02.09.2013 Views

Download pdf (1,3 MB) - Henk-Jan Panneman

Download pdf (1,3 MB) - Henk-Jan Panneman

Download pdf (1,3 MB) - Henk-Jan Panneman

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Vuurgevechten<br />

Toen de nieuwe organisatie van start ging, moesten alle Raiffeisenen<br />

Boerenleenbanken in het land zich bij Rabobank Nederland<br />

aansluiten. Met name bij de Raiffeisenbanken die waren aangesloten<br />

bij de Utrechtse Centrale, ging dit niet zonder slag of stoot. Deze<br />

banken hadden zich altijd al, meer dan de bij de Eindhovense<br />

Centrale aangesloten banken, onafhankelijk opgesteld en veel<br />

waarde gehecht aan hun autonomie. De zelfstandigheid van de<br />

plaatselijke banken stond vele malen op de agenda van diverse commissies.<br />

De Raiffeisen Studiekring, een groep van directeuren van<br />

Raiffeisenbanken, was één van die commissies waarin de zelfstandigheid<br />

ter sprake kwam. Ook in de Kontactgroep Overleg Rabobanken<br />

(KOR) die bestond uit vertegenwoordigers van zeventien grotere<br />

Rabobanken, besprak Pot dit thema. Hij heeft goede herinneringen<br />

aan die periode waarin hij vorm mocht geven aan de toekomst van<br />

zijn bank. De vurige gesprekken waren een kolfje naar zijn hand.<br />

Toen hij in 1980 bij Rabobank Nederland ging werken, verbaasden<br />

zijn collega’s, die hem uit die vroege jaren zeventig kenden, zich<br />

erover dat hij ook een rustige gesprekspartner kon zijn.<br />

Rabobank Nederland was echter allerminst blij met deze kritische<br />

geesten. De samenwerkingsverbanden zouden met hun oppositie<br />

het fusieproces wel eens kunnen vertragen. Vertegenwoordigers van<br />

de samenwerkingsverbanden kwamen in maart 1972 echt in opstand<br />

toen zij uit woorden van Verhage, bestuursvoorzitter van de<br />

Utrechtse Centrale, meenden te moeten concluderen dat de vrijheden<br />

van de plaatselijke corporaties ernstig zouden worden ingeperkt<br />

als bepaalde beleidsbeslissingen werden overgelaten aan de Centrale<br />

Bank. Deze verregaande centralisatie van bevoegdheden was voor<br />

hen onacceptabel. Niet veel later diende de Raiffeisenbank Abcoude<br />

een motie in waarin de conceptstatuten van de nieuwe organisatie<br />

werden bekritiseerd. Alweer draaide het om de zelfstandigheid van<br />

de plaatselijke bank. Abcoude kon er niet mee akkoord gaan dat in de<br />

toekomst de plaatselijke bank te zeer afhankelijk zou worden van<br />

centraal beleid. Daarbij zagen zij het democratische principe van<br />

inspraak ontkracht worden als de bancaire regels in het vervolg<br />

bekrachtigd zouden worden door de Raad van Bestuur en niet meer<br />

door de Algemene Leden Vergadering. Abcoude raadde de overige<br />

plaatselijke banken dan ook aan voorlopig geen besluit over de fusie<br />

te nemen.<br />

De eis van Utrecht<br />

De motie van Abcoude kwam ook bij Rabobank Utrecht ter sprake.<br />

Hoewel Pot een groot voorstander was van inspraak vond hij de<br />

‘gebezigde bijl [van Abcoude] te fors’. Hij vreesde dat de aanvaarding<br />

van de motie alleen maar zou leiden tot vertraging van het fusieproces.<br />

Kritiek op de fusie bleven Pot en het Bestuur echter houden.<br />

De Coöperatieve Raiffeisenbank “Utrecht” die na de fusie van 1972 als<br />

Rabobank Utrecht verder ging, diende zich voor 1 december 1972<br />

aan te melden bij Rabobank Nederland. In oktober liet Pot echter<br />

weten dat die datum onhaalbaar was vanwege de “zeer belangrijke<br />

consequenties die de aanmelding met zich meebracht”. Het grootste<br />

bezwaar was dat Rabobank Utrecht weer financieel afhankelijk zou<br />

worden van de nieuwe Centrale Bank. En dat was nou net waar Pot<br />

64 65

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!