02.09.2013 Views

Maart - Gemeente Schiedam

Maart - Gemeente Schiedam

Maart - Gemeente Schiedam

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

MAART 2013, JAARGANG 19 NO.3, CULTUREEL MAANDBLAD SCHIEDAM/VLAARDINGEN<br />

GOUDEN<br />

TIJDEN,<br />

ZWARTE<br />

BLADZIJDEN<br />

e 5,-


Maak een<br />

afspraak met uw<br />

Beddenspecialist<br />

voor uw SlaapID.<br />

Neem daarna de<br />

Slaap- Sensor 3<br />

nachtjes mee naar<br />

huis.<br />

Marit wil een<br />

stevig matras<br />

maar is dat voor haar ook het beste?<br />

de SlaapID® scan<br />

wijst het uit.<br />

Ontdek wat uw<br />

slaap-identiteit is bij:<br />

ALLES IN DE<br />

BOEKHANDEL<br />

Boekhandel J.S. van Leeuwen<br />

Broersvest 85<br />

3111 ED <strong>Schiedam</strong><br />

Boekhandel Post Scriptum<br />

Hof van Spaland 31<br />

3121 CA <strong>Schiedam</strong><br />

MAAR OOK<br />

COMPLEET OP<br />

INTERNET<br />

www.boekhandelvanleeuwen.nl<br />

www.postscriptum.nl<br />

3 Musis<br />

MUSIS maart 2013<br />

jaargang 19 no 3<br />

ISSN 1568.9751<br />

Musis verschijnt 11 maal per jaar<br />

en informeert en opinieert<br />

onafhankelijk op het brede terrein<br />

van cultuur en samenleving.<br />

Musis is toegelaten als<br />

Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI)<br />

8049 60 057<br />

Uitgever : Stichting Musis<br />

Bestuur :<br />

Jan Franken, Dick Jansen, Loe<br />

Koppejan – voorzitter, Jos Poolman, Karin Visser<br />

Redactie en administratie :<br />

Broersvest 75-77<br />

3111 ED <strong>Schiedam</strong><br />

Telefoon :010 473 55 18<br />

E-mail : redactie@musis.info<br />

Hoofdredacteur : Hans van der Sloot<br />

Redactie :<br />

Jeroen ter Brugge, Theo van Giezen,<br />

Sjef Henderickx, Jack Tsang, Rikkert Wijk<br />

<strong>Maart</strong>en Bijl ( voorzitter )<br />

Tekstredactie : Laurens Priester<br />

Eindredactie : Laurens Priester<br />

Abonnement : minimaal e 35,jaarabonnement<br />

2013<br />

(een hogere bijdrage wordt zeer op prijs gesteld)<br />

op rekeningnummer 81.33.79.555<br />

MUSIS ONLINE OP<br />

http://archief.schiedam.nl/<br />

Van januari 2009 tot de maand voorafgaand aan<br />

het laatste nummer (februari 2013) is Musis<br />

volledig leesbaar op de website van het<br />

<strong>Gemeente</strong>archief <strong>Schiedam</strong> / publicaties.<br />

Het Musisarchief is volledig doorzoekbaar.<br />

Het onderwijs en educatieve instellingen kunnen<br />

op Musis een beroep doen bij het geschikt maken<br />

van onderwerpen voor lessen en projecten<br />

Druk : BGS Grafisch, <strong>Schiedam</strong><br />

Alle auteursrechten en datarecht berusten<br />

bij Stichting Musis en de auteurs.<br />

s<br />

Gouden tijden, zwarte bladzijden<br />

Het thema van de Boekenweek 2013 ‘Gouden tijden,<br />

zwarte bladzijden’ liegt er niet om. Het is een<br />

thema dat vanuit verschillende invalshoeken kan<br />

worden bekeken. De Gouden tijden zijn voorbij,<br />

bijvoorbeeld, wat komt zullen de zwarte bladzijden<br />

zijn. Musis vatte het nog iets anders op. In de<br />

Gouden tijden van economische groei tussen 1960<br />

en 1980 schreven de omstandigheden een aantal<br />

pikzwarte bladzijden in de plaatselijke geschiedenis.<br />

In <strong>Schiedam</strong> werd nagenoeg de gehele binnenstad<br />

met de grond gelijk gemaakt. In Vlaardingen<br />

zochten mateloze ambities zich een weg over een<br />

Liesveldviaduct dat nergens begon en nergens toe<br />

leidde, een stedenbouwkundige miskleun van de<br />

eerste orde. Wim Henkes, Peter de Lange en Jeroen<br />

ter Brugge rijten in dit nummer nog wat oude<br />

wonden open. Han van der Horst daarentegen tekent<br />

voor het gouden randje rond alle kommer in zijn<br />

herinneringen aan de Quibus, de haven van troost<br />

voor provo, krakers en kabouters.<br />

Speciaal in dit licht wordt tijdens Boek & Bal op 23<br />

maart 2013, de aloude Quibus in het Stadskantoor<br />

tot leven gewekt. Natuurlijk met Hille en Jenny<br />

de Jonge achter de tap, Peter Pijpers en Bram Uil,<br />

en dichters en muzikanten van weleer. Er zijn nog<br />

kaarten. Snel dus.<br />

En verder:<br />

De definitieve afrekening met Zwart Nazareth 1960<br />

– 1980 4 Een tomeloze ambitie zonder begin en<br />

zonder einde 10 De geborgenheid van de Quibus<br />

14 Stront aan de knikker 18 Wonen en Werken in<br />

de Mouterij 22 Stand-up Bibliotheek de Monopole<br />

26 Onno Donkers in het CBK 29 De verstilde<br />

wereld van Aji V.N. in het Stedelijk Museum 30<br />

Museumvondsten 34<br />

Omslag: Affiches 1960-1980


DE AFREKENING MET<br />

ZWART NAZARETH<br />

1960-1980<br />

De geschiedenis kent<br />

zo z’n eigen kronkels<br />

en misvattingen die<br />

door veelvuldige<br />

herhaling tot<br />

waarheden worden.<br />

Op die manier is de<br />

naam van filmmaker<br />

Jan Schaper (1921-<br />

2008) versmolten<br />

geraakt met de in 1967<br />

gevoerde acties voor<br />

het behoud van de<br />

Brandersbuurt en heeft<br />

oud-PvdA-wethouder<br />

Cor Bolmers de<br />

bijnaam gekregen<br />

van ‘de sloper van<br />

<strong>Schiedam</strong>’. Geheel<br />

ten onrechte, in beide<br />

gevallen.<br />

BEDENKER<br />

van de acties rond de Brandersbuurt<br />

en organisator van de teach-in op 5<br />

januari 1967, waarin tweehonderd<br />

jongeren en burgemeester<br />

Harm Roelfsema als kemphanen<br />

tegenover elkaar stonden was<br />

Schapers geluidsman Hans de<br />

Ridder. Schaper zelf was op het<br />

tekst: Wim Henkes<br />

foto’s Robert Collette<br />

evenement niet aanwezig. Wel was<br />

het Zakkendragershuisje dat hij<br />

kort daarvoor van de gemeente op<br />

uiterst coulante voorwaarden ter<br />

beschikking had gekregen en dat<br />

door de medewerkers van zijn Open<br />

Studio intern volledig was gestript<br />

en gerestaureerd, een dagelijks<br />

onderkomen voor een groot aantal<br />

<strong>Schiedam</strong>se jongeren. Zij waren de<br />

medestanders van Hans de Ridder en<br />

bereid om voor de Brandersbuurt de<br />

handen uit de mouwen te steken.<br />

Schaper en de<br />

Brandersbuurt<br />

In Het Vrije Volk van 4 januari 1967<br />

lichtte Hans de Ridder zijn plannen<br />

toe: ‘Langzamerhand ben ik gaan<br />

ontdekken, dat het oude <strong>Schiedam</strong><br />

iets bijzonders, een eigen stijl heeft.’<br />

Dat schreef hij ook in een brochure<br />

die hij enkele weken voor de teachin<br />

publiceerde. ‘Wij willen oud<br />

<strong>Schiedam</strong> behouden’, luidde de tekst.<br />

Wij willen een levend centrum in<br />

het Rijnmondgebied. Men spreekt<br />

over een historische kern, maar dat is<br />

het niet meer, er is al veel gesloopt.<br />

Sommige pandjes zijn weliswaar<br />

slecht, maar er is nog wat van te<br />

maken; Meer dan er nu in de plannen<br />

staat’.<br />

Het verbaasde hem dat het<br />

gemeentebestuur in het ontwikkelen<br />

van de deelplannen voor dit<br />

gebied te kennen had gegeven dat<br />

niemand had geprotesteerd tegen<br />

de bestaande plannen. Deze hielden<br />

in dat het gehele SchieNoKo-<br />

Achterzijde Sint Janshof 1967<br />

gebied (het oude stadsdeel begrensd<br />

door SCHIE, NOordvest en KOrte<br />

Haven) zou worden geamoveerd.<br />

De plannen hiertoe waren reeds<br />

opgesteld tussen 1941 en 1944<br />

als werkverschaffingsproject<br />

voor werkloze bouw- en<br />

stedenbouwkundigen (en<br />

mogelijkheid om uit handen<br />

te blijven van de Duitsers). In<br />

1948 werden deze plannen,<br />

samengevat in het Memorandum<br />

over de Stedenbouwkundige<br />

Ontwikkeling van <strong>Schiedam</strong>, door<br />

het <strong>Gemeente</strong>bestuur tot leidraad<br />

genomen voor een omvangrijke<br />

stadsvernieuwingsoperatie.<br />

Musis 4 5 Musis<br />

WIE IN HET<br />

SCHIEDAMS<br />

GEMEENTE-<br />

ARCHIEF DE<br />

KRANTEN EROP<br />

NASLAAT, LEEST<br />

HOE DEZE ZICH<br />

SCHIKTEN NAAR<br />

DE STRAKKE<br />

REGIE VAN HET<br />

GEMEENTE-<br />

BESTUUR.<br />

In ‘Een omgeving blij en licht van<br />

kleur’ , beschrijft Hans van der Sloot<br />

aan de hand van een aantal interviews<br />

met voormalige diensthoofden<br />

van <strong>Gemeente</strong>werken, hoe vanuit<br />

dit – nog gematigde - plan het<br />

leidmotief kon worden ontwikkeld<br />

dat uiteindelijk zou leiden tot de sloop<br />

van nagenoeg de hele binnenstad. Dit<br />

met uitzondering dan van de grachten<br />

met hun monumentale panden en<br />

enkele straten en pleinen die de<br />

goedkeuring van het toenmalige<br />

stadsbestuur konden wegdragen.<br />

Volgens het Memorandum moest<br />

<strong>Schiedam</strong> uitgroeien tot een moderne<br />

industriestad met een bevolking van<br />

120.000 zielen. In talrijke artikelen<br />

in het maandblad van de <strong>Schiedam</strong><br />

Gemeenschap dat tussen 1948 en<br />

1972 verscheen, stonden journalisten<br />

als Willem Duys en Pierre Janssen,<br />

stedenbouwkundigen als Van<br />

Praag en Hórváth en architecten<br />

als Jaap Bakema, Emile Groosmann<br />

en Gijsbert den Butter stil bij de<br />

stadsvernieuwing en sprak Ferdinand<br />

Bordewijk als adviseur van het<br />

gemeentebestuur zijn weemoed uit<br />

over het verdwijnen van al het oude.<br />

Over één ding waren alle schrijver<br />

het eens. Het jeneververleden moest<br />

rigoureus worden opgeruimd.<br />

Niets mocht meer herinneren<br />

aan de armoede zoals Piet de<br />

Bruijn en de joodssocialistische<br />

onderwijzer Henri Hartog (1869-<br />

1904 – heruitgaven BZZTôh). Wat<br />

<strong>Schiedam</strong> aan winkelkwaliteit te<br />

bieden had zou zich manifesteren<br />

op de as Wibautplein - Mgr.<br />

Nolenslaan en uitlopers op de<br />

Parkweg, Vijgensteeg, en vernieuwde<br />

Lange Kerstraat en Emmaplein<br />

als tracé dat Nieuwland moest<br />

verbinden met Station <strong>Schiedam</strong>.<br />

Hoe belangrijk dit Memorandum<br />

over de Stedenbouwkundige<br />

ontwikkeling van <strong>Schiedam</strong> was,<br />

werd ten overvloede – en onbedoeld<br />

- bevestigd door oud-burgemeester<br />

Roelfsema die in zijn autobiografie<br />

‘In de ban van de tijd -1981) smalend<br />

opmerkte dat <strong>Schiedam</strong> zich moest<br />

behelpen met een bestemmingsplan<br />

dat dateerde uit de oorlogsjaren.<br />

Wie in het <strong>Schiedam</strong>s <strong>Gemeente</strong>archief<br />

de kranten erop naslaat, zal<br />

vaststellen hoe de dagbladen zich<br />

schikten naar de strakke regie<br />

van het gemeentebestuur. Met<br />

het maandblad van de <strong>Schiedam</strong>se<br />

Gemeenschap beschikte het over een<br />

forum waarop de gemeentestem het<br />

luidst en ook welluidendst klonk.<br />

Want het waren niet de minsten die<br />

het gemeentebestuur bedienden.<br />

En bovendien schreven tal van<br />

journalisten en redacteuren die het<br />

lokale media-erf bevolkten graag voor<br />

de <strong>Schiedam</strong>se Gemeenschap zoals<br />

Niek van Lopik (de Rotterdammer)<br />

Gerard Lutke Meijer (Rotterdamsch<br />

Nieuwblad), Willem Duys, Pierre<br />

Janssen en Aad Wagenaar (Het<br />

Vrije Volk) Dolf Buschkens, Wim<br />

Ammerlaan en Frans Happel (Het<br />

Parool) en Joop Daalmeijer (Nieuwe<br />

Stadsblad) om er maar enkele te<br />

noemen.<br />

Dus juichten de kranten bij elke<br />

paal die de grond in ging. Aan de


COR BOLMERS<br />

MAG DAN IN<br />

DE TIJD DE<br />

BIJNAAM ‘DE<br />

SLOPER VAN<br />

SCHIEDAM’<br />

HEBBEN<br />

GEKREGEN,<br />

ZIJN ECHTE<br />

AANDEEL IN DE<br />

ONTTAKELING<br />

VAN SCHIEDAM<br />

IS BETREKKELIJK<br />

GERING<br />

straten, stegen en hofjes in de in<br />

de binnenstad werd daarentegen<br />

onveranderlijk verrotting en<br />

verval toegeschreven. Ook als van<br />

verwaarlozing beslist geen sprake<br />

was. Foto’s laten zien hoe van<br />

het Doelenhofje het straatje werd<br />

geboend, een jong architectengezin<br />

poseert voor z’n huisje op het<br />

Willemshof en Cees van der Geer<br />

in het hofje achter café De Ster zijn<br />

galerie Punt 4 presenteert, waarbij<br />

namen horen als onder vele anderen<br />

Daan van Golden, Bonies, Peter<br />

Struycken, Jan van Schoonhoven en<br />

Bram Bogart.<br />

Minister Schut en de<br />

krotopruiming<br />

Het Memorandum over de<br />

stedenbouwkundige ontwikkeling<br />

van <strong>Schiedam</strong> bepleitte de afbraak<br />

van nagenoeg de gehele binnenstad.<br />

En aldus geschiedde. De onttakeling<br />

van het volkse <strong>Schiedam</strong> kende<br />

verschillende fasen. Het motief<br />

was echter steeds hetzelfde: de<br />

slechte kwaliteit van de bestaande<br />

binnenstedelijke woningvoorraad.<br />

Wat echter niet werd vermeld<br />

