Volledig rapport Tendens - IrisZorg

2008
72
De minister neemt met deze aankondiging afstand van het advies van het
CAM 6 . Deze commissie voerde in 2007 een risicoschatting van paddo’s uit. In
haar rapport adviseert zij geen algeheel verbod op de verkoop van paddo’s in
te stellen. Wel acht zij het raadzaam om preventieve maatregelen, gericht op
de risicofactoren, te nemen ter vermindering van het risico op individueel
niveau. Voorbeelden daarvan zijn het ontwikkelen en gericht verspreiden van
kwalitatief goed voorlichtingsmateriaal, inclusief materiaal in vreemde talen
en het overwegen van regulering van de handel in paddo’s, zo nodig door
aanpassing van de Warenwet. Zo kan bijvoorbeeld de maximale dosis per verpakkingseenheid
verlaagd worden (CAM, 2007). Het instellen van preventieve
maatregelen acht de minister echter ontoereikend (MinVWS, 2007).
4.6 Rookverbod in de horeca
Sinds 1 juli 2008 geldt in de Nederlandse horeca een rookverbod. Dit is een van
de maatregelen van de overheid in haar niet-rokenbeleid. Dit beleid dient
meerdere doelen waaronder minder rokers in Nederland, ondersteuning bij
stoppen met roken, beschermen van niet-rokers tegen tabaksrook en voorkomen
dat jongeren gaan roken. Met dit beleid sluit de overheid aan bij de aanbevelingen
van de Europese Commissie (Stivoro, 2008).
Het rookverbod houdt in dat horecagelegenheden, óók coffeeshops, geheel
rookvrij dienen te zijn. Roken mag nog wel in volledig afgescheiden rookkamers,
maar hier mag niet bediend worden door personeel. Als er een probleem
dreigt te ontstaan in deze ruimte, mag het personeel er overigens wel tussenbeiden
komen. Ook mag nog gerookt worden op terrassen die niet geheel
afgesloten zijn van de binnenruimte. Hierbij ligt de grens tussen terras en binnenruimte
bij de voorpui. Tenten worden eveneens als horecagelegenheid
gezien, waarbij het niet uitmaakt of deze aan alle zijden open zijn. Tabaksverkoop
in de horeca blijft, met uitzondering van sportaccommodaties, toegestaan.
De Voedsel en Warenautoriteit (VWA) is verantwoordelijk voor de naleving
van het rookverbod (Koninklijk Horeca Nederland, 2008).
Over de mogelijke gevolgen van het horecaverbod lopen de meningen en
onderzoeksgegevens, onder meer vanuit buitenlandse ervaringen, uiteen. De
belangrijkste op een rijtje:
Gezondheidswinst
Het Centraal Plan Bureau (CPB) stelt, vanuit economisch oogpunt, dat door het
rookverbod zoveel gezondheidswinst in de vorm van gewonnen levensjaren zal
6. Coördinatiepunt Assessment en Monitoring nieuwe drugs, welke is ondergebracht bij
het RIVM.
worden geboekt, dat dit de kosten van het rookverbod overschrijdt. Dit geldt
voor zowel de rokers als de passief meerokers (Trimbos-instituut, 2008).
Omzetstijging - of daling
Koninklijk Horeca Nederland (KHN) verwacht, op basis van buitenlandse ervaringen,
dat het een direct negatief effect zal hebben op de omzet van de natte
horeca, zoals cafés en discotheken. Verder is het direct van invloed op de
afname van desserts en koffie in restaurants. Later zal deze omzet echter weer
stijgen tot het oude niveau of iets eronder (KHN, 2008). Stivoro trekt echter de
conclusie dat de omzet, bezoekersaantallen en het aantal banen in de horeca
vermoedelijk niet zullen dalen en zelfs op langere termijn mogelijk stijgen
(Stivoro, 2008).
Overlast
Vermoedelijk gaan veel gasten buiten roken. Dit kan voor overlastsituaties
zorgen vanwege toenemend zwerfafval (o.a. glas), geluidsoverlast, meer incidenten
en verkeersonveiligheid (KHN, 2008).
Gezondheidsschade en overlast bij rookverbod in coffeeshops
Coffeeshops kunnen niet meer voldoen aan alle AHOJG-criteria, die de overheid
ingesteld heeft in het kader van het gedoogbeleid, aldus verslavingszorginstellingen,
waaronder IrisZorg en het Landelijk Overleg Coffeeshopbonden
(LCO). Deze criteria zijn het verbod om harddrugs te verhandelen (H), overlast
te veroorzaken (O) en jeugdigen onder de 18 jaar toe te laten of aan hen te
verkopen (J). Zij vrezen namelijk dat de meeste eigenaren hun pand niet zullen
aanpassen met een aparte rookruimte, onder meer door te weinig ruimte.
Hierdoor wordt de coffeeshop gereduceerd tot afhaalcentrum waardoor
gebruikers op andere plaatsen hun joint zullen gaan roken, zoals op straat of
in andere rookruimtes. Mogelijke consequenties daarvan zijn:
n Geen zicht meer op mogelijk problematische gebruikers door professionele
veldwerkers.
n Minder informatie-overdracht tussen coffeeshoppersoneel en gebruikers,
onder meer over mogelijke risico’s van gebruik.
n Het ontstaan van een nieuw crimineel circuit in de vorm van illegale rook-
ruimtes, waarbij geen sprake is van controle op leeftijd (J), op gecombineer-
de verkoop van soft- en harddrugs (H) of op de kwaliteit van het product.
n Overlast (geluid, geur, gevoelens van onveiligheid, vuil) bij gebruik op
straat.
In de komende periode zal blijken of er daadwerkelijk sprake is van bovenstaande
consequenties (PCN, 2008; Trimbos-instituut, 2008).
2008
73