07.09.2013 Views

Verslag raad 02-07-2009 - Gemeente Purmerend

Verslag raad 02-07-2009 - Gemeente Purmerend

Verslag raad 02-07-2009 - Gemeente Purmerend

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

VERSLAG VAN HET VERHANDELDE IN DE EXTRA BUITENGEWONE VERGADERING<br />

VAN DE RAAD DER GEMEENTE PURMEREND.<br />

Datum : 2 juli <strong>2009</strong><br />

Plaats : Stadhuis, Purmersteenweg 42 te <strong>Purmerend</strong><br />

Aanvang/einde : 20:00/23:00 uur<br />

Voorzitter : de heer D. Bijl, burgemeester<br />

Griffier : mevrouw J.F. Kamminga<br />

Leden : de dames L.R. Bödeker, N. Boer, K. Crom, T.A.L. de Hilster,<br />

S. Krieger, E.M. Roet, C. Sacco en de heren J.C.T. Adolfs,<br />

F. Alberts, E.C. Ankersmit, A.W. Boer, R. Boontje, D. Bos,<br />

J.J. Boskemper, E. Bouman, R. Duijker, H. Heida, R.J. Helm,<br />

Th. Kalverboer, J.M. Lutz, H. Meijer, J. Miete, A. Nait Aicha,<br />

W. Ouburg, G.J. te Paske, H.M.M. Rotgans, R. Sampimon,<br />

D.M.N. Scharn, F. Theuns, J. Valianpour, P.C. de Vroome en<br />

R. Wiegel.<br />

Voorts : de heer B. Daan, wethouder<br />

de heer J.Th. Engels, wethouder<br />

mevrouw M.C.G. Keijzer, wethouder<br />

de heer J. Krieger, wethouder<br />

mevrouw M.J.H. Smulders, gemeentesecretaris<br />

Afwezig : mevrouw W. Wolfswinkel en de heren A. Houtsma en<br />

C. Zandvoort<br />

Notulen : Notuleerservice Nederland, mevrouw D. Muda<br />

A G E N D A :<br />

Agenda-<br />

nummer:<br />

Bijlage<br />

nummer:<br />

1. Opening<br />

2. Vaststelling van voorliggende agenda<br />

3. Vragenuur<br />

4. 09-69 a. Eerste lijst van ingekomen stukken<br />

b. Tweede lijst van inkomen stukken<br />

5. Vaststelling <strong>raad</strong>snotulen van 28 mei <strong>2009</strong><br />

6. 09-70 Burgerinitiatief van mevrouw Dorenbos over een jaarlijks<br />

zomeravondconcert op de Koemarkt<br />

7. 09-71 Burgerinitiatief van Initiatiefgroep De <strong>Purmerend</strong>er Muziektent voor<br />

het plaatsen van een muziektent in het feestjaar 2010<br />

8. 09-72 Voorstel voor de verzelfstandiging OPSO en eventuele fusie met<br />

SPOOR<br />

9. 09-73 a. Raadsvoorstel bekrachtigen geheimhouding grondexploitatie<br />

1


Kop van West<br />

b. Voorstel voor de gefaseerde ontwikkeling Kop van West<br />

10. 09-74 Voorstel voor de vaststelling programmarekening 2008<br />

11. 09-82 Voorstel voor wijziging Winkeltijdenverordening in verband met<br />

uitbreiding aantal ontheffingen voor zondagsopenstelling<br />

12. 09-76 Voorstel voor de lokale verordening WWB<br />

13. 09-77 Voorstel voor de Verordening amateurkunst <strong>Purmerend</strong> <strong>2009</strong><br />

14. 09-78 Voorstel voor de vaststelling van de jaarrekening 2008 en de<br />

begroting 2010 van de GGD, risicoanalyse iJGZ en wijziging<br />

verdeelsleutel<br />

15. 09-79 Voorstel voor het huisvestingsplan partners voormalig<br />

onderwijszorgcentrum<br />

16. 09-80 Voorstel voor de samenstelling presidium<br />

17. 09-81 Voorstel voor het actieplan Raadscommunicatie<br />

18. 09-75 Voorstel voor de eerste wijziging van het Algemeen<br />

delegatiebesluit gemeente<strong>raad</strong> 2008<br />

19 09-83 Voorstel voor wijzigingen APV<br />

20. 09-84 Voorstel voor het vaststellen van de jaarrekening 2008 en de<br />

begroting 2010 van de brandweer<br />

21. 09-85 Voorstel voor het vaststellen van de bestuursrapportage <strong>2009</strong><br />

22. 09-87<br />

09-88<br />

Initiatiefvoorstel CDA over luchtbrug tussen de PSG-locaties;<br />

Motie van de SP en D66 over de veilige oversteek tussen de PSGlocaties<br />

23 09-86 Motie van de VVD over het plaatsen van windmolens langs of aan<br />

de Oosterweg<br />

1. Opening<br />

De voorzitter: Dames en heren, goedenavond bij deze <strong>raad</strong>svergadering op deze warme<br />

dag. Mijn eerste <strong>raad</strong>svergadering als uw voorzitter, dus voor mij een bijzonder moment. Het<br />

is ook wel heel bijzonder dat je, meteen de dag nadat je geïnstalleerd bent, de<br />

<strong>raad</strong>vergadering mag voorzitten. U hebt vast gedacht: laat die man maar eens flink werken.<br />

Ik zal mijn best doen. Verder moet ik enig begrip vragen voor het feit dat ik niet alle namen<br />

meteen ken maar ik zal mijn best doen. Ik heb begrepen dat sommigen bij deze temperatuur<br />

liever op de Koemarkt zitten maar dat geldt uiteraard niet voor u want zo bent u niet. Het is<br />

warm maar hier toch nog goed uit te houden. Het geeft ons alvast een goede sfeer voor het<br />

zomerreces. Op uw plaats hebt u gevonden het verslag van het werkbezoek aan Jihlava. En<br />

verder hebt u ook een mooie afbeelding gezien van de muziektent die later in de vergadering<br />

aan de orde zal komen. Wij hebben bericht van verhindering gekregen van de heer<br />

2


Zandvoort, mevrouw Wolfswinkel maar nog niet van de heer Houtsma. Mogelijk komt hij nog.<br />

Dat waren mijn mededelingen.<br />

2. Vaststelling van voorliggende agenda<br />

De voorzitter: Ik kom bij agendapunt 2. U hebt gezien dat er drie agendapunten bij gekomen<br />

zijn: een initiatiefvoorstel van het CDA, een motie van de VVD en een motie van de SP en<br />

D66. Die zouden wij willen toevoegen bij de agendapunten 22, 23 en 24.<br />

De heer Sampimon (D66): Voorzitter, ik heb een vraagje. Het voorstel van het CDA en de<br />

motie van SP en D66 hebben hetzelfde uitgangspunt, namelijk de verkeerssituatie rond de<br />

school. Misschien dat deze samen te pakken zijn?<br />

De voorzitter: Dat lijkt mij een goede gedachte. Zullen wij die dan allebei bij agendapunt 22<br />

behandelen? Kunt u daarmee instemmen?<br />

De heer Scharn (CDA): Voorzitter, is het dan zo dat het meest vergaande eerst wordt<br />

behandeld of alles tegelijkertijd?<br />

De voorzitter: Het is werkelijk belangrijk om eerst de zaken inhoudelijk te behandelen, dus<br />

tegelijkertijd. Daarna kunnen wij kijken of de motie wordt gehandhaafd dan wel dat het<br />

initiatiefvoorstel wordt gehandhaafd dan wel dat er een combinatie in stemming wordt<br />

gebracht. Akkoord? Kunt u verder met de agenda instemmen?<br />

Mevrouw De Hilster (PvdA): Voorzitter, mag ik nog even wat vragen? Er zijn twee<br />

burgerinitiatieven. Ik wil deze eigenlijk gelijktijdig behandelen. Zij liggen namelijk in het<br />

verlengde van elkaar. Ik zou het natuurlijk wel goed vinden als beide insprekers hun initiatief<br />

apart toelichten maar als wij deze behandelen, dat wij dan beide burgerinitiatieven tegelijk<br />

kunnen behandelen.<br />

De heer Scharn (CDA): Volgens mij zijn het heel andere dingen, voorzitter.<br />

De voorzitter: Naar mijn gevoel zijn het verschillende zaken. Het ene gaat over een concert<br />

en het andere over een muziektent. Er zitten ook verschillende consequenties aan. Ik zou<br />

willen voorstellen om het wel apart te behandelen. Akkoord?<br />

De heer Scharn (CDA): Voorzitter, is agendapunt 10 een hamerstuk of niet?<br />

De voorzitter: Neen.<br />

De heer Scharn (CDA): Oké, maar er staat in het stuk dat het een hamerpunt is.<br />

De voorzitter: Ik had dat niet zo begrepen in ieder geval. Maar wij zijn het erover eens dat<br />

het geen hamerstuk is.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Moeten wij nu al aangeven over welke<br />

hamerstukken wij iets willen zeggen of komt dat later?<br />

De voorzitter: Ik ga ervan uit - maar ik moet natuurlijk nog aan uw mores wennen en u aan<br />

de mijne - dat met het vaststellen van de agenda ook de hamerstukken zijn vastgesteld.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Dan ben ik nog net op tijd want ik wil aangeven<br />

dat ik in ieder geval over het Karekietpark iets wil zeggen.<br />

De voorzitter: Welk agendapunt is dat?<br />

3


De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): punt 15.<br />

De heer Scharn (CDA): Dat geldt ook voor het CDA.<br />

De heer Heida (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Het lijkt me goed voorzitter, als u alle<br />

agendapunten toch even langsloopt, ook als er al een hamertje achter staat. Het blijkt<br />

namelijk vaak dat mensen toch nog het woord willen voeren over een punt. Wij zijn gewend<br />

dat vooraf alle agendapunten even worden beschouwd, of er inderdaad iets over gezegd<br />

wordt of dat het een hamerpunt kan blijven, zoals het staat aangegeven.<br />

De heer Duijker (CDA): Wat de burgemeester voorstelt, werkt wel een stuk efficiënter.<br />

De heer Heida (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Het spijt me wel maar zo deden wij het niet.<br />

De heer Duijker (CDA): Nee, oké maar de tijden veranderen wel eens. Bij agendapunt 10<br />

staat echt - de heer Scharn heeft gelijk - ‘hamerstuk: ja’. Dan denk ik dat er een hamertje<br />

moet staan. Bij punt 10 staat geen hamer maar bij de agendastukken staat ‘hamerstuk: ja’.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Laten wij het niet te moeilijk maken. Als de<br />

voorzitter zegt dat alles zo wordt vastgesteld als het er staat, dan weten wij voortaan dat wij<br />

vooraf moeten roepen: voorzitter, wij willen nog wat zeggen. Ik vind dat ook heel efficiënt.<br />

Voorzitter, wat mij betreft gaat u zo door.<br />

De voorzitter: Dank u wel. Ik hecht eraan dat dan aan het begin van de vergadering duidelijk<br />

is waarover u nog wilt spreken en waarover niet. Ik heb ook begrepen dat u graag om 23.00<br />

uur klaar wilt zijn en dat is dan ook mooi afgekaderd. Wij hebben er nu duidelijkheid over<br />

gekregen en dat is ook belangrijk.<br />

3. Vragenuur<br />

Er zijn geen vragen ingediend.<br />

4. Eerste lijst van ingekomen stukken<br />

De voorzitter: Ik kom bij agendapunt 4, de lijst van ingekomen stukken. Wil iemand daar iets<br />

over zeggen?<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Ja voorzitter, het viel mij op - en ik heb ook nog<br />

even in andere vergaderingen gezocht - dat een oud-inwoner van <strong>Purmerend</strong> een aantal<br />

brieven heeft gestuurd aan het college met het verzoek deze te bespreken in de <strong>raad</strong> maar<br />

die vind ik op geen enkele lijst terug. Het gaat over een stukje grond in Weidevenne. Ik ga<br />

geen namen noemen en ik ga er ook inhoudelijk niet op in maar ik zal de stukken straks aan<br />

de verantwoordelijke wethouder laten zien. Als hij deze niet herkent, zal ik kopieën maken.<br />

Mijn vraag is of de <strong>raad</strong> het antwoord op die brieven op korte termijn kan krijgen want die<br />

meneer schrijft vanaf februari <strong>2009</strong> elke maand een brief en de laatste twee maanden ook<br />

met het verzoek deze te agenderen voor de <strong>raad</strong>. Ik heb deze echter niet gezien. Nu heb ik<br />

deze brieven persoonlijk toegestuurd gekregen en ik zou het fijn vinden als daar snel een<br />

antwoord op komt.<br />

De voorzitter: Ik neem aan dat de stukken dan ook bij de griffie ter beschikking worden<br />

gesteld?<br />

4


De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Uiteraard. Daar zijn de stukken ook aan gericht,<br />

dus zij moeten er al zijn maar ik geef de hele stapel aan de griffie en dan krijg ik wel een<br />

kopie terug.<br />

De voorzitter: Dan krijgt u het terug en dan komt er ook een antwoord. Akkoord? De heer<br />

Boer heeft een procedureel punt naar voren gebracht en dat hebben wij zo afgewikkeld.<br />

Verder geen opmerkingen over de lijst met ingekomen stukken?<br />

5. Vaststelling <strong>raad</strong>snotulen van 28 mei <strong>2009</strong><br />

De voorzitter: Dan kom ik bij agendapunt 5, de vaststelling van de <strong>raad</strong>snotulen van 28 mei<br />

<strong>2009</strong>. Er zijn geen opmerkingen binnengekomen, dus u stemt daarmee in. Ik wil mijzelf af en<br />

toe een vraag veroorloven. Ik denk dat u dat niet erg vindt. Het verwondert mij dat u zulke<br />

lange notulen hebt. Dat valt mij op want dat ben ik, eerlijk gezegd, al jaren niet meer gewend.<br />

Dat zijn van die vragen die ik af en toe bij u drop en die zullen wij op een ander moment wel<br />

met elkaar bespreken.<br />

6. Burgerinitiatief van mevrouw Dorenbos over een jaarlijks zomeravondconcert<br />

op de Koemarkt<br />

De voorzitter: Ik kom bij agendapunt 6, het burgerinitiatief van mevrouw Dorenbos over een<br />

jaarlijks zomeravondconcert op de Koemarkt. Ik neem aan dat mevrouw Dorenbos haar<br />

voorstel wil inleiden. U krijgt daartoe de gelegenheid. Het is aan u uiteraard maar ik kan mij<br />

voorstellen dat u dat wel graag wilt. Mevrouw Dorenbos, u hebt vijf minuten de gelegenheid,<br />

gaat uw gang.<br />

Mevrouw Dorenbos: Ik ben hier namens muziekvereniging Harmonie Crescendo, de oudste<br />

muziekvereniging van <strong>Purmerend</strong>. Mijn voorstel was om - gezien de mooie nieuwe locatie<br />

van de Koemarkt - bijvoorbeeld eens per jaar door de gemeente een zomeravondconcert of<br />

een middagmatinee te laten organiseren, wat een beetje uitstraling heeft. De Koemarkt moet<br />

je dan zien als een groot open podium. Ik denk dat muziekverenigingen op zich wel de kans<br />

krijgen binnen de evenementen die in <strong>Purmerend</strong> georganiseerd worden maar zij komen<br />

daarbij te weinig tot hun recht naar mijn mening. Ik denk dat dit een mooie gelegenheid zou<br />

zijn, waarop de gemeente bijvoorbeeld twee orkesten zou kunnen uitnodigen om een mooi<br />

muzikaal programma te brengen. Daarmee kunnen de harmonie- en fanfareorkesten<br />

gepromoot worden en onder de aandacht van een breder publiek gebracht worden.<br />

Bovendien ontvangen wij ook subsidie en daarom willen wij ons een keer breed presenteren.<br />

De voorzitter: Dank u wel. Dan geef ik eerst de <strong>raad</strong> de gelegenheid om kort te reageren en<br />

daarna de wethouder.<br />

De heer Helm (Stadspartij P93): Ik heb een vraag aan mevrouw Dorenbos. U stelt voor om<br />

het op de Koemarkt te organiseren. Mijn vraag is of dat voor u een belangrijke voorwaarde is<br />

want ik denk dat het Leeghwaterpark eventueel ook een mogelijkheid is. Daar is een<br />

amfitheater met een uitstekende akoestiek. Is de Koemarkt voor u echt een voorwaarde?<br />

Mevrouw Dorenbos: De Koemarkt leent zich daar erg goed voor, omdat die de ambiance<br />

heeft en daar de horeca beschikbaar is. Het is het hart van de stad. Ik denk dat de Koemarkt<br />

wat meer publieke belangstelling zal trekken dan het Leeghwaterpark. Het is geen echte<br />

voorwaarde.<br />

De heer Sampimon (D66): Ik vind het een geweldig idee. Ik denk ook dat als een<br />

muziekvereniging een vergunning vraagt om op de Koemarkt een concert te geven, er<br />

niemand binnen de gemeente bezwaar tegen heeft. Volgens mij hoeft u als vereniging alleen<br />

maar een vergunning aan te vragen om daar te kunnen optreden. Dan is het belangrijkste<br />

5


geregeld maar misschien kan de wethouder daar straks antwoord op geven. Ik vind het een<br />

geweldig idee.<br />

De voorzitter: De wethouder krijgt zeker de gelegenheid om even te reageren maar ik wil<br />

eerst kijken of er vanuit de <strong>raad</strong> vragen zijn. Nee? Dan geef ik het woord aan mevrouw<br />

Keijzer.<br />

Wethouder Keijzer: Het is zeker een aardig idee. Ik had zelf een beetje het beeld van de<br />

klapstoeltjesconcerten die je overal tegenkomt. Een ‘Prinsengrachtidee’ is wellicht iets te<br />

hoog gegrepen maar je weet het niet. Misschien is dit het begin om uiteindelijk daar te<br />

belanden. De ambiance van de Koemarkt zal er zeker naar zijn volgend jaar. Dat is ook<br />

tegelijkertijd wat dit initiatiefvoorstel problematisch maakt. In 2010 vieren wij zeshonderd jaar<br />

stadsrechten. Er is een stichting die zich daarmee bezighoudt. Wij hebben min of meer<br />

afgesproken met de stichting dat zij in dat jaar moet passen en meten wat er kan. Gelukkig<br />

kwam ik gisterenmiddag de voorzitter tegen. Die vertelde mij dat een zomeravondconcert<br />

lastig zal zijn in 2010, omdat het bijna allemaal al vol zit. En op de gewetensvraag of ik een<br />

voetballiefhebber ben, ben ik het antwoord schuldig gebleven. Hij wist mij wel te vertellen dat<br />

in juni 2010 de wereldkampioenschappen voetbal gehouden worden. Op het moment dat<br />

Nederland in de kwartfinale komt, word ik oranje en ga ik ook mee doen. Dat is lastig, dus ik<br />

denk dat het goed is dat u zich in eerste instantie richt tot de voorzitter van de Stichting<br />

<strong>Purmerend</strong> 600 jaar Stad om in dat jaar een plek te vinden. De heer Sampimon heeft gelijk<br />

wanneer hij zegt dat het voor volgende jaren heel erg eenvoudig is. Dien een verzoek in voor<br />

een vergunning. Tenzij de burgemeester op grond van de openbare veiligheid een bezwaar<br />

ziet, zie ik geen problemen voor een vergunning daartoe.<br />

Mevrouw De Hilster (PvdA): Ik ben een beetje verbaasd over de reactie van de wethouder<br />

want mevrouw vraagt of er ook een podium en dergelijke met professionele belichting en<br />

dergelijke bij zou kunnen komen. Dat gaat om een behoorlijk bedrag. Dat is heel wat anders<br />

dan wat u nu voorstelt. Daar was ik even een beetje verbaasd over.<br />

Wethouder Keijzer: Voor 2010 is het in eerste instantie niet aan mij. Wij hebben met elkaar<br />

afgesproken dat niet de gemeente en de Stichting <strong>Purmerend</strong> 600 jaar Stad door elkaar<br />

heen marcheren. Voor volgende jaren is het aan de verenigingen om dat zelf te doen. Ik vind<br />

het lastig om de verantwoordelijkheid voor dat soort evenementen neer te leggen bij de<br />

gemeente. Ik vind dat het in eerste instantie particulier initiatief moet zijn. Wij hebben<br />

uiteraard wel wat subsidiemogelijkheid maar of dat nu hiervoor bedoeld is, dat denk ik niet.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Ik snap uw reactie in verband met de<br />

organisatoren van het zoveeljarig bestaan maar wij kunnen hier wel uitspreken dat wij het<br />

belangrijk vinden dat het erin gefietst wordt. De zomer duurt ongeveer 120 dagen en ik kan<br />

mij niet voorstellen dat al die dagen propvol zitten. Heel veel mensen houden helemaal niet<br />

van voetbal maar wel van muziek. Ik ben eerlijk gezegd een cultuurbarbaar - en dat wordt mij<br />

wel eens verweten - maar ik vind het juist heel belangrijk dat wij dit soort ideeën niet te ver<br />

vooruitschuiven maar het juist omarmen. Wij kunnen er nu niet over beslissen maar wij<br />

kunnen nu wel een warm verzoek neerleggen bij de organisatoren om er toch een plek voor<br />

te vinden, ook komend jaar al. Ik denk dat het juist ook een prachtige start is om hiermee te<br />

beginnen bij het zoveeljarig bestaan. Ik vind het ook heel goed dat die mevrouw zegt dat de<br />

vereniging ook eens iets wil laten zien in ruil voor de subsidie die de vereniging krijgt. De<br />

taptoe wordt ook altijd goed bezocht en ik denk dat heel veel mensen ook hier acte de<br />

présence zullen geven. Ik beloof u dat ik zal komen kijken, ook al is er voetbal.<br />

Mevrouw Sacco (SP): Ik ben blij dat de heer Boer zich tot de cultuur bekeert. Ik kom zelf uit<br />

een land waar op elk plein in de zomer concerten worden gegeven. Volgens mij is dat<br />

helemaal niet zo duur. Ik zou aan de wethouder willen vragen of het nu echt zo ingewikkeld<br />