was het gegeven dat <strong>Schiedam</strong><br />

grote winst op het gebied van<br />

woningnieuwbouw kon maken door<br />

de situatie slechter voor te stellen<br />

dan deze in werkelijkheid was. De<br />

premieregeling ‘krotopruiming’<br />

was hiervan de oorzaak. Voor elke<br />

gesloopte arbeiderswoningen kende<br />

het ministerie van Volkshuisvesting<br />

een premie toe voor nieuw te bouwen<br />

Pietersteeg, het behouden waard<br />

woningen en/of uitvoering van<br />

‘stadsverbeterende’ infrastructurele<br />

werken. <strong>Schiedam</strong> offerde zodoende<br />

in ruil voor Nieuwland de halve<br />

binnenstad op, Rotterdam realiseerde<br />

binnen het kader van dezelfde<br />

regeling het monstrum van de<br />

Westblaak.<br />

De krotopruiming was jarenlang een<br />

heet hangijzer. In hetzelfde jaar dat<br />

in <strong>Schiedam</strong> de actie voor behoud van<br />

de Brandersbuurt werden gevoerd,<br />

oordeelde de Nationale Woningraad<br />

op haar congres in Rotterdam in<br />

september dat de krotopruiming<br />

nationaal ver achterbleef bij de<br />

doelstelling. Voor de gereformeerde<br />

minister van Volkshuisvesting<br />

Wim Schut was de uitkomst van dit<br />

congres reden om de gemeenten op<br />

te leggen dat het jaar daaropvolgend<br />

23.000 oude arbeiderswoningen moest<br />

worden opgeruimd. Zo niet dan zou<br />

de .woningtoekenning evenredig<br />

worden teruggeschroefd. <strong>Schiedam</strong><br />

was er dus alle aan gelegen om in het<br />

SchieNoKo-gebied zoveel mogelijk<br />

woningen te slopen. Ook als daar<br />

kwalitatief geen reden voor was en<br />

de beslissing stedenbouwkundig<br />

zelfs discutabel was, zoals het<br />

besluit om de Brandweerkazerne<br />

precies op één van de kwetsbaarste<br />

plekken in de Brandersbuurt te<br />

bouwen. In een vraaggesprek (Musis<br />

november 1996) dat Henk Slechte<br />

had met de oud-gemeentearchitect<br />

(en oud-plaatsvervangend<br />

brandweercommandant) Jaap.<br />

Putter en commandant Ad van<br />

Leeuwen, verklaarden beide dat ze<br />

nooit begrepen hadden waarom de<br />

kazerne op die onlogische plaats aan<br />

een smalle straat en zonder goede<br />

directe verbindingen is gebouwd.<br />

Het Memorandum en foto’s van die<br />

buurt vanaf de toren van de Grote<br />

Kerk zijn echter duidelijk genoeg.<br />

Het Memorandum ging uit van<br />

een brede verkeersverbindingen<br />

tussen het station en Nieuwland via<br />

het tracé Singel, Lange Kerkstraat,<br />

Vijgensteeg en Parkweg. Een<br />

foto van Robert Collette uit 1966<br />

laat zien hoe dit tracé al tot aan<br />

de Grote Markt was gerealiseerd.<br />

Een brede dwarsverbinding tussen<br />

Vlaardingerstraat en Parkweg zou de<br />

brandweer daarbij alle ruimte geven.<br />

De bouw van de brandweerkazerne<br />

was de belangrijkste aanleiding tot<br />

het organiseren van de teach-in<br />

Musis 6 7 Musis<br />

ROELFSEMA<br />

HIELD NIET<br />

VAN HET<br />

WESTEN EN<br />

AL HELEMAAL<br />

NIET VAN<br />

SCHIEDAM<br />

Overzicht Brandersbuurt<br />

Herbert Voogt en Hans de Ridder<br />

in het Zakkendragershuisje<br />

over de toekomst van de buurt. Dat<br />

het gemeentebestuur en met name<br />

Roelfsema de acties uitlegde als een<br />

poging om het gemeentebestuur te<br />

dwarsbomen, had echter een heel<br />

andere achtergrond. In mei 1965<br />

werd in <strong>Schiedam</strong> de Groninger<br />

gedeputeerde Harm Roelfsema<br />

benoemd tot burgemeester.<br />

Roelfsema was enkele maanden<br />

eerder genoodzaakt geweest af te<br />

treden als provinciaal bestuurder.<br />

De reden was dat hij weigerde<br />

om zich neer te leggen bij de<br />

aanleg van de Eemshaven in het<br />

uiterste noorden. Het Dagblad van<br />

het Noorden kenschetste hem –<br />

gehoord hebbend van de teach-in<br />

in de Koopmansbeurs; ‘Een typisch<br />

voorbeeld hiervan vindt men in<br />

<strong>Schiedam</strong> waar de in het Noorden<br />

welbekende heer Roelfsema de scepter<br />

zwaait. De heer Roelfsema heeft<br />

die zelfgenoegzame deskundigheid<br />

waardoor hij de werkelijkheid niet<br />

meer ziet’. Roelfsema hield niet van<br />

de mentaliteit van het westen en al<br />

helemaal niet van <strong>Schiedam</strong>. In zijn<br />

‘In de ban van de tijd’ (1981) nam hij<br />

geen blad voor de mond. Hij hekelde<br />

<strong>Schiedam</strong>, het politieke klimaat en<br />

het gebrek aan medewerking voor<br />

wat hij als zijn zaken beschouwde.<br />

Voor de Lange en Korte Haven kon<br />

hij nog wel enig gevoel opbrengen,<br />

de rest van de stad was het<br />

conserveren niet waard. Roelfsema<br />

vatte al in de eerste maanden van<br />

zijn bestuur een grondige antipathie<br />

op voor de filmmaker Jan Schaper.<br />

Schaper had zojuist zijn poëtische<br />

documentaire ‘<strong>Schiedam</strong> kiest<br />

voor het water’ voltooid die in<br />

Roelfsema’s ogen geen genade vond.<br />

De nieuwbakken burgemeester<br />

hield de filmer bovendien<br />

persoonlijk verantwoordelijk voor<br />

de Brandersbuurtacties. Weliswaar<br />

had Schaper niets te maken met de<br />

teach-in van 5 januari dat jaar, maar<br />

in het Zakkendragershuisje dat één<br />

van centra was in de <strong>Schiedam</strong>se<br />

jongerencultuur, vergiftigde Schaper<br />

de jeugd met zijn door Sartre, Fellini<br />

en Marcuse gekruide ideeën.<br />

Een paar jaar te vroeg<br />

Oud-gemeentearchitect Jaap Putter<br />

legde in het gesprek met Henk Slechte<br />

(Musis november 1996) de vinger<br />

op de zere plek: ‘Grote delen van de<br />

Brandersbuurt, zoals het gebied rond<br />

de Breedstraat, waren na de oorlog<br />

in elkaar gezakt. Verwaarlozing had<br />

in dit gebied het meeste sloopwerk<br />

al gedaan. Daar was niets meer te<br />

redden. Anders was dat in de stegen<br />

tussen de Dam en de Verbrande<br />

Erven. Daar was een aantal percelen<br />

wel te redden geweest, zij het voor<br />

veel geld. Binnen de dienst hebben<br />

we op eigen initiatief en zonder<br />

wetenschap van de burgemeester<br />

onderzocht of het mogelijk was om<br />

twee éénkamerwoninkjes samen te<br />

voegen tot een grotere. Dat zou tot<br />

60.000 gulden per woning hebben<br />

gekost. Mogelijk was het zeker,<br />

betaalbaar ook, maar de sfeer was<br />

er niet naar om hiermee verder te<br />

gaan. Ik ben ervan overtuigd dat de<br />

actievoerder meer mensen hadden<br />

mee gekregen en ook veel meer<br />

resultaat hadden kunnen boeken als<br />

ze anders geopereerd hadden. Door<br />

hun fanatieke gedrag radicaliseerden<br />

ze hun gemeentelijke tegenstanders en<br />

wonnen ze geen medestanders onder<br />

de gewone burgerij. Als men beter<br />

naar elkaar geluisterd had, hadden<br />

hele stukken van de Brandersbuurt<br />

gered kunnen worden’.<br />

In hetzelfde Musisnummer spraken<br />

Gerard Verhulsdonk (VVD) Jan<br />

Simons (PvdA) en Eef Collé (CPN) als<br />

warme pleitbezorgers voor behoud<br />

van de Brandersbuurt zich eveneens<br />

uit: Verhulsdonk; ‘Achteraf gezien<br />

kwam de Brandersbuurt een paar<br />

jaar te vroeg. Een paar jaar later zou<br />

het plan door een ander college en<br />

een verjongde gemeenteraad zijn<br />

ontvangen en ongetwijfeld met<br />

andere ogen zijn bekeken. Nu werd


het plan beoordeeld door politici die<br />

zich volledig in het SchieNoKo-plan<br />

hadden vastgebeten’.<br />

Verhulsdonk had hiermee<br />

waarschijnlijk slechts gedeeltelijk<br />

gelijk. Wilde <strong>Schiedam</strong> echter de<br />

omvangrijke nieuwbouwprojecten<br />

kunnen realiseren die de stad zich<br />

in Nieuwland en in Groenoord/<br />

Woudhoek voor ogen had gesteld,<br />

dan diende de stad hiervoor nagenoeg<br />

de gehele oude binnenstad in te<br />

leveren. Dus werden zonder directe<br />

bouwkundige of stedenbouwkundige<br />

noodzaak de gehele punt tussen<br />

NIEMAND DIE<br />

NU NOG WEET<br />

WAAROM DE<br />

LINDENHOF<br />

UIT EINDELIJK<br />

MOEST WORDEN<br />

GESLOOPT<br />

Aanleg van de snelle verbinding tussen Nieuwland en Station<br />

Vijgensteeg, Schie en Noordvest<br />

neergehaald, werd de driehoek<br />

Vellevest, Vlaardingerstraat en<br />

Kethelstraat gesloopt en de sloopkogel<br />

in het Westmolenstraatkwartier gezet.<br />

Het eerst- en laatstgenoemde gebied<br />

liggen een halve eeuw later nog steeds<br />

braak ter illustratie dat <strong>Schiedam</strong><br />

inderdaad van God los was en om<br />

een paar flats in Nieuwland te mogen<br />

bouwen, sloopte wat er te slopen viel.<br />

De sloper van <strong>Schiedam</strong><br />

Cor Bolmers mag dan in de tijd de<br />

bijnaam ‘de sloper van <strong>Schiedam</strong>’<br />

hebben gekregen, zijn echte aandeel<br />

in de onttakeling van <strong>Schiedam</strong> is<br />

betrekkelijk gering. Het waren de<br />

journalisten die aan de sleuf die<br />

Bolmers liet hakken tussen Broersvest<br />

en Broersveld de straatnaam ‘Het Gat<br />

van Bolmers’ gaven. De wethouder<br />

zelf werd vanwege deze schanddaad<br />

op een andere stoel gezet en mocht<br />

nog korte tijd verder als wethouder<br />

financiën, hetgeen noch hem, noch de<br />

gemeenteraad beviel.<br />

Het slopen van de straten en hofjes<br />

in de stadskern dat Bolmers wordt<br />

nagedragen, kan echter vrijwel geheel<br />

op het disconto van Bolmers’ opvolger<br />

Chris Zijdeveld worden geschreven.<br />

De sloop- en krakersacties in dit<br />

gebied hadden een heel ander<br />

karakter. In de door de rijksoverheid<br />

gepropageerde en gesubsidieerde<br />

krotopruiming was het accent<br />

verschoven naar kleinschalige<br />

projecten van vervangende<br />

nieuwbouw. Vanaf de jaren<br />

1970 moesten achterstanden in<br />

binnensteden worden weggewerkt<br />

zonder de sociale structuur aan te<br />

tasten. In heel Nederland zijn op<br />

die manier op de goedkoopste wijze<br />

binnenstedelijke nieuwbouwprojecten<br />

gerealiseerd die het aankijken<br />

niet waard zijn en elk aansluiting<br />

missen met de bestaande historische<br />

omgeving.<br />

De sloop van Laan, Lange en<br />

Korte Achterweg, Nieuwe Buurt,<br />

de Baansloot, Grofbaan Oude<br />

Kerkhof, Schotsepoort en omgeving,<br />

Herenstraat, Louronstraat en<br />

Roosbeek, pasten binnen de nieuwe<br />

richtlijnen van kleinschaligheid,<br />

nieuwbouw voor de oorspronkelijke<br />

bewoners en de premieregeling<br />

‘krotopruiming’ die de bewoners in<br />

1970 een vergoeding van één jaar<br />

huur beloofde met een minimum<br />

van duizend gulden. Een leuke<br />

opsteker voor de bewoners en politiek<br />

glijmiddel tegelijk dat met graagte<br />

Musis 8 9 Musis<br />

De Lindenhof,<br />

hoofdgebouw van Piet<br />

Sanders<br />

Poort in de Lange<br />

Achterweg<br />

werd toegepast en in<br />

dank aanvaard. En zeker<br />

toen deze premie vier<br />

jaar later nog ‘ns werd<br />

verdubbeld.<br />

Persoonlijke opvattingen<br />

en voorkeuren speelden<br />

ook in deze fase een rol.<br />

Nu waren het geen plan<br />

voor een ‘Montmartre<br />

aan de Maas’ die een<br />

spaak in het wiel staken,<br />

maar provo en de<br />

krakersbeweging die zich<br />

tegen het sloopbeleid<br />

verzetten. Ook weigerden<br />

tal van bewoners om gebruik te<br />

maken van de premieregeling<br />

‘krotopruiming’. Ook de persoonlijke<br />

smaak van wethouder Chris Zijdeveld<br />

speelde een rol. Hij had geen enkele<br />

waardering voor het oeuvre van<br />

Piet Sanders die in de jaren 1930<br />

een monumentale nieuwbouw voor<br />

het Weeshuis der Hervormden had<br />

gerealiseerd. In deze tijd zou sloop<br />

van dit hechte gebouw met z’n rijke<br />

ornamenten van kunstenaars als Hildo<br />

Krop en Bochtman ondenkbaar zijn.<br />

Het gemeentebestuur liet daarentegen<br />

de toiletpotten en ruiten stukslaan<br />

om de kraker de mogelijkheid te<br />

ontnemen om het pand te betrekken.<br />

Pas in de jaren 1980 zouden voor<br />

het eerst kanttekeningen worden<br />

geplaatst bij de ‘krotopruiming’ als<br />

financieringsinstrument voor de<br />

woningbouw. Het besef brak door dat<br />

er in de Nederlandse binnensteden<br />

heel wat was gesloopt dat vanuit<br />

monumentaal en stedenbouwkundig<br />

oogpunt nooit gesloopt had mogen<br />

worden. Voor <strong>Schiedam</strong> kwam dit<br />

besef rijkelijk laat. Weliswaar spreekt<br />

<strong>Schiedam</strong> ronkend over zichzelf als<br />

‘historisch centrum van de Rijnmond’,<br />

maar wie op zoek wil naar het echte<br />

<strong>Schiedam</strong>, de historische vissers- en<br />

jeneverstad, die komt bedrogen uit.<br />

Dat <strong>Schiedam</strong> bestaat niet meer.


