Hout werkt, houtgebruik in molens - Open Monumentendag ...
Hout werkt, houtgebruik in molens - Open Monumentendag ...
Hout werkt, houtgebruik in molens - Open Monumentendag ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
1<br />
<strong>Hout</strong> <strong>werkt</strong><br />
Montage op de werf van Soetes Molen – Komen<br />
Op een OMD met ‘hout’ als thema mag een kort relaas vanuit de<br />
molenbouwsector niet ontbreken. Zeker <strong>in</strong> het geval van de klassieke<br />
staakmolen waar hout nagenoeg de gehele constructie aanlevert:<br />
zowel voor het ‘staande werk’ (de molenkast) als het ‘gaande werk’<br />
(de mechanische uitrust<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen<strong>in</strong>).<br />
<strong>Hout</strong> <strong>werkt</strong>. In het dome<strong>in</strong> van de molenbouw <strong>in</strong> onze contreien is<br />
dat al zo sedert het e<strong>in</strong>de van de 12de eeuw.<br />
Paul Bauters geeft de redenen van de ontstaansgeschiedenis van de<br />
houten staak<strong>molens</strong> <strong>in</strong> zijn reeks ‘2000 jaar <strong>molens</strong> <strong>in</strong> Vlaanderen’,<br />
deel 1 als volgt weer: “Het malen met natuurlijke energie veronderstelde<br />
een goed gestructureerde, georganiseerde en <strong>in</strong>tensieve landbouw,<br />
[…]. Dit diende vergezeld te gaan van een sterk ontwikkeld<br />
ambachtswezen. W<strong>in</strong>d- en water<strong>molens</strong> waren immers ondenkbaar<br />
zonder een cultuur van houtbouw, houtbewerk<strong>in</strong>g, smederij en aanverwante<br />
technieken, elementaire reken- en meetkunde en velerlei<br />
andere vormen van weten en kunnen.[ …]. Al dan niet toevallig was<br />
hier (<strong>in</strong> Vlaanderen) een soort van <strong>in</strong>tensief agrarisch en ambachtelijk<br />
‘genie’ aan het werk.”<br />
De jongste drie decennia heeft zich <strong>in</strong> Vlaanderen een aanzienlijke<br />
<strong>in</strong>haalbeweg<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen de sector van de molenbouw voorgedaan,<br />
waarbij het ambachtelijk genie opnieuw <strong>in</strong>zetbaar is geworden zodat<br />
deze architecturale <strong>werkt</strong>uigen voor de toekomstige generaties<br />
bewaard zullen blijven. Des te opvallender is deze <strong>in</strong>haalbeweg<strong>in</strong>g<br />
Hilbrand De Vuyst – Afdel<strong>in</strong>g Monumenten en Landschappen – Vakgebied Industrieel Erfgoed<br />
omdat ze zich niet meer afspeelde tegen een achtergrond van enig<br />
economisch nut, maar veeleer een antwoord biedt op onze westerse<br />
vervreemd<strong>in</strong>g van duidelijk leesbare, primaire technieken.<br />
Vlaanderen telt vier gespecialiseerde molenbouwfirma’s die zich<br />
voornamelijk toeleggen op het restaureren en het onderhouden van<br />
w<strong>in</strong>d- en water<strong>molens</strong>: de firma’s Thomaes (Roeselare), ’t Geb<strong>in</strong>te<br />
(Erpe-Mere/Ronse), Van Leene (Lo-Ren<strong>in</strong>ge/Ath) en Wieme (De<strong>in</strong>ze).<br />
Twee Nederlandse molenbouwers, geografisch gezien zijn het grensgevallen,<br />
zijn eveneens b<strong>in</strong>nen het Vlaams Gewest actief (Adriaens<br />
en De Jongh).<br />
De jongste 10 jaar werden <strong>in</strong> Vlaanderen aan meer dan 200 <strong>molens</strong><br />
restauratie- en onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd. Dit vertegenwoordigt<br />
meer dan de helft van de beschermde populatie. Op<br />
enkele uitzonder<strong>in</strong>gen na, werd er telkens uitgegaan van een werkend,<br />
maalvaardig herstel.<br />
