ontwerpbesluit voor de milieuvergunning - Provincie Groningen

8.2 Samenstelling opgeslagen biogas
8.2.1
Vergunninghouder dient maandelijks het H2S-gehalte van het in de gashouders opgeslagen onbehandelde
biogas te bepalen. De meetresultaten dienen in het milieuregister te worden bewaard.
8.2.2
Indien blijkt dat het H2S-gehalte van het in de gashouders opgeslagen biogas hoger is dan 1,0 vol%, dient
het bevoegd gezag hiervan binnen 1 week na het bekend worden van de meetresultaten in kennis te worden
gesteld. Daarbij wordt tevens aangegeven welke maatregelen zijn of worden getroffen om H2S-gehalte tot
onder de 1,0 vol% terug te brengen.
9 INSTALLATIES
9.1 Algemeen
9.1.1
Installaties moeten zijn voorzien van regel- en beveiligingsapparatuur, waardoor de erin uitgevoerde
processen kunnen worden beheerst en de veilige werking van de installaties is gewaarborgd.
Regel- en beveiligingsapparatuur van installaties moet tijdig in het betreffende proces ingrijpen alvorens
ongewenste, niet-reguliere emissies naar de lucht plaatsvinden.
Bij toepassing van een computergestuurd procesbesturings- en beveiligingssysteem moet er naast de
computer voor essentiële beveiligingen een onafhankelijk daarvan werkend beveiligingssysteem zijn, zodat
het veiligheidssysteem niet wegvalt door storingen of fouten in de procesbesturing.
Bij stroomstoring en/of storing in de toevoer van de instrumentenlucht moeten de voor de procesbeveiliging
van belang zijnde kleppen en afsluiters in de veilige stand komen.
9.1.2
Voor de bediening van de installatie moeten voorschriften of procedures zijn opgesteld waarin ten minste het
onderstaande is opgenomen:
a de proces voorbereidende handelingen, het opstarten, het volgen en het stoppen van een proces;
b de hoeveelheden, de wijze en de volgorde van doseren van de voor het proces noodzakelijke stoffen;
c de procesomstandigheden voor een normaal procesverloop (proceswindow);
d de te treffen maatregelen bij boven normale procesomstandigheden die tot een gevaarlijke situatie
kunnen leiden en de te volgen noodstopprocedures;
e de te volgen procedures om de installaties productvrij te maken.
9.1.3
Vergunninghouder moet een rapport ter goedkeuring aanbieden waarin duidelijk is/zijn beschreven:
e Alle beveiligingen, procesinstrumentatie diagram, regelkringen
Laag en hoog niveau alarmering vergisters
De werkdrukken en de drukken waarbij beveiligingen worden aangesproken zoals bv. de fakkel, de
overdruk ventielen etc.
Personeelsbezetting/controle
Welke richtlijnen worden toegepast ten aanzien van de constructie van de vergisters en gasopslagen
die verder gaan dan de bouwtechnische richtlijnen mestbassins, bijv -DIN 1045
Warmtebelasting op de folies tijdens in werking zijn van de fakkel
Wat er inzichtelijk is in de controle kamer aan procesparameters.
Mogelijkheid scheiding onderlinge vergisters (mogelijkheid tot individuele afschakeling vergister)
Folie karakteristieken: referentie tijden/perioden, bestendigheid tegen micro-organismen, etc.
Plan van aanpak folie vernieuwing
Gas detectie tussen folies
Welke lucht wordt tussen de folie geblazen
Maatregelen die worden genomen ter voorkoming van schuimvorming
De wijze van monitoring van het zuurstof gehalte in de vergisters en sturing zodanig dat geen
explosief mengsel ontstaat,
o De wijze van monitoring van: biogasopbrengst, pH, Temperatuur; bacteriewerking; in-line meting
door CH4, C02, 02 en H2S metingen voor en na de gasbehandeling en de drukken,
e Test- en onderhoudsplan veiligheidsvoorzieningen zoals kleppen, fakkel etc
o Materiaalkeuze gasleidingen: UV bestendigheid, corrosiebestendigheid etc.
9.1.4
Voordat met de bouwvan de inrichting mag worden begonnen dient de vergunninghouder goedkeuring te
hebben ontvangen op de rapportage als bedoeld in voorschrift 9.1.3.
9.1.5
Alle parameters die in voorschrift 9.1.3 worden genoemd dienen te worden gemonitoord en inzichtelijk te
zijn.
pagina 45 van 54