Volledig rapport Tendens - IrisZorg

2008
54
Cliënten met overige primaire problematiek
Onder overige primaire problematiek vallen verschillende problematieken
zoals medicijnen en GHB. In totaal staan 111 cliënten in 2007 hieronder geregistreerd
(< 2% van het totaal aantal cliënten verslavingszorg). Bij 20 van hen
betreft het GHB-gebruik. In 2004 was dit bij 2 cliënten het geval (Van der
Wijnckel, 2008).
2.4 Gegevens per regio
Naast de gegevens van de cliëntengroepen per problematiek is ook gekeken
naar mogelijke verschillen tussen de cliëntengroepen in de regio’s Oost, Midden
en Zuid. Voor 2007 komen hieruit de volgende verschillen naar boven
waarbij een regio wordt vergeleken met de rest van het werkgebied:
Regio Oost
n Significant meer alcoholcliënten.
n Significant minder cocaïnecliënten.
n Minder cannabiscliënten, echter niet significant.
Regio Midden
n Significant meer opiatencliënten.
n Significant minder amfetaminecliënten.
Regio Zuid
n Meer cocaïnecliënten, echter geen significant verschil.
Figuur 2.11 Aandeel cliënten per primaire problematiek in cliëntenpopulatie middelen-
gebruik per regio
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
Midden Oost Zuid
Alcohol
Opiaten
Cocaïne
Cannabis
Amfetamine
Ecstasy-achtigen
Naast deze analyse per regio is tevens een analyse gemaakt van mogelijke
verbanden tussen primaire problematiek van cliënten en de mate van stedelijkheid
van hun woonplaats. Woonplaatsen met een omgevingsdichtheid
groter dan 1000 per vierkante kilometer gelden als stedelijk (CBS, 2006). Uit
deze analyse blijkt dat in de niet-stedelijke gebieden significant meer cliënten
met de problematiek alcohol en amfetamine wonen. In de stedelijke gebieden
wonen significant meer opiaten- en cocaïnecliënten. Daarnaast wonen
hier relatief veel cliënten met problematieken cannabis en ecstacy. Dit verschil
is echter niet significant.
Figuur 2.12 Verdeling cliënten per primaire problematiek naar mate van stedelijkheid
100%
2.5 Conclusie en discussie
Vanuit de analyse van de cliëntenregistratie van IrisZorg wordt een aantal
cliëntenkenmerken en ontwikkelingen in de cliëntenpopulatie gesignaleerd.
Hieronder worden de belangrijkste kenmerken en ontwikkelingen weergegeven.
Aantal
80%
60%
40%
Aantal 20% cliënten
0%
Alcohol
AlcoholOpiatenCocaïne Ecstasy
Cannabis
Amfetamine
Opiaten
Cocaïne
n Alcohol blijft met stip op nummer één staan. Van ruim de helft van de cliënten
in de verslavingszorg is dit de primaire problematiek.
n Het aandeel opiatencliënten is in 2007 enigszins gedaald naar zo’n 17%.
Eerder was dit minimaal 19%.
Cannabis
Amfetamine
Ecstacy
Stedelijk
Niet-stedelijk
n Voor het eerst is het aantal cliënten met cannabis als problematiek in 2007
hoger dan cocaïne (15% van middelengebruik). Het betreft vooral cliënten jonger
dan 30 jaar.
n Het aantal cocaïnecliënten is gestegen, maar minder hard dan het geval is bij
de andere middelen. Ten opzichte van de andere middelen is het aandeel gezakt
naar zo’n 13%.
Het aandeel van de cliëntengroep amfetamine is blijven staan op 2%. Het absolute
aantal is echter verdrievoudigd sinds 2003 en betreft vooral jongeren.
2008
55