Als bevoorrecht getuige van deze <strong>in</strong>haalbeweg<strong>in</strong>g tracht ik U hierna<br />
mee te nemen <strong>in</strong> de wijze waarop ik een reeks van specifieke toepass<strong>in</strong>gen<br />
van hout heb leren ontdekken b<strong>in</strong>nen deze sector. Misschien<br />
laat deze getuigenis voor de geïnteresseerde bezoeker een meer<br />
gerichte kijk op dit patrimonium toe.<br />
Restauratie van de molenkap van de houten standaardmolen van<br />
Schaffen – Diest
2<br />
De voornaamste houtsoorten <strong>in</strong> de molenbouw<br />
De voornaamste houtsoort b<strong>in</strong>nen de molenbouw is Europese eik.<br />
Het spreekt voor zich dat het belang van de streekgebonden herkomst<br />
afnam naarmate transportfaciliteiten toenamen. Europese<br />
eik vormt het belangrijkste constructiehout voor een molen. Uiteraard<br />
heeft dit <strong>in</strong> de eerste plaats te maken met zijn beschikbaarheid,<br />
duurzaamheid en bewerkbaarheid. Indien de dakbedekk<strong>in</strong>g uit hout<br />
bestaat, worden ook hiervoor gekloven eiken schaliën gebruikt (zie<br />
kadertekst).<br />
Olm wordt nu nog enkel gebruikt voor het vervaardigen van wielen<br />
(vang- en voorwiel) en schijven. Olm heeft hiervoor de nuttige<br />
eigenschap van ‘gesloten’ en ‘vormvast’ te blijven. Olm werd vroeger<br />
op een veel grotere schaal toegepast. Onder meer voor delen van<br />
de kastconstructie of voor de molenvang. Dit is de ca. 9 m lange<br />
(30 cm breed en 5 cm dik) en 300° geplooide rem van de molen. Het<br />
opkomen van de olmenziekte noodzaakte de vervang<strong>in</strong>g van deze<br />
houtsoort.<br />
Voor kammen en spillen wordt een vrij ruim gamma van houtsoorten<br />
gebruikt waarbij er, omwille van slijtage, telkens wordt op gelet<br />
dat de houtsoorten van op mekaar <strong>in</strong>werkende spillen en kammen<br />
verschillend zijn. De kammen worden gemaakt uit haagbeuk, beuk<br />
en appel; de spillen zijn meestal acacia en es.<br />
De buitenbeplank<strong>in</strong>g van een molenkot wordt vaak <strong>in</strong> oregon uitgevoerd.<br />
Ook harshoudende houtsoorten zoals lariks en douglas<br />
worden hiervoor gebruikt. Slechts een beperkt aantal <strong>molens</strong> werd<br />
met populier of abeel beslaan. Deze laatste twee houtsoorten v<strong>in</strong>den<br />
we ook terug als bebord<strong>in</strong>g, zowel voor de kapbedekk<strong>in</strong>g als<br />
voor de w<strong>in</strong>dweeg (zijde van de wieken).<br />
Montage op de werf van Soetes Molen – Komen:<br />
foto l<strong>in</strong>ks boven: de <strong>molens</strong>taak;<br />
foto midden boven: de molenkap met eikenhouten schalies;<br />
foto rechts boven en l<strong>in</strong>ks onder: het molenkot wordt op de <strong>molens</strong>taak gemonteerd;<br />
foto rechts onder: montage op de werf
3<br />
Deze houtsoorten hebben voor deze toepass<strong>in</strong>g de nuttige eigenschap<br />
vrij licht en buigzaam te zijn. Bovendien zijn ze voorradig <strong>in</strong><br />
grote, wisselende breedtes.<br />
Voor de deksels van de meelkisten en het beleg van het vangwiel<br />
wordt wilgenhout gebruikt.<br />
Voor horizontale balken zoals het balkon, de teerl<strong>in</strong>gblokken en de<br />
spruiten (dit zijn allen buitentoepass<strong>in</strong>gen) heeft eik een eerder<br />
beperkte duurzaamheid. Eik vertoont immers droogtebarsten. Bij<br />
een horizontale buitentoepass<strong>in</strong>g blijft er regenwater achter <strong>in</strong> de<br />
droogtebarsten. Het opdrogen van deze balken verloopt zeer traag.<br />
Dit vormt een ideale voed<strong>in</strong>gsbodem voor houtaantast<strong>in</strong>g door<br />