6


is om faciliteiten als podia ter beschikking te stellen. Ik zou aan de initiatiefneemster willen<br />

vragen of zij enig idee heeft van de kosten.<br />

Mevrouw Dorenbos: Over de kosten kan ik niets zeggen. Ik heb wel heel duidelijk in mijn<br />

voorstel aangegeven dat ik het initiatief voor het organiseren van een dergelijk evenement bij<br />

de gemeente wil laten. De gemeente zou jaarlijks twee muziekverenigingen kunnen<br />

uitnodigen die een avond presenteren. Daar zal een podium voor nodig zijn. Dat is nu<br />

eenmaal zo. En ook stoeltjes en dat soort zaken.<br />

De heer Sampimon (D66): Tijdens de <strong>Purmerend</strong>er Uitmarkt kunnen de verenigingen ook<br />

zonder podium, zonder microfoon en zonder speciale belichting op de Kaasmarkt zich<br />

presenteren en een concert geven. Ik denk dat de Kaasmarkt een aardige plek is om een<br />

proef te doen zonder podium, gewoon in de openlucht, zoals fanfares dat vroeger deden. Dat<br />

moet uitstekend lukken.<br />

Wethouder Keijzer: Ik vroeg het woord, voordat de heer Sampimon sprak. Ik denk dat hij<br />

precies verwoordt hoe je als gemeente om moet gaan met dit soort culturele initiatieven. Het<br />

hoort bij de mensen zelf en je faciliteert, soms subsidieer je, maar je moet niet treden in die<br />

verantwoordelijkheid.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Juist volgend jaar wordt er heel veel geld<br />

vrijgemaakt voor activiteiten. Daar zou het initiatief goed in passen. Misschien staan er dan<br />

al podia die zij dan kunnen gebruiken.<br />

Wethouder Keijzer: Maar dan treden wij in de verantwoordelijkheid van de Stichting 600 en<br />

wij hebben juist afgesproken dat niet te doen.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Daar ben ik het mee eens maar u kunt toch wel<br />

een warme vraag bij de stichting neerleggen.<br />

Wethouder Keijzer: Toe nou, dat spreekt voor zich. Dat heb ik in het begin ook gezegd.<br />

Mevrouw Dorenbos, ik denk dat het goed is als u de heer Van Dam hierover benadert en<br />

kijkt of er nog ruimte in het programma is.<br />

Mevrouw Dorenbos: Dat heb ik al gedaan en er was geen ruimte meer voor.<br />

Wethouder Keijzer: Dan houdt het dus op.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Ik ben benieuwd of al die dagen vol zitten, hoor.<br />

De voorzitter: Laten wij daar nu even van uitgaan. Zullen wij het punt nu afronden?<br />

De heer Duijker (CDA): Ik zou graag hierover nog wat willen zeggen, voorzitter. Ik wil graag<br />

reageren op wat mevrouw Dorenbos zei. Zij zei namelijk dat het ook voor de<br />

horecaondernemers op de Koemarkt een goed initiatief is. De wethouder had het ook over<br />

particulier initiatief. Particuliere sponsoring van podia en dergelijke zou een prima zaak zijn.<br />

Wat dat betreft steunen wij het initiatief, ook al moet het een particulier initiatief zijn.<br />

De voorzitter: Dank u wel. Daarmee wil ik dit punt afronden. Dank u wel, mevrouw<br />

Dorenbos.<br />

7


7. Burgerinitiatief van Initiatiefgroep De <strong>Purmerend</strong>er Muziektent voor het<br />

plaatsen van een muziektent in het feestjaar 2010<br />

De voorzitter: Dan kom ik bij het volgende burgerinitiatief van de Initiatiefgroep De<br />

<strong>Purmerend</strong>er Muziektent voor het plaatsen van een muziektent in het feestjaar 2010. U wilt<br />

dat vast even toelichten.<br />

De heer Nijenhuis: Wij willen u als werkgroep van harte feliciteren met uw benoeming als<br />

burgemeester van <strong>Purmerend</strong>. Geachte leden van de <strong>raad</strong>, in het verleden zijn diverse<br />

pogingen ondernomen om de muziektent terug te krijgen in het straatbeeld van <strong>Purmerend</strong>.<br />

U hebt er een mooie kopie van gekregen. Alle pogingen zijn in het verleden op niets<br />

uitgelopen. De werkgroep bestaande uit Theo en Elly Kamp (dat zijn de uiteindelijke<br />

initiatiefnemers van dit hele verhaal), Tineke Abercombie (voorzitter van de VHP), Piet Hein<br />

Debets (voorzitter comité Marktstad), Teun Prins (eigenlijk overal bij betrokken en drager van<br />

de koninklijke onderscheiding) en mijzelf heeft het initiatief genomen om te proberen de<br />

muziektent terug te brengen in het stadsbeeld van <strong>Purmerend</strong>. Wij dachten dat het, ondanks<br />

de crisis, nu de juiste tijd was om de muziektent aan de <strong>Purmerend</strong>ers terug te geven.<br />

Een klein stukje geschiedenis. In 1877 is men al begonnen met praten over een muziektent<br />

maar voordat de muziektent op de Nieuwegracht geplaatst wordt, is het al 1912. En al die tijd<br />

is er vooral gesteggeld over de plaats. Ook de Amsterdamse Barrière - zeg maar het huidige<br />

Tramplein - was toen in beeld. Voor 1877 vonden de uitvoeringen gewoon in de buitenlucht<br />

plaats op de plantsoenvlakte bij de zogenaamde Konijnenburg, hetgeen later de plek van de<br />

muziektent zou gaan worden. De muziektent werd toentertijd gebruikt door het Stedelijke<br />

Muziekkorps. Ook nu is er belangstelling van muziekgroepen en voor mij heeft er iemand<br />

gesproken van Crescendo, een van de orkesten die positief gereageerd hebben op ons plan<br />

en ook gevraagd hebben gebruik te mogen maken van de muziektent. Wij kunnen ons ook<br />

voorstellen dat buiten deze groepen ook de nazomerfeesten gebruik gaan maken van deze<br />

tent. Je kunt er zelfs lijsttrekkersdebatten in houden of een speakerscorner. Kortom, legio<br />

mogelijkheden.<br />

De kosten zijn stevig, zoals u hebt gezien, omdat wij niet dezelfde fout willen maken die in<br />

het verleden is gemaakt, waardoor de muziektent in verval is geraakt. Hij is helemaal in staal<br />

uitgevoerd en ‘hufterproof’ gemaakt. Er komt een muziektent in dezelfde stijl als die er<br />

gestaan heeft. Wij hebben tekeningen laten maken door Cornelis de Jong. Het ‘hufterproof’<br />

maken heeft natuurlijk consequenties voor de kosten. Graag zien wij - en zeker in deze tijd -<br />

de muziektent gebouwd worden door <strong>Purmerend</strong>er ondernemers. Een deeltje sponsoring<br />

zouden wij al kunnen krijgen, zoals u in het voorstel hebt kunnen lezen. Ik ben naar<br />

aanleiding van het bericht in het Gezinsblad van gisteren zelfs al benaderd door mensen die<br />

vragen om een gironummer om hun bijdrage te kunnen leveren. Dat was voor mij een<br />

welkome verrassing. Over onderhoud willen wij graag overleggen met de gemeente, als een<br />

en ander een wat vastere vorm begint te krijgen. Het ging ons iets te ver om dat soort dingen<br />

nu al te doen. Als het initiatief vanavond geen warm hart wordt toegedragen, dan zouden wij<br />

ons werk voor niets hebben gedaan.<br />

De plek. Wij steken niet onder stoelen of banken dat wij de muziektent het liefst in het<br />

plantsoen van de Nieuwegracht zien verschijnen. De plek waar hij altijd heeft gestaan. Wij<br />

weten dat er plannen zijn om op die plek de Dokter Maatsbank van Mart Stam te plaatsen.<br />

De echte plek van deze bank is het Whereplantsoen. Het gemeentebestuur wil graag dat de<br />

Where-oever ontwikkeld wordt; iedereen moet er langs kunnen lopen, dus eigenlijk een<br />

ideale plek om de bank daar terug te plaatsen. Ook het Kralenwinkelplantsoen, hier naast<br />

het gemeentehuis, kan een hele geschikte plaats zijn voor de Dokter Maatsbank. Wij<br />

realiseren ons tegelijkertijd dat het bepalen van de plek natuurlijk niet aan ons is. In het<br />

algemeen kunnen wij zeggen dat elke plek - bijvoorbeeld het nieuw te ontwikkelen Tramplein<br />

- in en rond de binnenstad een goede plek is voor de muziektent.<br />

8


Tot slot. Net als in vele andere steden en dorpen kan ook in <strong>Purmerend</strong> de muziektent weer<br />

het middelpunt worden, waar alle activiteiten plaats kunnen vinden. Het zou toch prachtig zijn<br />

om in het feestjaar 2010 de muziektent als cadeau aan te bieden aan de stad en haar<br />

bewoners. Het lijkt mij ook een goede gedachte om direct een cultureelerfgoedbordje aan de<br />

muziektent te bevestigen, zodat ik en de cultuurbarbaren onder ons niet elke keer diep in het<br />

geheugen hoeven te graven.<br />

De voorzitter: Dank u wel, mijnheer Nijenhuis. U hebt ook een voorgenomen besluit bij de<br />

stukken gezien. Ik vraag u eerst te reageren en eventueel vragen te stellen.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Het eerste wat bij mij opkwam, was dat het 2011<br />

zou worden want er is volgend jaar toch geen ruimte voor activiteiten meer. Wij kunnen die<br />

tent neerzetten maar dan gebeurt er nog niets mee want de organisatoren zitten vol. Ik vind<br />

het een ongelukkig moment, gezien onze financiële situatie, om nu zomaar ruim een ton uit<br />

te trekken voor een dergelijk initiatief. Dus ik dat zou sowieso willen meenemen in de<br />

begrotingsbehandeling die er aankomt en waar harde noten gekraakt zullen moeten worden.<br />

Ten derde vraag ik mij af wat de buurt ervan vindt. Als ik zie hoeveel weerstand en verzet er<br />

is tegen de aanleg van hangplaatsen voor jongeren. Deze tent zal het grootste deel van het<br />

jaar leegstaan want wij hebben geen 365 muziekvoorstellingen per jaar. Ik zou daarom<br />

eerder voorstellen om dit geld voor de eerste vier jaar vrij te maken voor een<br />

muziekspektakel op de Koemarkt, zoals zojuist is voorgesteld. Dan hebben wij dat gedicht en<br />

is er ook geen overlast. Ik heb dus wat bedenkingen. Ik vraag mij af wat de buurt ervan vindt.<br />

Zeker niet op dit moment maar bij de begrotingsbehandeling behandelen want het gaat om<br />

erg veel geld. In 2010 zal er niemand in op kunnen treden want het programma zit vol, heb ik<br />

begrepen.<br />

De heer Sampimon (D66): Ik vind het een geweldig idee want die muziektent hoort er te<br />

staan. Zoals de heer Boer zegt: het is een beetje een ongelukkig moment. De heer Nijenhuis<br />

zei ook al dat het crisistijd is. Het hangt echt van de begrotingsbehandeling af of het mogelijk<br />

is. Ik wil wel graag weten hoe groot die tent wordt want als een vereniging als Crescendo het<br />

hele podium van Purmaryn vult, dan kan zij nooit in zo’n muziektent. Dus daarvoor is hij al<br />

niet bruikbaar. Misschien kunt u daar even antwoord op geven.<br />

De heer Nijenhuis: Dat klopt. Als het goed is, dan is de tent in zijn originele vorm 30 m 2 .<br />

Crescendo zal er dan voor moeten zorgen dat zij bijvoorbeeld alleen een gedeelte van de<br />

blazers laat optreden. Maar alle mogelijkheden zijn er. Je kunt er zelfs een podium naast<br />

maken, waardoor het hele Crescendo kan optreden.<br />

Mevrouw Sacco (SP): Natuurlijk is het een prachtig idee maar ik vrees dat wij daarmee een<br />

aantal jaren moeten wachten, gezien de financiële situatie van <strong>Purmerend</strong>. Ik weet niet of het<br />

zin heeft om het mee te nemen bij de bespreking van de begroting, omdat wij daarmee<br />

illusies kweken die niet realiseerbaar zijn. Ik denk dat er op dit moment andere prioriteiten<br />

zijn voor de bevolking van <strong>Purmerend</strong>. Ik denk dat wij het zeker in gedachten moeten<br />

houden voor over een aantal jaar, als het weer beter gaat.<br />

De heer Helm (Stadspartij P93): Het is een burgerinitiatief en wij vinden dat wij het mooi<br />

kunnen meenemen bij de initiatieven van de <strong>raad</strong> bij de begrotingsbehandeling. Dat is een<br />

geschikt moment om de afweging te maken of wij het wel of niet doen. Ik moet hierbij ook<br />

mijn pet opzetten van voorzitter van de Ordercommissie. Er staat een passage in over een<br />

soort voorkeursbeleid voor lokale ondernemers. Volgens mij kan dat niet volgens onze nota<br />

Aanbesteding. Dus als wij dat doen, dan moeten wij wel de nota Aanbesteding volgen of wij<br />

moeten als <strong>raad</strong> beslissen deze buiten werking te stellen maar dan scheppen wij wel een<br />

precedent. Dat geef ik de initiatiefnemers mee.<br />

9


Mevrouw De Hilster (PvdA): Over de financiën hoeven wij het inderdaad al niet meer te<br />

hebben. Meer partijen hebben al gezegd dat wij er slecht voor staan en dat wij het bij de<br />

begrotingsbehandeling mee moeten nemen. Dat vinden wij ook. Wij staan er op zichzelf wel<br />

positief tegenover. De vraag hoe vaak een muziektent gebruikt zal worden, kun je pas<br />

beantwoorden als hij er staat. Wij dachten van het amfitheater ook dat het gebruikt zou<br />

worden maar dat wordt maar heel weinig gebruikt. Daar zou Crescendo af en toe eens<br />

kunnen optreden, zolang er nog geen muziektent is. Het heeft weliswaar een andere<br />

ambiance dan de stad maar dan doe je in ieder geval alvast wat. Ik had nog een extra<br />

opmerking. Een cadeau aan de stad betaal je niet zelf. Ik vind niet dat de gemeente een<br />

cadeau aan de stad moet betalen. U gaf al aan dat u de vraag kreeg of er een gironummer<br />

was. Ik zou het een heel goed idee vinden als ook de mensen uit de stad eraan mee zouden<br />

betalen. Dan geef je ook aan dat je draagvlak hebt. Dan kunnen wij nog eens verder praten.<br />

Van mij kunt u dan een bijdrage verwachten.<br />

Mevrouw Roet (VVD): De VVD is dezelfde mening toegedaan als de PvdA. Wij zijn heel<br />

positief maar je zou op een creatieve manier aan het geld moeten komen en het niet moeten<br />

zien als een cadeau van de gemeente aan de stad maar meer als een cadeau van de<br />

burgers aan de stad. Bij het huwelijk van prins Bernhard en prinses Juliana heeft de<br />

bevolking hun een boot gegeven. Misschien zijn er ook nog cultuurfondsen die<br />

aangesproken kunnen worden. Bij wijze van spreken zou je ook een loterij kunnen<br />

organiseren voor dit doel. Dat wil ik de initiatiefnemers meegeven. De gemeente kan<br />

natuurlijk faciliterend optreden maar zeker niet financierend op dit moment.<br />

De heer Duijker (CDA): Op zich is het natuurlijk een geweldig initiatief om zo’n muziektent<br />

terug te krijgen in <strong>Purmerend</strong> op de voorgesteld plaats, hoewel dat nader bekeken moet<br />

worden. Het zou een stukje cultuur terugbrengen in onze stad. Aan de andere kant,<br />

luisterend naar wat anderen gezegd hebben en waar de heer Boer mee begon: laten wij dit<br />

even parkeren en naar de begrotingsbehandeling doorschuiven om te bezien of er ruimte<br />

voor is. Het initiatief op zich ondersteunen wij zeker.<br />

De heer Wiegel (Lijst Wiegel): Lijst Wiegel vindt het ook een geweldig initiatief; wij staan er<br />

helemaal achter. Wij realiseren ons wel dat het in de begrotingsbehandeling moet worden<br />

meegenomen om te kijken of er wel voor ruimte is. Mijnheer Boer zegt terecht dat wij ook<br />

moeten kijken of de buurt er wel akkoord mee gaat. Wij kunnen niets iets neerzetten wat de<br />

buurt niet wil want dan bereiken wij het tegenovergestelde.<br />

Mevrouw Crom (GroenLinks): GroenLinks sluit zich aan bij de woorden die de VVD en de<br />

PvdA al gesproken hebben over de financiering. Het is inderdaad een cadeau van de stad<br />

aan de stad en niet van de gemeente<strong>raad</strong> of de gemeente aan de stad. Dus wij vinden ook<br />

dat het door sponsoring tot stand moet komen. Wij hebben nog een aanvullende vraag voor<br />

de heer Nijenhuis. Wij hebben een prachtige foto gekregen uit het verleden. Ik zie nog<br />

prachtige drollenvangerbroeken erop staan, dus het is al even geleden. Onze vraag is of er<br />

daar voldoende ruimte is voor publiek.<br />

De heer Nijenhuis: Als u de laatste keer bij Reuring bent geweest, dan weet u dat daar een<br />

mooie tent heeft gestaan, waarin groepen hebben opgetreden. Die tent was zelfs groter dan<br />

de muziektent die wij voor ogen hebben. Het publiek kon heerlijk in het gras zitten en heeft<br />

genoten van de muziek en zal ook, als dit initiatief doorgaat, genieten van de muziek in de<br />

muziektent. Er is ruimte genoeg.<br />

Mevrouw Bödeker (Lijst Bödeker): Ook Lijst Bödeker vindt het een heel mooi initiatief. Ik<br />

moet toch ook een beetje denken aan de woorden van de heer Boer ‘gaat dit niet een plek<br />

worden voor handjongeren?’ of kan het helemaal dichtgemaakt worden? Ook gezien de<br />

financiële situatie in <strong>Purmerend</strong> is dit natuurlijk heel erg veel geld. Zoals u net al iets zei over<br />

een gironummer: ik zou dat toch maar gaan uitdelen, zodat het bedrag wat lager wordt.<br />

10


De heer Kalverboer (AOV): Een geweldig idee. Het AOV staat hier dan ook volledig achter.<br />

Wij hebben gelezen dat er één sponsor is gevonden. Wellicht dienen zich in de loop der tijd<br />

wel meer sponsors aan. Er zijn meer ideeën geopperd om aan het benodigde geld te komen.<br />

Mocht er uiteindelijk een tekort zijn, laten wij dan de mogelijkheden bekijken bij de<br />

begrotingsbehandeling. Wij kunnen in ieder geval achter dit idee staan om dit initiatief aan<br />

het plaatje van het zeshonderdjarig bestaan te hangen. Dat is al een mooie gedachte.<br />

De voorzitter: Dames en heren, als ik het goed samenvat, is er bij u op zichzelf wel<br />

belangstelling voor om er verder over te praten bij de begrotingsbehandeling. Daarbij zal het<br />

mede afhangen van datgene wat er aan sponsorgelden binnenkomt. De financiële afweging<br />

zal dan worden gemaakt, waarbij de sponsorgelden een rol zullen spelen, omdat die van<br />

invloed zullen zijn op het totaalplaatje. Heb ik het zo goed samengevat?<br />

Mevrouw De Hilster (PvdA): Dan verzoek ik wel het college om het ook bij de begroting in<br />

het boekwerk te vermelden want soms verdwijnen dingen naar de achtergrond, omdat er<br />

zo’n dik boekwerk komt te liggen.<br />

Wethouder Keijzer: Ik begrijp dat de <strong>raad</strong> hiermee iets toevoegt aan de zogenaamde<br />

groslijst. Ik denk dat het wel goed is om helder te zijn. De heer Boer begon met het stellen<br />

van een aantal vragen. Los van het feit dat dit een charmant voorstel is, is wat het college<br />

betreft het antwoord op al die vragen negatief.<br />

De heer Heida (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): U kunt het toch opnemen in die groslijst onder<br />

PM? Dan raakt het niet uit beeld.<br />

Wethouder Keijzer: Uiteraard. Ik ben ook begonnen met dat te zeggen. Ik heb alleen<br />

vervolgens een aantal conclusies getrokken over omwonenden, jeugd, financiën en<br />

misschien zelfs historische correctheid, gezien het feit dat dit uitgevoerd gaat worden in<br />

staal. Dat is uiteindelijk aan uw <strong>raad</strong>.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): U zegt dus eigenlijk dat u er om al die redenen<br />

ook niet op zit te wachten?<br />

Wethouder Keijzer: Dat is correct.<br />

De voorzitter: Ik neem aan, dames en heren, dat u deze beschouwingen mede zult<br />

betrekken op het moment dat u zal overwegen om er geld voor beschikbaar te stellen. Als<br />

dat niet nodig is, dan komt u daar eigenlijk niet aan toe want dan hoeft u dat ook niet af te<br />

wegen. De wethouder heeft in ieder geval duidelijk gemaakt dat er wat het college betreft<br />

nog wat meer vragen zijn die beantwoord moeten worden.<br />

8. Voorstel voor de verzelfstandiging OPSO en eventuele fusie met SPOOR<br />

De voorzitter: Ik kom bij het voorstel voor de verzelfstandiging van OPSO en de eventuele<br />

fusie met SPOOR. Ik breng het stuk in bespreking.<br />

De heer Scharn (CDA): Het CDA is blij met de toezegging dat er in het vervolgonderzoek -<br />

dat zich richt op een fusie van OPSO met SPOOR - aandacht zal zijn voor de gevolgen voor<br />

de menselijke maat, voor de leerlingen en de identiteit van de individuele scholen. Wij<br />

zouden er toch aan toegevoegd willen zien de personele consequenties. Ook daar zou een<br />

onderzoek op zijn plaats zijn. En de opmerkingen die wij plaatsten in de commissie<br />

Samenleving, dat grootschaligheid niet mag leiden tot grotere afstand in de communicatie.<br />

