Het Borgherini Enigma - Theartofpainting.be
Het Borgherini Enigma - Theartofpainting.be
Het Borgherini Enigma - Theartofpainting.be
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Het</strong> <strong>Borgherini</strong> <strong>Enigma</strong>. Blz.: 12 / 205<br />
„We gaan niet naar buiten door de voordeur,‟ verzekerde Granacci hem. „We gaan de andere<br />
kant uit. Kom mee!‟<br />
Granacci trok Pierfrancesco achter zich aan, opende een nauwe deur in de achtermuur van zijn<br />
studio, en stapte in een tuin. Pierfrancesco volgde hem voorzichtig, keek eerst schichtig links<br />
en dan rechts, nog steeds angstig, nog steeds uitkijkend naar een bandiet die met een mes kon<br />
opduiken uit de vallende duisternis.<br />
Granacci leidde de <strong>Borgherini</strong> jongen door de tuin. Hij opende een hek, duwde de jongen er<br />
langsheen, opende een ijzeren poort, en dan liep hij een andere binnenplaats in. Granacci liep<br />
links en rechts, stak een overwelfde gang door, opende nog andere deuren en hekjes,<br />
passeerde tuinen en binnenplaatsen, zodat Pierfrancesco snel alle zin van richting verloor.<br />
„Waar zijn we?‟ fluisterde hij.<br />
„Oh,‟ antwoordde Granacci nonchalant, „al deze tuinen en binnenplaatsen zijn onderling<br />
verbonden, maar afgesloten voor de buitenwereld. We zijn bijna aan de studio van Bachiacca!<br />
Kom mee! Wees stil! Je zult mensen schrik aanjagen als je roept!‟<br />
Granacci duwde tegen de deur van een huis, maar de deur was gesloten. Granacci vloekte,<br />
maar dan sloeg hij met de vuist op de panelen en riep, „open de deur, Francesco, ik <strong>be</strong>n het,<br />
Granacci! Laat ons binnen!‟<br />
Enkele ogenblikken later verschoven ijzeren grendels achter de deur van het huis. Een oud<br />
vrouwtje hield de deur op een kier, gluurde <strong>be</strong>hoedzaam met één oog naar Granacci, en<br />
draaide dan de panelen verder open om de mannen binnen te laten. Vóór hen stond een stevig<br />
gezette man met een krachtig ge<strong>be</strong>eldhouwd hoofd en lang, zwart piekhaar dat tot op zijn<br />
schouders viel. De man was jong, heel wat jonger dan Granacci. Zijn gezicht was verbrand<br />
door de zon en hij was niet geschoren. Hij droeg een donkere, verwarde baard van enkele<br />
dagen, overal op zijn kaken. Hij had donkere ogen boven een prominente, brede neus en<br />
dikke, sensuele lippen. Bachiacca droeg een lang kleed dat ooit wellicht wit geweest was,<br />
doch waarop nu ontelbare vlekken lagen gespat in alle kleuren van de regenboog, en nog<br />
enkele meer. Hij zwaaide met een borstel in zijn handen en wenkte de mannen naar binnen<br />
met een evenzeer vuile hand, die evenveel tinten vertoonde als zijn kleed. Wanneer de ogen<br />
van Pierfrancesco gewend waren aan het felle licht van verscheidene brandende toortsen,<br />
olielampen en kaarsen die de grote werkplaats met felle stralen overgoten, <strong>be</strong>merkte hij dat<br />
Bachiacca even jong was als hijzelf, en dat hij aangekomen was in het domein van nog een<br />
andere schilder.<br />
Granacci zei, „Bachiacca, hoe gaat het met je? We zijn naar jou gekomen omdat ik geen wijn<br />
meer heb! We heb<strong>be</strong>n je iets meegebracht.‟ Hij stak de handen van Bachiacca vol met het<br />
brood en de kaas.<br />
Pierfrancesco had een ander verhaal. Bachiacca luisterde met interesse.<br />
„We zouden de Otto di Guardia, de kapiteinen van de wacht, moeten roepen,‟ stelde Granacci<br />
voor.<br />
„Wat?‟ riep Bachiacca, „die domme ezels? Die kennen zelfs het verschil niet tussen een<br />
eerlijke burger en een dief die in de goten van de straten woont!‟<br />
Granacci merkte luid op dat Bachiacca daarmee iets fundamenteel diepzinnigs gezegd had<br />
over de Florentjnen in het algemeen, wat Bachiacca in een bulderende lach zond.<br />
„Waar is mijn zwaard?‟ schreeuwde Bachiacca naar de oude vrouw. „We gaan naar buiten en<br />
leren die smerige dieven een gruwelijke les! Dat is wat we gaan doen!‟<br />
„Kalm, kalm!‟ riep Granacci. „De dieven moeten nu al in een ander kwartier van de stad zijn,<br />
<strong>be</strong>zig een andere onschuldige burger in de val te lokken. We zullen hen nooit terugvinden!‟<br />
Copyright © René Dewil Versie 1 Aantal woorden: 120618 Juli 2009