schimmels, zwammen en houtborende <strong>in</strong>secten.<br />
Als daarenboven de bereikbaarheid moeilijk is en de kostprijs van<br />
de vervang<strong>in</strong>g te hoog ligt, lijkt het meer en meer aangewezen om<br />
voor deze specifieke toepass<strong>in</strong>gen een houtsoort met een hogere<br />
duurzaamheid te gebruiken. Om deze reden worden voor buitentoepass<strong>in</strong>gen<br />
meer en meer tropische houtsoorten gebruikt. De levensduur<br />
voor kruipalen (die deels <strong>in</strong> de grond zitten) bijvoorbeeld kan<br />
aanzienlijk worden verhoogd door gebruik te maken van FSC-gelabelde<br />
houtsoorten zoals azobé, bil<strong>in</strong>ga of bankiraï.<br />
Ook bij het restaureren van <strong>molens</strong> is er een spann<strong>in</strong>gsveld tussen<br />
de streekeigenheid en de bouwtraditie enerzijds en duurzaamheid<br />
en economische overweg<strong>in</strong>gen (onderhoudsfrequentie, kostprijs<br />
van een arbeids<strong>in</strong>tensieve ambachtelijke <strong>in</strong>greep) anderzijds. Het<br />
gebruik van uitheemse houtsoorten <strong>in</strong> Vlaanderen was tot voor<br />
kort eerder beperkt. Uitheemse houtsoorten kunnen al eens negatieve<br />
verrass<strong>in</strong>gen opleveren. Zo bleek bijvoorbeeld vanaf het beg<strong>in</strong><br />
van de jaren ’80 dat Amerikaanse eik niet duurzaam genoeg was<br />
<strong>in</strong> gebruik. Dit <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tot pokhout, een van de hardste en<br />
zwaarste houtsoorten ter wereld dat omwille van zijn zelfsmerende<br />
eigenschappen onder meer voor lager<strong>in</strong>gen werd gebruikt.<br />
Er is ook een duidelijke relatie tussen de houtsoort die toegepast<br />
wordt en de bouwheer zelf. Het zegt iets over zijn kapitaalkrachtig-<br />
heid, over de regio waar<strong>in</strong> de molen werd gebouwd, over de <strong>in</strong>ventiviteit<br />
en de ondernem<strong>in</strong>gsz<strong>in</strong> van de bouwheer en de ambachtsman.<br />
Als men bijvoorbeeld de kastconstructie van de ‘Jezuïetenmolen’ <strong>in</strong><br />
Erpe-Mere vergelijkt met deze van de ‘Larummolen’ <strong>in</strong> Geel dan kan<br />
men uit de gebruikte houtsecties, de densiteit van de structuur, de<br />
aanwezigheid van het sp<strong>in</strong>t, de houtkwaliteit, de mate waar<strong>in</strong> hout<br />
werd hergebruikt e.d. het grote verschil afleiden tussen een constructie<br />
opgericht door een rijke bouwheer <strong>in</strong> een rijke landbouwregio<br />
of door een bouwheer die moet werken <strong>in</strong> een veel armere<br />
Kempische context.<br />
Eik als voorbeeld<br />
Foto l<strong>in</strong>ks: vangwiel voor een houten standaardmolen, Schaffen – Diest<br />
Foto rechts: zicht op het volledig functioneel draaiend b<strong>in</strong>nenwerk van Soetes Molen – Komen<br />
Vooraleer een voldoende sectie en hoogte wordt bereikt is een<br />
eik waaruit een staak kan worden gezaagd m<strong>in</strong>stens 300 jaar<br />
oud. Omwille van het belang van het rechte verloop ervan dient<br />
het tevens een boom te zijn die uit het midden van het bos wordt<br />
gehaald. Een bijkomend voordeel hiervan is dat het kru<strong>in</strong> voldoende<br />
Selectie voor de aankoop van eiken hout voor molenrestauraties
4<br />
Foto boven: verzagen van het eikenhout tot grote balksecties<br />
nodig voor de restauratie<br />
Foto onder: vervaardig<strong>in</strong>g van de <strong>molens</strong>taak voor de V<strong>in</strong>kemolen – Zwalm<br />
hoog aanzet waardoor er zo we<strong>in</strong>ig mogelijk verzwakkende knopen<br />