Als u deze twee aanvullende punten vertaalt als gevolgen voor de menselijke maat, dan<br />

vinden wij dat ook prima.<br />

11


Mevrouw Roet (VVD): De VVD heeft in de commissie al aangegeven voor de<br />

verzelfstandiging van OPSO te zijn. Dat stond ook in onze coalitiebesprekingen. Wij willen<br />

echter verder gaan dan de verzelfstandiging. Wij zouden ervoor willen pleiten om de<br />

verzelfstandiging en de fusie in één stap te doen. Weliswaar is dit een complexere stap maar<br />

vanuit onderwijskundig perspectief zijn er overtuigende argumenten om dit te doen. Ook voor<br />

het betrokken personeel is de gang in één keer gemakkelijker te maken dan in twee<br />

ingewikkelde stappen. Wij zullen dus voor voorstel 2 stemmen, de verzelfstandiging<br />

combineren met een fusie met SPOOR.<br />

De heer Alberts (PvdA): Ook de PvdA-fractie had al aangegeven dat wij zullen instemmen<br />

met de verzelfstandiging van OPSO. Wij hadden nog even in het midden gelaten of wij ook<br />

voor de fusie met SPOOR zouden zijn. Dat zijn wij in principe nu nog niet. Wij vinden de<br />

fusie met SPOOR eigenlijk nog te vroeg. Wij zijn nog niet overtuigd van het feit dat dat geen<br />

gevolgen heeft voor de menselijke maat. Dat hadden wij ook al in de commissie<br />

aangegeven. In het voorstel wordt nu gezegd dat er nader onderzoek wordt gedaan naar de<br />

menselijke maat bij de verzelfstandiging maar het gaat ons er met name om dat er<br />

onderzoek wordt gedaan naar de menselijke maat bij de fusie met SPOOR. Daar ligt wat ons<br />

betreft nog iets meer de nadruk op. Kortom, wij gaan nog niet akkoord met de fusie met<br />

SPOOR. U mag het wel gaan onderzoeken. Wij staan er op zich niet negatief tegenover<br />

maar wij willen iets meer worden overtuigd.<br />

Mevrouw Sacco (SP): Wij hebben als SP het gevoel dat het openbaar onderwijs het spoor<br />

kwijt is. Het wil zelfstandig worden maar de gemeente blijft natuurlijk verantwoordelijk. Wat<br />

voor structuur krijg je dan? Allerlei tussenlagen, extra ondersteuning voor<br />

bestuursmanagement, versterking van samenhang en interne communicatie. Hoe<br />

complexer, hoe meer tussenlagen en hoe inefficiënter. Ik heb in de stukken geen enkel<br />

onderwijskundig argument gezien dat verzelfstandiging en later een fusie met SPOOR<br />

rechtvaardigt. Het CDA is blij dat in het voorstel opgenomen is dat er onderzoek zal worden<br />

gedaan naar de menselijke maat en de gevolgen voor de leerlingen. Het probleem is alleen,<br />

mijnheer Scharn, dat de gevolgen pas achteraf duidelijk worden. Je kunt niet vooraf<br />

onderzoeken wat de gevolgen van bepaald beleid zijn. Pas na invoering worden de<br />

neveneffecten, positief of negatief, duidelijk. Uit andere voorbeelden in het land blijkt dat<br />

verzelfstandiging en een grootschalige aanpak juist een bedreiging zijn voor de menselijke<br />

maat. Dat is ook de reden waarom de SP niet akkoord zal gaan met beide voorstellen.<br />

De heer De Vroome (AOV): Zoals wij ook al in de commissie hebben aangegeven, zijn wij<br />

wel voor de verzelfstandiging van OPSO. Een eventuele fusie met SPOOR willen wij laten<br />

afhangen van de samenstelling van het bestuur bij deze eventuele fusie. Ook moeten wij<br />

zeer zeker rekening houden met de menselijke maat. Zoals mevrouw Sacco zegt: het is<br />

natuurlijk moeilijk om de gevolgen vooraf te bepalen. Wij zijn echter wel van mening dat de<br />

mogelijkheid moet bestaan om straks met een fusie door te gaan, als deze stap gezet wordt.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): U zult het haast niet geloven maar wij zijn het<br />

vrijwel helemaal eens met de manier waarop de heer Alberts van de PvdA het heeft<br />

verwoord. Dat komt zelden voor, misschien komt het omdat wij nu een VVD-burgemeester<br />

hebben. Wie weet? Wij hebben in de vergadering al eerder gezegd dat wij het mee terug<br />

zouden nemen naar de fractie. Wij zijn in principe voor de verzelfstandiging maar niet voor<br />

de fusie. Ik wil graag van de wethouder weten of hij dat ziet zitten, of het ook financieel<br />

haalbaar is of dat het verstandiger is om beide uit te stellen. Dat zou natuurlijk een<br />

overweging kunnen zijn want het wordt niet voor niets gekoppeld. Dan is het beter om nader<br />

onderzoek te doen en later te beslissen. Als er vandaag besloten moet worden, dan zijn wij<br />

voor de verzelfstandiging, mits financieel haalbaar op dit moment, en tegen de fusie.<br />

12


Mevrouw Crom (GroenLinks): In het stuk wordt heel slim gesproken over een bruidsschat<br />

van 0 tot 4 miljoen euro. Dat betekent dus dat als je hiermee akkoord gaat, je OPSO met een<br />

kluitje in het riet kunt sturen: “Jongens succes met jullie verzelfstandiging maar jullie krijgen<br />

helemaal niets.” Met een bruidsschat van 0 euro is het gedoemd te mislukken. Als je kijkt<br />

naar de financiële situatie nu, dan vinden wij het te voorbarig om er nu over te beslissen. Wij<br />

zouden een afweging willen maken bij de begrotingsbehandeling en niet nu. Dan pas kunnen<br />

wij zien of we een bruidsschat mee kunnen geven, hoe groot die kan zijn en of dat realistisch<br />

is. Dan kan OPSO ook op een goede basis besluiten of hij al dan niet gaat verzelfstandigen.<br />

Op dit moment kunnen wij dus niet instemmen met zowel voorstel 1 als voorstel 2.<br />

De heer Sampimon (D66): Als je de zaken zo leest, dan zijn wij bezig om een wangedrocht<br />

te creëren. Het advies van het bestuur aan de <strong>raad</strong> was: “Raad, wij laten het aan uw wijsheid<br />

over.” Het bestuur is niet voor niets met dat advies gekomen. Op deze wijze kunnen de<br />

<strong>raad</strong>sleden c.q. medebestuurders, los van bestuursadviezen, in deze <strong>raad</strong> hun mening<br />

geven. Maar ook omdat duidelijk is dat er niet echt een punt aan te geven is waarom je wel<br />

of niet zou verzelfstandigen. Ik heb ooit aan de wethouder om de brief gevraagd waarin het<br />

bestuur uitdrukkelijk aan het college de opdracht geeft. Die brief is er niet. Het idee van de<br />

verzelfstandiging is uit het college gekomen. Dat verbaast mij. Ik citeer uit het PvdAverkiezingsverslag:<br />

“Openbaar onderwijs is een openbare zaak. In de huidige bestuursvorm<br />

(een bestuurscommissie met voor de helft leden uit de gemeente<strong>raad</strong>) zien wij dat voldoende<br />

gewaarborgd.” In de vorige bestuursperiode was met name de PvdA een van de grote<br />

voorstanders van een bestuurscommissie, zoals wij die nu kennen. Het verbaast mij dan ook<br />

dat in de coalitieonderhandelingen juist dit punt is gevallen. Daar schrik ik eigenlijk van want<br />

je zou bijna kunnen denken dat het onderwijs wisselgeld is geweest om deze coalitie tot<br />

stand te brengen. Ik denk dat het heel gevaarlijk is als je vanuit een dusdanige positie met<br />

het onderwijs bezig gaat.<br />

Het verzelfstandigen van het onderwijs. Wat heb je eraan? De toezichthoudende rol van de<br />

gemeente<strong>raad</strong> op het openbaar onderwijs wordt met name uitgevoerd vanuit het perspectief<br />

van het gemeentebestuur dat, ondanks de bestuurlijke verzelfstandiging van het openbaar<br />

onderwijs, nog steeds een grondwettelijke zorgplicht heeft en moet zorgen voor voldoende<br />

openbaar onderwijs. Dat betekent dat je je dus duidelijk met het openbaar onderwijs bezig<br />

moet houden. Als je dat onderwijs verzelfstandigt, waarbij het bestuur niet meer vanuit het<br />

openbaar bestuur komt maar misschien toezichthouder is, dan is die afstand veel te groot.<br />

Zeker als de toezichthouders in dat geval meestal de wethouders zijn die vaak een dubbele<br />

pet op hebben, waardoor je eigenlijk geen zicht hebt op wat er in het onderwijs gebeurt.<br />

Geen goede zaak dus. Ook nog omdat het advies van Maria van der Hoeven (CDA) is dat de<br />

rekening en begroting niet meer door de gemeente<strong>raad</strong> maar door de <strong>raad</strong> van toezicht<br />

worden goedgekeurd. Dat betekent dat de gemeente<strong>raad</strong> geen inzicht meer heeft in de<br />

financiën. Wij weten waar verzelfstandiging toe leidt. Ik hoef alleen maar de stadsverwarming<br />

te noemen. Verzelfstandigen van zaken als het onderwijs is eigenlijk het openen van de doos<br />

van Pandora en daar moet je niet aan beginnen.<br />

Dan krijgen wij het stuk van de fusie. Als je binnen de gemeente<strong>raad</strong> neerlegt dat je over<br />

fuseren moet praten, dan betekent dat dat je de zelfstandige combinatie al niet vertrouwt.<br />

Want waarom zou je over je graf heen regeren en een zelfstandige organisatie een plan<br />

meegeven? Zij is toch verstandig genoeg? Daarom verzelfstandig je toch? En dan wordt er<br />

in de commissie gezegd dat je dat statutair kunt neerleggen. Wij zitten in een commissie met<br />

de zeven SPOOR-gemeenten, waarvan de kleine gemeenten met twee scholen net zoveel<br />

vertegenwoordigers hebben als de grote gemeenten met vijf scholen. Ik denk niet dat waar<br />

25 scholen zijn en waar <strong>Purmerend</strong> 14 scholen inbrengt, wij daarin 35% van de bestuurders<br />

kunnen leveren. Dat kan niet want dan krijg je een Poolse landdag. Dat betekent dat je als<br />

gemeente de grip op de organisatie kwijtraakt. Nu wordt als voorbeeld van een fusie altijd<br />

Spurd genoemd maar de reden om het zwembad uit de Middenbeemster hier naartoe te<br />

halen was dat een bestuur bestaande uit meerdere gemeenten eigenlijk niet wenselijk was.<br />

13


En wat gaan wij nu met het onderwijs doen? Een overkoepelend orgaan van meerdere<br />

gemeenten. Als je daar in zit en de SPOOR-gemeenten zeggen dat zij het verstandig vinden<br />

voor het voortbestaan van de scholen om te fuseren bijvoorbeeld met het openbaar<br />

onderwijs Zaanstreek of Amsterdam, dan kunnen wij hoog en laag springen maar dan<br />

kunnen zij dat doen. Een toezichthouder kan alleen ingrijpen als de organisatie in gevaar<br />

komt. En met die twee stemmen die wij in het geheel hebben, verliezen wij het en raken wij<br />

alles kwijt. Als je het onderwijs verzelfstandigt, dan ben je het toezicht op je eigen openbaar<br />

onderwijs kwijt. Verzelfstandiging nee, fusie helemaal niet. Dat is mijn advies.<br />

De heer Wiegel (Lijst Wiegel): Voor Lijst Wiegel is het wel duidelijk. Wat wij hier tegenkomen<br />

is de regentenmentaliteit en de moderne jongemensenmentaliteit. Wij zijn gewoon voor dit<br />

voorstel en wel om twee argumenten. Ten eerste zien wij een organisatie die efficiënter en<br />

effectiever kan handelen. Bovendien zullen die efficiëntie en effectiviteit ten goede komen<br />

aan de kwaliteit van het onderwijs. Dat doen wij dan allemaal weer voor onze kinderen en<br />

kleinkinderen. Daarom is Lijst Wiegel voor deze fusie en voor de verzelfstandiging.<br />

De voorzitter: Wethouder Daan, volgens mij zijn er een paar vragen in uw richting gesteld.<br />

Wethouder Daan: Eerst even het CDA. Ik kan bevestigen dat er in de voorbereiding van een<br />

definitief besluit van de <strong>raad</strong> om tot verzelfstandiging dan wel een fusie met SPOOR over te<br />

gaan aandacht besteed zal worden aan zaken als personele consequenties, communicatie in<br />

de organisatie en afstand tussen scholen en bestuur. Ik wil nogmaals benadrukken dat het<br />

hier gaat om een principebesluit en niet om een definitief besluit. Als u hier uitspreekt:<br />

“College onderzoek verder samen met de schoolbesturen wat er nodig is om die stappen te<br />

zetten”, dan wordt dat in detail uitgewerkt en zal precies aangegeven worden welke<br />

financiële consequenties dat heeft, mevrouw Crom. Het is echt niet zo dat wij hier een besluit<br />

nemen en dat vervolgens een van de organisaties met een kluitje het riet in gestuurd wordt.<br />

Daar komt u nog over te spreken en zult daarbij ook duidelijk te horen krijgen wat de mening<br />

van het schoolbestuur is over de uitkomst van de financiële afweging. De suggestie van de<br />

heer Sampimon, dat het hier zou gaan om een politiek handjeklap over het openbaar<br />

onderwijs, vind ik ronduit beschamend.<br />

De heer Sampimon (D66): Ik zei ‘je zou kunnen concluderen’. Ik heb het niet<br />

geconcludeerd.<br />

Wethouder Daan: U wekt een suggestie en dat is precies hetzelfde als beweren dat je iets<br />

zou kunnen concluderen. De suggestie vind ik niet goed. Wij hebben het hier over het<br />

openbaar onderwijs in de stad en de kwaliteit en het belang van het onderwijs zijn van begin<br />

af aan leidend geweest in dit proces. Dit proces is getrokken door mensen die met die<br />

drijfveer werkzaam zijn in die organisaties. En dat zou u als lid van het bestuur moeten<br />

weten, mijnheer Sampimon. Mevrouw Sacco van de SP zegt dat door de verzelfstandiging<br />

de situatie complexer zou worden en dat er meer lagen zouden komen. In mijn beleving is<br />

het bij verzelfstandiging in ieder geval zo dat het alleen maar eenvoudiger wordt.<br />

Mevrouw Sacco (SP): Dat staat in de stukken die wij gekregen hebben.<br />

Wethouder Daan: Er staat nergens dat verzelfstandigd complexer zou zijn of meer lagen<br />

heeft. Dat is gewoon niet zo. Er is uitgebreid ingegaan op de voordelen die het<br />

onderwijskundig heeft om tot deze verzelfstandiging over te gaan. Dat zijn allemaal<br />

drijfveren, motivaties die het voor het onderwijs op de scholen beter zullen maken. Dat blijkt<br />

ook uit de adviezen van de mensen die werken op die scholen en ook uit het positieve<br />

advies van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraden. Verder ingaand op de twijfels<br />

die de heer Sampimon heeft over het wangedrocht. Ik denk dat op heel veel plaatsen in<br />

Nederland is gebleken dat een zelfstandig bestuur voor het openbaar onderwijs een zeer<br />

goed functionerend orgaan is en dat het zeker niet ten nadele van de kwaliteit van het<br />

14


onderwijs is. Dat u enerzijds bang bent voor een verdere fusie met de besturen van<br />

openbaar onderwijs in Amsterdam of elders maar dat u tegelijkertijd meepraten over een<br />

fusie na verzelfstandiging wilt vrijlaten, begrijp ik niet. Dat is een tegenstelling.<br />

In ieder geval ben ik blij met de steun die ik toch in de <strong>raad</strong> hoor om verder te gaan met de<br />

schoolbesturen die bezig zijn om een definitief voorstel voor te bereiden en om in ieder geval<br />

verder onderzoek te doen naar de mogelijkheden om dat de combineren met een fusie. Ik<br />

denk dat mevrouw Roet van de VVD heel helder heeft aangegeven dat wij een voordeel<br />

kunnen boeken als er inderdaad draagvlak is voor het in één keer uitvoeren van beide<br />

stappen. Daarover hebben wij, denk ik, in de commissie afdoende van gedachten gewisseld.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Ik mis nog een antwoord op mijn vraag.<br />

Wethouder Daan: Ja, ten aanzien van de financiële consequenties. Ik zeg nee tegen de<br />

vraag of je het dan niet helemaal zou moeten uitstellen want het is niet zo dat wij op basis<br />

van de huidige uitgangspunten van tevoren moeten uitgaan van een negatief effect op de<br />

gemeentelijke begroting. Hoe je het ook wendt of keert, als er geen sprake is van een<br />

verzelfstandiging, dan zal de financiële ondersteuning van het openbaar onderwijs toch op<br />

een andere manier vorm moeten krijgen.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Dat ben ik met u eens. Als alleen de<br />

verzelfstandiging doorgaat en de fusie uiteindelijk niet, is het dan financieel haalbaal of is het<br />

dan beter om het allebei niet te doen?<br />

Wethouder Daan: De verzelfstandiging op zich is niet zozeer financieel een extra stap; het is<br />

organisatorisch een ingrijpende ontwikkeling voor de mensen die er werken. Daarom zouden<br />

wij dat het liefste combineren. Ik denk dat uit de rapporten afdoende blijkt dat een<br />

verzelfstandiging op zich ook al voldoende draagvlak heeft, ook inhoudelijk, om die toch uit<br />

te voeren. Dat is voor mij geen reden om te vertragen.<br />

De voorzitter: Ik kom bij de tweede termijn. Er worden u twee vragen gesteld. Misschien wilt<br />

u voor alle duidelijkheid aangeven of u wel of niet met punt 2 instemt.<br />

De heer Scharn (CDA): Allereerst de wethouder bedankt voor de beantwoording. De<br />

woorden van mevrouw Sacco laat ik maar voor wat zij zijn want dan zou je nooit iets kunnen<br />

ondernemen, omdat je eerst de gevolgen moet afwachten. Ik vind dat een rare opmerking.<br />

Mevrouw Sacco (SP): Je kunt de risico’s van tevoren inschatten.<br />

De heer Scharn (CDA): Daar zijn wij toch mee bezig, denk ik. Ik heb toch gezegd dat wij dat<br />

moeten onderzoeken. Dat vind ik een goed punt. Je moet heel goed onderzoeken waar je<br />

mee bezig bent, vooral wat de gevolgen zijn voor de menselijke maat en de leerlingen. Die<br />

voorwaarde moet je heel hard inbouwen. Dat het wellicht niet of niet helemaal lukt, is dan<br />

een tweede. Je moet duidelijk van tevoren voorwaarden stellen en die inbouwen in het<br />

vervolgonderzoek. Overigens snap ik er überhaupt niets van. De interstudie NDO geeft heel<br />

duidelijk aan dat fusie de meeste voordelen biedt. Moeten wij die interstudie dan weggooien?<br />

Geldt dat dan niet meer? Daar begrijp ik helemaal niets van. Dus wij gaan gewoon uit van<br />

uitkomsten van de interstudie NDO, waarin staat dat fusie de meeste voordelen biedt: het<br />

innovatief vermogen en de kwaliteit van het onderwijs worden verbeterd. De kwaliteit en<br />

effectiviteit van de interne bedrijfsvoering nemen toe.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Heer Scharn, bij interruptie, kent u de opdracht<br />

van het onderzoek?<br />

De heer Scharn (CDA): Dat maakt toch niet uit.<br />

15


De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Ja, dat is wezenlijk. Kent u de opdracht van het<br />

onderzoek?<br />

De heer Scharn (CDA): Nou vertel, ik ben benieuwd.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): De opdracht was of zij konden beschrijven wat<br />

de voordelen waren van een fusie en niet of zij een objectief oordeel konden geven over de<br />

voor- en nadelen van een fusie. Het zou handig zijn als u dat er even bij vertelt.<br />

De heer Scharn (CDA): Ik was nog niet klaar. Als een van de nadelen staat genoemd de<br />

menselijke maat.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): U presenteert het rapport alsof niemand daar<br />

tegen kan zijn. Als ik een rapport laat maken met de vraag benoem alle voordelen, dan kun<br />

je natuurlijk een mooi rapport maken. U moet gewoon zeggen wat de opdracht is maar die<br />

kende u blijkbaar niet. Dat is treurig.<br />

De heer Scharn (CDA): Dan had u daar zelf eerder tegen moeten ageren en moeten zeggen<br />

dat het rapport geen solide basis zou vormen maar ik heb u niet gehoord.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Ik heb daar geen behoefte aan.<br />

De heer Scharn (CDA): Maar goed, het gaat mij erom dat de nadelen zoveel mogelijk<br />

worden ondervangen. Wij zijn voor stap 1 en 2. Ik zou zeggen: ‘de beuk erin!’<br />

De voorzitter: Dank u wel. Dat is wel heel erg rigoureus.<br />

Mevrouw Roet (VVD): Ik wil nog even mijn verbazing uitspreken over het betoog van de heer<br />

Sampimon. Dat stond bol van wantrouwen naar OPSO, waar hij toch jarenlang zelf deel van<br />

heeft uitgemaakt in de vorm van de bestuurscommissie. Ook om de verzelfstandiging van<br />

OPSO te gaan vergelijken met de verzelfstandiging van de stadsverwarming is het<br />

vergelijken van appels met peren. Dat doet helemaal niet ter zake.<br />

De heer Alberts (PvdA): Wij zijn voor 1 en tegen 2.<br />

De heer Sampimon (D66): Ja mevrouw Roet, wantrouwen integendeel. Het is gebleken dat<br />

sinds deze bestuurscommissie bestaat, de kwaliteit van de organisatie beter is dan toen het<br />

nog helemaal onder de gemeente viel. Dat is ook de reden waarom ik de huidige situatie de<br />

beste vind om de komende jaren mee door te gaan. Juist omdat het zo goed functioneert.<br />

Anders was mijn advies niet geweest om tegen te stemmen maar dan was ik met een<br />

amendement gekomen om het weer terug te laten gaan naar de gemeente. Nee, het gaat<br />

goed, het gaat steeds beter, en juist daarom willen wij zo doorgaan. Dat het goed gaat, staat<br />

ook op de laatste pagina van het collegeakkoord: “De bestuurscommissie Openbaar<br />

Onderwijs functioneert pas sinds 1 januari 2005 en bevindt zich in de opbouwfase. Om dit<br />

niet te bemoeilijken, blijft de huidige constructie in ieder geval tot…” Dit betekent dat de<br />

resultaten al positief waren en dat je ermee door kunt gaan. Ik vind het grappig dat de<br />

wethouder zegt: “Wij bedoelen het goed met het openbaar onderwijs.” Begrijpt u mij niet<br />

verkeerd. Ik weet dat een fusie economisch en bedrijfsmatig gezien veel beter is.<br />

Wethouder Daan: Daar hebben wij het helemaal niet over, mijnheer Sampimon. Wij hebben<br />

het over de kwaliteit van het onderwijs en het belang van de leerlingen. Dat staat centraal.<br />

De heer Sampimon (D66): Ik weet dat het organisatorisch gezien veel beter is. Wij kunnen<br />

de discussie van de commissie overdoen. Wij weten namelijk ook dat een zelfstandige<br />

