CAL AINA VON BORA - Geschriften van Maarten Luther
CAL AINA VON BORA - Geschriften van Maarten Luther
CAL AINA VON BORA - Geschriften van Maarten Luther
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
gegeven: "Leg uw ordekleed af, waarin de motten huizen, zoek een vrouw en zet uw<br />
hertogelijke kroon weer op!" hetgeen mijnheer de hertog dan ook gedaan heeft, tot<br />
grote blijdschap <strong>van</strong> die E<strong>van</strong>gelischen en <strong>van</strong> <strong>Luther</strong> het allermeest.<br />
Eveneens is het welbekend dat hij ook de aartsbisschop <strong>van</strong> Mainz heeft aangeraden<br />
het voorbeeld <strong>van</strong> zijn Pruisische neef te volgen. Brengt de doctor zijn vrienden niet in<br />
de waan, dat het hem geen ernst is met zijn prediking <strong>van</strong> het geoorloofde <strong>van</strong> het<br />
huwelijk <strong>van</strong> priesters en monniken? Of dat het hem voor zichzelf aan de moed er toe<br />
ontbreekt?"<br />
Lukas Cranach knikte toestemmend. "Ik ben het met u eens, en ik wenste ook <strong>van</strong><br />
harte dat <strong>Luther</strong> op dat punt veranderde en in het huwelijk trad, en dat wel niet alleen<br />
ter wille <strong>van</strong> zijn vrienden en <strong>van</strong> de goede zaak, maar ook om zijns zelfs wille!<br />
Waarlijk, als hij zo voort blijft gaan als hij nu leeft, zullen wij weldra achter zijn<br />
lijkbaar wandelen en wat de wereld dan moet beginnen, weet niemand. Hij is wel is<br />
waar dagelijks op de dood voorbereid en hij meent dat het werk ook zonder hem wel<br />
zal voortgaan, want het is Gods werk en God kan niet uit elke wilgentak een Doctor<br />
<strong>Maarten</strong> snijden als het Hem behaagt, zegt hij. Doch ik zie het anders in en wel zó, dat<br />
God Zijn werktuigen ook niet vóór de tijd wil wegwerpen, maar hen zolang wil gebruiken<br />
totdat het aangegeven werk voltooid is. Daarom kan de wereld thans ook<br />
doctor <strong>Maarten</strong> nog niet missen, maar blijft er nog heel wat voor hem te doen. Om dat<br />
echter te kunnen volbrengen heeft hij zelf enige verzorging en bediening nodig. Al<br />
had hij ook spieren en zenuwen <strong>van</strong> ijzer en staal, dan nog moet de reuzenarbeid die<br />
op zijn schouders ligt niet zijn krachten doen bezwijken indien een trouwe huisvrouw<br />
steeds als een hulpe tegenover hem kan zijn en met liefde ook over zijn lichaam<br />
waakt. Het gebeurt toch menigmaal dat hij door zijn verdiept zijn in de dingen <strong>van</strong> de<br />
hemels geheel vergeet dat zijn lichaam ook voedsel en versterking behoeft. Zo heb ik<br />
hem onlangs nog gevonden terwijl hij half onmachtig als een schijndode achter in zijn<br />
stoel lag en op mijn vragen bleek het, dat hij bij zijn vertaling <strong>van</strong> de Psalmen twee<br />
dagen en twee nachten spijze noch drank had gebruikt. En als hij zich dan nog 's<br />
avonds moede en afgemat op zijn leger uitstrekt is daar geen zachte hand die zijn<br />
kussens schudt en hem de zorgen uit het hoofd praat. O, mocht God toch maar zijn<br />
hart neigen om een goede vrouw te zoeken! Dan zou hij wel weer nieuwe krachten en<br />
levensmoed krijgen. Maar ach!" ging Cranach zuchtend verder: "waar ter wereld is<br />
een vrouw te vinden hem waardig?"<br />
Hier zweeg hij en liet zijn ogen gaan over de golvende menigte. "O zie!" riep hij<br />
plotseling: "daar wandelt voor ons uw waarde gade met jonkvrouw Käthe. Is het waar<br />
wat mij verteld is, dat de predikheer doctor Kaspar Glatz een aanzoek heeft gedaan<br />
om haar hand?"<br />
Reichenbachs gelaat betrok en zijn antwoord klonk enigszins mismoedig. "U roert<br />
daar een zaak aan, die mij zeer zwaar op het hart ligt. Dat de jonge Baumgärtner haar<br />
voor enige tijd het hof maakte, maar dat hij daarop plotseling naar Neurenberg vertrok<br />
en daar weldra de vrouw nam die zijn vader voor hem bestemd had, is zeker wel<br />
bekend. Dit is het echter niet wat mij bezwaart, nee, daarover verheug ik mij veeleer,<br />
want Käthe schijnt zich zijn vertrek niet te hebben aangetrokken zoals wij eerst<br />
vreesden dat zij doen zou. Veel meer zorg veroorzaakte mij het aanzoek <strong>van</strong> doctor<br />
Glatz, dat door <strong>Luther</strong> ijverig gesteund werd, daar hij meent dat Catharina, als een<br />
voormalige non, de vrouw <strong>van</strong> een vrome priester moest worden. Het schijnt werkelijk<br />
ook een voortreffelijk man en wanneer ik Käthe eenmaal moet afstaan, wat ons een<br />
groot offer zal zijn, zou ik haar aan doctor Glatz volkomen toevertrouwen.<br />
42