CAL AINA VON BORA - Geschriften van Maarten Luther
CAL AINA VON BORA - Geschriften van Maarten Luther
CAL AINA VON BORA - Geschriften van Maarten Luther
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Luther</strong> sprak: "Dat is de schuld <strong>van</strong> die goddeloze wederdopers, die, terwijl ik boven<br />
op de berg ge<strong>van</strong>gen zat als Jonker Jorg, intussen hier de wijngaard hebben verwoest.<br />
het kost mij heel wat moeite weer op te bouwen wat zij hebben afgebroken, en<br />
opbouwen is vermoeider dan slopen. Menige morgen, als ik mijn bed aanzie, waarop<br />
ik mij niet heb kunnen uitstrekken, denk ik aan vriend Karlstadt en zeg bij mezelf:<br />
zulk een vriendschapsdienst heb ik aan u te danken!"<br />
"Maar zeg mij toch eens, Heer doctor," vroeg Elze, "hoe u het toch aanlegt om bij<br />
alles wat u verricht en dat wel een mensenleeftijd vordert, als spreuken, voordrachten<br />
houden, boeken schrijven, de Bijbel vertalen, brieven ont<strong>van</strong>gen en verzenden, voor<br />
ieder een gouden raad hebben en nog zoveel meer, hoe u toch daarbij de moed kunt<br />
behouden en u steeds nog tijd over hebt om met Wolfgang aan de draaibank te staan,<br />
in uw tuintje voor de bloemen te zorgen en met uw vrienden een vertrouwelijk<br />
woordje te spreken!"<br />
<strong>Luther</strong> keek lachend op. "Mijn waarde gastvrouw," zei hij: "daartoe zijn slechts twee<br />
zaken nodig, en wel: orde en gebed. Heeft ieder uur dan niet zestig minuten? In zestig<br />
minuten kan men heel wat tot stand brengen als men alles met grote haast laat<br />
geschieden en men zijn tijd uitkoopt. Het gebed is daarbij steeds een frisse bron,<br />
waaruit lichaam en ziel nieuwe krachten kunnen putten. Zie, dit liederenboek," -<br />
hierbij haalde hij een klein boekje uit zijn zak te voorschijn: - "is steeds mijn metgezel<br />
en mijn trooster, die mij altijd zegt wat nodig is, en mij geeft wat in mij ontbreekt. Ik<br />
houd mijn gebeden voor sterker dan de duivel en indien ik een dag niet bad zou mijn<br />
geloof zijn kracht verliezen. Bid en werk, dan maakt God sterk."<br />
Catharina had met bewonderende aandacht toegeluisterd en in haar binnenste klonk<br />
een stem die zei: "Welk een man! Welk een grootheid <strong>van</strong> ziel! Kon men hem slechts<br />
altijd voor ogen hebben! O, dat ik hem dienen mocht als zijn dienstmaagd!"<br />
Doctor <strong>Maarten</strong> was intussen met de advocaat in gesprek gewikkeld over ridder Frans<br />
vom Sickingen want de vorsten <strong>van</strong> Hessen, Paltz en Trier hadden hem op zijn, sterke<br />
burcht belegerd en die ingenomen.<br />
HOOFDSTUK 6<br />
STUDENT BAUMGÄRTNER EN KÄTHE<br />
Het was op een ochtend in augustus <strong>van</strong> hetzelfde jaar 1522 dat Meester Philippus en<br />
vrouwe Elze in gesprek gewikkeld waren over Käthe von Bora. Hoe zou Käthe over<br />
de Neurenberger denken?<br />
"Ach, haar hart schijnt hem wel genegen te zijn, want als hij haar aanziet beginnen<br />
haar wangen te gloeien als vuur en zij, die anders zo stil is, wordt spraakzaam als het<br />
gesprek op hem komt. Onlangs toen wij bij Lucas Cranach het avondeten hebben<br />
gebruikt, waarbij hij, zoals u weet, ook tegenwoordig was, heeft zij vrij druk met hem<br />
zitten praten en mij op de terugweg gevraagd: hoe ver Neurenberg <strong>van</strong> Wittenberg<br />
gelegen was en of alle Zwaben zo opgewekt spraken als de jonge Hieronymus."<br />
"En wat hebt u haar geantwoord?"<br />
Ik heb haar geantwoord dat Neurenberg zeer, zeer ver <strong>van</strong> hier lag en dat de Zwaben<br />
opgewekter spraken dan de Saksen was mij niet bekend, maar dat ik alleen wel zoveel<br />
wist, dat men enkel uit een opgewekt gesprek niet kon afleiden of iemand een ten<br />
goede opgewekt hart, bezat."<br />
"En wat zou zij daarop zeggen! Zij keek mij verlegen vragend aan en boog toen<br />
zwijgend het hoofd."<br />
38