16


organisatie op enig moment kan besluiten om alle boeken in te kopen en het onderwijs<br />

uniform te houden. Dat zou een nadeel kunnen zijn. Daarom wil ik die discussie niet<br />

overdoen. Het is dus inderdaad organisatorisch gezien een stuk beter. Of het de kwaliteit van<br />

het onderwijs ten goede komt, is de vraag. Ook vanuit Den Haag komen er berichten dat wij<br />

die scholen zo klein mogelijk moeten houden. Een supermarkt kan een kleine supermarkt<br />

zijn maar nog steeds fabrieksvlees verkopen. Een kleine slager die zelf slacht, geeft een<br />

betere kwaliteit biefstuk. Natuurlijk werkt de supermarkt voordeliger maar die biefstuk bij die<br />

slager smaakt beter.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Mijnheer Sampimon, er zijn ook mensen die<br />

geen biefstuk kunnen betalen.<br />

De heer Sampimon (D66): Nee en daarom is het zo fijn als het onder de gemeente valt, want<br />

dan kunnen wij ervoor zorgen dat het goed betaalbaar blijft. Dank u voor dit opzetje.<br />

Voorzitter, ik heb net een advies gegeven. Ik wil het daarbij laten. Ik zeg een advies, want ik<br />

wil niet de verdenking op mij laden dat ik met twee petten op ook nog eens ga stemmen. Ik<br />

heb de kans gekregen om mijn woordje te doen. Ik zal mij tijdens de stemming heel even<br />

terugtrekken. Dan ziet u mij straks weer terug.<br />

Mevrouw Sacco (SP): Ik wil nog even reageren op wat de wethouder net zei. Het zijn dingen<br />

die allemaal in de stukken staan. Er staat bij de evaluatie tot nu toe dat er extra<br />

ondersteuning moet komen voor het bestuursmanagement, versterking van de interne<br />

samenhang en interne communicatie. Dan moet je extra moeite doen om het goed te laten<br />

verlopen. Het zijn allemaal gevolgen van…<br />

Wethouder Daan: Dat zijn kwaliteitsverbeteringen, mevrouw Sacco, dat zijn geen dingen die<br />

wij toevoegen, omdat wij gaan verzelfstandigen.<br />

Mevrouw Sacco (SP): Die zijn inherent aan dit soort processen, mijnheer Daan. Hoe groter<br />

je het maakt, des te ingewikkelder het wordt. Er staat ook in de stukken dat de complexiteit<br />

van de interne besluitvorming binnen het schoolbestuur toeneemt. Dat staat allemaal in deze<br />

stukken; ik heb het niet verzonnen. De samenwerking met de eigen mensen wordt ook<br />

complexer en minder overzichtelijk bij de fusie. Is dat wat wij willen? Openbaar onderwijs<br />

blijft - zoals de heer Sampimon zei - openbaar. Wij blijven als gemeente daarvoor de<br />

verantwoordelijkheid houden. Als je te ver af komt te staan van de structuur, dan kun je geen<br />

toezicht meer houden. Dat is onmogelijk.<br />

De heer Scharn (CDA): Hebt u geen vertrouwen in de mensen die dat allemaal gaan<br />

organiseren? Moet altijd de gemeente erbij? Dus u bent dirigistisch bezig.<br />

Mevrouw Sacco (SP): Als er één ding is waarop de overheid toezicht moet blijven houden,<br />

dan is dat het onderwijs. Want het gaat om de toekomst van onze kinderen en daar hebben<br />

wij een grote verantwoordelijkheid in.<br />

De heer Scharn (CDA): Het bijzonder onderwijs loopt als een tierelier. Daar bemoeit de<br />

gemeente zich helemaal niet mee.<br />

Mevrouw Sacco (SP): Helaas niet. Ik zou graag willen dat artikel 23 een keer afgeschaft<br />

werd want dat heeft tot allerlei uitwassen in het onderwijs geleid.<br />

De heer Scharn (CDA): Zullen wij daar eens een boom over opzetten? Buiten?<br />

Mevrouw Sacco (SP): Daar gaat het nu even niet om.<br />

17


De heer Sampimon (D66): Voorzitter, even bij interruptie, dit wordt heel interessant want nu<br />

wordt het bijzonder onderwijs genoemd. Het bijzonder onderwijs wordt namelijk door een<br />

bestuur of een stichting geregeld. Eigenlijk lijkt het erop dat het CDA nu van het openbaar<br />

onderwijs juridisch een soort bijzonder onderwijs wil maken.<br />

De heer Scharn (CDA): Bijzonder neutraal onderwijs.<br />

De heer Sampimon (D66): Neutraal maar het wordt dus nu een soort bijzonder onderwijs.<br />

De heer Scharn (CDA): Met verantwoordelijkheden voor de gemeente. <strong>Gemeente</strong>n blijven<br />

verantwoordelijk voor het openbaar onderwijs.<br />

De voorzitter: Zullen wij weet teruggaan naar mevrouw Sacco? Was het dat, mevrouw<br />

Sacco?<br />

De heer De Vroome (AOV): Wij blijven toch ook van mening dat wij moeten instemmen met<br />

de verzelfstandiging van OPSO en de opdracht om een definitieve besluitvorming voor te<br />

bereiden. In principe zijn wij ervoor om de verzelfstandiging te combineren met een fusie,<br />

aangezien wij van mening zijn dat dit niet alleen belangrijk is voor het onderwijs maar<br />

economisch gezien voor de gemeente ook een voordeel kan hebben.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): De ommezwaai van de PvdA, waar de heer<br />

Sampimon over sprak, is mij natuurlijk ook opgevallen. Maar wat mij nog meer opviel, is dat<br />

de heer Daan naar aanleiding van de opmerkingen van de heer Sampimon de fractie gaat<br />

zitten verdedigen. Dat vond ik opmerkelijk. Er werden opmerkingen gemaakt over een<br />

coalitieakkoord maar volgens mij wordt dat niet gesloten door wethouders maar door<br />

partijen. Ik had een reactie van de overkant verwacht. Dat viel mij op. Zo valt ons allemaal<br />

wel eens wat op. Ons standpunt is helder: wij zijn voor de verzelfstandiging maar tegen de<br />

fusie. Een van onze fractieleden zal zich ook onthouden van stemming in verband met de<br />

zitting in het bestuur.<br />

De voorzitter: Ik kan concluderen dat er een meerderheid is voor punt 1.<br />

De heer Alberts (PvdA): Eén lid van onze fractie zal niet meestemmen met punt 1. Ik denk<br />

dat u het voorstel bij handopsteken in stemming moet brengen.<br />

De voorzitter: Ik ben gewend om even te kijken of tot stemming moet worden overgegaan.<br />

Als ik het gemakkelijk kan concluderen, dan is dat niet nodig. Maar als u graag een<br />

stemming wilt, dan doen wij dat uiteraard. Ik dacht dat mijn conclusie juist was dat er een<br />

meerderheid was voor besluit 1. Ik breng het eerste besluit om in principe in te stemmen met<br />

verzelfstandiging van OPSO in stemming.<br />

De heer Boskemper (VVD): Voorzitter, u kunt het beste eerst het meest vergaande voorstel<br />

in stemming brengen.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Het zijn twee losse voorstellen.<br />

De voorzitter: Daarom heb ik dat daarstraks ook gevraagd. Het zijn twee voorstellen die los<br />

van elkaar in stemming worden gebracht. De PvdA heeft bijvoorbeeld duidelijk aangegeven<br />

dat zij voor het ene en tegen het andere was. Dat gold voor een aantal anderen ook. Volgens<br />

mij heb ik het toch goed gezien. Wij gaan er geen discussie over hebben. Ik breng het<br />

gewoon in stemming. (De heer Sampimon verlaat de zaal.)<br />

Eerst het besluit onder punt 1 om in principe in te stemmen met verzelfstandiging van OPSO<br />

en het college te verzoeken om definitieve besluitvorming voor te bereiden. Het tweede<br />

18


voorstel gaat over de fusie. Ik breng het eerste in stemming. Ik vraag wie er voor het eerste<br />

besluit is. Ik stel vast dat een meerderheid voor het eerste besluit is (25 stemmen voor, 6<br />

tegen en 2 onthoudingen).<br />

Ik breng het tweede besluit in stemming met betrekking tot de fusie met SPOOR. Wie is<br />

daarvoor? Het voorstel is aangenomen met 14 tegen 12 stemmen.<br />

Wethouder Daan: Voorzitter, ik heb meegeteld en volgens mij was het 15 tegen 14<br />

stemmen. Ik denk dat er even zorgvuldig geteld moet worden want het gaat om een<br />

belangrijk besluit.<br />

De voorzitter: Ik ga het nog een keer doen. Wie is voor het tweede besluit? Het voorstel is<br />

aangenomen met 15 tegen 14 stemmen.<br />

(Mevrouw Miete en de heren Sampimon en Boontje hebben zich van stemming onthouden.)<br />

9a. Raadsvoorstel bekrachtigen geheimhouding grondexploitatie Kop van West<br />

De voorzitter: Ik komt bij agendapunt 9, voorstel ontwikkeling Kop van West. Het gaat eerst<br />

over het voorstel tot bekrachtiging van de geheimhouding van de grondexploitatie voor de<br />

gehele Kop van West. U weet: dat moet op basis van de <strong>Gemeente</strong>wet op deze manier.<br />

Daarmee heeft het ook formele rechtskracht gekregen. Kunt u daarmee instemmen?<br />

De heer Helm (Stadspartij P93): Bij de geheimhouding staat: “een gefaseerde Kop van West<br />

op basis van artikel 25, lid 2 en 3 van de <strong>Gemeente</strong>wet”. Volgens mij zou daar moeten staan:<br />

“voor zover artikel 25, lid 2 en 3 van de <strong>Gemeente</strong>wet van toepassing is” want zoals het hier<br />

staat, zou het hele stuk met de toelichting onder de geheimhouding moeten vallen. Dus ik<br />

denk dat het tekstueel aangepast moet worden. Dat geef ik het college voor de<br />

besluitvorming mee. Bij het inhoudelijke stuk zelf.<br />

De heer Heida (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Nee, voorzitter, wat de orde betreft. Wij gaan<br />

eerst over het eerste besluit spreken en stemmen.<br />

De voorzitter: Dat klopt. U hebt helemaal gelijk; het gaat nu uitsluitend over het voorstel ten<br />

aanzien van de geheimhouding. Dat moet bekrachtigd worden. U zegt dat de tekst niet<br />

helemaal klopt.<br />

De heer Helm (Stadspartij P93): Zoals het er nu staat, zou het hele stuk inclusief de<br />

toelichting onder de geheimhouding vallen. Je zou dus moeten zeggen ‘voor zover’.<br />

De voorzitter: Misschien kan de wethouder even precies zeggen hoe hij het leest.<br />

Wethouder Engels: Je kunt het op twee manieren uitleggen maar het is bedoeld - en als wij<br />

dat hier vastleggen dan hebben wij dat helder - als: “exploitatieopzet, zoals die behoort bij de<br />

uitwerking en het bestuursadvies”. Dus het slaat uitsluitend op de exploitatieopzet.<br />

De heer Helm (Stadspartij P93): Wij moeten niet hebben dat wij straks gaandeweg de<br />

discussie de geheimhouding hebben geschonden.<br />

De voorzitter: Dat is een belangrijk punt, mijnheer Helm, en dat hebben wij dan op deze<br />

manier goed genotuleerd. Kunt u instemmen met dit voorstel of is er behoefte aan<br />

stemming? Nee, dan is dat vastgesteld.<br />

19


9b. Voorstel voor de gefaseerde ontwikkeling Kop van West<br />

De voorzitter: Dan komen wij bij 9b, het voorstel voor de gefaseerde ontwikkeling van de<br />

Kop van West. Ik neem aan dat er in de commissie uitgebreid over is gesproken maar ik<br />

breng het stuk in bespreking. Gaat uw gang.<br />

De heer Bouman (CDA): Het CDA heeft grote moeite met de tekst die toegevoegd is voor de<br />

achterliggende besluiten. Wij hebben het hier dus over de gefaseerde ontwikkeling van de<br />

Kop van West. Dan hebben wij het over een periode die loopt vanaf 1 juli 2011 tot ver na 1<br />

juli 2018. Wij gaan het in vier fases doen en fase 4 komt pas op zijn vroegst in 2018. Wij<br />

hebben het nu alleen over fase 1 en wij willen graag fase 1 in uitvoering brengen. Fase 2 en<br />

3 komen pas later aan de orde maar wij willen nu al gaan besluiten om die nu al onderwerp<br />

van onderzoek te laten zijn. In het voorliggende stuk worden echter al dingen genoemd die<br />

nog onderwerp van discussie moeten worden in fase 2 en 3. Nu in fase 1 gaan wij dingen<br />

zeggen, zoals kantoren langs de A7, ongeveer 320 woningen even ten noorden van de<br />

Europazone en wij hebben er ook al meteen bij geschreven dat het zo leuk zou zijn als er<br />

een park zou komen ten noorden van de woningen. Dat park is echter onderdeel van fase 2.<br />

Fase 2 is straks nog onderwerp van onderzoek. Dus je gaat nu al schrijven dat er bij de<br />

bewoners wellicht een park voor de deur komt, terwijl wij daartoe helemaal nog niet hebben<br />

besloten want dan doen wij later pas, mogelijk ook dus niet. Als je dat vandaag de dag min of<br />

meer gaat toezeggen, dan wek je verwachtingen die je niet kunt nakomen. Het zou dus beter<br />

zijn om die hele tekst weg te laten in dit stuk en dat je nergens spreekt over een park.<br />

Op bladzijde 3 bovenaan zie je dat er vanuit fase 1 geen ruimtelijke claims worden gelegd op<br />

de rest van de Kop van West. In de zin daaronder schrijven wij meteen even dat er eigenlijk<br />

wel een park moet komen. Dat is fase 2, dus dat is strijdig met elkaar. Daar zou ik graag een<br />

toelichting willen hebben. Het CDA haalt die zin er liever uit; dan heb je ook geen problemen.<br />

Op bladzijde 4 staat een stukje tekst waarin staat dat het programma voor de Kop van West<br />

nu verder is uitgewerkt, zodanig dat wij een stap verder zijn, waardoor de risico’s meer<br />

beheersbaar zijn gemaakt. Wij betwijfelen dat. Wij mogen er nu niet meer over praten want<br />

wij hebben nu geheimhouding over de grondexploitatie, dus wij kunnen er nu niets meer over<br />

zeggen, maar het enige wat het CDA nog kan zeggen is dat het absoluut niet beheersbaar<br />

is. Het is wel inzichtelijk gemaakt en mogelijk iets meer beheersbaar.<br />

Tot slot: op bladzijde 5 wordt opnieuw gesproken over de ontwikkeling en realisatie van fase<br />

1 en vervolgens gaan wij weer opnieuw praten over het park en de aanleg van een<br />

Nieuwstraatbrug, allemaal zaken die pas in fase 2 aan de orde komen en die dus eerst<br />

moeten worden uitgewerkt. Wij moeten ook eerst kijken of dat allemaal financieel haalbaar is<br />

want dat weten wij nu nog niet. Daarom adviseren wij het college nadrukkelijk om de hele<br />

alinea op bladzijde 5 bij ‘na fase 1 komen de grote investeringsvragen’ (in het midden van de<br />

pagina) te schrappen uit het stuk, omdat je daarmee de suggestie wekt dat het allemaal al<br />

min of meer in kannen en kruiken is. En dat is niet zo.<br />

Als het college deze aanbevelingen van ons overneemt, dan kunnen wij instemmen met de<br />

vijf <strong>raad</strong>sbesluiten die u ons vraagt.<br />

Mevrouw Crom (GroenLinks): Voorzitter, mag ik een vraag stellen aan mijnheer Bouwman?<br />

De voorzitter: Ik zou eerst een eerste termijn willen doen, zodat iedereen zijn punt kan<br />

maken. Dan kunt u in de tweede termijn aan elkaar vragen stellen. Akkoord?<br />

De heer Sampimon (D66): Wat de punten betreft hebben wij in de commissie al<br />

aangegeven - en dat vinden wij in het advies niet terug - niet akkoord te gaan met punt 4. Wij<br />

zouden ons in principe met fase 1 bezighouden. Dat is uitstekend. Wij weten niet hoe de<br />

20


financiële toekomst eruitziet en het lijkt ons dan ook onzinnig om daar nu alvast een<br />

onderzoek naar te gaan doen, terwijl het best kan zijn dat later blijkt dat onze financiën ertoe<br />

leiden dat wij heel andere zaken moeten doen. Dus laten wij dat gewoon even rustig<br />

uitstellen tot betere tijden. Wij kunnen dat geld veel beter gebruiken. Ik ben het ook<br />

grotendeels met de woorden van de heer Bouman eens. Als u een amendement indient om<br />

dat te wijzigen want zo hoort dat…<br />

De heer Bouman (CDA): Nee, ik mag geen amendement indienen op een voorstel, hooguit<br />

op een besluit. Dat is mij verteld door de griffie.<br />

De heer Sampimon (D66): Oké, het zal wel. Zou u een amendement hebben ingediend, dan<br />

hadden wij dat getekend. Als u dat niet mag, dan ben ik het er toch mee eens.<br />

Ik ben heel bij dat de wethouder in het stuk al heeft gezegd dat wij het theater niet als theater<br />

moeten zien, maar als publiekstrekker. Wij horen dat wij voor 112.000 euro een muziektent<br />

kunnen krijgen, dat afgezet tegen 41 miljoen euro voor een theater. Als wij nu de muziektent<br />

als publiekstrekker in de Kop van West zetten, dan hebben wij voor een koopje nieuwe<br />

plannen. Dat lijkt mij een uitstekend idee. Wij gaan akkoord met alle plannen behalve punt 4.<br />

Mevrouw Crom (GroenLinks): In de commissievergadering hebben wij al aangegeven<br />

waarom wij akkoord kunnen gaan met het voorliggende plan. Als het CDA dan geen<br />

amendement kan indienen, kan er toch wel een motie ingediend worden met dezelfde<br />

strekking? Ik kijk even naar mijn rechterkant. Wij kunnen er wel een motie over indienen<br />

want op zich hebt u wel gelijk.<br />

De heer Bouman (CDA): Juist. Als ik er een motie van moet maken, dan kunt u die over<br />

twee minuten tegemoetzien want de tekst heb ik al voorgelezen.<br />

Mevrouw Crom (GroenLinks): Oké, dank u wel.<br />

De voorzitter: Zo dadelijk krijgt het college natuurlijk de kans om te reageren op dit punt.<br />

Mevrouw Bödeker (Lijst Bödeker): Ook Lijst Bödeker is het volkomen eens met het CDA.<br />

Dus als de motie er komt, dan ondersteunen wij die. Wij kunnen akkoord gaan met het stuk<br />

op punt 4 na.<br />

De heer Heida (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): In de commissie is er nogal wat uitgewisseld<br />

aan argumenten. Wij hadden aanvankelijk als Leefbaar grote aarzelingen bij het hele plan.<br />

Edoch, van de kant van het college - en dat wisten wij ook wel - is duidelijk gemaakt dat wij<br />

wel met een financiële last zitten van 8,3 miljoen euro die daar in de grond is gestoken als<br />

investering. Daarop hebben wij gevraagd: zijn er wel investeerders, huizenbouwers, op dit<br />

ogenblik, die fase 1 willen doen? Zijn er wel kantoorontwikkelaars? Toen is door het college<br />

mat nadruk gezegd dat zij eigenlijk in de rij staan. De woningbouwverenigingen staan te<br />

trappelen om aan de slag te gaan en de kantoorontwikkelaars evenzeer. Toen heb ik<br />

gezegd: dan zal ik mijn uiterste best doen om mijn medefractieleden vandaag over de streep<br />

te trekken. En verdorie, voorzitter, het is mij nog gelukt ook.<br />

Mevrouw Crom (GroenLinks): Het was ook een harde toezegging, mijnheer Heida.<br />

De heer Heida (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Wij stemmen in met de besluiten onder 2 en 3.<br />

Wij zijn het dus eens met de ontwikkeling en vormgeving van fase 1 en wij gaan akkoord met<br />

de exploitatieopzet die daarbij hoort. Wij gaan niet akkoord met verdere stappen, voorzitter,<br />

niet met verder onderzoek. Die andere fases liggen nog ver weg. Wij willen eerst zien hoe de<br />

ontwikkeling van de precaire financiële omstandigheden waarin deze gemeente is komen te<br />

verkeren tot een goed eind kan worden gebracht, zeker gezien de brief van de provincie over<br />

21


onze financiële draagkracht, voordat wij instemmen met verdere stappen die geld gaan<br />

kosten. Er moet eerst onderzoek gedaan worden want na fase 1 - staat in dit stuk - komen<br />

de grote investeringsvragen. Voordat die beantwoord kunnen worden, moet er onderzoek<br />

gedaan worden. En dat onderzoek kost geld. Daarvan zeggen wij dat dit voorlopig niet aan<br />

de orde is. Nogmaals, wij stemmen dus in met de besluiten onder de punten 2 en 3 en niet<br />

met 1, 4 en 5.<br />

De heer Kalverboer (AOV): Er is in de commissie al veel over gesproken. Ik heb toen ook al<br />

gezegd dat fase 1 niet moet stagneren. Er is woningbouw; dat zal goed zijn. Daar zitten<br />

velen op te wachten, ook mensen die daarmee aan de slag willen gaan. Die kantoren, daar<br />

waren wij ook akkoord mee. Maar wij kunnen niet akkoord gaan met het verder onderzoeken<br />

van plannen voor de toekomst. Mijn fractiegenoten en ik kunnen ons goed vinden in wat de<br />

voorgaande sprekers hebben gezegd. Ik was enigszins verbaasd, omdat in de commissie<br />

toch de toezegging is gedaan dat het allemaal in die richting zou worden uitgewerkt. Dat<br />

blijkt dan toch niet zo te zijn. Als een motie van het CDA wel in die richting gaat, dan zullen<br />

wij daarmee akkoord gaan. Wij gaan akkoord met de start van de woningbouw want dat is<br />

een goede zaak. Maar stel dat wij financieel heel krap komen te zitten, dan moet de aanleg<br />

van een park misschien wel helemaal vergeten worden. Waarom dan nu al een onderzoek<br />

instellen? Dat zou dan weggegooid geld zijn. Mijnheer de voorzitter, laten wij beginnen en als<br />

fase 2 en 3 aan de orde komen, dan zien wij wel verder.<br />

Mevrouw Sacco (SP): In de toelichting van de ambtenaren had ik al een beetje problemen<br />

met het feit dat de fases weliswaar los van elkaar voorgesteld worden maar fase 1 en 2 zijn<br />

met elkaar vervlochten. Ik denk dat de heer Bouman dat heel goed verwoord heeft. Als je<br />

daar in fase 1 woningen neerzet, dan heb je te maken met een park van fase 2 want daar<br />

zouden garages onder komen. Die twee dingen zijn afhankelijk van elkaar. Ik denk dat wij<br />

wel die twee dingen los van elkaar moeten zien. Ik wacht die motie af. Ik denk dat het niet<br />

verstandig is om nu onderzoek te doen naar de andere fases. Wij hebben nu al geld in fase 1<br />

gestoken en het zou zonde zijn om daarmee niets te doen. Wij zijn dus eigenlijk gedwongen<br />

om ermee door te gaan. De SP wil echter graag wachten met verder onderzoek naar de<br />

andere fases. Daarmee gaan wij niet akkoord met punt 4 en 5 en eigenlijk ook niet met punt<br />

