MEDEDELINGEN (april 2009) - Het Amsterdams Lyceum

School buitenschools
Het ging erom dat de leerlingen in groepen dierverblijven gingen
ontwerpen die duurzaam, praktisch en fraai waren.
Daarnaast moesten deze hokken bij de dieren tot gedragsverrijking
leiden: wanneer een ijsbeer of een olifant een verblijf heeft
dat comfortabel en inspirerend is, zal hij minder snel geneigd
zijn om steeds dwangmatig hetzelfde zielige rondje te lopen.
De eerste dag begonnen de leerlingen op school. Docenten
biologie en economie gaven een toelichting bij het project.
Halverwege de ochtend ging men naar Artis toe; in de mooie
collegezaal aldaar gaf een medewerker een lezing over verleden,
heden en toekomst van de dierentuin; hierna liepen de
groepen leerlingen naar het hok van hun dier toe. Er waren
ongeveer 25 groepen en evenzoveel verschillende opdrachten
met elk een eigen diersoort.
Een voorbeeldje: de elandantiloop. Het verblijf van deze soort
moest aansluiten bij de savanne en moest groter zijn dan het
huidige verblijf. De leerlingen kregen de opdracht schetsen,
foto’s en aantekeningen te maken. Het te ontwerpen verblijf
diende geschikt te zijn voor dit diersoort. Dit betekende dat de
leerlingen rekening moesten houden met zaken als gedragsverrijking,
natuurlijke omgeving en de afscheiding voor jonkies.
Maar ook de bezoeker wil wat: voor hem of haar gingen de
leerlingen aan het werk om het verblijf veilig voor het publiek
te maken, dieren zichtbaar te laten zijn en informatie over de
dieren te verschaffen. Verder: het materiaal- , water- en energieverbruik
van het hok moest duurzaam zijn en geschikt voor
de verzorgers. Tenslotte diende het te passen in het totaalbeeld
van Artis (architectuur en landschap).
Het Artisproject 2008
Hoe een elandantiloop het liefste woont
Op dinsdag 16 en woensdag 17 december deden
alle leerlingen uit VWO-5 mee met een vakoverstijgend
project rond Artis. De hoofdvakken hierbij
waren biologie, aardrijkskunde en economie,
maar ook de secties Nederlands, Engels, tekenen
en handvaardigheid droegen een belangrijk steentje
bij aan het realiseren van dit uitdagende project.
18 •
Een hele klus. En dat was nog niet alles: een deel van de groep
ging vooral aan het werk met de zogenaamde expertopdrachten.
Elk groepje bestond namelijk uit leerlingen met verschillende
vakkenpakketten. Diegenen die biologie, economie of
aardrijkskunde hadden, werkten een opdracht uit van deze
vakken. De andere leerlingen stortten zich op een artikel over
het project in het Engels en de eindpresentatie inclusief een
Power point presentatie en maquette.
Deze opdrachten werden de tweede dag op school uitgevoerd
met behulp van computers in de mediatheek, zelf meegenomen
dan wel van docenten geleende laptops, schetspapier,
bonken klei, ijzergaas, blokken piepschuim en stukken karton
in alle kleuren van de regenboog. Een meehelpende conrector
giechelde aan het eind van de dag dat het wel een kinderdagverblijf
leek met al die rondspetterende verf en klei.
Het project werd afgesloten met een presentatie van elke
groep. De leerlingen vertelden tot welke keuzes zij waren
gekomen, waarom en hoe. Een leraar Nederlands beoordeelde
de presentaties met een cijfer, terwijl de expertopdrachten
en de samenvatting tot een cijfer leidden voor de vakken
biologie, aardrijkskunde, economie en Engels. De leerlingen
vonden na afloop dat zij best veel geleerd hadden, maar dat
de werkdruk wel erg hoog was en het aantal cijfers misschien
te veel. Zeker is dat zij ontzettend goed en hard
gewerkt hebben en dat de betrokken docenten veel energie
hebben gestopt in het realiseren van dit project. Met als hoogtepunt
een geweldige reader van biologie.
MK