ontwerpbesluit voor de milieuvergunning - Provincie Groningen

door ons aan deze maatregelen worden gesteld. Het maatregelenpakket volgt één op één uit de beschrijving
van NPG als geurrelevante activiteit onder 1.1.4 van deze considerans.
d. Reguliere controles
Het goed functioneren van de productie-installatie en van de geur-bestrijdingsmaatregelen is zowel voor het
bedrijf als voor ons het uitgangspunt, maar daarmee nog geen uitgemaakte zaak. De voorschriften onder 4.4
voorzien in (de verplichting tot) het planmatig uitvoeren van controles op voor geur cruciale aspecten van
productieprocessen en bedrijfsvoering. Hiermee wordt beoogd die informatie en bijstuur mogelijkheden
beschikbaar te hebben dat het bedrijf in staat is ongewenste veranderingen vroegtijdig te signaleren en, ter
voorkoming van onnodige en ongewenste geuruitstoot, bij te sturen.
e. Storingen en klachtenafhandeling
Ondanks alle voorzorgen en controles is het altijd mogelijk dat er toch iets mis gaat. Het is in een dergelijk
geval zaak om snel en adequaat te reageren om zo hinder te voorkomen dan wel zoveel mogelijk te
beperken. De voorschriften onder 4.5 schrijven het bedrijf voor procedures voor storingen te hebben en via
een goede registratie van binnenkomende (stank-)klachten vast te leggen dat, en hoe, er op storingen en de
gevolgen ervan is gereageerd. Storingen hoeven overigens niet tot hinder te leiden of zelfs in de omgeving
waarneembaar te zijn; een storing kan ook zijn dat slechts één van regulier gecontroleerde parameters een
niet geoorloofde afwijking aangeeft.
Bij een storing met een langere tijdsduur dan 4 uur is een ingreep in de bedrijfsactiviteiten voorgeschreven
(zie voorschrift 4.5.3 laatste streepje).
f. Aanpak bij hinder
De voorschriften onder 4.6 zijn bedoeld om ook verplichtingen op te leggen voor het geval dat, ondanks alle
voorzorgen van genomen maatregelen en controles, er in de omgeving toch structureel (dus niet een op
zichzelf staand ongewoon voorval) geurhinder blijkt op te treden. Voorschrift 4.6.1 benoemt allereerst wat in
dit geval door ons onder hinder wordt verstaan.
Wij willen het bedrijf aanzetten tot het ondernemen van actie om de oorzaak van deze hinder te achterhalen
en gericht maatregelen ter verbetering van de situatie uit te werken en te implementeren. Het bedrijf behoort
in zo'n geval zelf, of door ons daartoe verplicht, één of meer van de in voorschrift 4.6.4 benoemde
activiteiten te ondernemen. De aanpak bij hinder staat gespecificeerd in voorschrift 4.6.8 en 4.6.9. kan
bestaan uit een analyse van de opgetreden situatie, het uitvoeren van een geuronderzoek, het opstellen van
een verbeterplan, en het implementeren van de benodigde maatregelen.
3.14 Luchtkwaliteit
In bijlage 2 van de Wet milieubeheer staan grenswaarden voor de concentratie van zwaveldioxide,
stikstofdioxide, zwevende deeltjes (PM 10), lood, koolmonoxide en benzeen in de buitenlucht.
Indien emissies van deze stoffen een toename veroorzaken van de concentratie in de buitenlucht, dient deze
(toename van de) concentratie te worden getoetst aan deze grenswaarden.
Bij de aanvraag is een bijlage "Indicatieve beoordeling luchtkwaliteit" van oktober 2012 gevoegd. In de
bijlage wordt een toename van zwaveldioxide en stikstofdioxide door de WKK aangegeven en een toename
van zwevende deeltjes (PM 10) door het wegverkeer.
Uit toepassing van de NIBM-tool van Infomil en berekeningen met het nationaal verspreidingsmodel blijkt dat
het geen relevante toename van de concentratie van deze stof(fen) in de buitenlucht betreft.
Conclusie
Aan de grenswaarden in bijlage 2 van de Wm wordt voldaan.
3.15 Geluid
3.15.1 Inleiding
Bij de aanvraag om vergunning is een akoestisch onderzoek toegevoegd. Dit onderzoek heeft tot doel om
inzicht te geven in de mate van aanwezigheid van hinder als gevolg van industrielawaai. Hierbij worden de
volgende aspecten in beschouwing genomen namelijk, het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau,
aanwezigheid van kortstondige verhogingen van het geluidsniveau (maximale geluidsniveaus) en
aanwezigheid van indirecte hinder. De mate van hinder wordt bepaald op woningen en andere soortgelijke
geluidsgevoelige objecten in de omgeving.
Voor elk aspect dat wordt beoordeeld geldt een toetsingskader waarmee de mate van het hinderaspect en
het milieu hygiënisch aspect wordt bepaald.
3.15.2 Toetsingskader
Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau
De nieuwe inrichting van NPG zal worden gevestigd aan de Avebe-weg 1 te Foxhol. Het betreft hier een
gedeelte van het terrein welke in eigendom is van AVEBE.
pagina 21 van 54