1. Dus wel met punt 2 en 4 maar wel met de kanttekening die vorm krijgt in de motie van het<br />

CDA.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Dit geeft enige onduidelijkheid. Mevrouw Sacco<br />

zegt dat zij akkoord gaat met de voorgestelde fasering maar zij wil deze niet uitvoeren want<br />

zij is tegen punt 2.<br />

Mevrouw Sacco (SP): Wij gaan niet akkoord met de voorgestelde fasering.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): U zei net dat u akkoord was met punt 1.<br />

Mevrouw Sacco (SP): Met de uitvoering van fase 1 maar niet de fasering.<br />

De voorzitter: Volgens mij is het nu helder, mijnheer Boer.<br />

De heer Helm (Stadspartij P93): Ik ga de commissievergadering niet opnieuw doen want<br />

daar heb ik het standpunt van de Stadspartij helder verwoord. Ik zal kort zeggen waarom wij<br />

vinden dat wij op dit moment geen besluit moeten nemen. Het bedrag van 8,3 miljoen is al<br />

genoemd. Uiteindelijk zal de hele Kop van West 10 miljoen euro kosten, gefaseerd over de<br />

hele periode maar uiteindelijk levert het geen geld op, in tegenstelling tot andere<br />

grondexploitatieprojecten in <strong>Purmerend</strong>. Straks hebben wij zicht op de situatie van de<br />

stadsverwarming en dan is het best mogelijk dat je het hele gebied tot woningbouw moet<br />

bestemmen. Er wordt nu begonnen met woningbouw maar, ook al ben ik geen<br />

stedenbouwkundige, één ding heb ik wel geleerd: je kunt niet zomaar ergens woningen<br />

22


neerzetten. Dan plan je dat verder. Als de financiën ons daartoe dwingen, moet het hele<br />

gebied met woningen bebouwd worden maar dan krijg je een heel andere planning.<br />

Misschien begin je dan vanaf het kanaal terug naar de snelweg in plaats van andersom. In<br />

oktober weten we wat de stand van zaken is. Voor ons is het onbegrijpelijk dat wij toch willen<br />

doorduwen. Er wordt gezegd dat het bedrag van 8,3 miljoen euro al is uitgegeven. Dus als<br />

wij nu wachten tot december <strong>2009</strong>, dan zou de boekwaarde slechts oplopen tot 8,5 miljoen<br />

euro, uitgaande van een rentepercentage van 5%. Is het echt noodzakelijk om zo’n<br />

ingrijpend plan nu door te duwen, terwijl wij op al die plannen moeten terugkomen als de<br />

financiële situatie straks nijpend blijkt te zijn. Dat vinden wij bestuurlijk niet verantwoord. Wij<br />

hechten aan ons imago van betrouwbare partij. Daarom zullen we tegen punt 1 tot en met 4<br />

stemmen. Bij punt 5 hoeven wij niet tegen te stemmen want dat is een punt ter kennisname.<br />

Wij nemen er graag kennis van.<br />

Mevrouw De Hilster (PvdA): De PvdA was in eerste aanleg heel erg kritisch over het hele<br />

plan. Gaandeweg is er gelukkig wat meer duidelijkheid gekomen en wat minder kritiek, mede<br />

door de steeds beter wordende presentaties. Toch willen wij vier opmerkingen maken over<br />

de financiën, de duidelijkheid voor mogelijk nieuwe bewoners, het ondergronds parkeren en<br />

een prijsvraag. Ik heb deze in de commissie ook al aan de orde gesteld maar ik wil deze hier<br />

in de <strong>raad</strong> herhalen.<br />

1. De financiën. De PvdA vindt dat de financiën niet leidend moeten zijn voor de<br />

ontwikkeling van de Kop van West want het is een unieke kans om het kleine centrum<br />

van een grote stad te kunnen uitbreiden. Dat vinden wij heel belangrijk en dat moet<br />

financiën niet leidend zijn. Natuurlijk blijven de financiën wel meespelen. Wij zouden<br />

liever wachten met het ontwikkelen van fase 2 en 3, als er geen financiën zijn, dan nu al<br />

te beslissen om deze uit te voeren. Wij zullen het wel merken als de economie weer<br />

aantrekt. Wel kan de PvdA zich vinden in het ontwikkelen van fase 1 met woningen en<br />

kantoren. Kantoren worden alleen maar gebouwd als er vraag naar is en niet voor<br />

leegstand; dat is ook in de commissie aan de orde geweest.<br />

2. Er is al kort gerefereerd aan duidelijkheid voor nieuwe bewoners. Als je in fase 2 dat park<br />

zou willen aanleggen, dan heeft dat wel degelijk invloed op fase 1. Ik neem aan dat er<br />

gebouwd gaat worden vanaf de Donaulaan in de richting van waar het park zou moeten<br />

komen. Dan kun je wel beginnen met bouwen aan de Donaulaan maar dan moet er<br />

duidelijkheid zijn over fase 2 voordat je in de richting van het park gaat bouwen. Deels<br />

hangt het wel degelijk met elkaar samen. Er moet duidelijkheid zijn over fase 2 op het<br />

moment dat daar woningen gebouwd worden want de kopers van de woningen moeten<br />

weten waar zij aan toe zijn.<br />

3. Wij hebben nu niets gehoord over het ondergronds parkeren maar wij willen de<br />

wethouder dit punt nog steeds heel graag meegeven. Bij de woningbouw gaan wij al aan<br />

ondergronds parkeren doen. Wij vinden eigenlijk dat je dat binnen het hele gebied moet<br />

doen. U kunt wel aangeven dat het bij kantoren niet lukt maar ik vind dat je niet moet<br />

uitgaan van het feit dat iets niet lukt. Je moet zeggen: “Wij willen het heel graag.” Je kunt<br />

er altijd nog op terugkomen als het niet lukt. Dat is een heel andere redenering. Ik vind<br />

dat het college die redenering moet gaan volgen.<br />

4. De prijsvraag. De PvdA kan akkoord gaan met het onderzoeken van fase 2 en 3 maar wil<br />

dat er voor de uitwerking een prijsvraag komt om het zo mooi mogelijk te maken.<br />

Natuurlijk komen dan de randvoorwaarden voor fase 2 en 3 aan de orde. U hebt al<br />

aangegeven dat heel veel terugkomt naar de <strong>raad</strong>; de <strong>raad</strong> zal intensief betrokken<br />

worden bij de plannen.<br />

De heer Ouburg (VVD): De VVD heeft in de commissie heel duidelijk aangegeven dat zij<br />

voor de ontwikkeling van fase 1 en voor het onderzoek naar fase 2 en 3 was. Ook in de<br />

23


commissie kwam het verhaal, zoals de heer Bouman dat nu schetst, naar voren over het<br />

grasveld en of dat van invloed is op het gedrag van de bewoners en of die zich dan later niet<br />

genomen zouden voelen. Dat is inderdaad aan de orde geweest. Wij hebben ons wel achter<br />

het besluit geschaard om door te gaan met het onderzoek naar fase 2 en 3. Maar gezien de<br />

discussie die ik nu hoor - ik ben nog steeds niet van mening veranderd - denk ik dat het<br />

zinvol is dat de wethouder voor een tweede termijn of een motie aangeeft of het mogelijk is<br />

om door een tekstuele wijziging te voorkomen dat de bewoners op het verkeerde been gezet<br />

worden. Dat moet toch op de een of andere manier te ondervangen zijn. Dat wil ik graag<br />

horen, voordat wij de discussie gaan afbouwen.<br />

De voorzitter: Gelet op een aantal vragen lijkt het mij sowieso verstandig dat de wethouder<br />

eerst even antwoord geeft.<br />

Wethouder Krieger: Ik denk dat de angel in de discussie vanavond de communicatie is met<br />

mogelijk toekomstige bewoners van het project Kop van West. Ook na de presentaties -<br />

waaraan mevrouw De Hilster gerefereerd heeft - en de discussie die wij daarover in de<br />

commissie gehad hebben, is er volgens mij in de <strong>raad</strong> geen enkele twijfel meer over de<br />

enorme meerwaarde van de Kop van West voor <strong>Purmerend</strong>. In die zin heeft de<br />

besluitvorming die naar ik hoop vanavond zal plaatsvinden een zeker historisch karakter.<br />

Want dat betekent dat het een project wordt en dat wij er feitelijk mee aan de slag kunnen.<br />

Op de fasering et cetera kom ik straks uiteraard terug. Wij moeten wel het belang van deze<br />

kans zien om de binnenstad van <strong>Purmerend</strong> te kunnen vergroten, waarmee wij een laatste<br />

element kunnen toevoegen aan het echt van groei naar bloei brengen van onze stad.<br />

Enerzijds de angel over de communicatie met mogelijk toekomstige bewoners en anderzijds<br />

de vraag of wij ons niet eerst kunnen beperken tot de daadwerkelijke ontwikkeling en bouw<br />

van fase 1 en fase 2 en 3 maar even laten zitten totdat wij meer duidelijkheid hebben over de<br />

financiën en de haalbaarheid. Ik denk dat wij het erover eens zijn dat het niet goed is om<br />

tegen toekomstige bewoners te zeggen: “Dit is het beeld dat u straks kunt verwachten”, met<br />

het risico dat dit beeld later totaal anders blijkt te zijn. Ik denk echter dat het niet zo zwart-wit<br />

ligt. Als u vanavond het groene licht geeft voor fase 1, dan start eigenlijk pas het<br />

ontwikkelproces. Voordat wij toe zijn aan de daadwerkelijke werving, zowel voor huur als<br />

koop, van bewoners voor de Kop van West zijn wij al zoveel verder dat wij veel meer<br />

duidelijkheid kunnen hebben over wat er in fase 2 en 3 gaat gebeuren. In dat opzicht hangt<br />

het wel weer enigszins aan elkaar vast. Als je het onderzoek niet doet, dan kun je die<br />

duidelijkheid ook nooit geven. Ik wil daarbij ook aangeven dat u zich bij een onderzoek naar<br />

fase 2 en 3 niet moet voorstellen dat wij een hele horde externe bureaus hier naartoe halen<br />

om tegen enorme kosten allerlei dingen te laten uitdenken en uitwerken. Wij kunnen heel<br />

veel zaken uitstekend zelf doen. Wat betreft het parkeervraagstuk kunnen wij voortborduren<br />

op de nota’s die er al liggen. Er zal heel veel met ontwikkelaars, corporaties en bouwpartijen<br />

gesproken moeten worden. Daar heb je ook geen onderzoeksbureaus voor nodig. Dus ik<br />

denk niet dat u om financiële redenen zou moeten afzien van het onderzoeken van fase 2 en<br />

3. Wij hebben naar mijn mening de omschrijving behoorlijk aangepast in de voorstellen aan<br />

de hand van de discussie in de commissie. Dat is ook gebeurd ten aanzien van uitwerken en<br />

onderzoek doen. Dat is inmiddels beperkt tot fase 2 en 3. In dat opzicht ligt er volgens mij<br />

een stuk duidelijkheid.<br />

Ik wil ook even een nuance aanbrengen in wat de bewoners daar precies kunnen<br />

verwachten. Dat park is denk ik een heel belangrijk element. Dat park kun je evengoed<br />

hanteren als je zou besluiten af te zien van winkelvoorzieningen - de publiekstrekker - en<br />

uiteindelijk gewoon woningen gaat bouwen. Je hebt altijd een park of stedelijk groen nodig.<br />

Het alternatief daar is geen kerncentrale. Het zal altijd blijven in de sfeer van bestemmingen<br />

die zich goed tot elkaar verhouden. De winkelvoorzieningen die wij op het oog hebben, zijn<br />

stedelijke of zelfs bovenstedelijke winkelvoorzieningen. Het is dus niet zo dat wij de mensen<br />

een buurtwinkelcentrum ontnemen. Dat hebben zij om de hoek in winkelcentrum<br />

24


Weidevenne. Nogmaals, ik ben met de heer Bouman van mening dat de communicatie<br />

helder en duidelijk moet zijn. Als ik zelf zou opteren voor een woning in dat gedeelte van de<br />

Kop van West, dan zou ik dat doen vanwege de uitermate aantrekkelijke ligging, op<br />

loopafstand van de binnenstad en aan het water. Natuurlijk, als mij een park beloofd wordt<br />

en ik hecht daar waarde aan, dan is het veel beter als er duidelijkheid is. Ik denk echter dat<br />

wij de ontwikkelingen die daar komen wat dat betreft wel een klein beetje moeten nuanceren.<br />

Het belangrijkste element is dat als wij vanavond besluiten om aan de slag te gaan met fase<br />

1, wij de tijd en de gelegenheid moeten krijgen om de bewoners die duidelijkheid te bieden.<br />

Zonder onderzoek kunnen wij die duidelijkheid nooit bieden.<br />

Ik vind het jammer dat de heer Helm het heeft over ‘doorduwen’. De hele discussie is<br />

volgens mij uitstekend verlopen. Wij hebben heel goed en open met elkaar gepraat, ook<br />

aanpassingen gedaan op de voorstellen. U benadert het heel erg rekenkundig. Dat is<br />

uiteraard uw goed recht maar volgens mij hebben wij er zelfs in de openbaarheid geen enkel<br />

geheim of misverstand over laten bestaan wat de boekwaarde is van het project, wat de<br />

ontwikkelingen zijn zoals wij nu tegen fase 2 en 3 aankijken. Met een beperkte vergroting<br />

van het huidige risico kunnen wij toch grote stappen maken straks in de Kop van West. En<br />

naar mevrouw De Hilster toe de toezegging dat dit nog maar het begin is. Bij elke fase gaan<br />

wij met elkaar in gesprek over de knelpunten en eventuele bijsturing die nodig is. Als wij<br />

zouden besluiten om fase 1 wel te doen maar fase 2 en 3 niet eens meer te onderzoeken,<br />

dan onthoofden wij het project en ontstaat er een project dat uitsluitend uit woningen bestaat<br />

zonder zekerheid voor toekomstige bewoners.<br />

Mevrouw De Hilster heeft nog een aantal afzonderlijke punten aangestipt. Aan een aantal<br />

ben ik al tegemoetgekomen. Ik ben het met u erover eens dat wij zoveel mogelijk moeten<br />

gaan voor ondergronds parkeren. Laat dat het uitgangspunt zijn. Wij gaan daarover nog met<br />

elkaar in gesprek. Wij hebben nog genoeg momenten om bij te sturen en dat kan beide<br />

kanten op. Ik wil even kijken hoe straks de tweede termijn verloopt. Het college zal dan<br />

wellicht nog een schorsing aanvragen.<br />

De voorzitter: Dank u wel, ik ga naar de heer Bouman.<br />

De heer Bouman (CDA): Misschien komt die schorsing nu al want ik zit te dubben of ik die<br />

motie nu wel of niet zal indienen. Uit de toezegging van de wethouder blijkt voor mij nog niet<br />

helemaal keihard helder of hij inderdaad zegt dat de bewoners die er ooit zullen komen te<br />

wonen in fase 1 echt van tevoren zullen weten of er al dan niet een park komt. Dat is voor mij<br />

zeer essentieel. Die mensen moeten dat weten. Als de wethouder zegt dat zij dat op tijd te<br />

horen zullen krijgen en dat zij zullen weten of er wel of geen park komt, dan denk ik dat de<br />

motie niet meer nodig is. Dus nogmaals: laat de wethouder dat duidelijk uitspreken want ik<br />

heb het hem niet horen zeggen.<br />

Mevrouw De Hilster (PvdA): Mijnheer Bouman, mag ik u een vraag stellen? De duidelijkheid<br />

is alleen maar nodig voor de mensen die aan het park komen wonen. Dat zijn de laatste<br />

bewoners die er komen. Dus die duidelijkheid kan best een tijdje nog op zich laten wachten.<br />

De bewoners die aan het park komen wonen, moeten het wel weten. Het geldt echt niet voor<br />

alle bewoners dat er duidelijkheid moet zijn.<br />

De heer Bouman (CDA): U hebt daarin gelijk maar dat is ook precies wat ik vraag. Laat de<br />

wethouder nu gewoon zeggen dat de mensen die in dat gedeelte komen te wonen op tijd te<br />

horen zullen krijgen of het er al dan niet komt. Als hij even ‘ja’ zegt, dan zijn wij er. Dan<br />

kunnen wij dat notuleren en dan is het opgelost.<br />

De voorzitter: Wethouder, dat is een duidelijke vraag, denk ik.<br />

25


Wethouder Krieger: Ik kan een duidelijke toezegging doen: ja. In de richting van mevrouw<br />

De Hilster wil ik nog even meegeven dat wij op voorhand natuurlijk niet weten hoe de<br />

fasering van het bouwproces in fase 1 gaat verlopen. Er kunnen altijd infrastructurele<br />

complicaties ontstaan, waardoor wij besluiten om het anders te doen, waardoor de mensen<br />

die aan het beoogde park komen te wonen wel het eerste aan de beurt zijn. Ik denk dat het<br />

veel duidelijker is om die toezegging wel te doen. Daar zitten wij straks ook met zijn allen bij.<br />

Ja, die bewoners die straks belangstelling hebben, krijgen die duidelijkheid.<br />

De voorzitter: Mijnheer Bouman, is het duidelijk voor u?<br />

De heer Bouman (CDA): Het is voor mij duidelijk. Met zo’n duidelijk antwoord kan ik goed uit<br />

de voeten. Dat betekent dat de motie niet meer nodig is. Wij hebben nog wel wat problemen<br />

met wat teksten in het hele verhaal maar de angel zat inderdaad in het park. Wij nemen<br />

uiteraard wel een voorschot als wij fase 1 in exploitatie nemen en fase 2 en 3 verder gaan<br />

ontwikkelen. Wij hebben dan toch alvast vastgesteld dat wij in ieder geval proberen<br />

enzovoorts. Dat staat er allemaal wel in. Wij komen er later nog op terug. Wij hebben<br />

gehoord dat wij er nog regelmatig op terugkomen, dus wij springen niet uit de rijdende trein,<br />

wij blijven er lekker in zitten.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Voorzitter, geldt het antwoord van de wethouder<br />

als wij alleen fase 1 doen en niet 2 en 3 gaan onderzoeken? Als wij dat gaan onderzoeken,<br />

kunt u die toezegging doen.<br />

Wethouder Krieger: Die conclusie is juist.<br />

De heer Wiegel (Lijst Wiegel): Plannen, plannen, plannen. Plannen zijn heel mooi, van groei<br />

naar bloei. Als er echter geen geld is, dan gaan alle plannen de vuilnisbak in. Ik vind dat de<br />

Stadspartij wijze woorden gesproken heeft: wacht tot oktober <strong>2009</strong>, dan weten wij precies<br />

hoe wij er financieel voor staan, dan kunnen wij misschien nog veel mooiere plannen maken.<br />

Mijn motto is altijd ‘haastige spoed is zelden goed’. Misschien kunt u dat in uw oren knopen.<br />

De heer Sampimon (D66): Ik schrok even toen ik de wethouder hoorde zeggen ‘dat park dat<br />

plannen wij in, zodat er geen kerncentrale komt’. Wij weten wat het alternatief voor<br />

kerncentrales is: windmolens. Dan zou je haast vragen wat er dan in dat park komt. Er zit<br />

iets anders engs in dat park. Ik kan mij herinneren dat er ooit ergens een zwembad is<br />

getekend. Ik geloof dat het de Stadspartij was die vlak voor de verkiezingen dat zwembad<br />

wilde want de burger had daar recht op, omdat het getekend was. Het gevolg is dat wij in<br />

plaats van 5 miljoen gulden 15 miljoen euro hebben uitgegeven voor een zwembad, omdat<br />

dat getekend is. Wat dat betreft zijn de wijze woorden…<br />

De heer Ankersmit (Stadspartij P93): Voorzitter, bij interruptie. Mijnheer Sampimon, als wij<br />

zo gaan redeneren, dan kunnen wij ook zo redeneren over de stadsverwarming want daar<br />

hebt u als partij in het verleden voor gestemd.<br />

De heer Sampimon (D66): Dat klopt maar dat waren heel andere tijden.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Maar ook heel andere bedragen, mijnheer<br />

Sampimon.<br />

De heer Sampimon (D66): En ook heel andere bedragen. Maar dat werd niet in deze<br />

situatie gezien.<br />

De voorzitter: Zullen wij doorgaan met de Kop van West?<br />

26


De heer Sampimon (D66): Wat dat betreft wordt het nu moeilijk om alvast in te tekenen, als<br />

wij niet weten wat er later gaat gebeuren. Ik ben het helemaal eens met mevrouw De Hilster<br />

wat betreft het ondergronds parkeren. Dat is een wens geweest en ik sta er helemaal achter<br />

dat dat gaat gebeuren. Er is ook in de commissie over gesproken. Ik vind het dan ook<br />

vreemd dat de wethouder zegt dat de onderzoeken intern gedaan kunnen worden. Dus als<br />

wij het allemaal intern kunnen doen, waarom hebben wij die uitslagen dan al niet lang<br />

gekregen? Dan waren wij erop voorbereid en hadden wij geweten wat er gaat komen. Dan<br />

hadden wij veel gemakkelijker kunnen beslissen. Je besluit nu met een blinddoek voor.<br />

Natuurlijk zit er een stukje waarheid en een stukje redelijkheid in wat de heer Helm zei over<br />

de planning. Er zit een logica in de opbouw van een wijk. Er is echter één maar. Ik heb nog<br />

even met de heer Blokzijl overlegd over wiens portefeuille het in de commissie is. Het is<br />

namelijk niet onze bedoeling om dat hele gebied vol te bouwen met woningen. Wat dat<br />

betreft lijkt het mij het beste om fase 1 als eerste uit te voeren. Ik blijf er echter bij dat wij dat<br />

onderzoek nog moeten uitstellen.<br />

Mevrouw Crom (GroenLinks): Ik wil op een paar dingen ingaan die anderen gezegd hebben.<br />

