Volledig rapport Tendens - IrisZorg

2008
42
Mogelijke risico’s
Volgens Maarten zitten er risico’s aan poker spelen. Het eerste risico is het
aantal uren dat er gespeeld wordt. Maarten vindt iemand die meer dan 15 uur
per week speelt, verslaafd aan pokeren. Het tweede risico is dat je meer uren
speelt dan dat je eigenlijk van plan was of dat je gaat zitten pokeren terwijl
je eigenlijk zou gaan studeren. Ook de neiging om van pokeren over te schakelen
op ‘grotere’ spelen, zoals Black Jack, kan wijzen op ‘problematisch gokken’.
Het laatste risico omvat de drang om met grotere bedragen te gaan
spelen om verlies snel terug te winnen.
1.6 Oriëntatie op excessief gebruik van internet
Naast pokeren kwamen in de vorige Tendens ook signalen naar voren over
excessief internetgebruik. Deze signalen waren afkomstig uit landelijk onderzoek
naar internetgerelateerde problematiek onder jongeren. Dit onderzoek
roept vragen op over de regionale situatie. Als oriëntatie op onderzoek naar
regionale trends en ontwikkelingen op dit gebied, zijn drie scholieren van 14,
14 en 15 jaar geïnterviewd.
Met elkaar communiceren via internet
Mirre en haar twee medescholieren (39a) zitten op het vmbo. Ze computeren
iedere dag. Meestal zitten ze gemiddeld 2 uur per dag tussen vier uur ’s middags
en tien uur ’s avonds achter de computer. In het weekend computeren ze
langer. Ze maken vooral gebruik van MSN en Hyves, wat voor hen een echte
hobby is. Ook zoeken ze veel informatie op op internet, maar dat is voor school.
Sommige scholieren hebben MSN de hele dag aanstaan om te kijken wie er
allemaal op MSN zijn. Als ze dan zin hebben, laten ze zien dat ze ook aanwezig
zijn. Sommige scholieren mogen van hun ouders niet altijd MSN aan hebben.
Zij hebben tijden afgesproken en mogen bijvoorbeeld niet meer dan twee uur
MSN-en. Eigenlijk vindt Mirre dit niet nodig. Ze kunnen zelf wel bepalen hoe
lang ze MSN-en. Ze MSN-en vooral met bekenden die ze overdag ook zien. De
inhoud van het ‘gesprek’ op MSN kan zowel luchtig als serieus zijn.
‘Er wordt heel veel ‘geouwehoerd’. Beetje flauwe klets of grappen. Daar
gaat de meeste tijd in zitten. Soms bepraat je op MSN ook serieuze dingen.
Het is makkelijker om moelijke dingen te vertellen via MSN dan in het echt.
Zo praat iemand dagelijks met haar vriendje. Als je het eenmaal op MSN
hebt besproken dan kun je het daarna weer makkelijker in het echt bespreken.
Het is ook wel gebeurd dat we op MSN wat lompe dingen tegen anderen
hebben gezegd. Ook dat gaat makkelijker dan in het echt. Maar als je
echt lompe dingen zegt, krijg je dat wel weer terug te horen. Zo leer je, wat
je wel en niet kan maken op MSN.’
(Mirre, jongere, 39a)
Andere toepassingen op internet waar Mirre en haar medescholieren gebruik
van maken, zijn e-mail, chatten via E-buddy, muziek downloaden en zo nu en
dan een weblog bezoeken.
1.7 Conclusie
Voorgaande paragrafen gaven de resultaten weer van de panelstudie. Panelleden
gaven hierin hun waarnemingen weer, waarna bekeken werd of deze
waarnemingen ook door anderen gedeeld werden. In deze paragraaf worden
conclusies weergegeven over het middelengebruik door jongeren en jongvolwassenen,
zoals gesignaleerd door de panelleden. Dit in vergelijking tot de
Panelstudie in 2006 (Linck et al, 2007).
Tendens heeft als doel trends en ontwikkelingen op het gebied van gebruik van
genotmiddelen en gokken in Gelderland te signaleren en deze te volgen. Door
het jaarlijks uitvoeren van de panelstudie kunnen nieuwe ontwikkelingen snel
ontdekt worden. De interesse in nieuwe ontwikkelingen mag echter niet ten
koste gaan van de interesse voor trends die ieder jaar opnieuw uit de panelstudie
naar voren komen. Sommige van deze trends zijn immers zorgwekkend,
juist doordat ze aanhouden, zoals het vele alcoholgebruik onder jongeren.
Het vele drinken van alcohol, vooral bier onder jongeren tijdens het uitgaan
en het stoere imago daarvan is één van de zorgwekkende trends die ieder jaar
uit Tendens naar voren komt. Waar dit vroeger vooral jongens betrof, doen de
meiden de laatste jaren hard hier aan mee. Het signaal van jonge meisjes die
zo dronken zijn dat zij geen controle meer hebben over hun gedrag, baart
extra zorgen. Jongeren zijn meestal slechts kort onder de indruk van een incident
en de oorzaak wordt vaak bij iets anders dan overmatig alcoholgebruik
gezocht. Dit duidt op nog weinig besef van de risico’s van overmatig alcoholgebruik,
zowel bij jongeren zelf als bij hun ouders. Jongeren van allochtone
afkomst blijven beduidend minder alcohol drinken dan autochtone jongeren.
Dit is vooral bij islamitische jongeren het geval.
Net als voorgaande jaren blijken ook nu vooral plattelandsjongeren en probleemjongeren
naast ’s weekends, ook door de week te drinken. Zij vormen
hierbij risicogroepen voor het ontwikkelen van alcoholafhankelijkheid.
Het indrinken thuis, in een keet of op straat vóór het uitgaan is ingeburgerd
onder jongeren. Door het indrinken is het uitgaan eigenlijk steeds vroeger
begonnen. Horecagelegenheden gebruiken de behoefte van jongeren om veel
en goedkoop te drinken ter verhoging van hun omzet door prijsacties in te
zetten. Mogelijk dat deze trends leiden tot meer alcoholincidenten.
Overigens lijkt het wat negatieve imago van keten een omslag te maken. Men
realiseert zich steeds meer dat een keet vooral een plaats is waar jongeren
2008
43