HET LIESVELDVIADUCT<br />

LUCHTKASTEEL VAN<br />

GEWAPEND BETON<br />

Op 12 mei 1960 ging<br />

de Vlaardingse<br />

gemeenteraad<br />

akkoord met de<br />

bouw van het<br />

Liesveldviaduct. De<br />

aanleg van deze verkeersbaan dwars<br />

door de binnenstad behoort tot de<br />

meest ingrijpende besluiten die de<br />

raad ooit nam. Het viaduct zou het<br />

aanzien van Vlaardingen voorgoed<br />

veranderen, was de gedachte.<br />

Fysiek leek het dé oplossing voor<br />

het toenemende autoverkeer, in<br />

symbolische zin opende het de weg<br />

naar de moderne tijd. Het viaduct<br />

nodigde de bevolking uit de versleten<br />

visserskleding te verwisselen voor<br />

frisse confectie, de fiets te verruilen<br />

voor de automobiel en het burgerdom<br />

af te leggen om consument te worden.<br />

Inderdaad heeft het Liesveldviaduct<br />

Vlaardingen ingrijpend veranderd.<br />

Ook in een betekenis die de door<br />

vooruitgangsdenken verblinde<br />

bestuurders van toen niet konden<br />

voorzien. Het viaduct werpt sinds<br />

zijn ontstaan een zware schaduw over<br />

de binnenstad en haar ontwikkeling.<br />

Het was vanaf het begin een weinig<br />

succesrijk initiatief en verwerd<br />

uiteindelijk tot een zwarte bladzijde<br />

in de plaatselijke geschiedenis. Een<br />

bladzijde die vanwege zijn grote<br />

gewicht niet licht valt om te slaan.<br />

Vlaardingen was zoals zoveel<br />

Nederlandse steden in de naoorlogse<br />

jaren in de greep van de groei.<br />

Ten westen en ten oosten van de<br />

oude stad werden nieuwe wijken<br />

met duizenden nieuwe woningen<br />

gepland en in het centrum gingen<br />

honderden huizen plat om plaats<br />

te maken voor nieuwe winkels en<br />

tekst: Peter de Lange<br />

foto’s Stadsarchief Vlaardingen<br />

nieuwe verbindingswegen. Er werd<br />

in een moorddadig tempo gesloopt<br />

en gebouwd om de werknemers van<br />

de snel uitdijende petrochemische<br />

industrie van ‘’de overkant’’ te<br />

huisvesten. Honderdveertigduizend<br />

leek een realistisch inwonertal.<br />

Bestuurders van een dorp dat van<br />

de ene dag op de andere de rol van<br />

stad krijgt aangemeten, moeten<br />

stevig in hun schoenen staan,<br />

willen zij niet worden meegesleept<br />

door waanvoorstellingen over<br />

metropolen die zij hebben helpen<br />

stichten. Maar al te gemakkelijk<br />

verdwijnt nuchterheid in dergelijke<br />

situaties naar de achtergrond. Uit<br />

de Vlaardingse plattegrond anno<br />

2013 kan worden afgeleid dat<br />

de plannenmakers van toen dat<br />

onvoldoende hebben beseft. Daardoor<br />

is het Liesveldviaduct, dat zij als hun<br />

opus magnus aan de stad toevoegden,<br />

de stad al tientallen jaren een blok aan<br />

het been.<br />

De oorsprong van het viaduct is nauw<br />

verbonden met het Liesveld, indertijd<br />

op de Lijnbaan na het modernste<br />

winkelcentrum van Nederland dat<br />

verrees op de puinhopen van wat eens<br />

een labyrint aan armoedige, donkere<br />

en benauwde arbeiderswoninkjes was<br />

geweest. Een grotere tegenstelling<br />

dan tussen de vroegere en de nieuwe<br />

bebouwing was nauwelijks denkbaar.<br />

Het Liesveld kenmerkte zich door<br />

licht en ruimte en winkels vol luxe<br />

artikelen die de groeiende welvaart<br />

verbeeldden.<br />

Om dit koopparadijs bereikbaar te<br />

maken voor de vrachtauto’s van<br />

leveranciers en tevens toegankelijk<br />

voor inwoners uit omliggende steden,<br />

werd besloten een ruime toegangsweg<br />

aan te leggen. Het gekozen tracé<br />

bestond uit een doorbraak ter<br />

hoogte van de Oude Havenbrug<br />

van het gevelfront aan de Haven en<br />

de daarachter gelegen Hoogstraat.<br />

Aansluitend kwam een viaduct<br />

dat het hoogteverschil met de dijk<br />

waarop de Hoogstraat was gebouwd<br />

en het vijf meter lager gelegen<br />

winkelcentrum overbrugde. Het 25<br />

meter brede viaduct zou met een lus<br />

via de Joubertstraat eindigen op het<br />

Veerplein. Achter de bouw werd<br />

vaart gezet. De doorbraak was nog<br />

niet gerealiseerd toen het viaduct al in<br />

de steigers stond.<br />

Dit fraaie plan, uit de koker van<br />

architectenbureau Van Tijen<br />

en Maaskant en omarmd door<br />

stadsbestuurders als wethouder<br />

Musis 10 11 Musis<br />

Teun de Bruin en burgemeester Jan<br />

Heusdens, zou van Vlaardingen met<br />

zijn mooie winkels een drukbezocht<br />

streekcentrum maken. Maar de haast<br />

en geestdrift waarmee het werd<br />

uitgevoerd, wierpen roet in het<br />

eten. Critici onder wie gemeentelijk<br />

verkeersadviseur ir. H. Goudappel<br />

wezen erop dat voor die afrit in<br />

de vorm van een lus bij lange na<br />

geen plaats was. Om het ontwerp<br />

uit te voeren, zouden eerst nog<br />

een flink aantal woningen moeten<br />

worden gesloopt. De Amerikaanse<br />

verkeersdeskundige David Jokinen<br />

die in Vlaardingen een kijkje<br />

kwam nemen, kwam tot dezelfde<br />

conclusie. Een pijnlijk oordeel<br />

dat hard aankwam, want Jokinen<br />

was niet zomaar iemand. Hij had<br />

verkeersplannen ontworpen voor<br />

ondermeer Amsterdam en Den<br />

Haag en in die plannen met name<br />

op de belangen van de automobilist<br />

gelet. Als zo’n autoriteit meende<br />

dat de automobilist met het viaduct<br />

in Vlaardingen geen kant uit kon,<br />

zouden er wel eens problemen in het<br />

verschiet kunnen liggen.<br />

Om de proef op de som te nemen<br />

werd de situatie nagebootst met<br />

dranghekken en verkeerspionnetjes<br />

langs een parcours van dezelfde<br />

afmetingen op het marktplein aan<br />

de Broekweg. Verschillende lange<br />

voertuigen zoals een stadsbus en<br />

een vrachtwagen met oplegger<br />

probeerden de lus te nemen. No way.<br />

Tja, en toen zat het stadsbestuur<br />

inderdaad met een probleem. Wat te<br />

doen met een viaduct dat niet aan zijn<br />

oorspronkelijke doel beantwoordt?<br />

Van de mogelijkheid om het door<br />

te trekken tot de Burgemeester<br />

Pruissingel, zodat er een snelle<br />

verbinding zou ontstaan met de in<br />

aanbouw zijnde Westwijk, kon om<br />

dezelfde reden als de afrit naar het<br />

Veerplein niets terecht komen: er<br />

zou sloop van nog eens een groot<br />

aantal woningen in de toch al flink<br />

uitgedunde Transvaalbuurt nodig<br />

zijn geweest. En daar deinsde het<br />

gemeentebestuur voor terug. Omdat<br />

niemand wist, wat er wél moest<br />

gebeuren, gebeurde er niets. Het<br />

viaduct werd aan zijn lot overgelaten.<br />

Daar lag het dan, Vlaardings<br />

peperdure prestigeproject. Een<br />

verkeersweg die zomaar ergens


halverwege hemel en aarde ophield.<br />

Het beste doel dat men nog wist te<br />

verzinnen voor dit betonnen bewijs<br />

van bestuurlijk onvermogen, was er<br />

een parkeerplaats van te maken. Die<br />

functie hield het enkele jaren, totdat<br />

de knoop werd doorgehakt en vanaf<br />

de luchtbrug een flauwe hellingbaan<br />

naar de Markgraaflaan werd<br />

aangelegd; een doorsneestraat die<br />

bepaald niet berekend was op druk<br />

verkeer. Zo ging roemloos de droom<br />

van een ambitieus gemeentebestuur<br />

ten onder. Dichter Levi Weemoedt<br />

kenschetste het fiasco spottend als<br />

,,een snelweg die moet afremmen voor<br />

een rijtje arbeiderswoningen.’’<br />

De ingebruikstelling van het<br />

voltooide viaduct vond plaats in 1969,<br />

negen jaar na het nemen van het<br />

historische raadsbesluit. En wat kreeg<br />

DE INGEBRUIK-<br />

STELLING VAN<br />

HET VOLTOOIDE<br />

VIADUCT VOND<br />

PLAATS IN 1969,<br />

NEGEN JAAR<br />

NA HET NEMEN<br />

VAN HET<br />

HISTORISCHE<br />

RAADSBESLUIT.<br />

EN WAT KREEG<br />

VLAARDINGEN<br />

IN RUIL VOOR<br />

ZIJN GEDULDIG<br />

WACHTEN?<br />

NIEUWE<br />

VERKEERS-<br />

PROBLEMEN.<br />

Vlaardingen in ruil voor zijn geduldig<br />

wachten? Nieuwe verkeersproblemen.<br />

Iedere Vlaardingse weggebruiker<br />

is vertrouwd met de hopeloze<br />

verkeersknoop op de kruising<br />

Markgraaflaan, Liesveldviaduct,<br />

Joubertstraat en Vondelstraat, waar<br />

dikwijls files ontstaan door auto’s die<br />

in de rij staan voor de parkeergarage<br />

onder het viaduct. Automobilisten die<br />

over het viaduct van oost naar west<br />

willen, worden door deze congestie<br />

gedwongen rechtsaf te slaan en<br />

een lange omweg te maken over de<br />

Van der Driftstraat, Burgemeester<br />

Pruissingel, Westlandseweg en<br />

Marathonweg. Een dergelijk gesukkel<br />

kan toch nooit de bedoeling zijn<br />

geweest van een in termen van<br />

snel, groot en vooruitgang denkend<br />

stadsbestuur? De roept de vraag op<br />

hoe serieus men de daadkracht van het<br />

toenmalige stadsbestuur eigenlijk moet<br />

nemen. Het Liesveldviaduct had alleen<br />

betekenis voor Vlaardingen kunnen<br />

hebben als het, zoals oorspronkelijk<br />

de bedoeling was, langs een rechte<br />

lijn de Burgemeester Pruissingel had<br />

Musis 12 13 Musis<br />

verbonden met de <strong>Schiedam</strong>seweg en,<br />

langs een afrit, het winkelcentrum<br />

voor de automobilist toegankelijk<br />

had gemaakt. Je mag toch aannemen<br />

dat men op het stadhuis tevoren had<br />

becijferd hoeveel woningen voor dit<br />

project moesten worden opgeofferd en<br />

of dit offer maatschappelijk aanvaard<br />

zou worden. Maar kennelijk ontbrak<br />

op het cruciale moment de vereiste<br />

voortvarendheid om de sloper de wijk<br />

in te sturen.<br />

Het verstandigste was geweest het<br />

viaduct direct weer af te breken toen<br />

eenmaal duidelijk was dat het niet aan<br />

de gestelde doelen kon beantwoorden,<br />

of het desnoods een alternatieve<br />

bestemming te geven, bijvoorbeeld<br />

als winkelgalerij, marktterrein<br />

of stadspark op palen. Maar<br />

klaarblijkelijk was een dergelijke<br />

koerswijziging ondenkbaar. Zo’n<br />

ommezwaai had de verantwoordelijke<br />

bestuurders wel eens een gigantisch<br />

gezichtsverlies kunnen opleveren, met<br />

alle politieke consequenties vandien.<br />

Bovendien hield zo’n maatregel een<br />

enorme kapitaalvernietiging in. Het<br />

viaduct had ruim tien miljoen gulden<br />

gekost. Een vermogen.<br />

Een kans om alsnog schoon schip te<br />

maken kreeg het gemeentebestuur<br />

vijfentwintig jaar later, toen de magie<br />

van het Liesveld was uitgewerkt en<br />

een facelift van het winkelcentrum<br />

nodig was om nieuw kooppubliek aan<br />

te trekken. Van de vier ontwerpen<br />

voor Liesveld 2.0 waaruit gekozen<br />

kon worden, nam dat van Reijnga,<br />

Postma en Hagg sloop van het<br />

westelijk deel van het viaduct als<br />

uitgangspunt. De bunkerachtige<br />

tunneltjes die vanaf de Hoogstraat de<br />

toegang tot het Liesveld vormden,<br />

zouden eveneens worden afgebroken<br />

en vervangen door luie trappen.<br />

Het verkeer zou volgens dit concept<br />

voortaan door de Korte Hoogstraat<br />

worden geleid.<br />

De Arnhemse architecten waren<br />

niet de enigen die het viaduct zijn<br />

verkeersfunctie ontnamen. Ook<br />

een eigen binnenstadsplan van de<br />

D66-fractie ging er vanuit dat de<br />

gemankeerde luchtbrug zijn functie<br />

had verloren en beter kon worden<br />

opgedoekt.<br />

Maar deze pleidooien mochten<br />

niet baten. In plaats van radicale<br />

vernieuwing, koos de raad voor een<br />

pappen en nathouden-concept dat de<br />

bestaande structuur intact liet en het<br />

winkelcentrum alleen optisch in een<br />

nieuw jasje stak. Om de wispelturige<br />

klant tegemoet te komen werd het<br />

idee van een winkelcentrum als<br />

ruim opgezette openluchtattractie<br />

verlaten en kreeg Vlaardingen een<br />

geheel overdekt koopparadijs,<br />

waar wind en regen niet langer<br />

vrij spel zouden hebben. De royale<br />

wandelruimte tussen de winkels die<br />

onder het viaduct waren gevestigd<br />

en de winkels onder de flatwoningen<br />

ter linker- en rechterzijde werd<br />

opgeheven en gebruikt om de nieuwe<br />

zaken te vergroten. Dit versmalde<br />

de bewegingsvrijheid voor het<br />

publiek in de nieuwe winkelgalerij<br />

aanzienlijk en dwingt de klant<br />

dicht langs de etalages te lopen,<br />

zodat hem onmogelijk kan ontgaan<br />

welke begerenswaardige koopwaren<br />

daar zoal zijn uitgestald. De glazen<br />

overkapping werd opgehangen aan de<br />

winkelpuien van de twee bestaande<br />

Liesveldflats en steunt op het viaduct,<br />

dat tevens dienst doet als dak van de<br />

ondergelegen winkels.<br />

Bijzonder fraai is de glazen<br />

dakconstructie niet. De overal<br />

zichtbare, ‘’artistiek’’ geperforeerde<br />

stalen dakspanten lijken nog het meest<br />

op onderdelen uit een meccanodoos<br />

van Oosteuropese kwaliteit. Op het<br />

schuin oplopende dak verzamelt<br />

zich ’s winters een sneeuwlast die de<br />

winkelgalerij eronder in een sombere<br />

duisternis hult. Helemaal neerslagvrij<br />

is het winkelcentrum trouwens<br />

niet: bij een bepaalde windrichting<br />

waaien op sommige plaatsen sneeuw<br />

en regen gewoon onder de dakrand<br />

naar binnen. Voor de flatbewoners<br />

erboven moet dit een vervreemdende<br />

ervaring zijn. Het winkelcentrum<br />

waar zij op neerkijken, heeft niets<br />

dat kenmerkend is voor Vlaardingen,<br />

het zou net zo goed een winkelgalerij<br />

in Hoorn of Heerlen kunnen zijn.<br />

Het enige stadseigen element aan het<br />

Liesveld is de bloementrap van Wilma<br />

Kuil.<br />

Liesveld 1 hield het zo’n dertig<br />

jaar vol voordat een opknapbeurt<br />

onvermijdelijk werd. Welke de<br />

uiterste houdbaarheidsdatum is van<br />

Liesveld 2, geopend in 1995, valt<br />

moeilijk te voorspellen, en evenmin<br />

of bij een eventuele derde versie het<br />

viaduct nog wel een rol zal spelen<br />

en welke rol dat dan zou kunnen<br />

zijn. Over het voortbestaan van<br />

het viaduct als verkeersverbinding<br />

rijzen ondertussen twijfels. In<br />

gemeentelijke toekomstscenario’s<br />

voor de binnenstad beginnen<br />

geluiden door te klinken die duidelijk<br />

maken dat het Liesveldviaduct niet<br />

langer als onmisbare schakel van de<br />

infrastructuur wordt gezien.<br />

Het bestemmingsplan voor het<br />

Stadshart uit 2011 bijvoorbeeld<br />

voorziet dat op termijn afscheid<br />

genomen zal worden van het<br />

Liesveldviaduct als autoweg. In de<br />

toekomstschets ‘’Op weg naar 2020’’,<br />

gewijd aan de vitalisering van de<br />

binnenstad, staat te lezen dat straks<br />

alleen het openbaar vervoer nog<br />

gebruik mag maken van het viaduct.<br />

De gebiedsvisie voor het centrum<br />

‘’Op koers naar 2030’’ volgt<br />

dezelfde gedachtegang. Daarin staat<br />

ondermeer het volgende te lezen:<br />

,,Binnen het project Vitalisering<br />

Binnenstad zijn plannen opgenomen<br />

voor het autoluw maken van de<br />

stad, het Liesveldviaduct en de<br />

Blokmakersplaats. Ook de bijdrage die<br />

een autovrije Oude Havenbrug kan<br />

leveren aan een autoluwe binnenstad<br />

wordt onderzocht.<br />

Om toch een mogelijkheid te bieden<br />

om naar de binnenstad te komen<br />

met de auto, wordt nagedacht<br />

over een parkeergarage op de kop<br />

van de <strong>Schiedam</strong>seweg. (…) De<br />

Blokmakersplaats dient opnieuw<br />

te worden ingericht om de functie<br />

van hoofdentree meer kracht bij te<br />

zetten. (…) Het Liesveldviaduct en<br />

de Westhavenplaats zijn veranderd in<br />

prettige verblijfslocaties.’’<br />

Burgemeester en wethouders lijken<br />

onlangs een voorschot te hebben<br />

genomen op deze toekomstige situatie<br />

door de Westhavenplaats tot aan de<br />

oprit naar het viaduct autovrij te<br />

maken. Uit de mond van burgemeester<br />

Bruinsma en andere collegeleden<br />

viel eerder al op te tekenen dat zij<br />

nadachten over herinrichting van het<br />

viaduct, bijvoorbeeld tot stadspark.<br />

Al lijkt sloop van het betonnen<br />

Fremdkörper ook na veertig jaar<br />

niet in het verschiet te liggen,<br />

een herbestemming komt nu toch<br />

langzaam dichterbij. Moge het<br />

stadsbestuur, als het beslissende<br />

uur is aangebroken, kiezen voor<br />

een zodanig creatieve vormgeving,<br />

dat het inktzwarte zetsel waarmee<br />

het hoofdstuk Liesveldviaduct in<br />

de plaatselijke geschiedenis werd<br />

bijgeschreven, voorgoed verbleekt<br />

en de binnenstad eindelijk met een<br />

schone lei kan beginnen.<br />

Literatuur: Vlaardingen in en uit het<br />

slop, van M.P.Zuydgeest, J. Borsboom<br />

en H. Brobbel; Vlaardingen op het<br />

keerpunt, van Mari den Draak, met<br />

foto’s van H.K. van Minnen.