Allereerst het AOV. De heer Kalverboer zegt nu dat hij akkoord gaat met fase 1 maar niet<br />

met het onderzoek naar fase 2 en 3. In de commissievergadering heeft hij uitgebreid<br />

gesproken over de plek van de passantenhaven. De parkeergarage moet ondergronds want<br />

die hoeft niet zo groot te zijn. De Nieuwstraatbrug moet er komen heeft hij letterlijk gezegd.<br />

Toen was u wel degelijk voor het ontwikkelen van fase 2 en 3. En nu zegt u ineens dat een<br />

onderzoek niet hoeft. In uw tweede termijn wil ik graag antwoord op de vraag hoe u tot die<br />

afweging bent gekomen.<br />

De heer Sampimon zegt dat er allang een onderzoek had kunnen liggen als dat intern<br />

gedaan kan worden. Mijnheer Sampimon, daar moet natuurlijk tijd voor vrijgemaakt worden.<br />

En daar moet prioriteit aan gegeven worden. Daar moet de <strong>raad</strong> dan ook van zeggen:<br />

“Maakt u die tijd maar vrij.”<br />

De heer Sampimon (D66): Wilt u zeggen dat het niet belangrijk genoeg is om er tijd aan te<br />

besteden? Dan had er toch tijd aan besteed moeten worden?<br />

Mevrouw Crom (GroenLinks): Dat kan niet zonder dat de <strong>raad</strong> er prioriteit aan geeft want dat<br />

betekent dat het anders niet kan. Het kost ook geld. Het inzetten van ambtenaren kost ook<br />

geld, al kost het minder dan de inzet van externen.<br />

De Stadspartij zegt dat er in oktober <strong>2009</strong> duidelijkheid moet zijn over de financiële situatie.<br />

Natuurlijk moeten wij dan een heleboel afwegingen maken bij de begrotingsbehandeling<br />

maar ik vrees dat het een illusie is dat wij in oktober al precies kunnen vertellen hoe het gaat<br />

verlopen met de aanwijzing van de provincie en het wegwerken van het negatief vermogen<br />

en de structurele negatieve resultaten die wij boeken door de stadsverwarming. Het nu<br />

uitstellen tot oktober <strong>2009</strong> biedt volgens ons geen soelaas en het zou wel eens een blijvend<br />

uitstel kunnen betekenen. Het gaat nu om een negatieve boekwaarde van 8,3 miljoen euro.<br />

Als je fase 1 uitvoert, dan haal je een positief resultaat, waardoor die negatieve boekwaarde<br />

afneemt. Heb je het dan over fase 2 en 3, dan komt er wel iets bij maar wij beslissen nu<br />

alleen over fase 1. Wij denken dat het financiële risico in oktober <strong>2009</strong> nog niet helemaal in<br />

te schatten is en dat je dus ook nu wel een beslissing kunt nemen. Wij hebben er al rekening<br />

mee gehouden.<br />

De heer Sampimon (D66): Voorzitter, mevrouw Crom heeft mij net een vraag gesteld over<br />

het onderzoek. Mag ik daar nog even op antwoorden?<br />

De voorzitter: Heel kort, mijnheer Sampimon.<br />

27


De heer Sampimon (D66): Dat onderzoek kan uitgesteld worden, niet alleen omdat het geld<br />

kost maar ook omdat wij niet weten wanneer wij geld hebben om dat wat onderzocht wordt<br />

uit te besteden. Uw eigen partij heeft erop gewezen dat rond het Beatrixplein - ook in een<br />

crisissituatie en zelfs nadat er onderzoeken gepleegd waren - het hele plan dusdanig<br />

omgegooid moest worden dat de huidige saaie situatie ontstond. Dat is de reden waarom u<br />

het nu niet moet doen maar moet kijken wanneer er geld is, niet alleen voor het onderzoek<br />

maar juist om uit te voeren wat onderzocht is.<br />

De voorzitter: Mevrouw Crom, hebt u daar nog iets aan toe te voegen?<br />

Mevrouw Crom (GroenLinks): Juist gezien de fasering die er nu in zit, hebben wij het niet<br />

over een project van drie jaar maar kijken wij tot 2<strong>02</strong>0. Daar zit een behoorlijke fasering in.<br />

Daar zit een dusdanig laag tempo in dat wij zeggen: “Ga fase 1 nu ontwikkelen, ga een<br />

onderzoek doen naar fase 2 en 3, dan hebben wij redelijk de tijd om een beslissing te<br />

nemen.” Mocht de financiële situatie zo slecht zijn dat fase 2 en 3 niet haalbaar zijn, dan<br />

hebben wij de financiële consequenties van fase 2 en 3 veel beter in beeld en kunnen wij<br />

beter een beslissing nemen.<br />

De heer Sampimon (D66): Mevrouw Crom, ik ben blij dat u toegeeft dat er tijd genoeg is om<br />

het uit te stellen.<br />

Mevrouw Crom (GroenLinks): Dat zeg ik niet. Er is tijd genoeg om een goed onderzoek te<br />

doen, zodat wij op een later tijdstip een goede beslissing kunnen nemen. U moet mijn<br />

woorden niet verdraaien.<br />

De heer Heida (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Voorzitter, een enkele opmerking. De<br />

Stadspartij probeert het college te verleiden tot wat ik noem ‘besturen is vooruitschuiven’. In<br />

het algemeen zijn er veel besluiten van besturen die zich kenmerken door dit verschijnsel:<br />

vooruitschuiven. Nu komt dit college met een aantal ferme besluiten. Het wil vooruit en nu<br />

tracht de Stadspartij het college te verleiden om weer in die oude gewoonte van uitstellen te<br />

vervallen. Aangezien - het is van verschillende kanten gezegd - wij voor 8,3 miljoen euro in<br />

dat gebied in het schip zitten, moet er geld binnenkomen en liefst vandaag nog. Daarom<br />

begrijp ik niet dat zij er zo gemakkelijk over praten en er in november maar weer 200.000<br />

euro willen bijschrijven, terwijl wij al voor zoveel geld in de moeilijkheden zitten. Ik vind dat<br />

toch gek. Ik laat mij overtuigen door het bestuur, ik krijg mijn fractie mee en dan hoor ik toch<br />

weer dit soort dingen. Ik begrijp er niets van. Het is helemaal geen schande om je als<br />

<strong>raad</strong>slid een keer te laten overtuigen, al is het maar op één onderwerp. En op dit ene<br />

onderwerp, fase 1, heb ik mij laten overtuigen en ook mijn fractie. Dat moet zo snel mogelijk<br />

tot uitvoering komen, opdat er geld in het laatje komt. Dat wil ik nog een keer onderstrepen.<br />

Ik hoor zo meteen nog wel een keer van de Stadspartij waarom er vooruitgeschoven moet<br />

worden. Wat mij betreft kan zij dat laten.<br />

Ik heb nog een andere opmerking met betrekking tot het parkje. Wat ons betreft moeten de<br />

bewoners wel degelijk goed ingelicht worden, althans degenen die aan de rand komen te<br />

wonen van dat park. Wij willen helemaal geen parkje. Ik heb bij herhaling gezegd dat de<br />

stedelijke uitstraling zich niet verdraagt met een parkje. Er moet stedelijk gebied komen,<br />

desnoods alleen woningbouw als anderen niet staan te trappelen om te investeren. Dan<br />

brengt het hele gebied geld op; dan eindigen wij niet over tien jaar met min 10 miljoen euro<br />

maar dan eindigen wij misschien wel met plus 2 of 3 miljoen euro. Er moet helemaal geen<br />

parkje komen, voorzitter. Dus u kunt de mensen wat ons betreft zeggen dat er geen parkje<br />

komt. Dan weten de mensen waar zij aan toe zijn. Dat had ik nog willen onderstrepen.<br />

Mevrouw Crom (GroenLinks): Ik wil toch een poging doen. U bent al overtuigd van fase 1. Ik<br />

wil toch een poging doen om u te overtuigen van de noodzaak van het onderzoek naar fase<br />

2 en 3. U zegt namelijk eigenlijk dat u er voor bent want u wilt dat de bewoners duidelijkheid<br />

28


krijgen over dat park. Dat kan er toch alleen maar komen als wij nu fase 2 en 3 iets verder<br />

gaan uitwerken en een onderzoek doen naar haalbaarheid en consequenties?<br />

De heer Heida (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Uw punt is duidelijk. Ik heb duidelijk gemaakt<br />

dat wat ons betreft het onderzoek niet hoeft, omdat wij helemaal geen parkje willen. Dus dan<br />

is er ook duidelijkheid voor de bewoners, in onze visie.<br />

Mevrouw Crom (GroenLinks): Maar, mijnheer Heida, is het niet zo…<br />

De heer Heida (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Wat mij betreft kan de discussie op dit punt<br />

worden afgesloten. Ik heb er niets meer aan toe te voegen, met alle respect voor mevrouw<br />

Crom.<br />

De heer Ouburg (VVD): Voorzitter, ik heb grote moeite met deze herbeleving in drie<br />

decimalen van de hele commissievergadering.<br />

De voorzitter: Dank u wel maar ik begrijp dat de heer Heida zijn punt nu heeft gemaakt. Nu<br />

is de heer Kalverboer aan de beurt.<br />

De heer Kalverboer (AOV): Ik weet donders goed nog wat ik gezegd heb vorige week, toen<br />

de bestuursambtenaren ons een toelichting zouden geven over wat er allemaal staat te<br />

gebeuren in de Kop van West en wij met financiële vragen zijn gekomen.<br />

Mevrouw Crom (GroenLinks): Voorzitter, ik heb het niet over de inloopmiddag, ik heb het<br />

over de extra commissievergadering van 24 juni <strong>2009</strong>.<br />

De heer Kalverboer (AOV): Tijdens de extra commissievergadering heb ik mij ook uitgelaten<br />

over de passantenhaven, een geldverslindende onderneming. Als er een haven ingegraven<br />

moet worden, terwijl er aan de andere kant van de sluis mogelijkheden zijn om boten aan te<br />

meren. En het theater komt pas jaren later; daar hoeven wij nu nog geen hoofdbrekens over<br />

te hebben. Wij hebben het ook gehad over het onderzoek naar fase 2 en 3. Dat gaat ook<br />

geld kosten. Wij hebben ons ook afgevraagd of wij hiermee kunnen instemmen. Wij horen nu<br />

van onze wethouder - en dat wil ik graag nog een keer bevestigd horen - welke kosten<br />

hieraan verbonden zijn en wanneer die kosten komen. Kunnen wij niet eerder inschatten wat<br />

wij met fase 1 gaan doen? Wel fase 1 - daar komt het dus op neer - en fase 2 en 3 in<br />

onderzoek brengen, mits daar geen hoge kosten aan verbonden zijn.<br />

De heer Sampimon (D66): Geen onderzoek? In de commissie zei u van wel. In de eerste<br />

termijn zei u ‘nee’ en nu zegt u weer ‘ja’.<br />

De heer Kalverboer (AOV): Wij moeten wel donders goed weten of daar nu een park komt<br />

of niet. Zetten wij daar huizen neer of zetten wij er geen huizen neer?<br />

De heer Sampimon (D66): Als u er huizen neerzet, is het geen park meer.<br />

De heer Kalverboer (AOV): Als door onze beleidsambtenaren duidelijk uitgezocht kan<br />

worden of het ja of nee woningbouw wordt, dan zeg ik: “Laten wij dat onderzoekje dan even<br />

doen.” Wij kunnen fase 1 niet laten stagneren.<br />

De voorzitter: U hebt een vraag gesteld die de wethouder zo dadelijk vast zal<br />

beantwoorden.<br />

Mevrouw Sacco (SP): Ik wil even reageren op een paar opmerkingen van de verschillende<br />

partijen. De PvdA bij monde van mevrouw De Hilster zegt dat de financiën niet leidend<br />

moeten zijn. Helaas, ik zou ook graag willen kiezen tussen een Ferrari, een Jaguar en een<br />

29


Porsche maar als je geen geld hebt, dan heb je geen keuze. Je moet als bestuurder uitgaan<br />

van de mogelijkheden die je hebt en niet van de wensen. Ik heb ook heel veel wensen voor<br />

<strong>Purmerend</strong>. De realiteit is helaas dat wij op dit moment geen rooie cent hebben.<br />

Mevrouw De Hilster (PvdA): Ik geef ook wel aan dat wij op dit moment geen geld hebben<br />

maar de economie zal binnen enkele jaren weer aantrekken. Fase 2 en 3 zullen in een later<br />

stadium pas ontwikkeld worden, pas over twee of drie jaar. Dan heb je een tijd een<br />

investeringstop gehad en dan zullen ondernemers misschien wel staan te springen om de<br />

investeren.<br />

Mevrouw Sacco (SP): Het gaat niet om de investering, het gaat niet om de economische<br />

crisis, het gaat om de crisis van <strong>Purmerend</strong>. Het gaat om de stadsverwarming, het negatief<br />

vermogen van 56 miljoen euro of misschien wel meer. Daar gaat het om.<br />

Mevrouw De Hilster (PvdA): Wij kunnen ook geld zoeken.<br />

Mevrouw Sacco (SP): Wij zijn er als partij absoluut geen voorstander van als wij gaan<br />

zoeken in de portemonnee van de burgers. Ik vrees dat sommige partijen wel die kant op<br />

zullen gaan.<br />

Ik geloof echt niet in de duidelijkheid die de Stadspartij in oktober verwacht, mijnheer Helm,<br />

dan zou er een wonder moeten gebeuren. Wij weten nu al wat wij in oktober <strong>2009</strong> te horen<br />

en te lezen zullen krijgen. Wij willen eigenlijk niet, zoals mevrouw Crom voorstelt, een<br />

verband leggen tussen fase 1, die toezegging aan de burgers om duidelijkheid te bieden en<br />

het onderzoek dat er moet komen. Dat is het dilemma. Als je duidelijkheid wilt scheppen, dan<br />

zul je dat onderzoek moeten uitvoeren.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Mevrouw Sacco, als u iets wilt met de<br />

stadsverwarming, dan is het juist goed om heel veel woningbouw te plegen want dat levert<br />

geld op.<br />

Mevrouw Sacco (SP): Ik denk dat wij de oplossing een andere kant op moeten gaan zoeken,<br />

mijnheer Boer.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Een parkje lost niets op.<br />

Mevrouw Sacco (SP): Daar kom ik te zijner tijd op terug. Ik denk dat wij een heel andere<br />

koers moeten gaan varen.<br />

Verder even terugkomend op de opmerking van de heer Heida. Volgens mij verwart u<br />

stedelijk met beton. Een stad zonder park, zonder groen, is geen stad. Ik begrijp uw woorden<br />

niet als u zegt dat er geen park hoeft te komen. Ik denk dat je groen in je wijk gewoon nodig<br />

hebt, voor de zuurstof.<br />

De heer Heida (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Ik ben ervoor dat er een aantal bomen komen te<br />

staan.<br />

Mevrouw Sacco (SP): Waar woont u zelf, mijnheer Heida?<br />

De heer Heida (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Maar een parkje, mevrouw, het is maar een<br />

klein gebied.<br />

De voorzitter: U hebt uw punt heel duidelijk gemaakt. Dank u. Ik weet nu ook voor welke<br />

auto’s de SP belangstelling heeft, dus dat komt goed uit.<br />

30


Mevrouw Sacco (SP): Ik wil het hierbij laten.<br />

De heer Helm (Stadspartij P93): Ik zal reageren op wat het college en de andere fracties<br />

hebben gezegd. U zegt: “Behandel het rekenkundig of behandel juist inhoudelijk want als je<br />

geen geld hebt, dan wordt de inhoud anders.” Wij zijn niet tegen de Kop van West maar het<br />

moment van besluitvorming is essentieel, omdat je moet weten of er voldoende financiën<br />

zijn. Het is op zich vrij voorspelbaar. Daarom kan ik mevrouw Crom en de heer Sampimon<br />

ook wel antwoorden. Dan richt ik mij via u, voorzitter, tot de burgers van Purmer-Noord. Dit<br />

plaatje van het Leeghwaterpark werd toen ook aan de bewoners getoond. Daarbij werd<br />

gezegd dat er een zwembad, een jeu-de-boulesbaan, een bowlingbaan, schoolwerktuinen en<br />

een heemtuin zouden komen in Purmer-Noord. Wat bleek? De Purmergronden die wij<br />

hadden gekocht, konden niet meer en toen kon het hele voorzieningenniveau - artikel 12 -<br />

niet verder door. Ik durf u te voorspellen dat dit zich gaat herhalen want de provincie heeft de<br />

brief niet ingetrokken. Wij hebben in feite maar een reserve van 1 miljoen euro. De heer<br />

Heida zegt dat regeren vooruitschuiven is. Nee, ik vergelijk dit college met een struisvogel.<br />

Die steekt zijn kop in het zand. Het kenmerk van een struisvogel is dat hij zich dood rent als<br />

hij in paniek is. U hebt gezegd: “Doe geen moeite om het weer uit te leggen.” Dat zal ik ook<br />

niet doen. Ik zat alleen te dubben welk gezegde ik ervoor zou kiezen: ‘water naar de zee<br />

dragen’ of ‘parels voor de zwijnen werpen’. Ik zal het netjes houden. Ik hou het op water naar<br />

de zee dragen.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Maar, mijnheer Helm, al die voorzieningen zijn er<br />

uiteindelijk wel gekomen. Dat zwembad, waar u het over had.<br />

De heer Helm (Stadspartij P93): Nee, een theehuis, een waterspeelplaats, een avontuurlijk<br />

speelterrein, trimparcours.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): U wordt op uw wenken bediend. Ga binnenkort<br />

kijken, er komt een nieuwe speeltuin.<br />

De voorzitter: Wij hebben het nu over de Kop van West. Zullen wij ons daartoe beperken?<br />

Mevrouw De Hilster (PvdA): Wij zijn in ieder geval blij met de toezegging van de wethouder<br />

over het ondergronds parkeren. Wij zijn blij dat er gefaseerd ontwikkeld wordt. Dat is heel<br />

goed. Misschien blijkt over een tijdje wel dat wij vijf in plaats van vier fases krijgen. Dat maakt<br />

ook allemaal niet uit. Ik ben het eens met wat GroenLinks en Leefbaar <strong>Purmerend</strong> gezegd<br />

hebben over het uitstellen. Ik kan mij niets voorstellen bij wat de Stadspartij zegt. Fase 1<br />

levert geld op maar u zegt dat er nog 210.000 euro bij komt als wij nog eventjes uitstellen.<br />

Toen dacht ik: daar hadden wij die muziektent van kunnen bouwen of daar hadden wij die<br />

mevrouw van Crescendo heel blij mee kunnen maken.<br />

De heer Helm (Stadspartij P93): Mevrouw De Hilster is een slim mens en zij leest haar<br />

stukken. Uiteindelijk kost de hele Kop van West, met welke fasering ook, 10 miljoen euro.<br />

Dat zal gedekt worden uit de reserve grondbedrijf. Die reserve is onderdeel van die 57<br />

miljoen euro die wij moeten gebruiken ter dekking van de 56 miljoen euro tekort van de<br />

stadsverwarming.<br />

Mevrouw De Hilster (PvdA): Maar daarom gaan wij juist wel fase 1 direct ontwikkelen want<br />

dan komt er niet nog een extra bedrag bij want fase 1 levert ons geld op. Ik ben ook blij met<br />

wat de SP zei: “Groen en ruimte heb je nodig in een stedelijk gebied.” Dat geloof ik<br />

onmiddellijk. En ook zeker ter aansluiting van de binnenstad want wij willen die binnenstad<br />

vergroten en misschien dat vergroten met voorzieningen en een park wel heel mooi zal zijn.<br />

Maar daarover besluiten wij pas later.<br />

31


De heer Ouburg (VVD): Na een zeer uitgebreide discussie in de commissie en na de<br />

woorden van de wethouder die over de Kop van West gaat, kan ik u namens de VVD heel<br />

kort aangeven dat wij akkoord gaan met de punten 1 tot en met 4 en dat wij kennisnemen<br />

van punt 5.<br />

De voorzitter: Dank u wel. De wethouder dan.<br />

Wethouder Krieger: Volgens mij staat alleen nog de vraag van de heer Kalverboer open:<br />

kun je op dit moment duidelijk maken welke kosten dat met zich meebrengt? Het antwoord is<br />

‘nee’. Dat komt straks bij het aanvragen van de verschillende voorbereidingskredieten nog<br />

aan de orde. Ik heb alleen wel geprobeerd om uw verwachtingen een klein beetje neerwaarts<br />

te managen. Ik heb het idee in deze hele discussie dat er bij het onderzoek naar fase 2 en 3<br />

een beeld ontstaat dat wij van alles en nog wat in huis moeten halen. Ik heb alleen betoogd<br />

dat wij heel veel daarvan zelf kunnen doen, dat het ook meegenomen wordt in het hele<br />

proces van fase 1. Daar komen wij dus sowieso nog op terug. Ik heb geen zin om rond te<br />

gaan zingen. Ik blijf alleen verkondigen dat ik van mening ben dat duidelijkheid krijgen over<br />

fase 2 en 3 alleen lukt als je er nader naar gaat kijken. Wij komen er nog in alle vormen bij u<br />

op terug. Dus u hebt nog allerlei beslismomenten te gaan. Maar het is wel onlosmakelijk<br />

verbonden met fase 1.<br />

De voorzitter: Dames en heren, ik wilde toch voorstellen om de vijf besluiten langs te lopen.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Voorzitter, ik heb toch nog één vraag aan de<br />

wethouder. Wat hij nu net zegt, dat triggert mij. U geeft terecht aan dat wij wat moeten doen<br />

met fase 2 en 3. Als u mij de toezegging doet dat in zo’n onderzoek niet alleen wordt<br />

gekeken naar de ontwikkelingen zoals die tot nu toe voor lagen maar dat u ook laat zien wat<br />

het betekent als er alleen woningbouw wordt gepleegd, want daar zou het best op uit kunnen<br />

komen, gezien de financiële situatie van <strong>Purmerend</strong>. Als het een breed onderzoek is, dan wil<br />

ik graag even schorsen. Als u alleen de ontwikkelingen die wij tot nu toe voor ogen hadden<br />

wilt onderzoeken, dus concreter maken, dan handhaven wij ons standpunt dat wij tegen zijn.<br />

Maar anders wil ik toch even schorsen.<br />

Wethouder Krieger: Die vraag triggert mij vervolgens ook weer. Ik begrijp dat de fractie van<br />

