MEDEDELINGEN (april 2009) - Het Amsterdams Lyceum

Dit zijn de beginalinea’s van de reader waarin de moord uit de
doeken wordt gedaan. De eerste klassen maken hier ook kennis
met de zes hoofdverdachten in deze zaak: hun eigen mentoren.
Allemaal blijken deze op het eerste gezicht eerbiedwaardige
docenten hun gemene trekjes en geheimzinnige
motieven te hebben. Aan de leerlingen de taak om een goede
analyse te maken van motieven, bewijsmateriaal en verdacht
gedrag van de verdachten. Ook gaan zij aan de slag met bloed-,
haar- en vezelonderzoek, een logiquiz, een cryptogram, een
sectierapport van het slachtoffer en interviews met een buurvrouw
en de vader van Sanne Visser.
De klas die de meeste aanwijzingen wist te vergaren en ook
nog te weten kwam wie de dader was, had gewonnen. Het
moeilijkst was het uurtje voor het resultaat per klas ingeleverd
werd. Alle feiten, gevolgtrekkingen, kennis en uitslagen
moesten op een rijtje worden gezet en juist geïnterpreteerd
worden. Pas op dit moment kregen de klassen ook de laatste
Het Moordproject 2009
21
school buitenschools
Aan welke mentorhand kleeft bloed?
(of hoe er op een school dingen gebeuren die we eigenlijk buitenschools zouden willen houden …)
Donderdag 29 en vrijdag 30 januari ging er een rilling door ons mooie schoolgebouw. De zes eerste
klassen bogen zich die dagen over de laffe moord op onze wiskunde stagiaire Sanne Visser. Dit bloedstollende
project is een paar jaar geleden verzonnen en uitgewerkt door het Ignatius Gymnasium en
sindsdien in dankbaarheid gekopieerd door verschillende andere scholen waaronder Het Amsterdams.
Het is echter wel uitgewerkt tot een serie opdrachten die volledig betrekking heeft op onze school.
Stelt u zich voor:
Het is donderdag 29 januari 2009 7.30 uur wanneer conciërge Jan ten Raa de deur opendoet van Het Amsterdams Lyceum
aan het Valeriusplein te Amsterdam. Zoals elke ochtend doet Jan zijn ronde door het gebouw […]. Halverwege de tweede trap
blijft hij plotseling stokstijf staan. Wat ziet hij daar? Natte plekken op de vloer. En er hangt ook een vreemde, weeïge geur in
het trappenhuis, realiseert hij zich opeens. “Wat kan dat nou zijn?”, mompelt Jan, maar eigenlijk weet hij het antwoord al.
Hij spurt de laatste treden op en kijkt links en rechts de middengang in of hij iets verdachts bespeurt. Nou en of! De donkerrode
vlekken zijn ook te zien in het deel van de gang dat naar lokaal VII en XVII leidt. En wat ligt daar nou op de grond, vlak
voor de ingang van de aula? Het lijkt wel een menselijk lichaam, met erom heen…… een enorme plas bloed!
gegevens: politie-interviews met drie mentoren en de bloedgroepen
van alle verdachten. Alleen de kinderen die begrepen
dat bepaalde bloedgroepen niet zichtbaar konden zijn in combinatie
met een andere, konden alle aanwijzingen vinden.
Deze kinderen zaten in 1F! Zij wezen de goede dader aan, hun
eigen wiskundeleraar de heer Vollenbronck, met alle informatie
die daarbij hoorde. Een prachtige beker was hun prijs,
met de eer natuurlijk.
Het was een gezellig, spannend en nuttig project, waarin de
leerlingen leerden hoe belangrijk het is om samen te werken.
Veel leerstof kwam van het vak biologie, maar ook de vakken
wiskunde (de logiquiz) en Nederlands (het interpreteren van
de tekstgegevens) waren erbij betrokken. Wat alleen zo
vreemd was: een van de begeleiders bleek een stagiaire wiskunde
die Sanne Visser heet. Merkwaardig...
MK