DE GEBORGENHEID<br />

VAN DE QUIBUS:<br />

MISSCHIEN KOMT<br />

ER BLUES<br />

HET Hengst<br />

interieur van<br />

Podiumcafé<br />

de Graauwe<br />

op de Lange Haven hoort op de<br />

monumentenlijst. Wie naar binnen<br />

stapt, treft daar een origineel<br />

jongerencafé aan uit de jaren 1970. Er<br />

is sinds de opening op 9 september<br />

1974 vrijwel niets aan het interieur<br />

veranderd. De bar is hetzelfde.<br />

De beide oude autostoelen zijn<br />

gehandhaafd. Ergens in de hoogte<br />

bevindt nog steeds de oorspronkelijke<br />

troon waarop Bram Uil zetelde, de<br />

allereerste diskjockey van <strong>Schiedam</strong>.<br />

Gedateerd? Toen ik een tijd terug<br />

mijn nu eenentwintigjarige zoon<br />

meenam op kroegentocht, kon alleen<br />

De Graauwe Hengst genade in zijn<br />

ogen vinden. Dat was nu een plek<br />

waar jonge mensen van zijn generatie<br />

zich thuisvoelden, zei hij, de enige<br />

in <strong>Schiedam</strong>. En inderdaad: al bijna<br />

veertig jaar is de zaak een plek waar<br />

beginnende muzikanten zich voor een<br />

jong publiek kunnen presenteren.<br />

Er lopen heel wat bedaagde paren<br />

door <strong>Schiedam</strong>, wier liefde in dit<br />

roemruchte café is ontloken. Best<br />

kans dat hun kinderen er nu aan<br />

de bar hangen, wachtend op de<br />

levende muziek, die warm zal worden<br />

ontvangen en bij gebrek aan kwaliteit<br />

zonder genade uitgejouwd. Dat is al<br />

zo sinds de openingsavond. De tent<br />

staat sinds de openingsavond bekend<br />

om zijn lastig publiek. Beloning is<br />

mogelijk maar je moet wel je best<br />

doen.<br />

Het café is in het leven geroepen<br />

door vier personen: de gezusters<br />

tekst: Han van der Horst<br />

Hennie en Hillie de Jong, Peter<br />

Pijpers en Bram Uil. Zij waren<br />

gelijkgezinde babyboomers, kinderen<br />

van de jeugdrevolutie die sinds<br />

de spectaculaire opkomst van de<br />

provobeweging over het land rolde.<br />

De uitlopers daarvan hadden ook<br />

<strong>Schiedam</strong> bereikt. De stad kende dan<br />

ook een scene maar had nog geen<br />

ontmoetingscentrum. Dat wilde het<br />

viertal vestigen in de leegstaande<br />

distilleerderij De Graauwe Hengst,<br />

ooit het eigendom van Daniel<br />

Visser en Zonen. Zij noemden hun<br />

geesteskind “de Quibus” .<br />

Afgeladen<br />

Van het begin af aan was de<br />

zaak afgeladen. <strong>Schiedam</strong> kende<br />

weliswaar enkele sociëteiten waar<br />

jongeren elkaar ontmoeten, zoals<br />

het hervormde Quousque Tandem<br />

of de katholieke Instuif, maar zulke<br />

gelegenheden kenmerkten zich door<br />

een zekere braafheid. Dat gold ook<br />

Tijdens Boek & Bal<br />

wordt door de vier<br />

oprichters een poging<br />

gedaan om het<br />

roemruchte jongerencafé<br />

De Quibus voor<br />

een avond tot leven te<br />

wekken. Pensionado<br />

Han van der Horst<br />

haalt voor de jeugd<br />

van tegenwoordig<br />

herinneringen op.<br />

voor de Koeienstal, een dancing die<br />

café-restaurant de Amstelbron in<br />

de kelder exploiteerde. Café De Ster<br />

op de hoek van de Rotterdamsedijk<br />

en de Buitenhavenweg had wel een<br />

goede naam onder kunstenaars en<br />

reclamemakers uit heel de Rijnmond<br />

maar was toch geen kroeg voor de<br />

jongere generatie. De initiatiefnemers<br />

van de Quibus troffen precies de<br />

juiste toon. Zij schiepen een vrijplaats<br />

waar jongeren onbekommerd zichzelf<br />

konden zijn. Je kon van Peter Pijpers<br />

of Bram Uil zeggen wat je wilde, ze<br />

zouden nooit als een sociëteitsbestuur<br />

vergaderen over je gedrag of over de<br />

huisregels. Aan hen was ook te zien<br />

dat zij een jointje op zijn tijd niet<br />

versmaadden.<br />

Niet dat heel jong <strong>Schiedam</strong> naar de<br />

Quibus stroomde. Het is een mythe<br />

dat de babyboomers in hun jeugd<br />

zo massaal uit de band sprongen<br />

en het vaandel van de persoonlijke<br />

vrijheid hesen. Gedurende de jaren<br />

1960 waren de meeste jongeren netjes<br />

en gezagsgetrouw. Als ze het geloof<br />

vaarwel zegden, was dat meestal<br />

omdat hun ouders ook niet meer naar<br />

de kerk gingen. Het taboe op seks<br />

voor het huwelijk en samenwonen –<br />

vroeger “hokken” geheten – was aan<br />

het begin van de jaren 1970 gevallen,<br />

maar voor het overige leidden<br />

verreweg de meeste babyboomers een<br />

burgerlijk leven dat moest uitdraaien<br />

op een zeer gewenst huisje-boompjebeestje.<br />

De hippies, de provo’s, de<br />

straatrevolutionairen vormden een<br />

minderheid van beperkte omvang.<br />

Toch wist die in de publiciteit de<br />

show te stelen, ongeveer zoals nu<br />

de PVV, Geen Stijl en PowNed dat<br />

doen. Ook in <strong>Schiedam</strong> was dat het<br />

geval. Een kleine spraakmakende<br />

gemeente domineerde het debat,<br />

maar de opperheerschappij van het<br />

klootjesvolk is nooit aangetast, geen<br />

moment.<br />

Dat <strong>Schiedam</strong> kritische jongeren<br />

kende was voor het eerst echt<br />

zichtbaar gemaakt door de cineast Jan<br />

Schaper, die voor een gering bedrag<br />

het Zakkendragershuisje mocht<br />

huren als hij het op eigen kosten<br />

verbouwde. Schaper verzette zich<br />

tegen de gemeentelijke plannen om de<br />

Brandersbuurt met de grond gelijk te<br />

maken. Zijn acties en demonstraties<br />

trokken honderden jongeren van<br />

wie de meesten in de hogere klassen<br />

van het <strong>Schiedam</strong>se voortgezet<br />

onderwijs zaten. Schaper kreeg<br />

veel publiciteit en een grote teachin<br />

– discussiebijeenkomst – in de<br />

Korenbeurs groeide in het collectieve<br />

Musis 14 15 Musis<br />

V.l.n.r. Bram Uil, Peter Pijpers, Hillie de Jonge en Jenny de Jonge<br />

geheugen van de deelnemers uit tot<br />

legendarische proporties. Vooral<br />

omdat burgemeester Roelfsema<br />

zich zo geschoffeerd achtte door de<br />

brutale jongelui. Daarna vond de<br />

vernietiging van de Brandersbuurt<br />

volgens plan plaats. Ook het hofjes-<br />

en stegengebied tussen de Boterstraat,<br />

de Hoogstraat en het Broersveld<br />

zou er aan moeten geloven. De<br />

bestuurders van <strong>Schiedam</strong> wilden af<br />

van alles wat aan het schaamtevolle<br />

jeneververleden herinnerde. Toen<br />

ik op een ledenvergadering van de<br />

PvdA eens pleitte voor herstel van<br />

arbeiderswoninkjes in de binnenstad,<br />

stond een oude taainagel van het<br />

socialisme op die mij toeriep: “Van<br />

der Horst, naast de gootsteen hebben<br />

wij zitten schijten en dat wil jij<br />

bewaren…?”<br />

De jongeren die elkaar dankzij<br />

Schaper ontmoet hadden, ontdekten<br />

hoe zij een subcultuur deelden.<br />

Dat gevoel lieten zij niet meer los<br />

en naarmate zij verder opgroeiden,<br />

sloten hun jongere broers en zussen<br />

zich bij hen aan. Er was momentum.<br />

Zo kon het gebeuren dat Roel van<br />

Duijn binnen een week of wat in<br />

<strong>Schiedam</strong> navolging vond, toen hij<br />

zijn Oranje Vrijstaat had uitgeroepen.<br />

Dat gebeurde op een bijeenkomst<br />

die in de aula van het Stedelijk<br />

Museum werd gehouden om daar een<br />

jeugdmanifestatie met de naam “Jes<br />

70) te openen. Ergens halverwege het<br />

programma beklom ik de preekstoel<br />

om <strong>Schiedam</strong> kabouterstad te<br />

proclameren, die voortaan tegenover<br />

het gemeentebestuur zou staan.<br />

Puntmutsen<br />

Deze onafhankelijkheidsverklaring<br />

werd door de aanwezige autoriteiten<br />

goed opgenomen. Allerwege toonde<br />

men waardering voor deze “ludieke<br />

actie” en men hoopte dat het ludiek<br />

bleef. Dat was ook in grote mate<br />

het geval. De <strong>Schiedam</strong>se kabouters<br />

kwamen niet verder dan een paar<br />

symbolische woningkraken. Eenmaal<br />

deponeerden zij uit de Schie gevist<br />

vuil voor het bordes van het<br />

stadhuis. De kerngroep bracht vijf<br />

nummers uit van de gestencilde<br />

Blijde Boodschap, officieel orgaan van<br />

<strong>Schiedam</strong> kabouterstad. De oplage<br />

steeg tot vijfhonderd exemplaren.<br />

Ook werd er handel gedreven in<br />

grote oranje puntmutsen, die van<br />

pas kwamen tijdens manifestaties.<br />

De kabouters besteedden het<br />

grootste deel van hun tijd echter<br />

aan discussiebijeenkomsten. Elke


zaterdagavond verleende Jan<br />

Schaper in zijn Zakkendragershuisje<br />

gastvrijheid aan de volksvergadering.<br />

Daar werd iedereen die ergens<br />

verstand van had, onmiddellijk<br />

beschuldigd van “manipulatie”,<br />

want de kabouters waren<br />

antiautoritair en vreesden steeds<br />

machtsvorming binnen de eigen<br />

gelederen. De kerngroep was vaak<br />

op de Vriendschapstraat te vinden<br />

in het huis van de kunstenaar Hein<br />

de Koster. Die had een activistische<br />

inslag en veel van wat hij ondernam,<br />

droeg het karakter van een<br />

performance. Dat gold ook voor de<br />

politieke partij die hij met het oog op<br />

de raadsverkiezingen van 1970 had<br />

opgericht, de Kiesbeweging Votum.<br />

Hoewel De Koster een bedrijfsmatige<br />

aanpak van de politiek voorstond,<br />

hadden zijn ideeën ook iets ludieks.<br />

Zo streefde hij naar ondergrondse<br />

toiletten. Hij voelde het timbre van<br />

de kabouters aan. Daarom stelde<br />

hij zijn huis voor hen open. Min of<br />

meer in ruil besloten zijn gasten om<br />

niet op eigen gelegenheid aan de<br />

raadsverkiezingen mee te doen, wat<br />

aanvankelijk wel in de bedoeling had<br />

gelegen.<br />

Landelijk verliep de<br />

kabouterbeweging in de herfst van<br />

1970. Dat was ook in <strong>Schiedam</strong><br />

het geval. De interesses van de<br />

initiatiefnemers gingen ergens<br />

anders heen. De volksvergaderingen<br />

verliepen. Wel bleef Jan Schaper<br />

als vanouds open huis houden voor<br />

jongeren die geïnteresseerd waren<br />

in zijn filosofieën rond het leefmilieu<br />

en de waarde van het ambacht in<br />

een maatschappij die naar zijn idee<br />

door grootbedrijf en massaproductie<br />

alle kraak en smaak verloor. Op de<br />

Mariastraat verloor Hein de Koster<br />

zich steeds meer in een wodkaroes.<br />

Oase<br />

Voor iedereen die na deze periode van<br />

activisme met de ziel onder de armen<br />

liep, was de Quibus op de Lange<br />

Haven een oase. De jongeren die de<br />

oude huizen op de Lange Achterweg<br />

en de Laan gekraakt hadden in<br />

een poging om de afbraak van dat<br />

stuk binnenstad tegen te houden,<br />

De jongeren<br />

die elkaar<br />

dankzij Schaper<br />

ontmoet hadden,<br />

ontdekten hoe zij<br />

een subcultuur<br />

deelden. Dat<br />

gevoel lieten zij<br />

niet meer los en<br />

naarmate zij verder<br />

opgroeiden, sloten<br />

hun jongere broers<br />

en zussen zich bij<br />

hen aan. Er was<br />

momentum. Zo<br />

kon het gebeuren<br />

dat Roel van Duijn<br />

binnen een week<br />

of wat in <strong>Schiedam</strong><br />

navolging vond,<br />

toen hij zijn Oranje<br />

Vrijstaat had<br />

uitgeroepen. Dat<br />

gebeurde op een<br />

bijeenkomst die<br />

in de aula van het<br />

Stedelijk Museum<br />

werd gehouden<br />

om daar een<br />

jeugdmanifestatie<br />

met de naam “Jes<br />

70) te openen.<br />

Ergens halverwege<br />

het programma<br />

beklom ik de<br />

preekstoel<br />

om <strong>Schiedam</strong><br />

kabouterstad te<br />

proclameren,<br />

die voortaan<br />

tegenover het<br />

gemeentebestuur<br />

zou staan.<br />

waren er stamgast. Toch heerste er<br />

geen politieke sfeer. De stamgasten<br />

van de Quibus voelden zich eerder<br />

“alternatief” dan revolutionair. Zij<br />

waren uit op expressie van hun<br />

gevoelens. Zij wilden ruimte voor<br />

zichzelf. Bram, Peter, Jennie en<br />

Hillie speelden daarop in met hun<br />

programmering: van het begin af<br />

aan was de Quibus een poppodium<br />

maar als een kunstenaar iets op touw<br />

wilde zetten, kreeg hij meteen alle<br />

ruimte. Bij de Quibus hielden zij van<br />

performances. Niet dat de stamgasten<br />

nu gezagsgetrouw wilden worden.<br />

Zij bestreden de overheid niet maar<br />

maakten die graag belachelijk. Op de<br />

dag dat de koning van Zweden – op<br />

bezoek bij het bedrijf Sandvik – het<br />

bordje “Sandvikstraat” onthulde,<br />

verscheen in de Quibus Keizer<br />

Wilhelm II (overtuigend neergezet<br />

door Aart Sprong, die bij gelegenheid<br />

ook uitblonk als Adolf Hitler). Deze<br />

inaugureerde de Quibussteeg, een<br />

smalle gang tussen de Lange Haven<br />

en de Hoogstraat, thans officieel<br />

Watersteeg geheten. Ook hielden<br />

de stamgasten eens een grote<br />

demonstratie met lege spandoeken<br />

onder de leuze “Wij willen niets”. Het<br />

ging hen overigens om de legalisering<br />

van hasj en wiet, die in de Quibus<br />

gaarne werden gerookt.<br />

Zo werd de Quibus de erkende<br />

tempel van de Jeugdcultuur, van de<br />

alternatieve levensstijlen en van de<br />

kunst, die recht uit het hart kwam.<br />

In de tweede helft van de jaren<br />

1970 drongen new age en oosterse<br />

profetieën door aan de stamtafel.<br />

Mede-eigenaar Peter Pijpers ging<br />

allen voor door zich aan te sluiten<br />

bij de Baghwan. Hij laat zich tot<br />

op de huidige dag leiden door<br />

new age-achtige spiritualiteit. De<br />