Leefbaar <strong>Purmerend</strong> minder hecht aan het park. Ik heb aan de andere kant bij de<br />

presentaties en de discussie die wij vorige week hebben gehad wel het beeld gekregen dat<br />

de <strong>raad</strong> behoorlijk breed enthousiast is over het eindbeeld dat wij voor ogen hebben. Dat is<br />

de visie op de Kop van West, zoals de <strong>raad</strong> die zou willen ontwikkelen. Die wij, gezien alle<br />

achtergronden en de financiële problemen, niet in één keer kunnen ontwikkelen. Dus in<br />

eerste instantie gaan wij voor die uitwerking. Ik denk dat ik het misschien moet omkeren. Als<br />

bij het onderzoek naar fase 2 en 3 blijkt dat het niet haalbaar is, dan vind ik dat wij daarmee<br />

eerst terug moeten naar de <strong>raad</strong> en dat pas dan de discussie aan de orde is wat er gedaan<br />

moet worden. Dan staan alle alternatieven, inclusief woningbouw, open. Ik kan niet een-opeen<br />

toezeggen dat ik een vergelijkingsmodel ga leveren want dat zou afbreuk doen aan het<br />

beeld dat wij voor ogen hebben.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Maar u doet wel de toezegging dat u niet een<br />

situatie creëert waarbij wij maar één kant op gaan en waarbij wij geen andere kant mee uit<br />

kunnen, omdat er al te veel kosten zijn gemaakt?<br />

Wethouder Krieger: Dat kan ik gemakkelijk toezeggen want daarvoor is die fasering<br />

bedoeld.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Dus uiteindelijk komt het na het onderzoek terug<br />

en dan ligt de beslissing voor of wij zo doorgaan of dat wij bijvoorbeeld woningbouw gaan<br />

onderzoeken?<br />

32


Wethouder Krieger: Ja.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Dan wil ik graag even schorsen, voorzitter.<br />

De voorzitter: Goed. Hoelang hebt u nodig?<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Vier minuten.<br />

De voorzitter: Wij schorsen tot 22.20 uur.<br />

Schorsing 22.15 tot 22.20 uur.<br />

De voorzitter: Mag ik u verzoeken uw plek weer in te nemen? De schorsingstijd is voorbij. Ik<br />

heb te horen gekregen dat ik als voorzitter streng de 23.00 uur in de gaten moet houden. Dat<br />

betekent dat de schorsing ook niet te zeer mag uitlopen. De heer Boer.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Wij hebben er nog even over gediscussieerd<br />

maar wij zijn niet in achterkamertjes gegaan. Het is heel helder. Wij zijn uiteindelijk met de<br />

grootste meerderheid - op één na - van onze fractie voor het onderzoek, waarbij wij<br />

aangetekend willen hebben dat wij geen behoefte hebben aan een park. Degene die<br />

tegenstemt is bang dat het onderzoek eigenlijk al ja zegt tegen het park. De anderen zijn<br />

daar niet bang voor. Nogmaals, wij zijn dus voor een onderzoek naar fase 2 en 3 met de<br />

kanttekening dat wij in principe geen behoefte hebben aan een park maar dat wij met name<br />

een stedelijke ontwikkeling willen die zoveel mogelijk geld opbrengt.<br />

De voorzitter: Dank u wel. Dat is duidelijk. Ik breng de vijf punten nu in stemming. Ik begin<br />

met punt 1 en vraag of u akkoord gaat met de voorgestelde fasering. Wie is daarvoor? Ik stel<br />

vast dat een ruime meerderheid voor is.<br />

De heer Sampimon (D66): Komen de getallen precies in de notulen te staan?<br />

De voorzitter: Vindt u dat van belang, mijnheer Sampimon? Dan moet ik even kijken wie er<br />

tegen zijn want dat is wat gemakkelijker. De Stadspartij, de SP, Lijst Wiegel.<br />

De heer Sampimon (D66): Kan genoteerd worden dat de heer Ouburg en de heer Rotgans<br />

zich ontrokken hebben aan de stemming?<br />

De voorzitter: Ik ben ingegaan op uw verzoek, mijnheer Sampimon, dan kom ik bij punt 2.<br />

Wie gaat daarmee akkoord? Ik stel vast dat het is aangenomen. Alleen de Stadspartij en Lijst<br />

Wiegel zijn tegen. Dan kom ik bij punt 3, de exploitatieopstelling. Wie is voor? Ik stel vast dat<br />

punt 3 is aangenomen met de Stadspartij en Lijst Wiegel tegen. Dan kom ik bij punt 4. Wie is<br />

daarvoor? D66, Lijst Wiegel, de SP en de Stadspartij en één lid van Leefbaar <strong>Purmerend</strong> zijn<br />

tegen. De <strong>raad</strong> moet kennisnemen van het laatste punt. Ik neem aan dat u daar geen<br />

problemen mee hebt. Dan hebben wij dat vastgesteld.<br />

Mevrouw Bödeker (Lijst Bödeker): Voorzitter, u hebt mij niet genoemd bij punt 4 als<br />

tegenstemmer.<br />

De voorzitter: Neem mij niet kwalijk. Wij noteren dat nog.<br />

10. Voorstel voor de vaststelling programmarekening 2008<br />

De voorzitter: Ik kom bij agendapunt 10, de vaststelling van de programmarekening. Ik geef<br />

het woord aan de voorzitter van de auditcommissie, de heer Helm.<br />

33


De heer Helm (Stadspartij P93): Ik zal het omwille van de tijd kort houden. Dit is het eerste<br />

verslag van de auditcommissie. Wij hebben sinds kort een nieuwe werkwijze. Dit is het<br />

eerste verslag dat wij hebben uitgebracht. Voor een aantal <strong>raad</strong>sleden is dit de laatste<br />

jaarrekening want volgend jaar zijn er verkiezingen. Neemt u daar ook notie van. Wij hebben<br />

ervoor gekozen om een scheiding te maken tussen de auditcommissie en de vakcommissie.<br />

De auditcommissie kijkt naar de financieel-technische kant, de vorm, de presentatie en de<br />

inhoud. Het was de bedoeling dat de vakcommissies naar de realisatie van de inhoud kijken.<br />

Dat is redelijk gelukt bij de commissie SOB en de commissie Algemene Zaken maar de<br />

commissie Samenleving is er door tijdgebrek niet aan toegekomen. Ik doe een beroep op de<br />

fracties om toch bij de behandeling van de programma-inhoud naar de rekening te kijken<br />

want die is de verantwoording van het gevoerde beleid. Wij besteden veel tijd aan wat wij<br />

gaan doen. Het is handig om ook stil te staan bij wat er van terecht is gekomen. Door de<br />

nieuwe werkwijze treft u bijvoorbeeld geen standpunt van het college aan. Het lijkt mij<br />

daarom correct dat wij aan het college vragen in hoeverre het met de aanbevelingen van de<br />

auditcommissie kan instemmen.<br />

De voorzitter: Met uw welnemen ga ik dan meteen naar wethouder Engels.<br />

Wethouder Engels: Doordat wij niet hebben kunnen reageren, hebben wij er behoefte aan<br />

om met de auditcommissie te overleggen over hoe wij dat allemaal precies gaan doen. Ik stel<br />

voor dat wij punt 3b niet beperken tot aanbeveling 10, maar laten slaan op alle<br />

aanbevelingen. Dan gaan wij verder akkoord.<br />

De heer Helm (Stadspartij P93): Ik kan namens de auditcommissie zeggen dat wij daarmee<br />

akkoord gaan. Wij hebben nu ook een nieuwe accountant. Daarmee moeten wij<br />

werkafspraken maken en dan kunnen wij kijken hoe dat in de fasering gaat en welke<br />

opdrachten wij de accountant meegeven. Daar kunnen wij als auditcommissie mee leven.<br />

Wellicht heeft de <strong>raad</strong> nog vragen of punten maar misschien kunnen wij omwille van de tijd<br />

tot een afronding komen.<br />

De voorzitter: Dames en heren, kunt u hiermee instemmen? Ik denk dat wij een goede<br />

werkwijze hebben afgesproken.<br />

De heer Sampimon (D66): Ik denk dat wij de heer Helm mogen bedanken voor het<br />

uitstekende werk dat hij met de auditcommissie heeft verricht.<br />

De heer Helm (Stadspartij P93): Ik zal het overbrengen aan de leden van de<br />

auditcommissie.<br />

De voorzitter: Dat is heel mooi. Dank u wel.<br />

11. Voorstel voor wijziging Winkeltijdenverordening in verband met uitbreiding<br />

aantal ontheffingen voor zondagsopenstelling<br />

De voorzitter: Dan kom ik bij punt 11, voorstel voor wijziging van de<br />

Winkeltijdenverordening. Ik begrijp dat daarover uitgebreid gesproken is en dat verschillende<br />

partijen daarover een duidelijk standpunt hebben ingenomen. Is het goed dat dit punt wordt<br />

afgedaan met een stemverklaring?<br />

De heer Duijker (CDA): Ik wil graag een stemverklaring afleggen. Wij betreuren de nu<br />

voorgestelde wijziging op de Winkeltijdenverordening om een aantal redenen. Wij vinden dat<br />

de 24 uurseconomie een slechte zaak is voor onze samenleving. Wij geven als gemeente<br />

heel veel geld uit om het sociale leven in <strong>Purmerend</strong> te stimuleren, bijvoorbeeld het<br />

verenigingswerk, maar met deze wijziging die in de richting van een 24 uurseconomie gaat,<br />

34


wordt juist een slag toegebracht aan het beter functioneren van ons sociale leven in<br />

<strong>Purmerend</strong>. Met deze wijziging spannen wij het paard achter ons eigen sociale beleidsplan.<br />

Verder maken wij ons zorgen over het bevoordelen van het grootwinkelbedrijf.<br />

De heer Sampimon (D66): Dit is geen stemverklaring, hiermee wordt het hele verhaal weer<br />

overgedaan. Een stemverklaring is een heel korte mededeling over waarom u tegen bent.<br />

De heer Duijker (CDA): Dat ga ik dus nu doen.<br />

De voorzitter: Mijnheer Duijker, kunt u het zoveel mogelijk beperken, alstublieft?<br />

De heer Duijker (CDA): Ik wil graag hierover het woord voeren. Als een stemverklaring<br />

ongeveer een derde A4’tje is, dan vind ik dat ik die mag uitspreken.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Dan moet u gewoon zeggen dat u het woord wilt<br />

voeren. Dan krijgt u het woord, lijkt mij.<br />

De voorzitter: Uiteraard krijgt een lid van de <strong>raad</strong> het woord. Maar ik vroeg aan het begin of<br />

wij het kunnen beperken tot een stemverklaring. Maar u hebt het recht om er een punt van te<br />

maken.<br />

De heer Duijker (CDA): Verder maken wij ons zorgen over het bevoordelen van het<br />

grootwinkelbedrijf. Voor de middenstand is het bijna onmogelijk om zeven dagen in de week<br />

open te zijn. De omzetten gaan dan vanaf nu naar het grootwinkelbedrijf en de middenstand<br />

zal deze omzet moeten gaan missen want een euro kun je maar één keer uitgeven. Als u wel<br />

eens in Frankrijk bent geweest, dan hebt u gezien dat men daar alles onder één dak heeft in<br />

grote hypermarkten. De middenstand is daar bijna niet meer aanwezig. Alles is opgeslokt<br />

door het grootwinkelbedrijf. Is dat onze toekomst?<br />

Het argument dat er zo’n behoefte aan is, wil ik afdoen met een economische wet: “Elk<br />

aanbod creëert zijn eigen vraag.” Wij als CDA hechten aan een collectieve rustdag, goed<br />

voor gezinnen, families en verenigingen.<br />

De voorzitter: Dank u wel, mijnheer Duijker. Willen nog anderen het woord voeren?<br />

Mevrouw De Hilster (PvdA): Ik heb al eerder aangegeven dat ik tegen uitbreiding van de<br />

winkelopeningstijden zal stemmen. Ik ben namelijk helemaal tegen een zondagopenstelling.<br />

Dat geldt voor alles.<br />

De voorzitter: Maar de rest van de fractie, begrijp ik, is wel akkoord? Ja, dank u wel.<br />

De heer Helm (Stadspartij P93): Ik wil heel kort inhoudelijk reageren naar aanleiding van wat<br />

de heer Duijker zei. Wij vinden juist dat de zondagsrust wordt gehandhaafd maar degene die<br />

dat wil, kan boodschappen doen. Niemand die de zondagsrust wil respecteren is verplicht<br />

om boodschappen te gaan doen. Het verhaal over het grootwinkelbedrijf gaat niet op want er<br />

zal juist een betere concurrentie ontstaan. Wil die kleine winkelier zich handhaven, dan moet<br />

hij concurreren op kwaliteit. Als hij echt kwaliteit en speciale producten levert, dan blijft hij<br />

overeind. Maar als hij meer van hetzelfde doet, dan verdwijnt hij. Dat komt juist ook mensen<br />

met een lager inkomen ten goede want dan worden de producten goedkoper. Het is niet de<br />

bedoeling dat de overheid allerlei barrières oproept waardoor de primaire levensbehoeften<br />

duurder blijven, wat in het nadeel van de minder bedeelden is. Er is overigens ook nog een<br />

andere economische wet: als de kosten hoger zijn dan de baten, dan verdwijnt het bedrijf<br />

vanzelf. Daarom steunen wij dit voorstel.<br />

35


De heer Duijker (CDA): Dat wij hebben dus geconstateerd in landen als Frankrijk, waar de<br />

middenstand weg is.<br />

De heer Helm (Stadspartij P93): Wij leven in Nederland.<br />

De heer Duijker (CDA): Maar die kant gaan wij dus op.<br />

Mevrouw Sacco (SP): Ik wil geen stemverklaring afleggen, ik wil toch even het woord<br />

voeren. De SP is faliekant tegen een 24 uurseconomie, omdat die ten koste gaat van de<br />

werknemers. De enige die daar wat aan verdienen zijn natuurlijk de grote bedrijven. De<br />

werknemers zijn daar de dupe van. Het consumentisme wordt verder aangewakkerd;<br />

mensen gaan misschien dingen kopen die zij helemaal niet nodig hebben. Zij hebben nu zes<br />

dagen in de week tot 20.00 of zelfs 21.00 uur de tijd om boodschappen te doen. Ik kan mij<br />

niet indenken dat die tijd te kort is, zeker niet in deze crisistijd. Er worden op deze manier<br />

behoeften gekweekt. Er is helemaal geen behoefte aan extra openingtijden. Ik zou er zeker<br />

voor pleiten om die mensen eerder naar het bos of het strand te sturen op zo’n dag dan de<br />

winkels in. Dat lijkt mij niet echt bevorderlijk. Het betekent inderdaad de nekslag voor het<br />

kleinbedrijf. Dat is iets waar wij in <strong>Purmerend</strong> geen voorstander van zijn. Ik dacht dat de VVD<br />

eigenlijk ook de belangen van het kleinbedrijf vertegenwoordigde maar dat zie ik hier niet in<br />

terug. Al met al lijkt dit ons een onnodig en heel slecht plan, vooral voor de werknemers.<br />

De voorzitter: Ik begrijp dat de commissie toch ongeveer overgedaan wordt. Ik dacht dat dat<br />

niet de bedoeling was. Dat staat volgens mij ook in het reglement van orde. Dat breng ik toch<br />

nog maar een keer onder uw aandacht.<br />

De heer Sampimon (D66): Voorzitter, aangezien wij de indieners zijn geweest van de motie<br />

die hiertoe heeft geleid, lijkt het mij juist als ik hierop mag reageren.<br />

De voorzitter: Uiteraard mag u reageren maar ik breng toch onder uw aandacht dat u zelf<br />

hebt gevraagd om de commissievergadering niet over te doen. Vandaar dat ik het toch nog<br />

maar even onder uw aandacht breng. Maar ik wil u natuurlijk niet het woord onthouden.<br />

De heer Sampimon (D66): Ik wil de commissievergadering in ieder geval niet overdoen.<br />

Daarom wilde ik het ook bij een stemverklaring houden. Het ging juist om de<br />

concurrentiepositie. Het ging om één supermarkt en nu worden het er drie. Dat betekent dat<br />

je dus niet één grootwinkelbedrijf bevoordeelt. Dat wilde wij juist voorkomen; dat was de<br />

basis van deze motie. Een dag rust: wij hebben in ieder geval de maandagochtend, waarop<br />

iedereen zijn rust kan hebben want dan zijn de meeste winkels dicht. Ik hoor u er ook niet<br />

voor pleiten dat het grootwinkelbedrijf op maandagochtend dicht moet zijn. Dus als u voor<br />

het ene bent, moet u ook voor het andere zijn. Ik vind deze discussie eigenlijk onzinnig want<br />

- nogmaals - het is een motie die door de <strong>raad</strong> is aangenomen en door het college wordt<br />

uitgevoerd. Dat betekent dat u voor of tegen kunt stemmen en dat wij verder geen discussie<br />

hoeven te voeren.<br />

De voorzitter: Dan lijkt het me nu een goed moment om toch even te kijken wie voor of<br />

tegen is. Ik heb de indruk dat de meeste fracties voor zijn. Wie zijn tegen? De SP, het CDA,<br />

mevrouw De Hilster. Ik stel vast dat dit voorstel is aangenomen.<br />

12. Voorstel voor de lokale verordening WWB<br />

Hamerstuk.<br />

13. Voorstel voor de Verordening amateurkunst <strong>Purmerend</strong> <strong>2009</strong><br />

Hamerstuk.<br />

36


14. Voorstel voor de vaststelling van de jaarrekening 2008 en de begroting 2010<br />

van de GGD, risicoanalyse iJGZ en wijziging verdeelsleutel<br />

Hamerstuk.<br />

15. Voorstel voor het huisvestingsplan partners voormalig onderwijszorgcentrum<br />

De voorzitter: De heer Boer heeft gevraagd om het woord te mogen voeren over<br />

agendapunt 15.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Ik vind het een te belangrijk onderwerp, ook een<br />

dramatisch onderwerp de afgelopen drie jaar, om het zomaar even als hamerstuk af te doen.<br />

Ik heb er ook in de commissie het een en ander over gezegd. Ik zal niet alles herhalen maar<br />

een project dat zo lang loopt met een wethouder die miljoenen verzwijgt. Daarin faalde. Een<br />

college en een wethouder die partijen in dit hele verhaal niet wist te binden. Daarin gewoon<br />

heeft gefaald. Vervolgens was er maar één groep de dupe en dat waren de zeer kwetsbare<br />

kinderen. Een aantal partijen heeft de suggestie gedaan om ermee terug te komen naar de<br />

<strong>raad</strong> om eventueel extra geld ter beschikking te stellen. Dat is niet gebeurd. Dat is wat<br />

Leefbaar <strong>Purmerend</strong> betreft een gemiste kans. Met extra geld erbij waren partijen misschien<br />

niet afgehaakt. Al met al heeft het veel te lang geduurd. Wij zijn blij dat er nu eindelijk een<br />

plan ligt, waar wij uiteraard voor zijn. Ik heb wel een kritische opmerking gemaakt over de<br />

planning. Ik heb om een goede planning gevraagd. Toen werd er door de wethouder in de<br />

commissie gezegd: “Kan mijnheer Boer niet lezen want er zit een goede planning bij.” Toen<br />

heb ik daar opmerkingen over gemaakt en daarop is de toezegging gedaan dat de<br />

wethouder voor de <strong>raad</strong> met een memo zou komen over die planning en in hoeverre die<br />

realistisch is. Ik heb niets gezien. Ik weet niet of iemand anders in de <strong>raad</strong> een aangevulde<br />

planning heeft gezien?<br />

Wethouder Daan: Voorzitter, als ik zo rechtstreeks word aangevallen ten aanzien van mijn<br />

functioneren, dan heb ik wel de behoefte om daar even kort op te reageren.<br />

De voorzitter: U krijgt zo dadelijk het woord.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Deze planning heb ik ook gezien maar wat daarin<br />

aangegeven wordt, is een specificatie van de jaren maar wij komen gewoon uit op wat er al<br />

stond: 2012 en 2013. Als ik de termijnen zie die daarin staan - die zijn hier alleen<br />

gespecificeerd... De tijd die nodig is om heel simpele dingen te doen, duurt veel te lang voor<br />

een project. De Koemarkt is bijvoorbeeld binnen anderhalf jaar voltooid met alle procedures,<br />

bestemmingsplan, bezwaarschriften, het zoeken van architecten, een aannemer en noem<br />

maar op. Waarom zo’n belangrijk onderwerp zo lang moet duren? Ik vraag nogmaals aan de<br />

wethouder om niet alleen een specificatie te geven maar vooral te kijken of het sneller kan.<br />

Dat hebben wij gevraagd. Misschien kan er bij de stukken voor de begrotingsbehandeling<br />

een kortere planning gegeven worden. Zo niet, dan komen wij zeker met een initiatief om het<br />

te gaan verkorten want dit kan echt niet.<br />

De voorzitter: Dank u wel. Ik begreep dat het CDA ook iets wilde zeggen.<br />

De heer Scharn (CDA): Dat gaat inderdaad over de planning. Ook wij vinden dat<br />

bijvoorbeeld een school als Het Tangram veel te lang heeft moeten wachten. Die school<br />

moet eindelijk eens aan de beurt komen. Als ik de planning van Het Plankier en Het<br />

Tangram naast elkaar leg, dan zie ik dat Het Plankier in 2012 gerealiseerd is en Het<br />

