oeconomische Tak zich tot deze snelspoel en<br />
wordt niets vermeld over de zeker even belangrijke aandrijv<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de spoelbakken<br />
van de weeflade. Het uitschrijven van de prijsvraag voor deze<br />
nieuwe soort spoel toont, dat <strong>in</strong> deze jaren de nieuwe wijze van weven<br />
hier bekend wordt.<br />
E<strong>in</strong>d 1785 komt een antwoord <strong>in</strong> van een spoelenmaker, die beweert dat<br />
houten spoelen met stalen punten te dik zijn voor sommige soorten weefsels.<br />
Hij maakt daarom geheel stalen schietspoelen. 0) De naam en zelfs de<br />
woonplaats van deze spoelenmaker weten we niet. Bij de Oeconomische<br />
Tak is het nl. voorschrift om tot aan een mogelijke bekron<strong>in</strong>g de namen en<br />
de antwoorden van de <strong>in</strong>zenders afzonderlijk te houden en <strong>in</strong> dit geval is<br />
de naam zelfs geheel verloren geraakt. Erg belangrijk is de naam trouwens<br />
niet. Zoals de ervar<strong>in</strong>g ook later uitwijst is een geheel stalen spoel te zwaar<br />
en geeft bovendien last van roesten, iets wat <strong>in</strong> het beg<strong>in</strong> van 1786 de afdel<strong>in</strong>g<br />
Amsterdam ook mededeelt.<br />
Naar aanleid<strong>in</strong>g van de stalen spoel is echter een brief bewaard van de<br />
blijkbaar <strong>in</strong> Amsterdam werkende Engelsman Matthew Wilcock, "fabriqueur<br />
van catoenen fluweelen" . Hij bericht <strong>in</strong> juni 1785 aan de Algemeen<br />
0) Een dergelijke spoel bev<strong>in</strong>dt zich <strong>in</strong> de collectie van het Textielmuseum te<br />
Enschede (Red.).<br />
91