opduiken. De lengte van een staak bedraagt 6 tot 7,5 m. De sectie<br />
onderaan bedraagt, benaderend, 80/80 cm.<br />
De prijs van eikenhout bruikbaar <strong>in</strong> de constructie van een molen<br />
is uiteraard afhankelijk van vele factoren: lengte, sectie, klasse, …<br />
De eenheidsprijs voor de grootste onderdelen van een staakmolen<br />
bedraagt (geleverd en geplaatst) 5.000 tot 6.200 euro per kubieke<br />
meter hout. De prijs per vierkante meter schommelt nog sterker:<br />
van 60 tot 400 euro, afhankelijk van de afmet<strong>in</strong>g en de toepass<strong>in</strong>g:<br />
beplank<strong>in</strong>g van de zolders, kastbeplank<strong>in</strong>g of een dakbedekk<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />
gekloven eikenhouten schaliën.<br />
Technieken <strong>in</strong> de molenbouw<br />
Droog of vers gezaagd hout?<br />
Het natuurlijk droogproces van een houtsectie bedraagt één cm<br />
per jaar. Een steenbalk met een sectie tot 70 cm heeft m.a.w. een<br />
mensenleven nodig om de relatieve vochtigheid van zijn nieuwe<br />
omgev<strong>in</strong>g aan te nemen. Dit is niet onbelangrijk aangezien het<br />
droogproces gepaard kan gaan met het krimpen en het ‘trekken’ van<br />
het hout. De houtvezel en de positie van het hart bepalen <strong>in</strong> welke<br />
richt<strong>in</strong>g een balk zal trekken.<br />
Vroeger werd hout ‘gewaterd’: <strong>in</strong> een waterloop gelegd of besproeid.<br />
Hierdoor werd het droogproces vertraagd (bij eik werd tevens het<br />
looizuur verwijderd) waardoor de structuur van het hout m<strong>in</strong>der<br />
bruusk onderhevig was aan krimp en barstvorm<strong>in</strong>g door het drogen.<br />
B<strong>in</strong>nen het huidige economische klimaat is deze voorbewerk<strong>in</strong>g<br />
prijstechnisch onbetaalbaar geworden. Het hout wordt nu twee tot<br />
drie jaar na het kappen van de boom, ver<strong>werkt</strong>.<br />
Nat hout heeft een aantal kenmerken die worden benut: bijvoorbeeld<br />
voor het klieven van eikenhout (om schaliën te vervaardigen)<br />
wordt vers gezaagd hout gebruikt. Om onderdelen van de molen te<br />
plooien is bijvoorbeeld nat hout, of hout dat nat gehouden wordt,<br />
het meest geschikt. In de meubel- en f<strong>in</strong>eer<strong>in</strong>dustrie worden nog<br />
andere, meer specifieke toepass<strong>in</strong>gen gebruikt, zoals het ‘stomen’ of<br />
het ‘koken’ van hout.<br />
Drogen impliceert krimp, vernatten houdt <strong>in</strong> dat de houtsectie toeneemt.<br />
De molenbouwer kan van deze processen gebruik maken bij<br />
het streven naar een meer sluitende houtverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g. Bij een houten<br />
gevlucht bijvoorbeeld worden bij montage perfect droge hekstokken<br />
gedreven <strong>in</strong> de houten enden. Door het nattere buitenklimaat<br />
zwellen de hekstokken en spant de verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g met de enden zich<br />
aan. Van hetzelfde pr<strong>in</strong>cipe wordt <strong>in</strong> de botenbouw en <strong>in</strong> de kuipenmakerij<br />
gebruik gemaakt. In contact met water zwelt het hout tot<br />
een waterdichte constructie.<br />
Met al deze mogelijke verander<strong>in</strong>gen wordt reken<strong>in</strong>g gehouden.<br />
Door bijvoorbeeld twee vangplanken te zagen <strong>in</strong> plaats van één,<br />
beschikt de molenbouwer over een reserve <strong>in</strong>dien er bij het drogen<br />
of het plooien iets onverwachts fout zou lopen.<br />
Wankantig, gedesseld, ruw, geschaafd, natuurlijke<br />
kromm<strong>in</strong>g, ongelijke plankbreedte.<br />