krakers van de Laan en de Lange<br />

Achterweg gaven van hun kant de<br />

strijd op. Zij accepteerden elders<br />

huisvesting en de achterstraten van de<br />

binnenstad kregen hun zielloze sociale<br />

woningbouw, die net als het interieur<br />

van de Quibus op zijn manier ook een<br />

blijk is van de geest uit de jaren 1970:<br />

de knus bedoelde eenvormigheid van<br />

het woonerf.<br />

Net <strong>Schiedam</strong> vermoedde ondertussen<br />

Musis 16 17 Musis<br />

dat de Quibus een<br />

verzamelplaats was voor<br />

ontaarde jeugd die aan<br />

God noch gebod deed.<br />

Men vertelde zelfs dat<br />

de uitkeringstrekkers<br />

onder de stamgasten<br />

hun weekbriefjes des<br />

zondags op de bar<br />

achterlieten. Iemand van<br />

de Quibus stopte ze dan<br />

na sluitingstijd bij de<br />

Sociale Dienst in de bus.<br />

Voor de rest was het een<br />

en al seks, drugs en rock<br />

’n roll.<br />

De werkelijkheid was<br />

anders. Net als die nette<br />

sociëteiten – De Instuif,<br />

Quousque Tandem – was<br />

de Quibus uiteindelijk<br />

een relatiemarkt. Je<br />

hoopte er het meisje of<br />

de jongen van je dromen<br />

te ontmoeten. Iemand<br />

die niet zo stijfjes was<br />

als je vader of je moeder<br />

maar degelijk alternatief.<br />

Dat zat trouwens<br />

ook achter veel<br />

activisme: je kon onder<br />

geestverwanten het<br />

geluk vinden of in ieder<br />

geval vriendschappen.<br />

Je hoorde ergens bij.<br />

Bij de Quibus werd<br />

de schil van activisme<br />

en politieke eisen<br />

afgepeld. Wat overbleef<br />

was veel muziek – en<br />

geborgenheid. Daar legt<br />

het interieur tot op de<br />

huidige dag getuigenis<br />

van af. En achter de bar<br />

staat nog steeds Hillie,<br />

die - nu met haar zoon<br />

- de zaak gaande houdt.<br />

De anderen zijn hun<br />

eigen weg gegaan, Bram<br />

Uil al na een half jaar.<br />

Als je plaats neemt<br />

op een van die oude<br />

autostoelen en je doet je<br />

bestelling, dan weet je:<br />

hier voelt het goed en<br />

Hillie is de troosteres der<br />

bedroefden. Vanavond<br />

komt er misschien blues. De musical Miep, aan de bar bedacht


STRONT AAN<br />

DE KNIKKER<br />

Susidie werd gegeven maar het wantrouwen was groot<br />

Hoewel citymarketeers,<br />

romantici met<br />

een hang naar het<br />

oude, naar huis<br />

verlangende expats<br />

en andere<br />

nostalgici van<br />

‘haringstad’ reppen<br />

als ze het over<br />

hun Vlaardingen<br />

hebben, heeft<br />

die koosnaam al<br />

decennia geleden<br />

plaatsgemaakt voor<br />

een heel andere:<br />

‘Stinkstad’.<br />

tekst: Jeroen ter Brugge<br />

foto’s: Jan Dulfer en Arie Wapenaar<br />

Zo is de bijnaam<br />

van Vlaardingen<br />

van Roodeschool<br />

tot Aardenburg,<br />

hoe hardnekkig de<br />

rechtsgeldigheid van<br />

deze door trouwe stadgenoten ook<br />

wordt weersproken. De geur van<br />

haring konden bezoekers in de 19e<br />

eeuw al weinig waarderen, maar de<br />

vaak ondragelijke stank die zich na<br />

de Tweede Wereldoorlog over de<br />

stad zou uitstorten, was voor velen<br />

reden de naam Vlaardingen hiermee<br />

te vereenzelvigen. En nog steeds is<br />

het negatieve imago niet afgeschud.<br />

Beeldvorming is hardnekkig, zeker als<br />

die tientallen jaren door de praktijk<br />

is bevestigd. De recente geschiedenis<br />

van Vlaardingen is onlosmakelijk<br />

verbonden met luchtverontreiniging<br />

en het zou geschiedvervalsing<br />

zijn als het toekomstige Museum<br />

Vlaardingen dit fenomeen en vooral<br />

hoe de maatschappij daar mee omging,<br />

niet in de vaste opstelling opneemt.<br />

De domme pech dat de stad in de<br />

frontlinie van de moderne industrie<br />

lag, bezorgde haar de bedenkelijke<br />

eer voorop te lopen in de strijd<br />

tegen het lucht- en milieubederf.<br />

Waar elders in de jaren 1960<br />

studenten die voor democratisering<br />

op de barricaden gingen, was het in<br />

Vlaardingen de luchtverontreiniging<br />

die grote maatschappelijke onrust<br />

veroorzaakte. De milieubeweging<br />

werd geboren en kwam tot wasdom,<br />

met als bekendste exponent Remi<br />

Poppe. Vijftig jaar geleden barstte de<br />

figuurlijke eerste bom bij een brand in<br />

de Eerste Nederlandsche Coöperatieve<br />

Kunstmestfabriek (ENCK).<br />

In 1963 brak op het terrein van<br />

Delta Chemie (onderdeel van de<br />

ENCK) brand uit in één van de<br />

grondstoffenloodsen. Dat kunstmest<br />

brandgevaarlijk en ook explosief<br />

was, weten we sinds de terroristische<br />

aanslagen in het afgelopen<br />

decennium. Voor menige bom<br />

vormt het de basis. Het wereldwijde<br />

succes van de kunstmest had de<br />

ENCK tot een wereldleider op dit<br />

gebied gebracht en schaalvergroting<br />

moest in de stijgende behoefte<br />

voorzien. De fabriek paste in politiek<br />

van het naoorlogse Vlaardingen,<br />

waarin naast een bloeiende<br />

industrie werkgelegenheid en<br />

goede woonomstandigheden een<br />

plaats hadden. Dat er een groeiend<br />

spanningsveld tussen deze doelen zat,<br />

was lange tijd niet aan de orde. Of<br />

werd genegeerd. Vanaf 5 november<br />

1963 ontlaadde de spanning zich<br />

voor het eerst in serieuze mate.<br />

De heftige brand, waarbij op de<br />

brandweerkorpsen van Rotterdam en<br />

<strong>Schiedam</strong> een beroep moest worden<br />

gedaan, veroorzaakte een giftige<br />

rookwolk die dankzij de weergoden<br />

tenauwernood aan Vlaardingen<br />

voorbij ging. De achter de hand<br />

gehouden hulptroepen (leger)<br />

hoefden niet te worden ingezet,<br />

maar het scheelde een haartje. De<br />

gebeurtenissen maakten indruk.<br />

Na de brand trok een legertje<br />

hoogwaardigheidsbekleders naar<br />

Vlaardingen om persoonlijk de<br />

ravage te aanschouwen. Ministerpresident<br />

Marijnen liet zich<br />

vergezellen door zijn collega van<br />

Binnenlandse Zaken Toxopeus<br />

en de Commissaris der Koningin<br />

Klaasesz. De boel werd danig wakker<br />

geschud. De oudste milieubeweging<br />

in Nederland die nog steeds actief<br />

is, werd naar aanleiding van de<br />

gebeurtenissen nog in hetzelfde<br />

jaar opgericht: de Vereniging Tegen<br />

Luchtverontreiniging (VTL). Een<br />

Musis 18 19 Musis<br />

serieuze club met serieuze mensen.<br />

Naar verluidt trokken chemici de kar,<br />

ingenieurs van het Unilever Research<br />

Laboratorium. Hoewel zij zich in<br />

woord en geschrift manifesteerden,<br />

was het geen militant-activistische<br />

groep. De strijd werd op de inhoud<br />

uitgevochten door het aanspannen<br />

van rechtszaken en het openbaren<br />

van misstanden op milieugebied.<br />

Jarenlang was de vereniging, later<br />

hernoemd in Vereniging Tegen<br />

Milieubederf, in het Cultureel<br />

Centrum Hollandia gevestigd om<br />

begin jaren 1990 naar Barendrecht<br />

te verhuizen. Bij de ENCK ging het<br />

ogenschijnlijk rustig door. Een week<br />

later werd het nieuwe kantoorgebouw<br />

feestelijk door burgemeester<br />

Heusdens geopend. Aangenomen<br />

mag worden dat bij die en andere<br />

gelegenheden een hartig woordje<br />

is gewisseld. Het gemeentebestuur<br />

zat net als de rest van de stad<br />

helemaal niet te wachten op dit<br />

soort staken in het wiel. De stad was<br />

nog lang niet klaar en op tegenslag<br />

en oppositie zat men niet bepaald<br />

te wachten. In een in 1970 door de<br />

firma Windmill (voortgekomen uit de<br />

ENCK) uitgegeven brochure met de<br />

dubbeltitel ‘Leefklimaat/Industrieel<br />

klimaat’ worden de gebeurtenissen<br />

in 1963 ‘een ernstige waarschuwing’<br />

genoemd. Ze waren aanleiding<br />

geweest voor het nemen van een<br />

reeks van maatregelen, die herhaling<br />

moest voorkomen. De boodschap<br />

was duidelijk: het bedrijf was bereid<br />

te investeren in het verbeteren<br />

van veiligheidsmaatregelen ‘om<br />

een brug te slaan tussen een<br />

verantwoord industrieel klimaat en<br />

een gezond leefmilieu’. Dat het zelf<br />

ook baat had bij het voorkomen<br />

van omvangrijke bedrijfsongevallen<br />

wordt niet expliciet vermeld,<br />

maar heeft natuurlijk ook een rol<br />

gespeeld. Directe schade en gederfde<br />

inkomsten zullen veel geld gekost<br />

hebben en verwacht mag worden dat<br />

het welzijn van de werknemers en<br />

imagoschade ook in belangrijke mate<br />

meespeelden. Tot de maatregelen<br />

behoorden het wegnemen van<br />

opwarmingsbronnen in de loodsen,<br />

een beter signaleringssysteem en een<br />

alarmprocedure dat in voorkomende<br />

gevallen adequaat gehandeld<br />

kon worden. Naast de bestaande<br />

Hinderwetgeving was er nauwelijks<br />

controle van overheidswege. Reden<br />

voor argwaan en frustratie bij een<br />

groter wordende groep burgers<br />

die zich niet overtuigd wisten van<br />

afdoende maatregelen. Sterker<br />

foto Jan Dulfer<br />

nog, het bleef stinken en tot in de<br />

jaren 1970 kon de schone was vaak<br />

direct na het buitenhangen weer in<br />

de machine omdat die door roet of<br />

andere aanslag grauw was geworden.<br />

Het mêlee aan geuren, niet de meest<br />

aangename, noodzaakte regelmatig<br />

het dragen van mondkapjes of het<br />

eenvoudig voor de neus en mond<br />

houden van een zakdoek. Verbetering<br />

bleef uit en onder delen van de<br />

bevolking borrelde het. Eén van de<br />

opkomende broeihaarden van protest<br />

en verzet was de kunstenaarssociëteit<br />

VL. 65. In 1965 opgericht door<br />

musicus Ton Stolk en kunstenaar<br />

Cor van Dorp, was dit gezelschap<br />

aanvankelijk een gemêleerde groep<br />

van kunst- en cultuurliefhebbers.<br />

Jack Tsang, sinds 1967 opvolger van<br />

Stolk als voorzitter, vat het aldus<br />

samen: ‘VL.65 was een heterogene<br />

groep. Zo was dirigent Dick Borst<br />

lid en repeteerde hij met zijn<br />

mensen in het verenigingsgebouw<br />

aan de Zomerstraat, en ook waren<br />

kunstliefhebbers en –beoefenaars<br />

van de oude garde bij de sociëteit<br />

aangesloten. Maar vanaf het begin<br />

waren er ook veel links georiënteerde<br />

aanwezig, waarvan sommige<br />

activistische ingesteld waren. Kees<br />

Vollemans, Remi Poppe en enkele<br />

anderen waren exponenten van een<br />

strijdbare en mondige beweging,<br />

die zondermeer binnen VL.65 kon<br />

opereren.<br />

VL.65-archief<br />

Ton Stolk haalde in een artikel over<br />

VL.65 in het Historisch Jaarboek<br />

Vlaardingen herinneringen op over<br />

deze ontwikkelingen, niet geheel vrij<br />

van een waardeoordeel: ‘De al of niet<br />

vermeende politiek-maatschappelijke<br />

inhoud was voor hen [de leden die<br />

afhaakten] niet alleen schokkend,<br />

maar meestal van een grenzeloze<br />

smakeloosheid.’ Gaandeweg de jaren<br />

kreeg de programmaring van VL.65<br />

naast het culturele ook een politiekmaatschappijkritisch<br />

karakter. Een<br />

flinke portie argwaan richting de<br />

gemeenteraad en de traditioneel<br />

heersende klasse was een gemene<br />

deler. Hoewel links georiënteerd,<br />

was het aantal richtingen dat onder<br />

de leden vertegenwoordigd was<br />

groot. Van anarchisten tot klassiek<br />

Marxisten. VL.65 organiseerde<br />

discussieavonden, hearings en<br />

heapings, terwijl de theoretici onder<br />

de leden het orgaan NUK benutten<br />

om de laatste communistische<br />

literatuur te bespreken of hun visie<br />

op de maatschappij te geven in het<br />

zo typisch bij deze tijd horende<br />

taalgebruik. Het fragmentarisch<br />

bewaard gebleven VL.65-archief<br />

is met dit soort geschriften een<br />

prachtig tijdsdocument en historische<br />

bron. Natuurlijk was VL.65 niet<br />

representatief voor de Vlaardingse<br />

gemeenschap. De meeste Vlaardingers<br />

stemden al dan niet traditiegetrouw<br />

op PvdA, VVD, PCG, ARP, CHU of<br />

KVP en in veel kleinere aantallen op<br />

de CPN of PSP, zoals velen binnen<br />

VL.65. Tegelijk zorgde VL.65 voor<br />

een tegengeluid, dat maar al te<br />

zeer ten stadhuize en in de krant<br />

gehoord en gelezen werd. De meest<br />

uitgesproken meningen werden<br />

geuit door een subgroep van VL.65:<br />

‘Stront aan de Knikker’ (SadK). Het<br />

was deze actiegroep, met Vollemans<br />

en Poppe als gangmakers, die NUK<br />

(met Bert van Meggelen als redacteur)<br />

voor een belangrijk deel vulden.<br />

Een vastomlijnde groep was het<br />

niet. Wie mee wilde discussiëren of<br />

meedoen aan acties, sloot zich aan.<br />

Het kenmerkt VL.65 waarin ruimte<br />

bestond voor vele geluiden, ideeën<br />

en activiteiten. In SadK legde Remi<br />

Poppe de kiem voor een activistische<br />

milieubeweging die later van grote<br />

invloed zou blijken te zijn. In 1967<br />

zit de stemming er goed in: ‘Als de<br />

luchtvervuiling ‘t ‘m niet doet, dan<br />

word je wel doodgezwegen.’ SadK<br />

treedt naar buiten met gepeperd<br />

commentaar op overheid en<br />

gezagdragers. Pamfletten worden<br />

verspreid om de denkbeelden onder<br />

de bevolking kenbaar te maken.<br />

Leen Droppert, die de vrijheid had<br />

omarmd en zichzelf meer als een<br />

anarcho-syndicalist beschouwde,<br />

herinnert zich: ‘Wanneer het weer te<br />

gek was met de viezigheid werd een<br />

plakgroep geformeerd. In mijn atelier<br />

in de voormalige Ericaschool [waar<br />

ook VL.65 zijn onderkomen had]


