Volledig rapport Tendens - IrisZorg

2008
84
Duidelijke boodschap over risico’s van cannabis
Als blowen een dagelijkse gewoonte wordt, is het risico groot dat men het
gebruikt om problemen weg te duwen. Hiervoor dient een duidelijke boodschap
geformuleerd te worden. Voorbeelden hiervan zijn: niet dagelijks blowen
of niet meer dan twee keer per week blowen.
Ontwikkelen specifiek aanbod voor blowers
Om te voorkomen dat jongeren die veel blowen uiteindelijk een verslaving
ontwikkelen kunnen preventie en indien nodig hulpverlening opgenomen
worden in het pakket van jeugdzorg voor deze jongeren. Hierbij richt preventie
zich niet alleen tot de jongeren zelf. Ook hun ouders, docenten en begeleiders
dienen door deskundigheidsbevordering, informatievoorziening en
(beleids-)advies betrokken te worden.
Inzet voorlichtingsmateriaal GHB
Om jongeren meer inzicht te geven in de risico’s van GHB-gebruik en het
omgaan hiermee, dient voorlichtingsmateriaal over GHB ontwikkeld en ingezet
te worden.
Monitoren van basecokegebruik buiten de heroïnescene
Het gebruik van basecoke is nog beperkt tot enkele groepen, maar het geeft
dermate risico’s dat deze ontwikkeling gevolgd moet worden. Straathoekwerk
en veldwerk, onder meer van IrisZorg, kunnen hierin een belangrijke rol
vervullen.
Meer aandacht voor combinatiegebruik
Bijna alle middelen worden met elkaar gecombineerd. In voorlichtingen dient
voldoende aandacht te worden besteed aan dit combinatiegebruik.
Inzicht verkrijgen in incidenten van alcohol- en drugsgebruik
Signalen over incidenten met alcohol- en drugsgebruik dienen onderbouwd
te worden met cijfers. Dit kunnen gegevens zijn van de Eerste Hulp op party’s
en in ziekenhuizen, ambulancevervoer en politie. Politieregistratie kan inzicht
geven in incidenten als vandalisme, mate van voorkomen van GHB als ‘rapedrug’
en overlast als rijden onder invloed. Hierdoor is het mogelijk om gerichte
activiteiten continu aan de actuele situatie aan te passen. Een voorbeeld
van een dergelijke activiteit is de preventieve cursus ‘Eerste hulp bij drugsongelukken
in het uitgaansleven’.
Preventie ook richten op oudere jongeren
Alcohol- en drugspreventie dient meer gericht te worden op jongeren in de
leeftijd na het voortgezet onderwijs. Dit kan in samenwerking met onderwijsinstellingen
als de universiteit, hogescholen en ROC’s. Ook kunnen jongeren
bereikt worden in het uitgaansleven. Het project Uitgaan en Drugs is hiervoor
een bruikbaar instrument. IrisZorg voert dit project uit in opdracht van gemeenten
in het uitgaanscircuit van verschillende plaatsen. Ook heeft zij reeds preventieve
contacten met de onderwijsinstellingen en studentenverenigingen, welke
in een aantal gevallen uitgegroeid zijn tot structurele activiteiten.
Preventie richten op ouders
Ouders hebben invloed op overmatig alcoholgebruik in keten. Instellingen
met een preventieve taakstelling, zoals IrisZorg, dienen een aanbod te ontwikkelen
om ouders hiervoor handvatten te geven.
Meer rekening houden met regiocultuur
Genotmiddelen als cannabis, speed, ecstasy en cocaïne zijn nauwelijks maatschappelijk
geaccepteerd en in sommige netwerken zelfs taboe. Hierdoor kan
de angst en aandacht voor gebruik van deze middelen zo groot zijn, dat een
tegelijk aanwezig zorgwekkend gebruik van alcohol niet gezien wordt. Ook
blijkt het gebruik van andere drugs dan alcohol voor jongeren moeilijk
bespreekbaar met de ouders, waardoor zij geneigd zijn hun gebruik te verbergen.
In preventie en zorg dient daarom rekening gehouden te worden met de
rol die de cultuur zou kunnen spelen bij het middelengebruik.
Beter bereiken probleemjongeren via straathoekwerk en jeugdhulpverlening
Om preventie of hulp te bieden aan probleemjongeren zullen deze jongeren
vooral in hun eigen omgeving moeten worden opgezocht. Straathoekwerkers
en veldwerkers van de verslavingszorg kunnen probleemjongeren direct bereiken
op straat en door outreachende benaderingen vertrouwen opbouwen.
Hierdoor kunnen ontwikkelingen als excessief gebruik van cannabis of speed,
of het incidenteel gebruik van basecoke of heroïne, nauwlettend gevolgd en
bespreekbaar gemaakt worden. Samenwerking tussen straathoekwerkers en
veldwerkers is hierin noodzakelijk. Indirect kunnen jongeren met problemen
bereikt worden door professionals uit de jeugdhulpverlening voor te lichten
en te trainen in signaleren.
Nader onderzoek pokeren en internetgebruik
Vanuit de oriëntatie op pokeren en internetgebruik in deze Tendens is nader
onderzoek naar pokeren en internetgebruik wenselijk. Items als omvang, kenmerken
van de spelers/gebruikers, aantrekkingskracht, risico’s en mogelijkheden
tot preventief of curatief ingrijpen, kunnen hierbij aan de orde komen.
Methoden van onderzoek kunnen variëren van interviews van spelers/gebruikers
en hun sleutelfiguren tot literatuuronderzoek en analyse van cliëntgegevens
van IrisZorg.
2008
85