Volledig rapport Tendens - IrisZorg

2008
70
Geconcludeerd wordt dat het gebruik van alcohol en cannabis relatief hoog is
onder jongeren uit De Laar West, vergeleken met het landelijk gemiddelde.
Harddrugsgebruik, zoals ecstacy of cocaïne, werd onder de jongeren tot 18 jaar
niet gesignaleerd. Wel bij de leeftijdsgroep daarboven.
In samenhang met het gebruik van middelen komt ervaren overlast naar
voren als het zichtbare gebruik in de openbare ruimte, achterlaten van afval,
onder invloed van alcohol vandalisme plegen en het vertonen van agressief
gedrag. Uit het onderzoek blijkt echter lang niet alle overlast met middelengebruik
verband te houden. Andere relevante factoren zijn bijvoorbeeld het
niet voldoende aansluiten van aanwezige voorzieningen bij de leefwereld en
behoeften van de jongeren en beperkte sociale interactie tussen bewoners
onderling, waardoor jongeren vaak anoniem zijn.
Om de problematiek in de wijk het hoofd te bieden, wordt onder meer aanbevolen
om jongeren nauw te betrekken bij eventuele nieuwe voorzieningen in
de wijk. Inzet van interventies ter versterking van sociale structuren in de wijk
en ter preventie van risicovol alcohol- en druggebruik kunnen hier eveneens
een bijdrage aan leveren. Maar ook het treffen van maatregelen ter handhaving
en het intensiveren van beveiliging is een mogelijke oplossing.
De genoemde aanbevelingen zijn deels algemeen geldend voor de problematiek
rondom hangjongeren. Door deze te combineren met lokale gegevens ten
aanzien van overlast en middelengebruik kan voor iedere Arnhemse wijk een
wijkgericht plan van aanpak ontwikkeld worden (Jong & Linck, 2008).
4.4 Trendwatch 2006-2007: Keten
Trendwatch is een kwalitatieve monitor die de trends in alcohol- en drugsgebruik
onder uitgaanders in Nederland in kaart brengt. Trendwatch 2006-2007
bevat onder meer een verdiepend onderzoek naar de handel en wandel in
keten op het platteland.
Een keet wordt in dit rapport gedefinieerd als een (semi-)informele jongerenontmoetingsplek
waar vrienden elkaar ontmoeten in een overdekte en afgeschermde
ruimte. Er is weinig of indirect toezicht aanwezig en de plek is
dusdanig ingericht, dat deze (vooral) wordt gebruikt ter vermaak van de jongerengroep
zelf. Keten kunnen in allerlei ruimten gevestigd zijn: schuren,
caravans, zolders, containers, kassen, tuinhuisjes, etcetera.
Keten en schuren komen vaak negatief voor het voetlicht in lokale en regionale
onderzoeken. De jongeren die de keten en schuren bezoeken zouden veel
meer alcohol drinken dan jongeren die deze niet bezoeken. Daarnaast zou
door het schenken van alcohol tegen lage prijzen sprake zijn van oneerlijke
concurrentie met officiële horecagelegenheden. Als laatste zou er te weinig
toezicht zijn door volwassenen waardoor risico’s ontstaan, bijvoorbeeld overmatig
alcohol- en drugsgebruik en (geluids)overlast.
De onderzoekers van Trendwatch trekken mildere conclusies over (de jongeren
in) de keten. Er wordt weliswaar erg veel alcohol gedronken in de meeste
keten, maar de onderzoekers vragen zich af of dit specifiek voor keten geldt of
dat dit een normale trend onder jongeren is, vooral op het platteland. Van
drugsgebruik is meestal geen sprake.
Keten hebben een sterke sociale functie in een gemeente. Jongeren hebben zo
een eigen plek waar ze tijd door kunnen brengen met vrienden. Het gebruik
van een keet is dan ook voorbehouden aan een vriendengroep. Er zullen weinig
buitenstaanders even binnenlopen. Er wordt veel tijd en geld besteed aan
de afwerking en inrichting van de keet. Ieder heeft zo zijn eigen inbreng,
afhankelijk van opleiding en vaardigheden. Hierdoor leren ze van elkaar en
kunnen ze de vaardigheden toepassen die zij op school leren. De keetjongeren
veroorzaken doorgaans weinig problemen in een gemeente; ze zijn zelfredzaam
en vermaken zich op eigen kosten.
Het toezicht op de gang van zaken in de keten is vooral indirect, maar wel constant,
aldus de onderzoekers. Ouders spelen hier vaak een rol in. Allemaal redenen waarom
gemeenten en de plaatselijke bevolking terughoudend zijn in het optreden
tegen keten. Argumenten van landelijke horecaverenigingen ten aanzien van het
schenken van alcohol, wegen volgens gemeentebesturen en de lokale bevolking
daar niet voldoende tegenop. Gemeenten variëren van een passief tot een actief
gedoogbeleid. De actieve gemeenten stellen bijvoorbeeld eisen ten aanzien van
brandveiligheid of verantwoord alcohol schenken. De gemeente Barneveld heeft
zo’n actief gedoogbeleid. De gemeente Ede besloot echter in 2007 om alle keten die
niet aan de wettelijke eisen voldoen te sluiten (Trendwatch, 2007).
4.5 Verkoop onbewerkte paddo’s binnenkort verboden
In 2007 vonden in Nederland enkele incidenten plaats waarbij een mogelijk
ernstige dan wel levensbedreigende situatie was ontstaan door het gebruik
van paddo’s. Mede naar aanleiding hiervan heeft de minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport (VWS) in oktober 2007 aangekondigd om onbewerkte
(verse) paddo’s (hallucinogene paddestoelen) op lijst ll van de Opiumwet te
plaatsen. De verkoop van deze paddo’s is daarmee verboden.
Onbewerkte paddo’s worden namelijk gezien als middelen die weliswaar minder
grote risico’s geven bij gebruik dan middelen op lijst I, onschuldig zijn ze
echter niet. De werkzame stoffen psylocybine en psilocine die ondermeer in
bewerkte (gedroogde) paddo’s aanwezig zijn, stonden reeds op lijst I van de
Opiumwet. Zij worden aangemerkt als harddrugs; middelen die een onaanvaardbaar
groot risico voor de volksgezondheid met zich meebrengen. De
nieuwe maatregel zal binnenkort ingaan, maar het is nog niet bekend per
welke datum dit zal zijn (MinVWS, 2007).
2008
71