Het Borgherini Enigma - Theartofpainting.be
Het Borgherini Enigma - Theartofpainting.be
Het Borgherini Enigma - Theartofpainting.be
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Het</strong> <strong>Borgherini</strong> <strong>Enigma</strong>. Blz.: 32 / 205<br />
„Mensen komen en gaan bij de werkplaats van Bachiacca. Ik veronderstel dat er geen kwaad<br />
is wanneer een vriend van de meester schilder hem bij toeval <strong>be</strong>zoekt wanneer ik er ook <strong>be</strong>n.‟<br />
„Neen, ik denk van niet. Per toeval!‟<br />
Pierfrancesco nam een steegje naar de Duomo, een steegje dat leeg was van mensen.<br />
Hij zei, nog steeds fluisterend, „indien ik misschien aan je vader zou vragen je af en toe te<br />
<strong>be</strong>zoeken, zou hij dan daartoe zijn toestemming geven?‟<br />
„Daar twijfel ik aan. Wegens één of andere reden lijkt hij niet veel te houden van de<br />
<strong>Borgherini</strong>. Maar we kunnen het altijd pro<strong>be</strong>ren met hem te praten.‟<br />
Pierfrancesco keek naar Margherita. Zijn hart sprong naar de hemel. Hij genoot van het „we‟,<br />
voelend dat hij <strong>be</strong>viel aan Margherita en dat ze aanvaardde hem <strong>be</strong>ter te leren kennen. Hij<br />
durfde niet in zijn geluk te geloven. Hij hield zijn hoofd met fierheid in de hoogte.<br />
Plots stonden vier mannen die uit een zijstraat opdoken in hun weg. De mannen hadden<br />
gelopen; ze waren bijna ademloos. Ze stapten nu langzaam maar resoluut naar het koppel en<br />
naar de dienstvrouw. Een man die gekleed was in zwart leder leidde de groep. In zijn<br />
wreedaardig gezicht flitsten zeer kwade ogen, en de man zwaaide zijn armen breed langs zijn<br />
lichaam, alsof die gebaren zijn vast<strong>be</strong>radenheid moesten ondersteunen. Pierfrancesco<br />
herkende met afgrijzen de Neapolitaanse dieven. De leider keek wraakzuchtig, want hij had<br />
een lang, bloedig litteken in zijn gezicht. Rode aders toonden zich op zijn gebroken neus en<br />
een vuil verband was schuin over zijn hoofd gebonden. Zijn baard was dikker dan vroeger, en<br />
hij droeg andere kleren, maar het was dezelfde man.<br />
Pierfrancesco nam de arm van Margherita vast en stopte haar. Margherita draaide zich naar<br />
hem toe. Hij zag dat ze boos was. Maar dan waren de Neapolitanen op hen. Margherita was<br />
zich van geen kwaad <strong>be</strong>wust. De mannen waren slechts argeloze voorbijgangers voor haar. De<br />
mannen zouden uit de weg gaan. Wanneer dat echter niet ge<strong>be</strong>urde, en de mannen hen<br />
omringden, verscheen er verbazing en angst in haar ogen.<br />
Eén van de Neapolitanen pakte de dienstvrouw vast, plaatste een smerige hand met zwarte<br />
vingers op haar mond en hield haar aldus onschadelijk gemaakt. De vrouw wrong en vocht,<br />
maar kon niet vrijkomen.<br />
De Neapolitaanse bandiet zei met een ruwe stem, „zo, de Acciaiuoli en de <strong>Borgherini</strong> zijn<br />
uiteindelijk samen gekomen! Vertel me wat je weet, jongen! Welke aanwijzingen heb je? Wat<br />
zullen de Acciaiuoli verder doen? Heb<strong>be</strong>n de monniken met jullie gepraat? Spreek op!‟<br />
Pierfrancesco was overdonderd. Hij stond tussen Margherita en de man, stak haar weg achter<br />
zich en hield zijn twee armen op zijn rug, aan de <strong>be</strong>ide zijden van Margherita. Margherita<br />
<strong>be</strong>woog niet. Ze <strong>be</strong>greep dat dieven hen onderschept hadden. „Neem onze <strong>be</strong>urzen maar laat<br />
ons gerust!‟ schreeuwde ze van achter de schouders van Pierfrancesco.<br />
„Oh neen,‟ antwoordde de dief terwijl hij zijn hoofd heel dicht bij dat van Pierfrancesco<br />
bracht.<br />
Pierfrancesco wendde zijn gezicht af, want de stinkende, naar knoflook en ajuinen ruikende<br />
adem van de man was ondragelijk. Hij zag zo van dicht bij de sluwe grijns in het pokdalig<br />
gelaat en de dikke poren in de huid van de man.<br />
De dief opende een lang, Spaans, gekromd mes.<br />
„Hoeveel weet je, jongen? Vertel het me of ik snijd een oor af van de kleine feeks!‟<br />
Pierfrancesco <strong>be</strong>efde op zijn <strong>be</strong>nen. Hij hield zijn armen nog steeds <strong>be</strong>schermend om<br />
Margherita en duwde haar achteruit. Hij was echter vast<strong>be</strong>raden te vechten. Hij had er geen<br />
idee van wat hij zou moeten weten, zoals de man vroeg. Hij kon noch twisten noch pleiten<br />
vóór Margherita. Hij zou waarschijnlijk woest neergeslagen worden, maar hij moest vechten.<br />
Copyright © René Dewil Versie 1 Aantal woorden: 120618 Juli 2009