Het beleven van een <strong>in</strong> hout opgetrokken monument als een archaische<br />
constructie en de mate waar<strong>in</strong> een plaatselijke herstell<strong>in</strong>g<br />
<strong>in</strong> hout zich <strong>in</strong>tegreert <strong>in</strong> een bestaande constructie, heeft veel te<br />
maken met de wijze waarop de zichtzijde is afge<strong>werkt</strong>. Ook door<br />
gebruik te maken van onderdelen die een natuurlijke kromm<strong>in</strong>g<br />
hebben, sluit de molenbouwer aan bij een ambachtelijke bouw-<br />
traditie.<br />
Een aantal mogelijke afwerk<strong>in</strong>gstechnieken:<br />
❚ wankantig: onderscheidt zich van mesvierkantig doordat niet<br />
alle vlakken over hun gehele lengte werden gezaagd. Een analoog<br />
effect wordt verkregen door het verwijderen van het sp<strong>in</strong>t.<br />
❚ gedesseld: het vormen van een zichtzijde door middel van een<br />
haakse bijl waarbij de schors ruw-schilsgewijs wordt verwijderd.<br />
Omwille van de kostprijs kan eenzelfde effect worden verkregen<br />
door handmatig te schaven.<br />
❚ natuurlijke kromm<strong>in</strong>g: het vezelverloop volgt de <strong>in</strong>itiële, van<br />
nature gegroeide kromm<strong>in</strong>g. Deze toepass<strong>in</strong>g houdt ook een<br />
bijkomend mechanisch voordeel <strong>in</strong>.<br />
Wat wordt bedoeld met het ‘togen’ van<br />
een houtverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g?<br />
Dit is zonder meer het belangrijkste pr<strong>in</strong>cipe bij het samenstellen<br />
van een molenkast. Het togen van een houtverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g houdt <strong>in</strong> dat<br />
deze op voorspann<strong>in</strong>g wordt gezet. De verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g wordt, op een
5<br />
Molenkast met<br />
authentieke<br />
pen- en gat-<br />
verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen,<br />
Soetes Molen<br />
– Komen<br />
Hoe maakt men houten schaliën?<br />
Om een idee te geven van de mate waar<strong>in</strong> het restauratieambacht<br />
opduikt, volgt hierna een voorbeeld van een bestektekst. De moeilijkheidsgraad<br />
van een dergelijke toepass<strong>in</strong>g verklaart meteen ook<br />
de kostprijs ervan.<br />
In geen geval worden de leien mach<strong>in</strong>aal gezaagd. Leien worden<br />
handmatig of mach<strong>in</strong>aal gekliefd (brede beitel) uit rechtdradig en<br />
jong-gezaagd (nat), 1ste keus kwartiershout, vrij van knopen of barsten.<br />
Bij het klieven wordt het patroon van de hartlijnen van het hout<br />
maximaal gevolgd. Hierdoor volgt de ‘draad’ van de lei de natuurlijke<br />
draad van het hout zodat bij het drogen de leien niet opkrullen, verwr<strong>in</strong>gen<br />
of trekken. Na het klieven worden de leien bijgeschaafd zodat<br />
ze een meer gelijkmatig afgevlakt conisch verloop krijgen. Hierdoor<br />
sluiten ze nauwer aan.<br />
De dikte onderaan de lei bedraagt 8 tot 12 mm, naar boven toe verjongend<br />
naar een dikte van 3 tot 5 mm. Het schaven van de lei gebeurt<br />
aan de achterzijde volledig, aan de voorzijde kan dit worden beperkt<br />
tot het gedeelte dat overlappend wordt geplaatst (2/3).<br />
Na het schaven worden de zijkanten recht gezaagd, zodat de leien ook<br />
zijdel<strong>in</strong>gs nauw aansluiten.<br />
Door het klieven, het schaven en het kantrechten is de uitval dermate<br />
groot dat de aannemer bij zijn prijsvorm<strong>in</strong>g van het materiaal reken<strong>in</strong>g<br />
dient te houden met een uitval van 1,5 tot 2 m 3 droge eik om een<br />
afge<strong>werkt</strong> equivalent van 1 m 3 leien te verkrijgen.<br />