Tangram in 2013. Mijn vraag is of dat niet congruent zou kunnen lopen, zodat beide scholen<br />

tegelijkertijd worden gerealiseerd.<br />

37


De voorzitter: Dank u wel. Ik ga nu meteen naar de wethouder.<br />

Wethouder Daan: Ik heb in ieder geval de behoefte om één ding recht te zetten. De<br />

perceptie die u hebt van het traject rond de kostenoverschrijding is natuurlijk aan u. Maar als<br />

u zegt dat ik geen moeite heb gedaan om partijen te binden of dat ik er niet in geslaagd ben<br />

om partijen te binden, dan is dat gewoon niet waar. Dat heb ik tijdens de vorige commissie<br />

ook aangegeven. Zij hebben allemaal schriftelijk verklaard mee te willen doen. Eén partner is<br />

op het laatste moment uitgestapt en heeft daarbij aangegeven dat zijn keuze daarbij -<br />

overigens een gevolg van een verandering in het bestuur van die organisatie - definitief was<br />

en dat het geen zin had om nog te onderhandelen over de financiën. Er is absoluut geen<br />

sprake van dat ik u als <strong>raad</strong> niet in de gelegenheid heb gesteld om nog aanvullende fondsen<br />

daarvoor beschikbaar te stellen. Sterker nog, ik heb mijn uiterste best gedaan om die<br />

fondsen beschikbaar te krijgen. Dat is uiteindelijk ook gelukt, met uw nadrukkelijke<br />

instemming.<br />

Ten aanzien van de planning: het verbaast mij dat u zo snel - want u had het stuk van<br />

tevoren kennelijk niet gelezen - conclusies kunt trekken over de mate waarin dit zorgvuldig is<br />

opgesteld. Ik wijs u op de toelichting, waarin ik heb aangegeven dat als er ruimte is om fases<br />

in deze planning sneller te doen, die versnelling natuurlijk benut zal worden. Het is niet zo<br />

dat de eindfase vaststaat en dat wij wachten tot de tijd daar is, zodat wij ermee verder<br />

kunnen. Als wij winst kunnen boeken in deze planning, dan zullen wij dat zeker doen. Maar ik<br />

vind het belangrijk om in zo’n proces de verwachtingen reëel te houden en te voorkomen dat<br />

wij en u als <strong>raad</strong> bij de gebruikers de indruk wekken dat wij de resultaten sneller kunnen<br />

behalen dan deze uiteindelijk zijn. Deze precieze planning was daarvoor al beschikbaar. Wij<br />

hebben u in het stuk inderdaad een samenvatting gegeven met de belangrijkste mijlpalen. Al<br />

deze stappen moeten echter wel degelijk gezet worden. Omdat het om complexe projecten<br />

gaat, waarin gebruikers in het geding zijn - en in geval van Het Tangram ook nog een<br />

bestemmingsplanwijziging nodig is, omdat u zelf hebt aangegeven dat u de voorkeur geeft<br />

aan nieuwbouw - moeten wij ook realistisch zijn over de consequenties daarvan voor de<br />

planning. Daarbij wil ik benadrukken dat wij in goed overleg met de betrokken scholen - ook<br />

Het Tangram - zullen kijken hoe wij in de tussentijd een goed werkbare situatie kunnen<br />

creëren door goede voorzieningen te treffen ten aanzien van het onderhoud en de<br />

voorzieningen in de bestaande gebouwen. Maar meer dan beloven wat er in deze planning<br />

staat, zou bestuurlijk onverantwoord zijn.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Ik wil daar toch even op reageren, voorzitter.<br />

Allereerst heb ik niet gezegd dat u geen moeite hebt gedaan maar uiteindelijk is het gewoon<br />

niet gelukt. Linksom of rechtsom, het is niet gelukt om de partijen te binden en bij elkaar te<br />

houden. Dat is gewoon een constatering. U kunt daar nu hele verhalen over houden.<br />

Natuurlijk hebt u uw best gedaan en ik heb niet gezegd dat dat niet zo is.<br />

Mevrouw De Hilster (PvdA): Het klonk wel verwijtend, mijnheer Boer.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Dat is ook niet gek in dit proces. Over het feit dat<br />

hij in hetzelfde traject 5,5 miljoen euro verzweeg, praat hij snel heen. Zo zijn er meer punten<br />

in dit traject geweest die geen schoonheidsprijs verdienen. Logisch dat het verwijtend klinkt<br />

maar het gaat hier dan ook om een kwetsbare groep, waarvoor zo snel mogelijk iets<br />

gerealiseerd moet worden.<br />

Mevrouw De Hilster (PvdA): Over dat laatste zijn wij het eens.<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Daar ben ik blij om. Vervolgens concludeert u dat<br />

ik dit niet heb gelezen. Dit had ik wel gezien maar u zou komen met een kortere planning. U<br />

zou kijken waar het korter kon. Vervolgens hebt u hier alleen een specificatie gegeven. Ik blijf<br />

erop hameren dat het korter moet. Er is inmiddels een aantal fases gepasseerd waarin u<br />

38


zegt dat het korter kan. Als u niet met een kortere planning komt, dan komen wij met<br />

voorstellen daartoe. Wij vinden 2013 gewoon te lang duren na alles wat er is gebeurd.<br />

De voorzitter: Volgens mij heeft de wethouder daarop antwoord gegeven. Ik ga nu naar de<br />

heer Scharn.<br />

De heer Scharn (CDA): Het antwoord van de wethouder is duidelijk. Ik begrijp dat indien er<br />

zich mogelijkheden voordoen om het eerder te realiseren, u dat ook zult doen. Wij zijn daar<br />

tevreden mee.<br />

De voorzitter: Ik neem aan dat u verder akkoord bent met de inhoud van het voorstel?<br />

Daarmee is het voorstel aangenomen. Het is de bedoeling dat bij hamerstukken alleen<br />

partijen die zich daarvoor aangemeld hebben een verklaring afleggen.<br />

De heer Sampimon (D66): Maar op het moment dat het opengebroken wordt, dan lijkt mij<br />

toch…<br />

De voorzitter: Dat is niet de bedoeling, tenzij uw reglement van orde daartoe ruimte geeft,<br />

maar volgens mij is dat niet het geval. Gelet op de tijd zou ik willen verzoeken om dat niet te<br />

doen. U hebt nog een kwartier, waarin u nog uw eigen initiatiefvoorstel en twee moties moet<br />

bespreken. Ik stel echt voor om verder te gaan als er over de inhoud overeenstemming<br />

bestaat in de <strong>raad</strong>. Akkoord?<br />

16. Voorstel voor de samenstelling presidium<br />

Hamerstuk.<br />

17. Voorstel voor het actieplan Raadscommunicatie<br />

Hamerstuk.<br />

18. Voorstel voor de eerste wijziging van het Algemeen delegatiebesluit<br />

gemeente<strong>raad</strong> 2008<br />

Hamerstuk.<br />

19. Voorstel voor wijzigingen APV<br />

Hamerstuk.<br />

20. Voorstel voor het vaststellen van de jaarrekening 2008 en de begroting 2010<br />

van de brandweer<br />

Hamerstuk.<br />

21. Voorstel voor het vaststellen van de bestuursrapportage <strong>2009</strong><br />

Hamerstuk.<br />

22. Initiatiefvoorstel CDA over luchtbrug tussen de PSG-locaties<br />

Motie van de SP en D66 over de veilige oversteek tussen de PSG-locaties<br />

De heer Scharn (CDA): Ik heb het initiatiefvoorstel wat gecomprimeerd. Misschien is het<br />

handig als ik het even toelicht. Ik hoop niet dat u daar bezwaar tegen hebt.<br />

39


De voorzitter: Iedereen vindt het heel helder. Dat is een compliment aan u.<br />

De heer Scharn (CDA): Voor de zekerheid. U weet dat er vanwege de campusvorming twee<br />

locaties zijn afgesproken aan de Hoornselaan, voor het Jan van Egmond College en het Da<br />

Vinci College. Omdat het Da Vinci College gebruik moet maken van lokalen in het Jan van<br />

Egmond College, zou er een luchtbrug komen. Onze informatie is dat die brug er niet komt<br />

per 1 januari 2010, terwijl deze wel is toegezegd. Dat vinden wij geen goede zaak want u zult<br />

begrijpen dat de kans op ongevallen ongemeen groot is met vierduizend<br />

oversteekbewegingen per dag en 2 miljoen in 2,5 jaar. Vooral als kinderen zich haasten uit<br />

vrees dat zij te laat komen of met hun gedachten al bij de volgende les zijn. Als gemeente<br />

zijn wij akkoord gegaan met het idee van de campusvorming. Dus wij dringen er dan ook bij<br />

het college op aan om er in samenspraak met de PSG voor te zorgen dat er per 1 januari<br />

2010 een luchtbrug staat.<br />

De voorzitter: Ik neem aan dat het handig is om nu D66 en de SP het woord te geven om<br />

hun motie toe te lichten. Wie mag ik als eerste het woord geven? De heer Sampimon.<br />

De heer Sampimon (D66): Wij zitten in een vreemde situatie. De PSG vraagt om ergens<br />

gebouwen neer te zetten. De PSG verdeelt zelf de lokalen en als het allemaal geregeld is,<br />

dan zegt zij dat de situatie dusdanig ernstig is dat leerlingen heen en weer moeten<br />

verhuizen. De PSG heeft een verkeersgevaarlijke situatie gecreëerd maar nu moet de<br />

gemeente geld op tafel leggen om dat op te lossen. Ik denk dat je als school op een veilige<br />

manier voor de leerlingen bepaalde maatregelen neemt en een klassenindeling maakt. Als<br />

dan blijkt dat je als organisatie een verkeersonveilige situatie creëert, dan dien je dat zelf op<br />

te lossen. Daarom willen wij niet meteen veel geld uitgeven aan een luchtbrug op welke wijze<br />

dan ook. Wij zeggen: “Wethouder, wees verstandig en ga met de PSG om tafel zitten en kijk<br />

hoe dat op te lossen is.” Wellicht kan het op een andere manier dan met een luchtbrug. Wij<br />

hebben grandioze plannen van de PSG gezien…<br />

Wethouder Daan: Voorzitter, om te voorkomen dat wij hiermee heel veel tijd kwijt zijn, wil ik<br />

graag kort reageren. De motie van SP en D66 hebben wij al uitgevoerd. Ik kan mij toch ook<br />

niet aan de indruk onttrekken dat de <strong>raad</strong> hiermee in de bevoegdheid van het college treedt.<br />

Het is gewoon de taak van het college om in goed overleg met een instelling afspraken te<br />

maken over hoe je dit in de praktijk oplost. Ik kan mij best voorstellen dat u aan ons vraagt<br />

om dat te doen maar ik beschouw het als de taak van het college. Er zijn goede overleggen<br />

met de PSG over de wijze waarop wij dit kunnen oplossen. Die verlopen tot tevredenheid<br />

van de PSG. Dus volgens mij is er helemaal geen probleem.<br />

Mevrouw Sacco (SP): Bij interruptie, voorzitter, er zijn inderdaad afspraken gemaakt over die<br />

oplossing maar hebt u het dan over een oplossing per 1 januari 2010?<br />

Wethouder Daan: Een oplossing op een termijn die voor beide partijen acceptabel is.<br />

Mevrouw Sacco (SP): U weet dat op 1 januari 2010 de kinderen van het Da Vinci College in<br />

het gebouw aan de Johan Wagenaarstraat zitten.<br />

Wethouder Daan: Ik heb het niet over die luchtbrug; ik heb het over andere<br />

verkeerstechnische oplossingen. Ik denk dat wethouder Krieger en ik samen heel goed in<br />

staat zijn om u na de vakantie nader te informeren over de precieze oplossing.<br />

Mevrouw Sacco (SP): Wij hebben het volgens mij over iets anders.<br />

Wethouder Daan: Wij hebben het over aanpassingen ter plaatse om ervoor te zorgen dat er,<br />

zolang die luchtbrug er nog niet is, een veilige verkeerssituatie is.<br />

40


De heer Scharn (CDA): De luchtbrug is toegezegd.<br />

Wethouder Daan: Er is door de gemeente niets toegezegd.<br />

De heer Scharn (CDA): Nee, door de schoolleiding.<br />

De heer Sampimon (D66): Dan moet de schoolleiding er maar voor zorgen dat hij er komt.<br />

De heer Scharn (CDA): De gemeente is indirect ook verantwoordelijk voor de veiligheid. De<br />

luchtbrug is de beste oplossing om de meest veilige situatie te creëren. Als u dat niet vindt,<br />

dan vindt u dat maar niet. Wij vinden dat wel.<br />

Mevrouw Crom (GroenLinks): Maar, mijnheer Scharn, is die toezegging van de directie<br />

gedaan met geld van de gemeente?<br />

De heer Boer (Leefbaar <strong>Purmerend</strong> 2001): Voorzitter, een punt van orde, alstublieft. Ik stel<br />

voor om te vragen of de <strong>raad</strong> het ermee eens is om te wachten op de toezegging van de<br />

heer Damen, namelijk dat hij de <strong>raad</strong> samen met wethouder Krieger na de vakantie op de<br />

hoogte zal stellen van de maatregelen die genomen zullen worden.<br />

De voorzitter: Dat lijkt mij inderdaad verstandig want nu loopt een aantal zaken door elkaar.<br />

De wethouder heeft juist toegezegd om te praten over de onderwerpen die u naar voren hebt<br />

gebracht. Als de wethouder na de vakantie terugrapporteert in de commissie, dan komt hij<br />

daarmee tegemoet aan de wens van de <strong>raad</strong>. Ik vraag alleen nog even of de initiatiefnemers<br />

daarmee kunnen instemmen.<br />

De heer Sampimon (D66): Het was niet onze bedoeling om op de stoel van de wethouder te<br />

gaan zitten. Het ging ons voornamelijk om de verkeersveiligheid op die kruising. Dat is een<br />

<strong>raad</strong>szaak.<br />

De heer Kalverboer (AOV): Dat is de stoel van de wethouder!<br />

De voorzitter: De wethouder heeft een toezegging gedaan. Kunt u daarmee instemmen?<br />

De heer Sampimon (D66): Ik heb er het volste vertrouwen in dat wij daar een goede uitslag<br />

van krijgen. Ik denk dat met uw uitspraak het initiatiefvoorstel van het CDA overbodig is.<br />

De voorzitter: Ik had die indruk al.<br />

De heer Scharn (CDA): Ik begrijp dat de wethouder in september <strong>2009</strong> terugkomt. Als wij<br />

dan niet tevreden zijn, dan komen wij weer met een motie.<br />

De voorzitter: Dat betekent dat u op dit moment het initiatiefvoorstel aanhoudt c.q. niet<br />

verder indient?<br />

De heer Scharn (CDA): Ja, wij houden het voorstel aan. Nogmaals, de veiligheid van de<br />

kinderen staat voorop.<br />

De voorzitter: Dank u wel. Volgens mij zijn wij het daarover met elkaar eens.<br />

23. Motie van de VVD over het plaatsen van windmolens langs of aan de Oosterweg<br />

De voorzitter: Ik kom bij de motie van de VVD over het plaatsen van windmolens langs of<br />

aan de Oosterweg. Wie mag ik het woord geven? Gaat u gang, mijnheer Rotgans.<br />

41


De heer Rotgans (VVD): Ik was even bang dat de motie niet meer aan de orde zou komen.<br />

Het is wel belangrijk dat wij deze vanavond nog even bespreken, omdat het gaat over een<br />

besluit van de gemeente Waterland. Dat besluit houdt in dat er langs de Oosterweg een<br />

aantal windmolens geplaatst wordt. De VVD vindt dat geen goed plan, voornamelijk omdat<br />

het in het open gebied van de Purmer gebouwd wordt. Dat heeft een aantal nadelen die ik in<br />

de motie heb opgesomd. Is het nu verstandig om aan de gemeente Waterland te vragen om<br />

dat niet te doen? Ik denk niet dat dat verstandig is, voorzitter, want het antwoord dat de<br />

gemeente Waterland zal geven, is naar alle waarschijnlijkheid: “Nou, het is prima dat u dat<br />

vindt, gemeente <strong>Purmerend</strong>, maar u gaat daar niet over want het is ons grondgebied en het<br />

zijn onze molens.” Dus heeft de VVD gezocht naar een andere oplossing om daarmee om te<br />

gaan. Die oplossing hebben wij gevonden in het aanbieden aan de gemeente Waterland van<br />

samenwerking om te kijken naar het halen van de duurzaamheidsdoelstellingen. De VVD<br />

vindt namelijk dat de duurzaamheidsdoelstellingen van gemeenten belangrijk zijn. Die vind je<br />

onder andere door te kijken naar een goede energiemix. Een energiemix betekent dat je kijkt<br />

welke soorten van energie - anders dan aardolie en steenkool - je kunt gebruiken om toch<br />

aan voldoende energie te komen. Dan moet je denken aan windenergie maar ook aan<br />

zonne-energie, getijdenenergie, kernenergie et cetera. De VVD wil dat de gemeente<br />

<strong>Purmerend</strong> daarover gaat praten met de gemeente Waterland. Daarom hebben wij een<br />

motie opgesteld.<br />

Motie<br />

De <strong>raad</strong> van <strong>Purmerend</strong>, in vergadering bijeen op 2 juli <strong>2009</strong>,<br />

Overwegende dat:<br />

• De gemeente Waterland voornemens is een aantal windmolens te plaatsen op, langs<br />

of aan de Oosterweg,<br />

• De Oosterweg in een landschappelijk gebied ligt nabij <strong>Purmerend</strong>,<br />

• Dit gebied niet alleen bezien vanuit de gemeente Waterland maar ook vanuit<br />

<strong>Purmerend</strong> beeldbepalend is,<br />

• Duurzame opwekking van energie belangrijk is,<br />

• Deze opwekking met zoveel mogelijk bronnen gerealiseerd moet worden,<br />

• Windenergie zeker een van deze bronnen is,<br />

Spreekt uit dat:<br />

• De zichtvervuiling, veroorzaakt door windmolens, niet opweegt tegen de<br />

duurzaamheidswinst,<br />

• Duurzaamheidswinst door windenergie prima elders bereikt kan worden,<br />

Verzoekt het college:<br />

Te onderzoeken welke juridische mogelijkheden, bijvoorbeeld voegen in bezwaarprocedures,<br />

door de gemeente benut kunnen worden om de bouw van windmolens in het open gebied te<br />

voorkomen,<br />

De geconstateerde mogelijkheden te benutten met als doel bouw in het open gebied nabij<br />

<strong>Purmerend</strong> te voorkomen,<br />

Met de gemeente Waterland in overleg te treden om te bezien hoe<br />

duurzaamheidsdoelstellingen gezamenlijk op een aanvaardbare wijze bereikt kunnen<br />

worden,<br />

En gaat over tot de orde van de dag.<br />

VVD: H.M.M. Rotgans<br />

42


De voorzitter: Ik stel voor dat wethouder Engels even snel reageert want die heeft al een<br />

reactie voorbereid.<br />

Wethouder Engels: Ten eerste de juridische kant: u bent een tijd geleden eigenlijk al op uw<br />

wenken bediend want de gemeente <strong>Purmerend</strong> is al eens tegen het bestemmingsplan,<br />

waarin dit via een omweg mogelijk werd gemaakt, in beroep gegaan. Dat heeft geleid tot een<br />

procedure tot aan de Raad van State die ons bezwaar ongegrond heeft verklaard. De<br />

juridische procedure is dus al gelopen, zij het dat - en dan komen wij meteen ook terug op<br />

het tweede punt dat u verzoekt - de procedure waarin de gemeente Waterland zich nu<br />

bevindt haar dwingt tot overleg met de nabuurgemeentes. Het zogenaamde artikel 11overleg.<br />

De gemeente Waterland moet ons dus <strong>raad</strong>plegen en wij zouden dus weer opnieuw<br />

bezwaar kunnen aantekenen, zij het dat je je moet afvragen - maar dan moet u eerst het<br />

vonnis bestuderen - hoe zinvol dat is als de Raad van State dat eerder al ongegrond heeft<br />

verklaard. Het interessante is wel - en daarmee kom ik bij de punten 2 en 3 van uw voorstel -<br />

dat in de nieuwe regiovisie de gemeente Waterland zelf uitspreekt dat zij verder geen<br />

windmolens wil hebben. Zij zit alleen met het feit dat, voordat zij dat heeft gezegd, in 2003<br />

een aanvraag door een aantal particulieren is ingediend die ongetwijfeld ook de<br />

duurzaamheid een warm hart toedragen. Maar er zit ook een klein rekensommetje achter.<br />

Het levert ook geld op. De gemeente Waterland heeft besloten om dat particuliere initiatief,<br />

dus niet van de gemeente Waterland maar van een aantal particulieren, te moeten toestaan,<br />

gezien de lange duur dat de aanvraag er ligt. Dat maakt de rest van het verhaal vrij zinloos.<br />

Wij hebben nog een juridische mogelijkheid maar het gaat de gemeente Waterland niet om<br />

die duurzaamheidsdoelstelling; er is een aantal particulieren mee bezig. En gezien de<br />

uitspraak in de regiovisie over windmolens denk ik dat wij ons moeten beperken tot de vraag<br />

of wij opnieuw het juridische middel inzetten. Ik kan mij hier intern laten adviseren over hoe<br />

zinvol dat is, gezien de uitspraak van de Raad van State. Aan de andere kant zit er natuurlijk<br />

ook een duurzaamheidsdiscussie aan uw kant aan vast want de <strong>raad</strong> kan dit wel een<br />

fantastisch duurzaamheidsmiddel vinden. Dat is het enige waar ik benieuwd naar ben.<br />

Gezien het feit dat wij toch nog die hele juridische procedure gaan krijgen - want eerst moet<br />

de gemeente Waterland nog een heleboel dingen doen, voordat zij aan het artikel 11-overleg<br />

toe is - stel ik voor dat wij die discussie nog een keer in de commissie SOB voeren.<br />

De voorzitter: Mijnheer Rotgans, kunt u met het voorstel van de wethouder instemmen?<br />

De heer Rotgans (VVD): De wethouder noemt voor mij een aantal nieuwe aspecten,<br />

voorzitter. Ik wil deze eerst even goed tot mij laten doordringen en overwegen. Ik wil met de<br />

wethouder meegaan en hierover nog een keer in de commissie SOB uitgebreid spreken.<br />

De voorzitter: Dank u wel. Dan hebben wij dat punt ook afgedaan.<br />

Mevrouw De Hilster (PvdA): Voorzitter, mag ik dan - dat hoeft niet nu - de argumenten<br />

weten waarom het college bezwaar aangetekend heeft tegen het plaatsen van windmolens?<br />

Dat zou ik graag voor de commissie SOB willen ontvangen.<br />

Wethouder Engels: Ik stel voor dat ik de uitspraak aan iedereen toestuur. Daar staan alle<br />

aangevoerde redenen in.<br />

De voorzitter: Dames en heren, daarmee komen wij tot het einde van deze vergadering. Het<br />

is 22.58 uur, en dat voor de eerste keer. Ik denk dat het mooi is geweest voor vanavond en<br />

ik sluit de vergadering.<br />

De heer Kalverboer (AOV): Ik moet u teleurstellen; het is 23:01 uur. Die klok loopt drie<br />

minuten achter.<br />

43


De voorzitter: Wij zijn ook drie minuten later begonnen, dus qua werktijd hebben wij het<br />

goed gedaan. Dank u voor de medewerking en voor straks wel thuis.<br />

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeente<strong>raad</strong> van <strong>Purmerend</strong>,<br />

d.d. <strong>2009</strong><br />

de griffier, de voorzitter,<br />

44

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!