Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
124 ZWERFTOCHT DOOR EEN WERELD IN BEWEGING<br />
terwijl een Muju, luisterende naar de verheven naam Kosmos, meegaat als tolk,<br />
gids en manusje van alles. Verder is er Wefma, een Papua-agent van de zuidkust<br />
die meegaat als escorte, toezicht houdt op van alles en nog wat en de leiding heeft<br />
bij de bivakbouw. Na een paar dagen bivakkeren we eerst nog bij een hangbrug<br />
over de Iwur bij een rivierkronkel waar vroeger het dorpje Almun lag. Het blijkt<br />
een erg strategische locatie te zijn want we kunnen met de bevolking die van de<br />
tuinen terugkeert bataten, suikerriet en bananen ruilen voor lucifers, zout en<br />
scheermesjes. Vooral de laatste zijn erg gewild, zodat ik na een paar dagen het<br />
laatste mesje uit mijn voorraad heb weggegeven en me niet meer kan scheren.<br />
Wanneer we dan ook op de terugweg weer langs Almun komen, loopt de hele<br />
mannelijke bevolking trots rond met gladgeschoren gezicht en is mijn eigen<br />
baard drie weken oud! Maar ja, ze noemen me dan ook een "kaga mokmok",<br />
wat zoveel betekent als een "goeie vent", en daar moetje tenslotte iets voor over<br />
hebben!<br />
Verder oostwaarts gaande moet er in het Tarubdal al gauw gekapt worden. Ik<br />
houd het kompas in de hand en zo dalen we af naar de rivier. De ondergroei<br />
is dicht en we vorderen slechts langzaam. Over een afstand van hemelsbreed<br />
nauwelijks vier kilometer doen we vijf uren. Het stortregent, en de rivier begint<br />
te banjirren. Ik laat daarom al om halfdrie bivak maken bij de monding van de<br />
Agegoro. Voor vandaag heb ik meer dan genoeg van de regen, de dorens en de<br />
bloedzuigers. Mijn humeur klaart pas weer op wanneer ik, met mijn enige stel<br />
droge kleren aan, in het bivak zit met een kop sterke koffie en een stevig bord<br />
rijst. We zitten op ongeveer 1000 meter hoogte in voor de dragers volkomen<br />
onbekend gebied. Ik heb al een paar keer nieuwe gidsen ingehuurd, maar nu<br />
weigeren ze definitief verder te gaan. Het eten raakt ook geleidelijk op zodat ik<br />
besluit terug te keren. Het meest interessante gebied heb ik grondig kunnen<br />
bekijken en daar was het me om te doen. Na een paar dagen ontmoeten we<br />
weer de eerste mensen: hoog op de dalwand van de Denom zitten onder een<br />
klein afdakje twee Papua's met wat kluiten versgeklopte sago. Later komt er een<br />
vrouw met twee kinderen bij. Merkwaardig is het dat het bos nu ineens heel<br />
anders schijnt dan voordien! Dagenlang liepen we in een leeg, zwijgend bos en<br />
waren alleen gillende kaketoes en zagende cicades onze naaste buren. Het doet<br />
je na zo'n lange tocht in de eenzaamheid goed weer mensen te spreken, zelfs al<br />
zijn dat dan stenen-tijdperkers met een varkenstand door de neus! Je kunt nauwelijks<br />
een woord wisselen, maar begrijpt elkaar toch min of meer. We maken<br />
weer bivak bij de brug over de Iwur die de dorpjes Jorin en Winding verbindt,<br />
en genieten van een stralende dag met een zeldzaam en daarom extra overweldigend<br />
uitzicht over het woeste bergland. 's Avonds is er een dansfeest in één van<br />
de dorpjes; ik zie de bewoners aankomen over de brug, allen fraai uitgedost met<br />
veren en kettingen en het gezicht glimmend rood ingewreven met rode klei.