Indien wordt geopteerd voor een vernagelde bevestig<strong>in</strong>g op een bebord<strong>in</strong>g,<br />
worden de leien voorgeboord met twee gaten per lei, <strong>in</strong> de zone<br />
die niet overlappend is met de onderliggende leien (bovenste derde<br />
van de lei). De leien worden rechtsreeks op de onderliggende bebord<strong>in</strong>g<br />
aangebracht. Een tussenliggende folie of bitumenvilt verh<strong>in</strong>dert<br />
het opdrogen van de leien waardoor ze van onderuit verstikken en<br />
vermolmen.<br />
Nieuwe leien kunnen op verschillende wijzen worden behandeld:<br />
onderdompelen <strong>in</strong> kokende lijnolie, vacuüm impregneren of <strong>in</strong>strijken<br />
met tu<strong>in</strong>houtbeits.<br />
In geen geval worden de leien genageld of geperforeerd <strong>in</strong> het zichtvlak.<br />
Voor het vernagelen wordt gebruik gemaakt van oxiderende<br />
heel eenvoudige wijze aangetrokken, waarbij geanticipeerd wordt<br />
op krimp en een meer sluitende verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g wordt verkregen.<br />
Een pen-gat verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g wordt samengehouden door een houten<br />
‘nagel’. Het ruimen van het gat voor deze nagel gebeurt <strong>in</strong> twee<br />
bewerk<strong>in</strong>gen: eerst wordt het gat van de hoofdbalk doorboord. Vervolgens<br />
wordt het pengat van de toekomende sectie een paar mm<br />
excentrisch, naar b<strong>in</strong>nen toe, geboord. Bij het <strong>in</strong>slaan van de houten<br />
nagel (toognagel) wordt hierdoor de toekomende sectie <strong>in</strong>getrokken<br />
bij de hoofdbalk. Deze werkwijze zorgt voor een sluitende verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g.<br />
De vorm van een toognagel is van belang: veelhoekig, een we<strong>in</strong>ig<br />
taps met aangescherpte punt en conisch-verbredende kop.<br />
nagels (bij voorkeur roodkoperen nagels (geen verz<strong>in</strong>kte nagels) van<br />
30/2.5 mm met een platte kopdoormeter van 10 mm. Dankzij het oxideren<br />
van de nagels verbetert de hecht<strong>in</strong>g van de leien. Het zichtbare<br />
gedeelte per lei bedraagt slechts 1/3 van de lengte van de lei. De leien<br />
worden geschrankt en 2/3 overlappend geplaatst. Dankzij de voorbereid<strong>in</strong>g<br />
en de droogtegraad sluiten de leien bijzonder goed aan, zodat<br />
regen en stofsneeuw dat onder de lei terecht kan komen, tot een m<strong>in</strong>imum<br />
wordt beperkt. De leien worden niet doorheen de onderliggende<br />
lei genageld. Dit om onnodige scheur- en barstvorm<strong>in</strong>g te vermijden.<br />
De afwerk<strong>in</strong>g van de hoeken onderaan kan recht, afgeschu<strong>in</strong>d of afgerond<br />
zijn.<br />
Molenkap met eikenhouten schalies net voor de montage<br />
op de werf van Soetes Molen - Komen<br />
De breedte van de leien dient aangepast te worden aan het verloop<br />
van de bebord<strong>in</strong>g. De richtbreedte van leien bedraagt 12 cm – richtlengte<br />
28 cm. De nokken en de zijkanten worden afge<strong>werkt</strong> met <strong>in</strong>gevlochten<br />
lood, dikte : 2 mm. Al het nieuw gebruikte lood wordt voor de<br />
eerste oxidatie behandeld met pat<strong>in</strong>eerolie. Het lood wordt evenm<strong>in</strong><br />
vernageld <strong>in</strong> het zichtvlak.<br />
Ieder contact tussen (gekloven) eik en z<strong>in</strong>k dient te worden vermeden.<br />
Het looizuur van eik tast immers de z<strong>in</strong>k aan. In comb<strong>in</strong>atie met leien<br />
dient koper of lood te worden gebruikt.