werden de voorbereidingen getroffen.<br />

De plakkers gingen met een pot lijm,<br />

kwast en stapel biljetten lopend of op<br />

de fiets er op uit. Ik had een Lelijke<br />

Eend en hield rijdende in de gaten of<br />

de politie in de buurt was. Wanneer<br />

dat het geval was, waarschuwde ik<br />

de plakkers, die de lijmpotten lieten<br />

staan en vrolijk doorliepen.’ Soms<br />

werd ook een afleidingsmanoeuvre<br />

gepleegd: ‘Iemand belde vooraf de<br />

politie dat hij in de Holy verdachte<br />

figuren had gezien, waarna we vrij<br />

spel hadden.’<br />

Mentale luchtvervuiling<br />

In hoeverre de acties hebben<br />

bijgedragen aan een meer kritische<br />

houding onder de bevolking is<br />

moeilijk te bepalen. De gebezigde taal<br />

was bewust opruiend en landde lang<br />

niet bij iedereen. SadK sloeg flink om<br />

zich heen en verweet de gemeenschap<br />

apathie, ook moederorganisatie VL.65:<br />

‘Aan VL.65: apathische avant-garde,<br />

in genegenheid opgedragen. ’ Om<br />

zich te onderscheiden van VL.65<br />

produceerden SadK op enig moment<br />

een eigen orgaan: NUC. Het bestuur<br />

van VL.65 wond zich hierover niet<br />

op. Jack Tsang: ‘Wij lieten iedereen<br />

vrij, maar gingen confrontaties niet<br />

de weg. De brave borsten maar ook<br />

de meer extremen. Niemand werd<br />

weggekeken en alles liep door elkaar<br />

heen.’ Binnen VL.65 was het SadK<br />

die zich het meest met het verzet<br />

tegen de luchtverontreiniging<br />

bezighield: ‘Het is niet verwonderlijk<br />

dat Vlaardingen de geboortestad is<br />

van Stront a/d knikker. Vlaardingen<br />

wordt geteisterd door industriële<br />

en mentale luchtvervuiling. …<br />

De gestorven strontlucht is in<br />

Vlaardingen ondragelijk. Het komitee<br />

[SadK] ontleent er zijn naam aan. Net<br />

zoals het de stijl van sommige van<br />

z’n pamfletten ontleende aan die van<br />

de tegenstander. (De tegenstander<br />

zo opgeblazen, dat iedereen hem<br />

wel moet zien.) We sprenkelen geen<br />

parfum. We roeren in de beerput.’<br />

En dat roeren duurde voort. Totdat<br />

op 13 april 1970 de vlam weer in<br />

de pan sloeg. Een felle brand in<br />

een van de loodsen van de ENCK<br />

waar kunstmestmengsels lagen<br />

leidde tot grote onrust en paniek.<br />

Geluidswagens waarschuwden<br />

bewoners van de omliggende<br />

gemeenten voor het vrijkomen<br />

van giftige stoffen en ook nu werd<br />

de brand met moeite geblust. De<br />

verontwaardiging was enorm en het<br />

protest dito.<br />

Leen Droppert met het mombakkes van toen, foto Arie Wapenaar<br />

Vanaf 5 november<br />

1963 ontlaadde<br />

de spanning zich<br />

voor het eerst in<br />

serieuze mate.<br />

De heftige brand,<br />

waarbij op de<br />

brandweerkorpsen<br />

van Rotterdam<br />

en <strong>Schiedam</strong> een<br />

beroep moest<br />

worden gedaan,<br />

veroorzaakte een<br />

giftige rookwolk<br />

die dankzij de<br />

weergoden te<br />

nauwer nood aan<br />

Vlaardingen voorbij<br />

ging.<br />

Honderden demonstranten kwamen<br />

op 18 april 1970 in optocht bijeen,<br />

die onder andere langs Het Hof<br />

en Liesveldviaduct leidde. Een<br />

aantal organisaties nam deel aan de<br />

demonstratie. De Stichting Leefbare<br />

Delta, een nieuwe organisatie met<br />

Remi Poppe aan het roer, coördineerde<br />

het protest. Maar ook de VTL en<br />

VL.65 waren vertegenwoordigd.<br />

Slogans en spandoeken met teksten<br />

als ‘Stankterreur’, ‘Wie stank zaait<br />

zal gif oogsten’ en ‘Vuile stinkers’<br />

werden meegedragen. Leen Droppert,<br />

beeldend kunstenaar, maakte voor<br />

de gelegenheid een levensgroot<br />

masker, dat hij als ton over zijn<br />

bovenlichaam droeg. De voorzijde<br />

vertoonde een grimassende doodskop<br />

en op de achterkant was de tekst<br />

‘Luchtverontreiniging is legale<br />

sluipmoord’ te lezen. De ‘mombakkes’<br />

zoals Droppert hem haast liefkozend<br />

noemt, is bewaard gebleven en<br />

één van de weinige objecten die<br />

aan de stormachtige periode in<br />

Vlaardings geschiedenis herinneren.<br />

Musis 20 21 Musis<br />

Tijdens de demonstratie werd er<br />

heftig gediscussieerd met ENCKwerknemers,<br />

die door de acties hun<br />

broodwinning in gevaar zagen komen.<br />

De pijlen richtten zich op de VTL, die<br />

sinds 1963 de ENCK in het vizier had.<br />

Werknemers van de kunstmestfabriek<br />

richtten in allerijl een ‘Vereniging ter<br />

bestrijding van de vereniging tegen<br />

de luchtverontreiniging’ op. Volgens<br />

de Nieuwe Vlaardingse Courant was<br />

men woedend: ‘Wij willen trachten<br />

de maatschappij te handhaven en<br />

het negatieve uit te bannen. … De<br />

initiatiefnemers hebben geen goed<br />

woord over voor de provocerende<br />

houding van de Vereniging tegen<br />

de Luchtverontreiniging in en om<br />

het Nieuwe Waterweggebied, die<br />

onlangs een felle aanval deed op<br />

de ENCK.’ Het moet Remi Poppe<br />

aan het denken hebben gezet. Aan<br />

de ene kant verzette hij zich tegen<br />

de milieuverontreiniging en aan de<br />

andere maakte hij zich sterk voor de<br />

zaak van de arbeiders. Het resulteerde<br />

in een aanpak die de arbeiders er van<br />

probeerde te overtuigen dat zij de<br />

eersten waren die profiteerden van<br />

betere veiligheidsmaatregelen en dat<br />

de acties niet tegen hen gericht waren<br />

maar tegen hun leidinggevenden. Een<br />

succesnummer.<br />

Centraal Aksiecomitee<br />

De kakelverse Stichting Leefbare<br />

Delta zou een belangrijke rol in de<br />

Nederlandse milieubeweging en de<br />

Socialistische Partij gaan spelen.<br />

Uit de stichting ontstond weer het<br />

door Poppe opgerichte Centraal<br />

Aksiekomitee Rijnmond, die de<br />

directe actie opzette en coördineerde.<br />

Het wist een grote aanhang te<br />

verwerven en betrokken te houden<br />

door een hoge organisatiegraad, die<br />

heden ten dage de SP kenmerkt.<br />

Het actievoeren werd onder Poppe’s<br />

leiding geprofessionaliseerd en werd<br />

een geduchte tegenstander van de<br />

gevestigde orde. Toen in 1972 de<br />

SP ontstond was Poppe daar bij en<br />

integreerden de actieorganisaties zich<br />

tot de Milieu Actiecentrum Nederland<br />

(MAN) met wederom Poppe als<br />

boegbeeld. De verdere geschiedenis<br />

kennen we.<br />

Terwijl Poppe bezig was de<br />

demonstratie voor te bereiden,<br />

namen leden van VL.65 en de<br />

PSP daags na de brand actie. Leen<br />

Droppert reed zijn auto met daarin<br />

Jack Tsang die met een megafoon<br />

de bevolking opriep die avond<br />

naar de raadsvergadering te komen<br />

om te protesteren. Tsang:’Toen de<br />

raadsvergadering, ook na een tijdje<br />

niet, niemand over de brand sprak,<br />

besloten Jos Noordhuizen (toenmalig<br />

voorzitter PSP en V.L.65 lid) dat<br />

we de vergadering zouden gaan<br />

verstoren om aandacht te vragen<br />

voor wat gebeurd was. Toen de<br />

raadsvergadering, ook na een tijdje<br />

niet, met geen woord over de brand<br />

sprak, besloten we opruiende teksten<br />

naar beneden te roepen. Al snel<br />

volgden de anderen, net als wij op de<br />

publieke tribune (balkon) gezeten. Het<br />

college en de raadsleden reageerden<br />

nauwelijks en dat frustreerde één van<br />

onze groep [Rob Prins, JtB] dermate<br />

dat hij naar beneden sprong om het<br />

pleidooi kracht bij te zetten. Met zijn<br />

sprong brak hij een voetbeentje en al<br />

hinkelend en achterna gezeten door<br />

VVD-raadslid Jan Madern zag hij kans<br />

af en toe iets in de microfoons van de<br />

raadsleden te roepen.’ Hoewel Tsang<br />

en Noordhuizen het netjes wilden<br />

houden, hadden zij de groep niet<br />

meer in de hand en naast de sprong<br />

verdwenen ook koffiekopjes naar<br />

beneden, zonder iemand te raken<br />

overigens. De tribune werd door de<br />

aangerukte politie ontruimd, waarbij<br />

journalist Joop Daalmeijer nog snel<br />

de meegevoerde Leen Stolk een<br />

reactie kon ontlokken. Omdat hij op<br />

een persplaats was gaan zitten, had<br />

de politie Jack Tsang laten zitten,<br />

die nadat de rust was weergekeerd,<br />

doorging met zijn protestkreten.<br />

Dat duurde maar even. Bij het<br />

politiebureau werd nog geprotesteerd<br />

om de ingerekende demonstranten te<br />

ontzetten, wat tot het nodige tumult<br />

maar niet tot resultaat leidde.<br />

De in 1968 door de Raad voor<br />

de Milieuhygiëne voor het<br />

Rijnmondgebied in werking gestelde<br />

klachtentelefoon had tegen de brand<br />

uiteraard niets uit kunnen maken<br />

en ook het in 1969 gereedgekomen<br />

automatische waarschuwingsmeetnet<br />

(de bekende snuffelpalen) liepen<br />

achter op de feiten van de ENCKbrand.<br />

Hoewel langzaam hadden de<br />

protesten wel iets teweeggebracht.<br />

Bij de overheid en ook bij<br />

sommige bedrijven was het besef<br />

doorgedrongen dat ongevallen en<br />

rampen voorkomen moesten worden.<br />

Een goed signaleringssysteem (het<br />

waarnemen) was een eerste stap. Het<br />

vergrootte ook de betrokkenheid<br />

van de burgers, die massaal gebruik<br />

gingen maken van de centrale<br />

meld- en regelkamer die zich later<br />

ontwikkelde tot de Dienst Centraal<br />

Milieubeheer Rijnmond. Taken,<br />

bevoegdheden en doelen van deze<br />

dienst evolueerden sindsdien verder.<br />

De milieuorganisaties zijn echter nog<br />

steeds actief en niet zonder reden.<br />

Na de protestacties tegen de ENCK<br />

in 1970 stierf VL.65 een langzame<br />

dood. Tsang trad af als voorzitter en<br />

met hem en Remi Poppe verdween<br />

het activisme en de energie. In de<br />

korte periode van bestaan heeft<br />

VL.65 een grote rol in het culturele<br />

leven van Vlaardingen gespeeld,<br />

maar ligt de betekenis van de<br />

sociëteit waarschijnlijk veel meer<br />

op het vlak van de politiek en het<br />

activisme. Veel van dit laatste is hier<br />

onbelicht gebleven, onder andere<br />

de acties tegen bijvoorbeeld de<br />

sanering van de binnenstad en de<br />

dictatuur in Griekenland, en voor<br />

het Jongeren Advies Centrum en de<br />

Bouwspeelplaats. Tijd kortom voor<br />

een bevlogen geschiedschrijving van<br />

VL.65.


WONEN EN<br />

WERKEN<br />

ROND DE EEST<br />

tekst: Hans van der Sloot<br />

foto’s: <strong>Gemeente</strong>archief <strong>Schiedam</strong><br />

en Restauro<br />

En opnieuw doet het voortbestaan van Mouterij De<br />

Goudsbloem in een nieuwe bestemming het nodige<br />

stof opwaaien. Nu vanwege het plan van Restauro<br />

Architecten om na ruim tien jaar van leegstand in het<br />

massieve gebouw een aantal ouderenwoningen met<br />

zorgfaciliteiten te huisvesten. De bezwaren tegen de<br />

plannen van Restauro gaan ervan uit dat de herinnering<br />

aan de vroegere bestemming van het gebouw verloren zal<br />

gaan. Architect Peter van Velzen bestrijdt dit. De eest als<br />

industrieelarcheologische kern van de mouterij blijft intact.<br />

En wordt juist beter zichtbaar gemaakt dan nu het geval is<br />

Restauro is – zoals de naam al doet veronderstellen – geen<br />

onbekende in restauratieland. En al helemaal niet in<br />

<strong>Schiedam</strong>. Bij tientallen restauratieprojecten in <strong>Schiedam</strong><br />

waren Peter van Velzen en zijn medewerkers betrokken,<br />

zoals recent de restauratie van het Huis te Poort, de<br />

winkels op de plaats van de voormalige Ooievaar, ‘herstel’<br />

van de ruïne, verbouwing van de Hoeve Sophia, de<br />

beheerderswoning op de voormalige RK-begraafplaats en<br />

verschillende monumentale woningen.<br />

Enkele maanden geleden – Musis oktober 2012 - schreef<br />

Han van der Horst over de plannen die Peter van Velzen<br />

en Joyce van der Knaap ontwikkelen voor de voormalige<br />

Sodafabriek tussen Tuinlaan en Buitenhaven. Het realiseren<br />

van een complex ouderenwoningen met zorgfaciliteiten in<br />

de voormalige mouterij De Goudbloem aan de Noordvest is<br />

Keren van het graan, foto <strong>Gemeente</strong>archief <strong>Schiedam</strong> en Eestoven met trechter<br />

een project van minstens zo grote omvang.<br />

Mouterij de Goudbloem werd in 1973 ‘in beheer genomen’<br />

door wat toenmalige krakers Hans de Ruiter en Rita<br />

Tobé later de ‘tweede generatie’ noemden. Tot de eerste<br />

generatie behoorden de jongeren die in 1967 de acties<br />

voerden voor behoud van de Brandersbuurt. Deze hadden<br />

hun plannen jammerlijk zien mislukken. Zelfs de leden<br />

van de gemeenteraad die aanvankelijk tot de vurige<br />

voorstanders van de herstelplannen hadden behoord,<br />

keerden zich uiteindelijk tegen de actievoerders. Financiële<br />

steun werd niet gevonden waardoor sympathieke plannen<br />

voor galeries, atelierwoningen en terrasjes nimmer van de<br />

grond kwamen. Wat resteerde was het centrum van alle<br />

Brandersbuurtacties, het Zakkendragershuisje. Dit was<br />

enkele jaren daarvoor door leden van de Open Studiogroep<br />

van filmer Jan Schaper zorgvuldig schoongebikt en<br />

omgevormd tot een ontmoetings- en studiecentrum, waar de<br />

filmer op vrijdag- en zaterdagvonden de jeugd onderhield<br />

met grootse visies en alleenspraken over de teloorgang<br />

van de samenleving en de verwording daarmee van film,<br />

beeldende kunst en muziek.<br />

Zoiets als het Zakkendragershuisje wilde de tweede<br />

generatie krakers ook realiseren. En dus braken Hans<br />

de Ruiter, Rita Tobé, Bertus Nooteboom, Marjan<br />

Meijer en Carl van Meerendonk de al jaren leegstaande<br />

mouterij De Goudsbloem open en gingen al snel daarna<br />

Musis 22 23 Musis<br />

met groepen vrijwilligers aan de slag. Hans de Ruiter<br />

herinnerde zich jaren later nog hoe het pand de ene<br />

dag werd gekraakt en de krakers de volgende reeds<br />

de sleutel kregen van wethouder Cor Bolmers. Er<br />

gingen geruchten dat de gemeente op de plaats van De<br />

Goudsbloem nieuwbouw wilde realiseren, maar achteraf<br />

lijkt dat zeer onwaarschijnlijk. Vrijwel de gehele vroegere<br />

Brandersbuurt lag nog braak evenals de driehoek bij de<br />

Vlaardingerstraat, het voormalige Hermes DVS-terrein met<br />

aangrenzende bebouwing en het Westmolenstraatkwartier.<br />

Als de gemeente wilde bouwen beschikte ze over een<br />

opengebroken terrein ter grote van de halve binnenstad.<br />

De zo geheten Goudsbloemgroep verkreeg als rechtspersoon<br />

na enige moeite een huurcontract dat het mogelijk maakte<br />

om in de voormalige mouterij een jongerencafé te beginnen.<br />

Dat werd het tweede in <strong>Schiedam</strong>. Kort daarvoor had een<br />

cultuurverwante groep in een voormalige distilleerderij aan<br />

de Lange Haven het jongerencafé ‘De Quibus’ gesticht.<br />

De Goudsbloemgroep dacht hierbij aan een sociaalcultureel<br />

café waar het nuttigen van drank niet centraal<br />

zou staan, maar onderdeel moest zijn van een theater,<br />

annex muziekpodium, annex studieruimte, waarin de<br />

verschillende activiteiten zoveel geld zouden opbrengen<br />

dat de verdere restauratie van het pand waarin zich nog<br />

een oorspronkelijke eest bevond daarmee mogelijk werd<br />

gemaakt.<br />

Op 30 december 1977 was het zover en ging Café De<br />

Goudsbloem open. Voor korte tijd slechts. Drie jaar<br />

later was niet alleen het weinige geld verdampt. Ook de<br />

idealen waren bezweken. Het runnen van een sociaalcultureel<br />

jongerencafé vergt meer incasserings- en<br />

organisatievermogen dan Hans, Rita en Bertus konden<br />

opbrengen. Het café werd in 1980 verpacht totdat ook deze<br />

Goudsbloem het onder nieuwe beheerders het niet langer<br />

kon bolwerken. Hans de Ruiter; ‘Een kroeg is maar een<br />

kroeg en we maakten te weinig winst om het pand verder<br />

op te knappen. Daardoor bleef van de oorspronkelijke<br />

doelstelling weinig over’. In 1987 keerden ze gedrieën<br />

echter noodgedwongen toch weer terug. Het was zonde<br />

om het gebouw leeg te laten staan. Dus keerden ze terug,<br />

verlegden de bakens en vestigden ze als uitbaters van<br />

het Restaurant de Mouterij dat het nog vijftien jaar zou<br />

volhouden en uitgroeide tot één der drukst bezochte en<br />

populairste restaurants van <strong>Schiedam</strong>.<br />

Laatste Mouterij in Nederland<br />

In de plannen van Restauro zal het vroegere restaurant de<br />

gemeenschappelijke ruimte zijn van het wooncomplex.<br />

Peter van Velzen; ‘Deze ruimte leent zich het meest voor<br />

een centrale voorziening binnen het complex. Weliswaar<br />

moet er een hoogteverschil ten opzichte van het maaiveld<br />

worden gevonden, maar deze kan aan de buitenzijde van<br />

het gebouw worden gerealiseerd. Hierdoor wordt een<br />

gemakkelijke entree verkregen op de toegangshal. In<br />

deze glazen hal die in de hoogte meerdere verdiepingen<br />

verbindt, blijven de oorspronkelijke oven en trechter<br />

van de eest bewaard. Mouterij De Goudsbloem is de<br />

laatste voormalige mouterij in Nederland waarin de<br />

oorspronkelijke eestinstallatie bewaard is gebleven. In<br />

de nieuwbouw blijft deze installatie vanuit alle hoeken<br />

en hoogten in het zicht. Ook bezoekers van het complex<br />

kunnen tijdens open monumentendagen of excursies rond<br />

de eest lopen. In de doelstellingen van de Goudsbloemgroep<br />

stond indertijd het behoud van het karakter en industriële<br />

betekenis van het gebouw centraal. Aan die doelstellingen


willen we allerminst tornen. Integendeel zelfs. Door de<br />

eest zorgvuldig te conserveren, te restaureren en af te<br />

sluiten met een twee verdiepinghoge glazen pui, wordt de<br />

monumentale waarde versterkt. Zo’n eestinstallatie is meters<br />

hoog en vervult daarmee op verschillende verdiepingen een<br />

functie.’<br />

In de tweede helft van de negentiende eeuw waren in<br />

<strong>Schiedam</strong> zestig mouterijen actief. Een rekensommetje leert<br />

dat één mouterij zo’n vijf branderijen bediende. Dit cijfer<br />

is heel grof. Mogen we ervan uitgaan dat het merendeel<br />

van de Oudhollandse branderijen met hun twaalf bakken<br />

per stelling uitgesproken kleine bedrijven waren met een<br />

beperkte productie, dan zal dit ook voor de mouterijen<br />

hebben gegolden. De vestigingsplaats van lang niet alle<br />

mouterijen is bekend en slechts van een klein aantal kan in<br />

de huidige stad de plaats worden teruggevonden.<br />

De mouterij produceerde een belangrijke grondstof voor<br />

de branderij, namelijk de gerstmout. Hiertoe werd op de<br />

bovenste vloeren van de mouterij geweekte gerst in dikke<br />

matten neergelegd om op die manier tot ontkieming te<br />

worden gebracht. Tijdens dit kiemen wordt het zetmeel<br />

in de gerst gedeeltelijk in suiker omgezet. Was deze<br />

suiker gevormd dan moest het ontkiemen worden gestopt<br />

om de suikers niet verloren te laten gaan in het verdere<br />

groeiproces. Dit stoppen gebeurde door de gerst op een<br />

lager gelegen vloer te laten drogen. Deze vloer, de eigenlijke<br />

eestvloer, was voorzien van gaatjes waardoorheen warme<br />

lucht stroomde. Deze lucht werd verwarmd in een stoof<br />

of oven en via een grote trechter naar de eest gevoerd.<br />

Oorspronkelijk bestond deze eestvloer uit stenen tegels.<br />

In mouterij De Goudsbloem werd deze in de loop van de<br />

twintigste eeuw vervangen door geperforeerde stalen<br />

platen die op ijzeren staven werden gelegd. Deze vloer<br />

is gedeeltelijk nog aanwezig en maakt deel uit van de<br />

monumentale eestinstallatie.<br />

Het werk in de mouterij bepaalde zich tot de enkele<br />

eenvoudige handelingen. Zakkendragers droegen de droge<br />

gerst naar de eerste vloer, waarna het graan – na te zijn<br />

geweekt - tot op de bovenste verdieping werd getakeld<br />

om daar te ontkiemen. Regelmatig moest het natte graan<br />

worden gekeerd om broei te voorkomen en tevens te zorgen<br />

dat de korrel voldoende zuurstof kreeg voor het verloop<br />

van het kiemproces. Na enkele dagen was dit voltooid<br />

hetgeen de mouter vaststelde aan de hand van de lengte<br />

van de kiem en kon de jonge mout op de eestvloer worden<br />

uitgestort. Speciale werktuigen waren niet nodig, de<br />

vakbekwaamheid beperkte zich tot de elementaire kennis<br />

van het kiemen waarna het stoken van de stoven met enig<br />

beleid moest gebeuren. De lucht moest voldoende warm<br />

zijn om de gerstmout te drogen maar koel genoeg om te<br />

voorkomen dat de kiemen verbrandden en zich in het graan<br />

caramel vormde.<br />

Oorspronkelijke constructie bewaard<br />

De voornaamste karakteristiek van een mouterij wordt<br />

gevormd door de constructie. Het natte graan maakte dat<br />

de constructie zwaar en in onze ogen overgedimensioneerd<br />

was uitgevoerd.<br />

Peter van Velzen; ‘Dit is ook de reden dat we de<br />

oorspronkelijke constructie van het gebouw intact laten. De<br />

trappen en liftinstallatie worden aan de achterzijde van het<br />

gebouw in een vrijstaande kolom geplaatst. Daarin wordt de<br />

scheefstand van het gebouw beklemtoond door de liftkoker<br />

met een glazen verbinding visueel los te maken van het<br />

gebouw.’<br />

Van Velzen: ‘Veel werk hebben we gemaakt van de<br />

dakopbouw. Oorspronkelijk moet het gebouw een kap<br />

Musis 24 25 Musis<br />

hebben gehad, afgaande althans op de bouwtekeningen<br />

van omstreeks de helft van de negentiende eeuw. Er<br />

is echter geen oude foto te vinden waarop deze ook<br />

echt op het gebouw staat. Ook de bouwsporen zijn niet<br />

eensluidend. De opbouw zoals wij die voor ogen hebben is<br />

terughoudend op het dak geplaatst en volgt de structuur<br />

van het hoofdgebouw en latere aanbouw. In de uitvoering<br />

hebben we gekozen voor materialen die dicht bij het<br />

historische gebouw staan zoals zink en zwart geteerd hout.<br />

In de voormalige branderijen – waarvan er overigens niet<br />

één bewaard is gebleven – werd de bovenbak ook steevast<br />

in zwart geteerd hout uitgevoerd. De opbouw voegt zich<br />

daarmee naar een beeld zoals dat in het verleden heeft<br />

bestaan.’<br />

Door de eest<br />

zorgvuldig te<br />

conserveren, te<br />

restaureren en in<br />

een beschermende<br />

glazen kolom te<br />

plaatsen, wordt<br />

de monumentale<br />

waarde versterkt.<br />

Zo’n eestinstallatie<br />

is meters hoog en<br />

vervult daarmee<br />

op verschillende<br />

verdiepingen een<br />

functie.<br />

Gebouwaanzicht op de<br />

Noordvest<br />

Achterzijde van het gebouw<br />

met trappenhuis en liftkoker<br />

De centrale ontmoetingsruimte<br />

op de begane<br />

Ook in de gevels worden nagenoeg geen veranderingen<br />

aangebracht. In zijn verschijningsvorm wordt De<br />

Goudbloem als voormalige mouterij geheel intact gelaten.<br />

Dit voeren de architecten zelfs door in de achtergevel<br />

die voor het publiek nagenoeg verborgen blijft. Zelfs de<br />

industriedeur blijft intact en de grote boogvensters aan<br />

deze kant worden weer als ramen uitgevoerd. Van Velzen;<br />

‘Het gaat erom het gebouw dat in wezen bestaat uit grote,<br />

lege graanvloeren rondom de trechter en oven van de eest<br />

intact te laten en ook de oorspronkelijke inrichting met de<br />

zware kolommen en balken in het zicht te houden. Ook<br />

bewoond blijft het gebouw een oude mouterij. Herkenbaar<br />

voor iedereen die zich interesseert voor de geschiedenis van<br />

<strong>Schiedam</strong>.’


