Over de grens - rapport - Movisie
Over de grens - rapport - Movisie
Over de grens - rapport - Movisie
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
seksuele ervaringen enerzijds en <strong>de</strong>pressie en agressie an<strong>de</strong>rzijds. Dit <strong>de</strong><strong>de</strong>n zij door 3531 leerlingen<br />
in <strong>de</strong> 2 e klas van het voortgezet on<strong>de</strong>rwijs in Amsterdamse scholen (leeftijd 12 tot 16 jaar) te bevragen<br />
door mid<strong>de</strong>l van een vragenlijst. De vraag die <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekers gesteld hebben, was: ‘Heb je wel eens<br />
tegen je zin een seksuele ervaring gehad’ (Diepenmaat, persoonlijke communicatie, 14 maart 2007).<br />
2.2 Welke jongeren komen vaker in <strong>de</strong> problemen?<br />
Uit diverse bronnen komt een aantal risicofactoren naar voren die jongeren kwetsbaar maken om met<br />
<strong>grens</strong>overschrij<strong>de</strong>nd seksueel gedrag te maken te krijgen. Factoren die een rol spelen zijn het<br />
volgen<strong>de</strong>: gezinsklimaat, sociale integratie, interactiecompetentie; gen<strong>de</strong>r; sociaal-economische<br />
achtergrond; leeftijd; opleidingsniveau; etniciteit; religie; seksuele voorkeur; verstan<strong>de</strong>lijke en<br />
lichamelijke vermogens van jongeren; en het gebruik van alcohol. Het on<strong>de</strong>rscheid in risicogroepen is<br />
arbitrair, omdat het vaak gaat om een combinatie van risicofactoren (bijvoorbeeld een meisje uit een<br />
lagere economische klasse dat slecht contact met haar ou<strong>de</strong>rs heeft). Bovendien komt in elke groep<br />
veel diversiteit voor.<br />
2.2.1 Risicofactoren<br />
Risicofactoren hangen samen met persoonlijke kenmerken en omgevingskenmerken. Daarom is het<br />
van belang zicht te krijgen op <strong>de</strong> specifieke context waarbinnen <strong>grens</strong>overschrij<strong>de</strong>nd seksueel gedrag<br />
plaatsvindt (<strong>de</strong>nk bijvoorbeeld aan leefomstandighe<strong>de</strong>n, opvoeding, begeleiding en sociaaleconomische<br />
positie). Een lagere sociaal-economische status, een problematische gezinsachtergrond,<br />
ervaringen met seksueel misbruik en psychische problemen vergroten bijvoorbeeld <strong>de</strong> kans op ruilseks<br />
(Edwards et al, 2006; GGD Amsterdam, 2006).<br />
In Seks on<strong>de</strong>r je 25 e zijn een beperkt aantal vragen met betrekking tot seksueel<br />
<strong>grens</strong>overschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong>nd gedrag gesteld. Onbekend is bijvoorbeeld ‘wat er precies gebeur<strong>de</strong> tij<strong>de</strong>ns<br />
<strong>de</strong>ze ervaringen, wat er aan vooraf ging en wie <strong>de</strong> da<strong>de</strong>r was’ (De Graaf et al. 2005:200). Toch biedt<br />
dit on<strong>de</strong>rzoek wel informatie over kwetsbare groepen, en factoren die mogelijk van invloed zijn op <strong>de</strong><br />
risico’s die jongeren op dit terrein lopen. Naast verschillen tussen jongens en meisjes, wor<strong>de</strong>n in Seks<br />
on<strong>de</strong>r je 25 e verschillen tussen leeftijdsgroepen, tussen laag en hoog opgelei<strong>de</strong> jongeren, verschillen<br />
tussen etnische groepen, verschillen naar religie, en verschillen met betrekking tot seksuele voorkeur<br />
gevon<strong>de</strong>n. Ooit gedwongen zijn tot seksuele han<strong>de</strong>lingen hangt samen met ‘een min<strong>de</strong>r warm<br />
gezinsklimaat, een min<strong>de</strong>r goe<strong>de</strong> sociale integratie tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>lbare schooltijd, een lagere<br />
interactiecompetentie en vaker praten met ou<strong>de</strong>rs en vrien<strong>de</strong>n over seksualiteit’ (ibid:110).<br />
Hoewel er verban<strong>de</strong>n gevon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n tussen bovengenoem<strong>de</strong> factoren, gaat het daarom niet altijd<br />
om een oorzakelijk verband. Zo blijkt er bijvoorbeeld een verband te bestaan tussen een lage<br />
interactiecompetentie en ooit gedwongen zijn tot seksuele han<strong>de</strong>lingen, maar het gaat volgens <strong>de</strong><br />
on<strong>de</strong>rzoekers hier niet om een oorzakelijk verband: ‘Een lagere interactiecompetentie of een min<strong>de</strong>r<br />
goe<strong>de</strong> sociale integratie kan ervoor zorgen dat iemand meer risico loopt op ervaringen met seksuele<br />
dwang. Het kan echter ook zo zijn dat een ervaring met seksuele dwang iemand min<strong>de</strong>r competent of<br />
min<strong>de</strong>r sociaal vaardig maakt. De samenhang voor praten over seks met ou<strong>de</strong>rs en vrien<strong>de</strong>n moet<br />
waarschijnlijk ook in <strong>de</strong>ze richting wor<strong>de</strong>n gezocht: negatieve ervaringen met seks versterken mogelijk<br />
<strong>de</strong> behoefte om hierover te praten’.<br />
Jongeren met een min<strong>de</strong>r sterk seksueel zelfbeeld lijken niet optimaal voorbereid te zijn op seksueel<br />
gedrag. Wanneer zij dan toch seks hebben vertonen ze meer risicovol gedrag, zo blijkt uit het<br />
Utrecht, mei 2007 * <strong>Over</strong> <strong>de</strong> <strong>grens</strong> 13