Rapport KPMG - Stapeling Regelgeving - VNO-NCW
Rapport KPMG - Stapeling Regelgeving - VNO-NCW
Rapport KPMG - Stapeling Regelgeving - VNO-NCW
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
1. Samenvatting<br />
De afgelopen jaren hebben mondiale,<br />
Europese en nationale wetgevers en<br />
autoriteiten veel nieuwe regelgeving<br />
geïntroduceerd om de bancaire sector<br />
stabieler te maken en risico’s in te<br />
perken. Hoewel de impact van<br />
afzonderlijke voorstellen veelal wel<br />
inzichtelijk wordt gemaakt, ontbreekt<br />
het aan een overzicht van en inzicht in<br />
de effecten van al deze voorstellen<br />
samen, in het bijzonder zoals die<br />
gelden voor Nederland. Dit rapport<br />
beoogt dat gat te vullen door een<br />
integraal overzicht te bieden van<br />
recente en op handen zijnde<br />
regelgeving. Het uitgevoerde<br />
onderzoek beoogd inzicht te geven in<br />
de mogelijke effecten van de nieuwe<br />
regelgeving op met name het<br />
kredietverlenend vermogen van de<br />
banken en daarmee de mogelijkheid<br />
tot financiering van de Nederlandse<br />
economie.<br />
De kernfunctie van banken is het<br />
aantrekken van gelden van<br />
particulieren en bedrijven en het weer<br />
uitlenen daarvan in de vorm van<br />
kredieten. Banken zijn voor<br />
Nederlandse bedrijven de primaire<br />
bron voor kredietverlening. Nederland<br />
heeft een open economie en het<br />
bedrijfsleven is sterk internationaal<br />
georiënteerd. Ook de banken in ons<br />
land opereren van oudsher sterk<br />
internationaal. Daarmee is de<br />
kernfunctie van banken essentieel voor<br />
de Nederlandse economie.<br />
Anders dan in het buitenland kunnen<br />
Nederlandse banken deze kernfunctie<br />
slechts beperkt vervullen op basis van<br />
het aantrekken van particulier<br />
spaargeld. Nederlanders sparen wel,<br />
maar dit is onvoldoende om<br />
bijvoorbeeld de uitstaande<br />
hypothecaire leningen te financieren.<br />
Bovendien sparen Nederlanders voor<br />
een belangrijk deel via het Nederlandse<br />
pensioenstelsel. Die spaargelden<br />
worden door pensioenfondsen vooral<br />
buiten Nederland belegd en zijn<br />
daarmee niet beschikbaar om via de<br />
bancaire kredietverlening in de<br />
Nederlandse samenleving te<br />
investeren. Daarom moeten<br />
Nederlandse banken, meer dan banken<br />
in andere Europese landen, de voor<br />
kredietverlening aan bedrijven en<br />
particulieren benodigde gelden<br />
aantrekken op de internationale<br />
kapitaalmarkten.<br />
In deze omgeving moeten de<br />
Nederlandse banken de bovengenoemde<br />
kernfunctie vervullen.<br />
Hierbij dienen ze tegelijkertijd<br />
voldoende buffers (solvabiliteit),<br />
voldoende direct beschikbare gelden<br />
(liquiditeit) aan te houden en tevens<br />
een rendement te realiseren dat<br />
voldoet aan de eisen van hun<br />
financiers (verschaffers van vreemd<br />
vermogen op de internationale<br />
kapitaalmarkt en aandeelhouders).<br />
Opzet onderzoek<br />
Dit rapport analyseert de impact van<br />
nieuwe regelgeving, die van wezenlijke<br />
invloed is op de manier waarop banken<br />
hun kernfunctie kunnen blijven<br />
vervullen. De nadruk van de analyse<br />
ligt op maatregelen die bedoeld zijn om<br />
de stabiliteit van het bankwezen te<br />
vergroten en welke op de stabiliteit de<br />
grootste impact hebben. Het<br />
onderzoek richt zich op de periode<br />
2012 – 2015 omdat de piek bij de<br />
invoering van nieuwe maatregelen in<br />
de bancaire sector in de komende vier<br />
jaar zal liggen. Belangrijk is om hierbij<br />
op te merken dat voor het bepalen van<br />
effecten niet altijd uitgegaan mag<br />
worden van formele<br />
implementatietermijnen, die in<br />
sommige gevallen lopen tot 2019. De<br />
tucht van de markt betekent dat<br />
banken bijvoorbeeld niet in 2019 zoals<br />
7 | <strong>Stapeling</strong> <strong>Regelgeving</strong><br />
de maatregel vereist, maar al in 2013<br />
zullen voldoen aan bepaalde eisen<br />
zoals de kapitaalseisen conform Bazel<br />
III.<br />
Het rapport brengt de kwalitatieve<br />
impact op het bancaire bedrijfsmodel<br />
en dienstverlening in beeld van 38<br />
maatregelen. Vervolgens is het<br />
cumulatieve effect van de vier meest<br />
ingrijpende maatregelen<br />
gekwantificeerd, namelijk:<br />
• Bazel III / CRD IV: dit betreffen<br />
voorstellen om de weerbaarheid<br />
van banken te vergroten. Het<br />
belangrijkste doel van de<br />
voorstellen is dat hierdoor de<br />
kwaliteit en kwantiteit van kapitaal<br />
die banken moeten aanhouden<br />
wordt verbeterd, liquiditeitsbuffers<br />
toenemen en het risicobeheer<br />
aanzienlijk dient te worden<br />
versterkt;<br />
• Bankenbelasting, de specifieke<br />
belasting van EUR 600 miljoen,<br />
welke vanaf medio 2012 door de<br />
banken betaald zal worden en naar<br />
de algemene middelen vloeit;<br />
• Ex ante depositogarantiestelsel<br />
(DGS): hiervoor wordt een fonds<br />
opgericht waarin banken per jaar<br />
minimaal EUR 400 miljoen zullen<br />
storten. Het doel van het fonds is<br />
om spaarders hun spaargeld uit te<br />
kunnen keren, indien een bank niet<br />
meer aan haar verplichtingen kan<br />
voldoen;<br />
• Bail-in-debt (crisis management<br />
framework): in de Europese<br />
voorstellen voor crisismanagement<br />
is een maatregel opgenomen die<br />
toezichthouders de bevoegdheid<br />
geeft vreemd vermogen om te<br />
zetten in eigen vermogen op het<br />
moment dat een bank in de<br />
problemen komt.<br />
© 2012 <strong>KPMG</strong> Advisory N.V., ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, is een dochtermaatschappij van <strong>KPMG</strong> Europe LLP en lid van het <strong>KPMG</strong>-netwerk van<br />
zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan <strong>KPMG</strong> International Cooperative (‘<strong>KPMG</strong> International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. Gedrukt in Nederland.