ontwerpbesluit voor de milieuvergunning - Provincie Groningen
ontwerpbesluit voor de milieuvergunning - Provincie Groningen
ontwerpbesluit voor de milieuvergunning - Provincie Groningen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Opslag en aflevering diesei-Zgasolie<br />
Binnen <strong>de</strong> inrichting vindt opslag (tank van 4000 m3) en aflevering van dieselolie ten behoeve van rij<strong>de</strong>nd<br />
materieel binnen <strong>de</strong> inrichting plaats. Deze activiteit valt on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> rechtstreekse werking van het<br />
activiteitenbesluit.<br />
Werk<strong>voor</strong>ra<strong>de</strong>n<br />
Kleine hoeveelhe<strong>de</strong>n gevaarlijke stoffen in emballage die bij on<strong>de</strong>rhoudswerkzaamhe<strong>de</strong>n in kleine<br />
hoeveelhe<strong>de</strong>n van min<strong>de</strong>r dan 30 kg wor<strong>de</strong>n gehanteerd zijn niet ADR-geclassificeerd en <strong>de</strong>rhalve is <strong>de</strong><br />
richtlijn PGS 15 niet van toepassing. De werkwijze die gevolgd wordt bij <strong>de</strong>ze werk<strong>voor</strong>ra<strong>de</strong>n dient te<br />
voldoen aan <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mbeschermingsvereisten uit <strong>de</strong> NRB.<br />
THT<br />
Binnen <strong>de</strong> inrichting wor<strong>de</strong>n gasflessen met tetrahydrothyopheen (THT, maximaal 153 kg) opgeslagen. THT<br />
wordt toegepast <strong>voor</strong> het odoriseren van het geproduceer<strong>de</strong> groengas. In <strong>voor</strong>schrift 1.2.3. is vastgelegd aan<br />
welke bepalingen van <strong>de</strong> PGS 15 <strong>de</strong>ze opslag van gasflessen dient te voldoen.<br />
Werkplaats<br />
Er is een kleine werkplaats <strong>voor</strong>zien <strong>voor</strong> kleinschalig on<strong>de</strong>rhoud en/of reparatiewerkzaamhe<strong>de</strong>n. Dit betreft<br />
een bo<strong>de</strong>mbedreigen<strong>de</strong> activiteit waar<strong>voor</strong> maatregelen en <strong>voor</strong>zieningen overeenkomstig <strong>de</strong> NRB dienen te<br />
zijn getroffen. Dit is in <strong>voor</strong>schrift 6.3.1. vastgelegd.<br />
Opslagtank <strong>voor</strong> kooldioxi<strong>de</strong><br />
Deze opslagtank staat on<strong>de</strong>r druk. Zie ver<strong>de</strong>r paragraaf 3.20.1.<br />
La<strong>de</strong>n en lossen van tankauto's<br />
Het lossen en het la<strong>de</strong>n van tankauto's vindt plaats in <strong>de</strong> opslagloodsen. Dit betreft een bo<strong>de</strong>mbedreigen<strong>de</strong><br />
activiteit waar<strong>voor</strong> maatregelen en <strong>voor</strong>zieningen overeenkomstig <strong>de</strong> NRB dienen te zijn getroffen. Dit is in<br />
<strong>voor</strong>schrift 6.3.1. vastgelegd.<br />
Conclusie<br />
De inrichting voldoet aan <strong>de</strong> beste beschikbare technieken (BBT).<br />
3.22 Overige aspecten<br />
3.22.1 Integrale afweging<br />
Het bevoegd gezag moet alle aspecten van <strong>de</strong> milieugevolgen, <strong>voor</strong> zover ze elkaar beïnvloe<strong>de</strong>n, tegen<br />
elkaar afwegen. Hiermee wordt <strong>voor</strong>komen dat maatregelen ten behoeve van het ene milieucompartiment<br />
negatieve gevolgen hebben <strong>voor</strong> een an<strong>de</strong>r compartiment. Bij <strong>de</strong>ze vergunning vindt geen relevante<br />
on<strong>de</strong>rlinge beïnvloeding plaats. Een na<strong>de</strong>re afweging is daarom niet nodig.<br />
3.22.2 EG-veror<strong>de</strong>ning PRTR<br />
Op <strong>de</strong> activiteiten van NPG zijn hoofdstuk 12, titel 12.3, van <strong>de</strong> Wm en <strong>de</strong> EU-veror<strong>de</strong>ning PRTR (Pollutant<br />
Release and Transfer Register) niet van toepassing. Daarmee geldt <strong>voor</strong> <strong>de</strong>ze inrichting geen jaarlijkse<br />
rapportageplicht <strong>voor</strong> <strong>de</strong> emissies naar lucht, water en bo<strong>de</strong>m en <strong>de</strong> afgifte van afvalstoffen aan <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n.<br />
3.22.3 Maatregelen in bijzon<strong>de</strong>re omstandighe<strong>de</strong>n<br />
Indien ten gevolge van ongewone <strong>voor</strong>vallen (calamiteiten en afwijkingen van <strong>de</strong> normale gang van zaken in<br />
<strong>de</strong> inrichting) na<strong>de</strong>lige effecten <strong>voor</strong> het milieu zijn ontstaan dan wel dreigen te ontstaan, dienen daarop door<br />
<strong>de</strong>gene die <strong>de</strong> inrichting drijft (onmid<strong>de</strong>llijk) <strong>de</strong> nodige acties te wor<strong>de</strong>n genomen. Ten aanzien van <strong>de</strong>ze<br />
ongewone <strong>voor</strong>vallen is hoofdstuk 17 (Maatregelen in bijzon<strong>de</strong>re omstandighe<strong>de</strong>n) van <strong>de</strong> Wm van<br />
toepassing. Dit hoofdstuk verplicht <strong>de</strong> vergunninghou<strong>de</strong>r om van een ongewoon <strong>voor</strong>val in <strong>de</strong> inrichting zo<br />
spoedig mogelijk melding te maken bij het bevoegd gezag en onmid<strong>de</strong>llijk <strong>de</strong> nodige maatregelen te nemen<br />
om <strong>de</strong> gevolgen van het <strong>voor</strong>val te <strong>voor</strong>komen, te beperken of ongedaan te maken. In <strong>de</strong> wet is aangegeven<br />
welke gegevens met betrekking tot het <strong>voor</strong>val aan <strong>de</strong> melding dienen te wor<strong>de</strong>n toegevoegd.<br />
pagina 31 van 54