STAND-UP<br />

BIBLIOTHEEK<br />

DE MONOPOLE<br />

tekst en foto,s: Imaan Norris<br />

MET<br />

de opening op 2 februari 2013<br />

van de Stand-up bibliotheek in de<br />

benedenruimte van de vroegere<br />

volksbioscoop Monopole voegt de Bibliotheek <strong>Schiedam</strong><br />

een tijdelijk cultuurlaboratorium toe aan de bestaande<br />

voorzieningen. Het is een bibliotheek, maar dan anders.<br />

Zonder boeken, maar wel met de mogelijkheid om geleende<br />

spullen terug te brengen en vooraf bestelde boeken, strips<br />

en cd’s terug te bezorgen. Het is een ontmoetingspunt<br />

waarin de ontmoeting tussen mensen, tussen mensen en<br />

cultuur en media centraal staan. Wie wil maakt gebruik van<br />

het gratis wifinetwerk, koffie en warmte zijn verzekerd,<br />

Musis 26 27 Musis<br />

voor op- en aanmerkingen is er een geduldig oor en wie de<br />

bibliotheek wil gebruiken voor het maken van afspraken is<br />

al evenzeer welkom.<br />

In de Monopole geeft de Bibliotheek <strong>Schiedam</strong> vorm aan<br />

de Nieuwe Bibliotheek zoals deze werd beschreven in het<br />

Beleidsplan 2012-2015. De informatiebehoefte van het<br />

Nederlandse publiek is in korte tijd ingrijpend gewijzigd.<br />

Boeken vormen een onderdeel van het totaalaanbod aan<br />

media dat de gebruiker tegenwoordig ten dienste staat. En<br />

hoe jammer misschien ook, dit onderdeel neemt in omvang<br />

en betekenis af. Waren de lees- en studiezaal in het verleden<br />

faciliteiten waarop door een groot aantal lezers, scholieren<br />

en studenten een beroep werd gedaan, de studieruimte van<br />

nu is een digitale werkplek, met alle levendigheid vandien.<br />

Werkplekken en Leestafel<br />

In de voormalige bioscoop zijn nu werkplekken, een<br />

leestafel met tijdschriften en kranten, een selectie boeken en<br />

beeldschermen te vinden.<br />

De Bibliotheek <strong>Schiedam</strong> gebruikt dit monumentale pand<br />

voorlopig voor zes maanden om dichter bij de mensen<br />

te zijn en zo bij te dragen aan het culturele klimaat in<br />

de binnenstad. “Deze tijdelijke vestiging zien wij als<br />

laboratorium” aldus Karin Visser, directeur van de<br />

Bibliotheek <strong>Schiedam</strong>.<br />

Kars Veling, de voorzitter van de Vereniging Openbare<br />

Bibliotheken, zei in zijn openingstoespraak bij deze eerste<br />

Stand-up bibliotheek: ‘De bibliotheek is een plek waar<br />

mensen verbinding zoeken en vinden op het gebied<br />

van informatie. Het gaat er uiteindelijk om wat men met<br />

informatie wil. In dit licht kan de bibliotheek overal<br />

opduiken’.<br />

Met de bezuinigingen die ook de bibliotheek treffen, wordt<br />

vaak verondersteld dat het in deze tijd van digitalisering<br />

ook wel wat minder kan met investeringen in faciliteiten en<br />

dienstverlening. Veling: ‘Dat is dan verkeerd gedacht. In<br />

‘the Cloud’ kun je geen koffie drinken of je kind voorlezen.<br />

In de toekomst zie ik voor me dat de Bibliotheek op alle<br />

manieren benaderbaar is, op plekken waar de mensen te<br />

vinden zijn, want daar vind je de verbindingen zoals in<br />

deze schitterende woonkamer’.<br />

Ook cultuurwethouder Johan Grijzen nam een voorschot<br />

op de toekomst. “De bibliotheek van morgen is tijdloos,<br />

zet aan het denken en moet de huiskamer van de stad<br />

zijn’. Hij keek terug naar de jaren 1960 toen zijn oom een<br />

boekenwinkel in een achterstandsbuurt had. ‘In die tijd<br />

was dat een buurtvoorziening die ertoe deed, mensen<br />

werden daar geholpen met lezen en andere informatie.<br />

De buurtboekhandel (en bibliotheek zoals <strong>Schiedam</strong> en<br />

Vlaardingen er meerdere hadden) was de huiskamer van<br />

de buurt. De vraag is hoe zo’n huiskamer in deze tijd<br />

ingevuld moet worden. Er zijn er nu meerdere ruimtes<br />

nodig; kinderkamers, <strong>Schiedam</strong>kamers, grootletterkamers<br />

en voorleeskamers. De Bibliotheek <strong>Schiedam</strong> heeft dit in<br />

de Stand-up bibliotheek samen weten te brengen in deze<br />

schitterende huiskamer van de stad in de voormalige<br />

bioscoop. Ook al een begrip bij alle oudere <strong>Schiedam</strong>mers’.<br />

Tot slot werd een oranje lint, bevestigd aan een groot<br />

beeldscherm, doorgeknipt. “niet de boeken maar de digitale<br />

mogelijkheden krijgen hier een extra podium” benadrukte<br />

directeur Karin Visser.<br />

Daarna was de beurt aan vijf leden van de voorleesbrigade<br />

van de Bibliotheek <strong>Schiedam</strong>. Zij brachten het verhaal De<br />

bibliotheek van Babel uit het boek De Aleph van Jorge<br />

Luis Borges ten gehore. “Het paradijs als een oneindige<br />

bibliotheek”<br />

Meer nieuwe locaties<br />

De Openingstijden van de Stand-up bibliotheek zijn op<br />

gewone dagen (met uitzondering van maandag) van 10.00<br />

tot 17.00 uur, en op koopzondagen van 12.00 tot 17.00 uur<br />

(vanaf maart)<br />

Sinds 30 januari heeft Jeugdbibliotheek de Klinker, in<br />

Basisschool De Klinker aan de Bernardus IJzerdraatsingel 1,<br />

een uitgebreide collectie jeugdboeken en andere materialen<br />

beschikbaar voor kinderen in de wijk en de overige<br />

basisscholen in Noord.<br />

De openingstijden zijn woensdagmiddag van13.30 tot 16.30<br />

uur, vrijdag van 15.15 tot 16.30 uur en zaterdag van 10.00<br />

tot 12.00 uur.<br />

Op maandag 11 februari opent ook de Bibliotheek <strong>Schiedam</strong><br />

De Nieuwe Harg aan het Hargplein 116 haar deuren. Hier<br />

wordt een compacte collectie geplaatst, bestaande uit<br />

grootletterboeken, streekromans en actuele romans. Ook<br />

zijn hier tijdschriften, kranten en wifi beschikbaar.<br />

De openingstijden zijn maandag, dinsdag en vrijdag van<br />

10.00 tot 12.00 uur en woensdag en donderdag van 10.00<br />

tot 17.00 uur.


ALLES IN DE<br />

BOEKHANDEL<br />

Stijlvol Frans hofballet uit<br />

de 18e eeuw én duizelingwekkende<br />

dans van nu. Of een<br />

lichtvoetige, literaire avond<br />

beleven en zelf lekker dansen<br />

op het jaarlijkse Boek&Bal.<br />

En nog heel veel meer!<br />

Exclusieve hoogtepunten uit het<br />

nationale én internationale cultuurprogramma,<br />

te beleven in<br />

<strong>Schiedam</strong>. Lekker dichtbij, net<br />

als de artiesten op het podium.<br />

Tentoonstellingen, concerten,<br />

theater voorstellingen en fi lms<br />

van wereldklasse. Om van te<br />

watertanden. Dat geldt ook voor<br />

het culinaire aanbod: Frans,<br />

Hollands, Japans, Italiaans. Het<br />

kan allemaal in de bruisende<br />

binnenstad van <strong>Schiedam</strong>.<br />

Stel uw culturele dag samen op<br />

www.ontdekschiedam.nu<br />

Boekhandel J.S. van Leeuwen<br />

Broersvest 85<br />

3111 ED <strong>Schiedam</strong><br />

Boekhandel Post Scriptum<br />

Hof van Spaland 31<br />

3121 CA <strong>Schiedam</strong><br />

MAAR OOK<br />

COMPLEET OP<br />

INTERNET<br />

Cultuur in <strong>Schiedam</strong>. Het allerbeste héél dichtbij<br />

BEELDENDE KUNST – THEATER – FILM – LITERATUUR – MUZIEK Kijk voor het totale aanbod op www.ontdekschiedam.nu<br />

Stedelijk Museum<br />

<strong>Schiedam</strong><br />

Nederlandse kunst van<br />

na 1945<br />

www.boekhandelvanleeuwen.nl<br />

www.theateraandeschie.nl<br />

www.jenevermuseum.nl<br />

www.postscriptum.nl<br />

www.stedelijkmuseumschiedam.nl<br />

Theater<br />

aan de Schie<br />

Het stadstheater van<br />

<strong>Schiedam</strong><br />

<strong>Schiedam</strong><br />

Lange Haven 54-56<br />

Tel. 010-4732751<br />

Rotterdam-Centrum<br />

Delftsevaart 26<br />

Tel. 010-2132993<br />

Rotterdam-H'berg<br />

Bergse Dorpsstraat 25<br />

Tel. 010-2180067<br />

www.debontekoe.nl<br />

15 MAART 2013 – ’T HUIS TE POORT<br />

FEEËRIEKE<br />

FRANSE<br />

HOFDANS UIT<br />

DE 18E EEUW<br />

Jenevermuseum<br />

De ziel van <strong>Schiedam</strong><br />

Wenneker Cinema<br />

De beste fi lms op de<br />

mooiste locatie<br />

www.wennekercinema.nl<br />

Musis 16<br />

foto: Laurent Gayte<br />

23 MAART 2013 –THEATER AAN DE SCHIE<br />

& DE BIBLIOTHEEK SCHIEDAM<br />

BOEK&BAL:<br />

HET HOOGTE-<br />

PUNT VAN DE<br />

BOEKENWEEK<br />

’t Huis te Poort<br />

Oude muziek, literatuur,<br />

fi lm en meer<br />

www.huistepoort.nl<br />

Hugo Borst, foto: Artiestenbureau Rotterdam<br />

De Ketelfactory<br />

Projectruimte voor kunst,<br />

wetenschap, fi losofi e en<br />

spiritualiteit<br />

www.deketelfactory.nl<br />

3 MAART 2013 – THEATER AAN DE SCHIE<br />

CONNY<br />

JANSSEN<br />

DANST ‘ZOUT’<br />

De Bibliotheek<br />

<strong>Schiedam</strong><br />

www.debibliotheekschiedam.nl<br />

Westvest90-kerk<br />

Klassieke muziek van<br />

alle tijden<br />

www.westvest90.nl<br />

foto: Raymond de Vries<br />

Musis 28 29 Musis<br />

19.30u - 01.00u<br />

Handling HACCP Cleanroom<br />

Drukwerk Printen Mailing<br />

Postbezorging Houtindustrie<br />

Groen- en Milieuservices<br />

Detachering Enquêtes<br />

Tel. (010) 204 10 00<br />

www.boekenbalschiedam.nl<br />

Stadserf 1 - De Bibliotheek <strong>Schiedam</strong> -Theater aan de Schie<br />

€15,-


Zonder titel, 2009, houtskool en conté op gekleurd papier, 37,5 x 110 cm, collectie kunstenaar<br />

Levend en werkend<br />

tussen twee culturen,<br />

verbindt Aji V.N.<br />

in zijn schitterend<br />

doorwerkte<br />

tekeningen de<br />

rijke culturele<br />

tradities van zijn<br />

geboorteland Kerala<br />

en het Nederland<br />

waar hij sedert tien<br />

jaar woont. Zijn<br />

oeuvre is vanuit<br />

elk gezichtspunt<br />

fascinerend.<br />

De rivier de Ganges, verpersoonlijking van de<br />

macht en reinigende kracht van de godheid<br />

Shiva, stroomt vanaf de Himalaya tot aan<br />

West-Bengalen en Bangladesh door India als<br />

heilige rivier. Deze heilige rivier vervloeit<br />

met alle water van de wereld en is daarmee<br />

de bron van alle bestaan. Ook al stroomt het uit de kraan of<br />

valt het in een regenbui op aarde: waar water is, is eenheid<br />

met de goddelijke oorsprong. Voor Aji V.N. (1968) is dit<br />

een troostrijke gedachte als hij heimwee heeft naar zijn<br />

geboorteland India. Hij verliet het tien jaar geleden om zich<br />

te voegen bij zijn Nederlandse vrouw, de kunstenares Juul<br />

Kraijer.<br />

Water speelt in zijn werk een belangrijke rol. Het water van<br />

de stromende rivier, zoals bijvoorbeeld in de aandoenlijke<br />

tekening met de badende olifanten. De grote tekening heeft<br />

een breed formaat en laat het oog van de beschouwer van<br />

links naar rechts gaan, met de stroom mee.<br />

Of het water van de brekende golven op het strand in de<br />

prachtige tekening uit 2008, dat het Stedelijk Museum voor<br />

haar eigen collectie aankocht. Ook hier zorgt het brede<br />

formaat van de tekening ervoor, dat het lijkt alsof je zelf bij<br />

maanlicht op het strand staat, je kijkt naar de hemelhoge<br />

sterrenlucht en de eindeloze zee achter de golven. De<br />

tekening is vooral zo mooi omdat het met wit krijt getekend<br />

is op zwart papier. Het wit van de omslaande golven komt<br />

des te beter tot zijn recht tegen het zwart van de nacht.<br />

Het water manifesteert zich eveneens in zijn kleinste<br />

deeltjes, in de mist. In een vochtrijke lucht in het<br />

regenseizoen, zoals in de tekening uit 2009 met helgroene<br />

bomen tegen een dreigende grijze lucht op de achtergrond.<br />

Maar ook in de sneeuwlucht van een van zijn Hollandse<br />

landschappen bepalen deze kleine waterdeeltjes de sfeer.<br />

Musis 30 31 Musis<br />

Water in wat voor een vorm dan ook is vaak ook binnen<br />

een werk vaak een bindend element.<br />

Naast zijn natuurlandschappen, of het nu vergezichten<br />

zijn of close-ups van gefantaseerde bloemen, tekent hij<br />

ook mensen. Zo maakte Aji V.N. een serie monochrome<br />

tekeningen van naakte mannen en vrouwen met enorme<br />

kapsels. Deze mensen bestaan echt en behoren tot de<br />

kleine, maar in India manifeste groep van tantrische asceten<br />

die de complete onthechting zoeken en zich buiten elke<br />

maatschappelijke conventie hebben geplaatst. Hun haar kan<br />

meterslang zijn, hun bezittingen niet meer dan ze bij zich<br />

dragen. Hij tekent ze met houtskool op gekleurd papier,<br />

of beter gezegd, hij laat ze uit de achtergrond tevoorschijn<br />

komen. Aji V.N. tekent geen lijnen, hij bewerkstelligt de<br />

contouren door een subtiel spel van licht en schaduw. De<br />

mannen en vrouwen staan niet op de grond, ze hebben<br />

geen decor, ze maken deel uit van hun eigen grenzeloze<br />

ruimte.<br />

Aji V.N.; ‘Alles in het universum heeft overeenkomsten.<br />

Het is dezelfde energie, die verschillende gedaanten<br />

aanneemt. Voor mij was het een ontdekking dat een<br />

landschap met bomen, de golven van de zee of een groep<br />

mensen, verschillende uitingen zijn van één en dezelfde<br />

energie, die niet alleen uit de natuur voortkomt, maar ook<br />

ontstaat in de handeling van het tekenen. Bevrijdend aan<br />

dat besef was de conclusie dat ik die energie dan ook op<br />

papier verschillende gedaanten kon laten aannemen’.<br />

Aji V.N. verkrijgt eenheid in zijn werken met zijn<br />

doorwerkte techniek. Hij tekent met houtskool en pastel,<br />

gumt het uit en voegt weer iets toe, net zo lang totdat<br />

hij tevreden is over de balans tussen de tekening en de<br />

achtergrond. Soms ligt het pastelkrijt als poeder op het<br />

papier, in andere tekeningen het houtskool door het vele<br />

DE MEE-<br />

SLEPENDE<br />

WERELD VAN<br />

AJI V.N.<br />

Tekst: Froukje Holtrop<br />

Foto’s: Peter Cox<br />

gummen en tekenen met het papier versmolten lijkt.<br />

In de meeste werken zie je een duidelijke voorgrond, de<br />

plek waar het tafereel zich afspeelt, getekend tegen een<br />

vage achtergrond. Die vage achtergrond wekt de suggestie<br />

dat het afgebeelde achter en buiten de rand van het papier<br />

doorgaat. Alsof het afgebeelde een toevallige uitsnede is uit<br />

die eindeloze wereld. Een wereld die er altijd was en altijd<br />

zal zijn. Het opgeroepen idee van oneindigheid versterkt<br />

het verstilde karakter en de rust in zijn werk.<br />

Verstild is het, maar saai is het beslist niet. Zijn<br />

kleurgebruik is bijzonder en sterk. Aji V.N. kiest prachtige<br />

kleuren. Zo zie je zinnenprikkelend helder rood, helder<br />

blauw en helder groen in combinatie met subtiele grijzen


DE UITGAVE VAN MUSIS WORDT MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR:<br />