6<br />
Bescherm<strong>in</strong>g en duurzaamheid<br />
Hoe kan het hout op een eenvoudige wijze beter worden<br />
beschermd? Hoe werd hout van oudsher beschermd?<br />
<strong>Hout</strong>bescherm<strong>in</strong>g is van alle tijden: schimmels, zwammen en houtborende<br />
<strong>in</strong>secten lusten dit organisch bouwmateriaal rauw. Zeker<br />
het kopse hout stilt de meeste honger. Door te verluchten, het contact<br />
met het vochtige metselwerk te vermijden, het afschu<strong>in</strong>en aan<br />
de bovenzijde, het plaatsen van druiplijstjes, het aanbrengen van<br />
een geventileerde verloren beplank<strong>in</strong>g, … blijft het hout droog en<br />
verkle<strong>in</strong>t het risico op aantast<strong>in</strong>g aanzienlijk.<br />
Buitentoepass<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> hout werden soms op een heel eenvoudige,<br />
maar toch afdoende wijze beschermd. Zo v<strong>in</strong>den we op een<br />
groot aantal water<strong>molens</strong>ites <strong>in</strong> de onmiddellijke nabijheid van het<br />
waterwiel knotbomen, vaak knotl<strong>in</strong>den terug. Dankzij hun dichte<br />
kru<strong>in</strong> werd het rad beschermd tegen te grote schommel<strong>in</strong>gen van<br />
temperatuur en vochtigheid. Zonder de bescherm<strong>in</strong>g door een kru<strong>in</strong><br />
dreigde het hout scheluw trekken of dreigde er een onevenwicht te<br />
ontstaan <strong>in</strong> het waterwiel waardoor de omwentel<strong>in</strong>gen niet langer<br />
gelijkmatig verliepen. Twee euvels die de bedrijfszekerheid en de<br />
kwaliteit van het maalproduct onderuit haalden.<br />
Ook constant nat houden vormt een goede wijze van conserver<strong>in</strong>g.<br />
Denk bijvoorbeeld aan houten funder<strong>in</strong>gspalen of scheepswrakken.<br />
Foto boven: <strong>in</strong>trekken van het houten wiekenkruis van de<br />
Schietsjampettermolen, Wannegem – Lede<br />
Foto rechts boven: het vervaardigen van wieken,<br />
Schietsjampettermolen, Wannegem – Lede<br />
Foto rechts onder: houten molenrad voor een<br />
watermolen te Hoogstraten<br />
Zolang ze onder de waterlijn blijven (anaërobe milieu), blijven ze<br />
langer geconserveerd. De slechtst denkbare bescherm<strong>in</strong>g is het aanbrengen<br />
van een zeil, roof<strong>in</strong>g, … <strong>in</strong> rechtstreeks contact met het hout.<br />
Hierdoor wordt het hout verstikt en ontwikkelt de vraatzucht van<br />
schimmels en zwammen zich pijlsnel.<br />
Specifieke toepass<strong>in</strong>gsgebieden:<br />
een molengevlucht, een waterwiel, een scheprad, …<br />
Recent werden twee nieuwe houten gevluchten gemaakt. De lengte<br />
ervan bedraagt ongeveer 25m. Gelet op de lengte en de krachten die<br />
<strong>in</strong>werken op een gevlucht bij het draaien en het afremmen, is dit<br />
een extreem belast toepass<strong>in</strong>gsgebied voor hout.<br />
Uit Nederlands archiefonderzoek is gebleken dat een houten<br />
gevlucht of een deel daarvan gemiddeld om de acht jaar vervangen<br />
diende te worden. Op het ogenblik dat om den brode werd gemalen<br />
werd de bedrijfsonzekerheid van het gevlucht ondervangen doordat<br />
de molenaar of de molenbouwer steeds over een reserve beschikte.<br />
Deze zeer korte levensduur geeft aan dat hout als constructiemateriaal<br />
ook een aantal beperk<strong>in</strong>gen kent en verklaart de veelvuldige<br />
vervang<strong>in</strong>g ervan door metaal. Om de duurzaamheid en de bedrijfszekerheid<br />
van de toepass<strong>in</strong>g te verhogen werd voor de ‘Schietsjampettermolen’<br />
van Wannegem-Lede het gevlucht <strong>in</strong> bil<strong>in</strong>ga uitgevoerd<br />
en bijkomend versterkt met wapen<strong>in</strong>gsstaven.
