02.09.2013 Views

Download pdf (1,3 MB) - Henk-Jan Panneman

Download pdf (1,3 MB) - Henk-Jan Panneman

Download pdf (1,3 MB) - Henk-Jan Panneman

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

organisatie in zijn geheel de behoefte ontstaan aan andere<br />

deskundigheid. Een proces dat overigens in verschillende sectoren,<br />

zoals de gezondheidszorg, merkbaar was. Uit een onderzoek bleken<br />

grote verschillen te bestaan tussen het functioneren van directeuren<br />

van de Rabobanken. Er waren banken waar kassiers weliswaar goed<br />

konden rekenen, maar niet meer voldeden aan de eisen van het<br />

moderne bankvak. Het onderzoek naar de structuur van de gehele<br />

organisatie, dat in 1975 uitmondde in een structuurrapport, was<br />

vooral een aanzet tot gemeenschappelijk beleid. Dit betekende meer<br />

coördinatie van de activiteiten van de aangesloten banken. Hoewel<br />

dit rapport in Utrecht ongetwijfeld bijdroeg aan de reflectie op de<br />

eigen structuur, werd het niet met open armen ontvangen.<br />

Intensivering van de contacten was een gevoelig punt omdat<br />

aangesloten banken hun onafhankelijkheid in het geding zagen<br />

komen.<br />

A.J. Bierings en W.J.H. Draisma van Rabobank Nederland namen in<br />

overleg met het Utrechtse Bestuur de taak op zich om de structuur en<br />

de leiding aan een kritische onderzoek te onderwerpen. Pot, die al<br />

vaker te kennen had gegeven een extern bureau te willen inschakelen,<br />

was niet van het verzoek van het Bestuur op de hoogte. Hij<br />

beschouwde de actie van het Bestuur als gezagsondermijnend en<br />

verliet dan ook geïrriteerd de eerstvolgende vergadering met het<br />

Bestuur en de Raad van Toezicht. Maar ook de Raad van Toezicht wist<br />

van niets, liet het verbaasde lid M. Buurmeijer weten. Bij de Raad van<br />

Toezicht bestond de indruk dat het Bestuur de problemen te zeer en<br />

te eenzijdig op de schouders van de directeur legde. Het Bestuur<br />

verdedigde zijn solistische optreden met het argument dat de<br />

directeur direct betrokken was bij het advies dat Rabobank<br />

Nederland zou uitbrengen. Bovendien, zo ging het Bestuur verder,<br />

lag de verantwoordelijkheid voor de organisatorische ontwikkeling<br />

en het personeelsbeleid bij haar en niet bij de directeur. De Raad van<br />

Toezicht en de directeur hadden daarbij niets te vrezen. Rabobank<br />

Nederland bracht alleen een advies uit. Het Bestuur zou beslissen of<br />

en in hoeverre dat advies zou worden opgevolgd.<br />

De voornaamste conclusie van Bierings en Draisma, in de wandelgangen<br />

wel eens ‘Black & Decker’ genoemd, luidde dat het door<br />

onduidelijke organisatiestructuur niet helder was hoe de gezagsverhoudingen<br />

zouden moeten zijn en wie welke verantwoordelijkheden<br />

had. De formele en informele organisatiestructuur verschilden teveel<br />

van elkaar. Eenzelfde soort kritiek kwam er op de communicatie<br />

tussen het Bestuur en de Raad van Toezicht: het contact ging voortdurend<br />

via de directeur die als communicatiemedium optrad. In een<br />

wenselijke situatie zouden Bestuur en Raad van Toezicht vaker rechtstreeks<br />

met elkaar in contact treden, zonder tussenkomst van de<br />

directeur.<br />

Maatwerk<br />

Een duidelijke organisatiestructuur was niet het enige punt van aandacht.<br />

Hoe de marktpositie behouden moest worden kwam eveneens<br />

in het rapport ter sprake. De klantgerichte aanpak moest de<br />

marktgerichte aanpak in de toekomst vervangen. De dienstverlening<br />

moest zoveel mogelijk worden afgestemd op de klant. ‘Maatwerk’<br />

zou dat later gaan heten. De basis voor de huidige manier van<br />

werken werd daarmee gelegd. Hierbij moest een onderscheid wor-<br />

86 87

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!