DE UITGAVE HERMAN VAN MUSIS JANSEN WORDT BEVERAGES MEDE MOGELIJK B.V., GEMAAKT SCHIEDAM DOOR:<br />

BASTIAANS & VAN RIET ACCOUNTANTS, SCHIEDAM<br />

BASTIAANS & VAN RIET ACCOUNTANTS, SCHIEDAM<br />

BOKX VASTGOED BGS GRAFISCH, ONTWIKKELING SCHIEDAM B.V., ROTTERDAM<br />

BOKX VASTGOED ONTWIKKELING B.V., ROTTERDAM<br />

FACILICOM BEDRIJFSDIENSTEN, SCHIEDAM<br />

FACILICOM BEDRIJFSDIENSTEN, SCHIEDAM<br />

FONTIJNE BEHEER B.V., VLAARDINGEN<br />

FONTIJNE BEHEER B.V., VLAARDINGEN<br />

HATENBOER WATER – DRINKWATERBEHANDELING, SCHIEDAM<br />

HATENBOER WATER – DRINKWATERBEHANDELING, SCHIEDAM<br />

IRADO, AFVAL, REINIGING EN DIENSTVERLENING, SCHIEDAM<br />

IRADO, AFVAL, REINIGING EN DIENSTVERLENING, SCHIEDAM<br />

NICOVERKEN HOLLAND B.V., SCHIEDAM<br />

NICOVERKEN HOLLAND B.V., SCHIEDAM<br />

SNELWEG TRANSPORT, SCHIEDAM<br />

SNELWEG TRANSPORT, SCHIEDAM<br />

Musis 32 33 Musis<br />

Zonder titel, 2008, houtskool op gekleurd papier, 160 x 113 cm,<br />

en bruinen. Het is echter niet een bont geheel van kleuren,<br />

hij kiest nooit meer dan drie kleuren per tekening die<br />

verschillen van intensiteit en elkaar daarom in aandacht niet<br />

verdringen. Soms tekent hij maar met een kleur, met zwart<br />

houtskool, maar dan wel op gekleurd papier. Het bijzondere<br />

effect daarvan is dat het lijkt alsof het (gekleurde) licht<br />

vanachter de tekening komt.<br />

Kunst is voor Aji V.N. een manier om tot de werkelijkheid<br />

door te dringen. Het vergt veel onderzoek naar een bepaald<br />

onderwerp om tot een kunstwerk te komen. Tegelijkertijd is<br />

een werk pas een kunstwerk voor hem als het iets herbergt<br />

en vertelt dat eigenlijk buiten het papier omgaat, iets dat<br />

eigenlijk niet te tekenen is. Aji V.N.; ‘De visuele ervaring is<br />

als een stilzwijgend, vriendschappelijk samenzijn, waarin<br />

inzichten worden uitgewisseld over de wereld, maar ook<br />

over onszelf’.<br />

Tekenen heeft de uit Kerala afkomstige kunstenaar<br />

altijd gedaan. En krijt behoorde daarin tot zijn favoriete<br />

materiaal. In de deelstaten Tamil Nadu en Kerala – in<br />

het uiterste zuiden van India - is het tekenen met krijt<br />

een nog altijd wijdverbreide menging van volkskunst<br />

en religie. Heilwensen, zegeningen dankbaarheid aan de<br />

goden, worden verbeeld met grote, vaak veelkleurige<br />

krijttekeningen voor de deur van huizen en winkels,<br />

waaraan soms dagen wordt gewerkt.<br />

Als kind reisde hij veel en leerde<br />

verschillende omgevingen kennen.<br />

Zijn vader was inspecteur bij het<br />

Ministerie van Volksgezondheid en<br />

werd vaak overgeplaatst. Van zijn<br />

zuster leende hij een biografie over Raji<br />

Ravi Varma (1848-1906), de schilder<br />

die als eerste in India realistische<br />

olieverfschilderijen maakte naar westers<br />

model, waarvan hij zich herinnert;<br />

‘Maar wat mij bijzonder intrigeerde<br />

was de bewering dat hij ‘zeer levendig’<br />

Alles in het universum<br />

heeft overeenkomsten. Het<br />

is dezelfde energie, die<br />

verschillende gedaanten<br />

aanneemt. Bevrijdend aan<br />

het besef hiervan was<br />

de conclusie dat ik die<br />

energie dan ook op papier<br />

verschillende gedaanten<br />

kon laten aannemen.<br />

werk maakte, schilderijen die ‘boordevol leven’ zaten’. De<br />

westerse kunstgeschiedenis was maatgevend in het Indiase<br />

kunstonderwijs, op de academies in Trivandrum en New<br />

Delhi die hij bezocht, en domineerde aanvankelijk ook<br />

Aji V.N.’s gedachten over kunst. De ontmoeting met de<br />

vrouw die zijn echtgenote zou worden, Juul Kraijer, bracht<br />

daar verandering in. Zij leerde hem dat je ook een eigen<br />

ontwikkeling in de kunst kan doormaken.<br />

In de hedendaagse kunst kun je niet meer spreken<br />

van nationaal gebonden kunst en al helemaal niet bij<br />

kunstenaars die in het ene land opgroeien en opgeleid<br />

zijn, en in een ander land wonen en werken. Maar<br />

grappig genoeg doet het werk van Aji V.N., ondanks dat<br />

maatgevende kunstonderwijs op westerse leest geschoeid,<br />

sterk denken aan de traditionele Indiase kunst met<br />

taferelen uit de hindoeïstische mythologie met mythische<br />

figuren op eindeloze zeeën en bergketens. Meer dan aan de<br />

academische westerse kunst, waar bijvoorbeeld de tekening<br />

belangrijker werd geacht dan de sfeer en het rationele<br />

gaat voor het zinnelijke. Daarnaast doen zijn gebruik<br />

van krijt en pigmenten denken aan het werk van Anish<br />

Kapoor, de eveneens van oorsprong Indiase hedendaagse<br />

kunstenaar. De zinderende kleuren horen meer thuis in<br />

India dan in Europa. Maar het werk van Aji V.N. is vooral<br />

heel erg zijn eigen werk. Hij heeft een<br />

ongeziene, prachtige, subtiele stijl,<br />

waarmee tekeningen maakt die in<br />

overzichtstentoonstellingen zoals All<br />

About Drawing er uit springen. Met<br />

zijn kleuren prikkelt hij je zintuigen<br />

en nodigt hij je uit in zijn wereld die<br />

beheerst wordt door een serene sfeer.<br />

En bij elke tekening weer.<br />

Tot 14 april te zien in het Stedelijk<br />

Museum <strong>Schiedam</strong>.


Museumvondsten<br />

tekst : Jeroen ter Brugge<br />

LAAN ONS GENOEGEN<br />

Een rommelig hoekje in de marge van <strong>Schiedam</strong>. En om<br />

het met een gemeenplaats te duiden: schilderachtig. Een<br />

zoekplaatje waar ook kenners van het oude <strong>Schiedam</strong><br />

pas na aandachtig studeren het over eens zijn dat het een<br />

doorkijkje vanuit de Polder Nieuwland op de Vellevest<br />

moet zijn. Met links, half zichtbaar de heul in de Vellevest<br />

voor een slootje dat leidde naar de watermolen aan de<br />

Vlaardingerstraat en de achter deze straat gelegen uitloop<br />

van de Zijlsloot. Met rechts boven de huizen uit, molen De<br />

Drie Koornbloemen. Links geschakelde arbeiderswoninkjes<br />

en rechts vermoedelijk de nering van een spoelingboer.<br />

Het was niet de bovenlaag die hier woonde. De<br />

omstandigheden moeten karig geweest zijn, om het woord<br />

schamel niet in de mond te nemen. Om wat ruimte te<br />

winnen werden aan de huisjes aanbouwtjes getimmerd,<br />

voor wat kippen of als bergplaats. Het vormde een vrij<br />

geïsoleerd buurtje onderaan de Vlaardingerdijk en met<br />

de Vellevestsingel aan de andere kant. Met romantisch<br />

klinkende straatnamen als de Laan Ons Genoegen en Gang/<br />

Laan van Odé, maar of het leven hier altijd zo aangenaam<br />

was, kan betwijfeld worden. Toen het buurtje begin jaren<br />

vijftig gesloopt werd, was het niet veel meer. Het einde<br />

zat er duidelijk aan te komen en veel werd er niet meer<br />

geïnvesteerd. Hoe anders was dit van de 17e tot begin 19e<br />

eeuw. Hadden de toenmalige quote 500 – genomineerden<br />

avant la lettre een buitenplaats op het platteland, de<br />

duinen of in de bossen, de gegoede middenklasse vond<br />

zijn vertier net aan de rand van de stad. Inderdaad:<br />

tussen Vlaardingerdijk en Damlaan. Hier hadden zij hun<br />

moestuinen met theekoepel, waar zij het gedruis van<br />

de stad konden ontvluchten. Ook aan deze mode kwam<br />

een einde en wat resteerde was de naam van het paadje<br />

waarmee de tuinen bereikbaar waren (‘Laan Ons Genoegen’)<br />

en een enkel buitenhuisje met erker, dat op een enkele 19e<br />

eeuwse foto nog te zien is. De <strong>Schiedam</strong>se officieren lieten<br />

hier hun clubgebouw bouwen, waar in de 20e eeuw nog<br />

Foto: Arie Wapenaar Particuliere Collectie<br />

menige vereniging zijn hoogtijdagen hield. De Werdegang<br />

was echter ingezet. Arbeiderswoningen werden gebouwd<br />

te midden van de oude opstallen, waarvan enkele als<br />

boerenbedrijfjes dienst gingen doen. Oudere <strong>Schiedam</strong>mers<br />

herinneren zich de varkensboeren, die hun schare met<br />

spoeling vetmestten. Voetbalvereniging ‘De Rode Zon’<br />

had zijn speelveld op een aangrenzend weiland. Het<br />

expressionistische olieverfschilderij uit de jaren 1930-1940<br />

toont het contrast tussen het wat rustieke buurtje en de<br />

dicht opeengepakte bebouwing binnen de vesten. Het<br />

ging de schilder, Dan (Daniël Wilhelm) Bekking om de<br />

sfeer en niet zozeer om de details. De verhoudingen lijken<br />

hier en daar ook wat zoek. De in 1906 in Haarlem geboren<br />

kunstenaar volgde de Academie van Beeldende Kunsten<br />

in Rotterdam maar heeft voor zover bekend nauwelijks<br />

topografisch werk in of rondom de Maasstad gemaakt.<br />

Direct na zijn academietijd vertrok hij naar Parijs waar hij<br />

zich aansloot bij een groep leidende Fauvisten. Hij kende<br />

een periode van succes met onder andere exposities in de<br />

Salon des Indépendants en de Salon des Tuileries, maar in<br />

1939 kwam daar een abrupt einde aan. Enkele opdrachten<br />

en wellicht familiebezoek brachten hem in Nederland<br />

en toen hij terug wilde reizen, kwam hij Frankrijk niet<br />

meer in. De oorlog met Duitsland was uitgebroken en<br />

hij keerde onverrichterzake terug naar Nederland. Hij<br />

sloot zich in Amsterdam aan bij De Onafhankelijken,<br />

een kunstenaarsgenootschap dat zich aansloot bij<br />

de Kultuurkamer. Hij was bestuurslid en tot in 1944<br />

exposeerde hij. Een erg dubieuze rol zal hij niet gespeeld<br />

hebben, want na de oorlog trad hij als snel weer in de<br />

‘gezuiverde’ sociëteit aan als bestuurslid. Grote successen<br />

bleven verder uit en een baan als tekenleraar op het<br />

middelbaar onderwijs voorzag hem mede in zijn onderhoud.<br />

Wanneer hij de <strong>Schiedam</strong>se voorstelling schilderde, is<br />

onbekend. Mogelijk tijdens een bezoek aan zijn broer, het<br />

Rotterdamse raadslid W.D. Bekking.<br />

Musis 34 35 Musis<br />

Iedere Musis worden twee museale objecten uit niet-<strong>Schiedam</strong>se en niet-Vlaardingse collecties<br />

gepresenteerd, soms onbekende stukken, soms in de vergetelheid geraakte.<br />

Foto: Arie Wapenaar Particuliere Collectie<br />

SCHUIMT … EN KAN NIET KRASSEN!<br />

Jarenlang was de titel van deze museumvondst het credo<br />

van het schuurmiddel Vim. Vanaf het begin (1904), toen het<br />

door Lever Brothers in Engeland werd geïntroduceerd, was<br />

het een succes. Voorheen werd er met borstels en andere<br />

veel grovere schuurmiddelen gewerkt, wat natuurlijk de<br />

nodige sporen achterliet. De truc van Vim was dat het<br />

eigenlijke schuurmiddel (silicaat/ zeer fijne zandkorrels)<br />

machinaal werd gedoopt in zeep. In aanraking met water<br />

schuimde het en bleef de krassende werking beperkt<br />

door de zachtglijdende eigenschappen. Een toegevoegde<br />

geurstof, in later jaren citroen, gaf de gebruiker een fris<br />

gevoel. Net zo goed als we ons nog steeds voor de gek<br />

laten houden door allerlei geuren van afwasmiddelen en<br />

allesreinigers, die op zichzelf geen reinigende eigenschappen<br />

hebben. Ook op het Europese vasteland werd Vim een<br />

succesnummer en vanaf 1921 werd het in Vlaardingen in<br />

de Sunlightfabriek geproduceerd. Sunlight was de naam<br />

van de zeeplijn van Lever Brothers die vanaf 1917 in de<br />

nieuw gebouwde fabriek in de opgespoten polders ten<br />

westen van de stad werd geproduceerd. Naast de Bataafsche<br />

Petroleum Maatschappij en de Superfosfaatfabriek<br />

markeert Sunlight de industrialisatie die Vlaardingen van<br />

visserijplaats opstootte in de vaart der volkeren. Vanaf<br />

1930 was Unilever de nieuwe moedermaatschappij, na een<br />

fusie tussen Lever Brothers en de Nederlandse Margarine<br />

Unie. Vim (Latijn voor krachtig of energiek) en andere<br />

Sunlight/Leverproducten zetten Vlaardingen op de kaart.<br />

Niet alleen stond de productieplaats prominent vermeld op<br />

etiketten en in reclames, ook andere marketingmiddelen<br />

werden beproefd. Tegenwoordig geheel uit de mode maar<br />

tientallen jaren zeer succesvol waren de bedrijfsbezoeken<br />

voor afneemsters. Duizenden en duizenden huisvrouwen<br />

uit heel Nederland brachten geheel verzorgd en per<br />

bedrijfsbus een bezoek aan de uiterst moderne fabriek.<br />

Na een introductie volgde een rondleiding langs de<br />

productielijnen en als de deelneemsters al geen vaste<br />

afnemers waren, dan werden ze dat op dat moment wel.<br />

Tenminste, zo was de niet zo vreemde gedachte. Een<br />

groepsfoto voor de van reclame voorziene autobus vormde<br />

het sluitstuk van een interessant en gezellig dagje uit. Een<br />

ander marketingtool was een herkenbaar product. Vim was<br />

op afstand herkenbaar door een duidelijke, voor zijn tijd<br />

moderne, typografie en kleurstelling. Tot in de jaren 1950<br />

het knallende geel met zwart. In de jaren 1960 volgde meer<br />

afwisseling in de kleurstelling, die het mogelijk maakte de<br />

inmiddels verschillende soorten Vim van elkaar te laten<br />

onderscheiden. Het toegevoegde bleekmiddel Chlorax of<br />

de eerdergenoemde citroenbijvoeging maakte de keuze<br />

wat ruimer. Dit ging gelijk op met de veranderende kijk<br />

op hygiëne. Werd voorheen alles met Vim aangepakt<br />

(allesreiniger was er nog niet) nu ontstond er een behoefte<br />

de wc met een ander middel dan dat voor het aanrecht<br />

te reinigen. Dat Unilever hier op inspeelde, is vanuit<br />

commercieel oogpunt volstrekt logisch. Sterker nog, deze<br />

differentiatie werd sterk gestimuleerd. Het levert een<br />

interessante typologische verzameling op, zoals hier ten<br />

tonele gevoerd. Vim werd geleverd in poedervorm en<br />

eind jaren 1960 volgde daarnaast een vloeibare variant<br />

van dezelfde fabrikant: Jif, later als Cif op de markt<br />

gebracht. Jarenlang werd dit product op TV aangeprezen<br />

als alternatief voor andere schoonmaakmiddelen die als een<br />

schaats op het ijs krassen als resultaat hadden. Hoewel het<br />

niet expliciet verteld werd, vormde het ook een alternatief<br />

voor Vim dat nog tot 2004 te koop bleef. Jif werd op basis<br />

van het veel fijnere calciet gemaakt, dat (nog) minder kraste<br />

dan het silicaat van Vim. De Sunlightfabriek in Vlaardingen,<br />

waar naast Vim en Jif/Cif ook de andere schoonmaak-<br />

en wasmiddelen van Unilever geproduceerd werden,<br />

sloot in 2008 haast ongemerkt haar poorten. In 2013 rest<br />

alleen het Unilever Research Laboratorium, waar nieuwe<br />

schoonmaakartikelen, cosmetica en voedingsmiddelen<br />

ontwikkeld worden.


37 Musis

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!