7<br />
Ook waterwielen kunnen volledig <strong>in</strong> hout worden uitgevoerd. Zo<br />
werden de waterwielen van de ‘Gempemolen’ te St.-Joris-W<strong>in</strong>ge en<br />
de ‘Laermolen’ te Hoogstraten bij een recente restauratie <strong>in</strong> hout<br />
uitgevoerd.<br />
Epoxy of een houten las?<br />
Een plaatselijk aangetaste zone kan worden hersteld met epoxyharsen.<br />
Door deze te wapenen met staven (glasvezel of metaal) benaderen<br />
ze de mechanische eigenschappen van het hout. B<strong>in</strong>nen de<br />
molenzorg is dit een noodoploss<strong>in</strong>g die slechts wordt toegepast<br />
nadat geëigende houten lassen of historische herstelwijzen niet<br />
mogelijk blijken.<br />
Welke eenvoudige middelen zijn er om het hergebruik van<br />
hout te overwegen?<br />
Om een <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g te kunnen maken over het behoud of het hergebruik<br />
van een houten onderdeel zijn er een aantal eenvoudige<br />
hulpmiddelen:<br />
❚ Auditief: door met een hard voorwerp een houten balk te bekloppen<br />
kan een eerste <strong>in</strong>dicatie worden verkregen van de graad van<br />
aantast<strong>in</strong>g en de omvang van de aangetaste zone.<br />
❚ Met een visuele controle kunnen uitvlieggaten van houtborende<br />
<strong>in</strong>secten, de aanwezigheid van schimmels en zwamaantast<strong>in</strong>g<br />
worden opgespoord.<br />
❚ Ook het boren <strong>in</strong> een balk geeft een <strong>in</strong>dicatie van de weerstand<br />
van de boor en de aard van het boormeel.<br />
❚ Tenslotte zijn er meer geavanceerde middelen die een exacte<br />
<strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g van de mechanische kwaliteit van het hout toelaten,<br />
onder meer door middel van een toestel waarvan de boornaald<br />
de weerstand van het hout meet, weergeeft op een diagram en<br />
exact bepaalt hoe groot de verm<strong>in</strong>der<strong>in</strong>g van de sterkte is.<br />
Om te besluiten citeer ik graag uit een artikel van het Nederlandse<br />
tijdschrift Archis, 1996/6 “Vroeger was het monument voor de<br />
samenlev<strong>in</strong>g een hoogtepunt, een ideaal van ambacht en kunst.<br />
Tegenwoordig ligt de betekenis elders, het monument weerspiegelt<br />
veeleer wat de huidige samenlev<strong>in</strong>g niet is, en ook niet kan of wil<br />
zijn, want ze is de wereld die door het monument wordt gepresenteerd,<br />
voorbijgestreefd. Daar<strong>in</strong> schuilt nu de kracht van het huidige<br />
monument: het ontleent zijn betekenis aan zijn onvolkomenheid<br />
en ontoereikendheid, aan zijn pr<strong>in</strong>cipiële on-eigentijdsheid. […] Het<br />
beschermen van die onvolkomenheid die de huidige essentie van<br />
het monument uitmaakt, is de opgave van de restauratie-ethiek”<br />
Bibliografie:<br />
BAUTERS, P. Van zadelsteen tot zetelkruier. 2000 jaar <strong>molens</strong><br />
<strong>in</strong> Vlaanderen, Prov<strong>in</strong>cie Oost-Vlaanderen, Gent, 1998.<br />
Foto’s:<br />
MOLENBOUW THOMAES NV<br />
Onderzoek van eikenhout voor molenrestauratie