ontwerpbesluit voor de milieuvergunning - Provincie Groningen

3.17.8 Brandbeveiliging
Voor onderhavige inrichting worden brandveiligheidsaspecten zoals aanwezigheid en onderhoud
brandblusmiddelen, opslag van brandbare niet-gevaarlijke materialen, de uitvoeringvan de brandwerende
voorzieningen, de indeling van de inrichting in (brand)compartimenten als ook de benodigde
brandblusmiddelen, gereguleerd via het Bouwbesluit, zodat hiervoor geen voorschriften aan de
omgevingsvergunning behoeven te worden verbonden.
Voor de inrichting dient op grond van het BRZO een bedrijfsnoodplan dient te worden opgesteld waarin
milieu- en veiligheidsrisico's voor de omgeving zijn uitgewerkt.
3.17.9 Conclusie
De inrichting voldoet aan de beste beschikbare technieken (BBT) met betrekking tot externe veiligheid.
3.18 Energie
Het landelijke beleid op het gebied van energie richt zich vooral op het terugdringen van het gebruik van
energie; wij hebben deze doelstelling overgenomen. De omgevingsvergunning biedt de mogelijkheid om
energiebesparing te concretiseren bij individuele bedrijven.
De nu aangevraagde bedrijfsactiviteiten van NPG zijn primair gericht op het door middel van het van
vergisten van mest en co-substraten, biogas te produceren dat als groengas op het net zal worden
ingebracht. Daarnaast kan het geproduceerde biogas worden ingezet voor een WKK-installatie waarmee
warmte en elektriciteit wordt geproduceerd. Verder zal een deel van het geproduceerde gas worden gebruikt
voor opwerking tot groen gas.
De inrichting zal hiermee voorzien in haar eigen energiebehoefte (warmte en elektriciteit). Dit levert
uiteindelijk een C02-reductie op, omdat het gebruik van fossiele/primaire brandstoffen wordt vermeden.
Op basis hiervan hebben wij, behoudens een voorschrift met betrekking tot de te registreren van de
energiegegevens en tot optimale benutting van de geproduceerde warmte, geen verdere
(onderzoeks)voorschriften gericht op energiebesparing aan deze beschikking verbonden.
3.18.1 Conclusie
De inrichting voldoet aan de beste beschikbare technieken (BBT) met betrekking tot energiebesparing.
3.19 Grondstoffen- en waterverbruik
3.19.1 Grondstoffen
Het beleid van de overheid richt zich op een zuinig gebruik van primaire grondstoffen en de toepassing van
milieuvriendelijke grond- en hulpstoffen. De aard van de activiteiten alsmede de bij ons bekende gegevens
omtrent de binnen de inrichting toegepaste grond- en hulpstoffen geven ons geen aanleiding om hiervoor
voorschriften op te leggen.
3.19.2 Leidingwater
Zoals aangegeven in de Handreiking "Wegen naar preventie bij bedrijven" (Infomil, december 2005) is de
relevantie van waterbesparing sterk afhankelijk van de lokale situatie en zijn daarom hier geen ondergrenzen
voor geformuleerd. In onze beleidsnotitie "Verruimde reikwijdte en vergunningverlening" is aangegeven dat
het aspect water voor de milieuvergunning relevant is indien het verbruik in de inrichting 5.000 m^ of meer
leidingwater bedraagt.
Aan de aanvraag is een document BBT-maatregelen watergebruik en -verbruik toegevoegd. Hieruit blijkt dat
het proceswater veelvuldig wordt gerecycled. Het netto leidingwaterverbruik wordt daarmee ingeschat tussen
1200 en 3500 m3 per jaar.
Gezien het bovenstaande achten wij het niet noodzakelijk om voorschriften met betrekking tot
waterbesparing op te leggen.
3.19.3 Conclusie
De inrichting voldoet aan de beste beschikbare technieken (BBT) met betrekking tot waterverbruik.
3.20 Installaties
3.20.1 Toestellen onder druk
Op enkele plaatsen in het proces zal gebruik worden gemaakt van "toestellen onder druk". Voor dergelijke
toestellen waarin een overdruk heerst van meer dan 0,5 bar is het "Warenwetbesluit drukapparatuur" van de
minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) van toepassing. Dit besluit bevat eisen voor de
uitvoering, keuring en onderhoud van de desbetreffende drukhoudende bedrijfsonderdelen.
De Arbeidsinspectie is voor de controle op de naleving van de voorschriften van het "Warenwetbesluit
drukapparatuur" bevoegd gezag. Aan deze beschikking hebben wij daarom geen aanvullende voorschriften
met betrekking tot drukapparatuur verbonden.
pagina 29 van 54