12.09.2013 Views

Februari - Gemeente Schiedam

Februari - Gemeente Schiedam

Februari - Gemeente Schiedam

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

FEBRUARI 2013, JAARGANG 19 NO.2, CULTUREEL MAANDBLAD SCHIEDAM/VLAARDINGEN<br />

e 5,-


Het Vlietland Ziekenhuis is er voor alle mensen in de regio Nieuwe Waterweg Noord en het Westland.<br />

Wij bieden niet alleen de beste basiszorg dichtbij huis, maar staan u ook emotioneel bij, met<br />

persoonlijke toewijding. Er is aandacht voor de mens achter de patiënt, en daarmee staan wij ook<br />

open voor uw individuele zorgvragen. Kortom, voor persoonlijke medische zorg kunt u rekenen op<br />

het Vlietland Ziekenhuis.<br />

Vlietland 2 | 3118 JH <strong>Schiedam</strong> | 010 893 93 93 | www.vlietlandziekenhuis.nl


3 Musis<br />

MUSIS februari 2013<br />

jaargang 19<br />

no 2<br />

ISSN 1568.9751<br />

Musis verschijnt 11 maal per jaar<br />

en informeert en opinieert<br />

onafhankelijk op het brede terrein<br />

van cultuur en samenleving.<br />

Musis is toegelaten als<br />

Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI)<br />

8049 60 057<br />

Uitgever : Stichting Musis<br />

Bestuur :<br />

Jan Franken, Dick Jansen, Loe<br />

Koppejan – voorzitter, Jos Poolman, Karin Visser<br />

Redactie en administratie :<br />

Broersvest 75-77<br />

3111 ED <strong>Schiedam</strong><br />

Telefoon :010 473 55 18<br />

E-mail : redactie@musis.info<br />

Hoofdredacteur : Hans van der Sloot<br />

Redactie :<br />

Jeroen ter Brugge, Theo van Giezen,<br />

Sjef Henderickx, Jack Tsang, Rikkert Wijk<br />

Maarten Bijl ( voorzitter )<br />

Tekstredactie : Laurens Priester<br />

Eindredactie : Laurens Priester<br />

Abonnement : minimaal € 35,jaarabonnement<br />

2012<br />

(een hogere bijdrage wordt zeer op prijs gesteld)<br />

op rekeningnummer 81.33.79.555<br />

MUSIS ONLINE OP<br />

http://archief.schiedam.nl/<br />

Van januari 2009 tot de maand voorafgaand aan<br />

het laatste nummer (januari 2013) is Musis volledig<br />

leesbaar op de website van het <strong>Gemeente</strong>archief<br />

<strong>Schiedam</strong> / publicaties.<br />

Het Musisarchief is volledig doorzoekbaar.<br />

Het onderwijs en educatieve instellingen kunnen<br />

op Musis een beroep doen bij het geschikt maken<br />

van onderwerpen voor lessen en projecten.<br />

Druk : BGS Grafisch, <strong>Schiedam</strong><br />

Alle auteursrechten en datarecht berusten<br />

bij Stichting Musis en de auteurs.<br />

Omslag :<br />

Ulrike Rehm,<br />

Foto: Liesbeth Bouwens.<br />

Koopmansbeurs, korenbeurs<br />

Op omslag van deze Musis kijkt kunstenares Ulrike Rehm naar<br />

buiten van de eerste verdieping van de Koopmanbeurs. Op het<br />

moment van de foto werd in de Koopmansbeurs, die – nog niet<br />

zolang geleden om onnaspeurbare redenen plots als ‘Korenbeurs’<br />

verder moest - ‘De Nieuwe Rembrandt’ gepresenteerd. In dezelfde<br />

ruimte was in de negentiende eeuw de Stadstekenschool gevestigd,<br />

de stedelijke Academie van Beeldende kunsten. Ook het <strong>Schiedam</strong>se<br />

telegraafkantoor was jarenlang in de beurs gevestigd, evenals de<br />

Arbeidsbeurs, het kantoor van de gemeenteontvanger en tot ver na<br />

de Tweede Wereldoorlog de Woningdienst. Daarbuiten fungeerde<br />

de beurs tijdens de crisis in de jaren 1930 als stempellokaal en<br />

werden later op de beursvloer massavaccinaties op schoolkinderen<br />

uitgevoerd, we tentoonstellingen van volkstuinders, dahlia- en<br />

kanariekwekers georganiseerd, presenteerden de bedrijfsscholen van<br />

Wilton-Fijenoord en Gusto zich aan de <strong>Schiedam</strong>se bevolking, vonden<br />

hearings plaats, werden feesten gevierd en kunstmarkten gehouden.<br />

Tenslotte nog diende de beurs decennialang als vast onderkomen van<br />

de <strong>Schiedam</strong>se tafeltennissers totdat <strong>Schiedam</strong> de beurs voor één euro<br />

aan vormgever Jan des Bouvrie verkocht.<br />

Momenteel is de Korenbeurs een centrum voor culturele manifestaties<br />

en tentoonstellingen georganiseerd door het samenwerkingsverband<br />

‘Korenbeurs-<strong>Schiedam</strong> in arts, creativity (creativiteit) and events’.<br />

Dit collegium zoog voor dit aloude monument een geheel nieuwe<br />

geschiedenis uit de duim. En even ver bezijden de waarheid als ‘Delft<br />

tijdens Kerstmis 1850’ van Anton Pieck.<br />

en verder<br />

Cor Lamers gaat voor de stad, niet voor zichzelf 4 De Korenbeurs.<br />

Tsja….je lult maar wat 8 Harm Jan Luth, stadsarchivaris Vlaardingen<br />

12 De Kroepoekfabriek een jaar 16 Geen gegraai op <strong>Schiedam</strong>Stad<br />

21 In memoriam Guus van der Feijst 23 Marjo J.C. van Soest-<br />

Verzijden in Paulus 24 Fonds <strong>Schiedam</strong> Vlaardingen en omstreken en<br />

‘Jouw Idee’ 28 Museumvondsten 30<br />

Foto: Massavaccinatie in de Koopmansbeurs, jaren 1950.<br />

Foto: C. Breur, collectie <strong>Gemeente</strong>archief <strong>Schiedam</strong>


Vlotjes carrière maken en telkens<br />

een stukje hoger klimmen om<br />

die ene glanzende toppositie te<br />

bereiken mag het streven zijn van<br />

veel ambtsdragers in het openbare<br />

bestuur, het is zeker niet de stijl<br />

van Cor Lamers. Hij besteedt zijn<br />

aandacht liever aan het bestuurlijke handwerk, houdt ervan<br />

de perikelen in zijn gemeente voortvarend te lijf te gaan. In<br />

Bleiswijk wist hij met vastberaden maar behoedzame hand<br />

te bereiken dat het HSL-tracé zodanig werd aangepast dat<br />

het dorp er betrekkelijk weinig schade van ondervond.<br />

In Houten, zijn vorige standplaats, elimineerde hij met<br />

succes een integriteitkwestie die de gemeenteraad hopeloos<br />

verdeeld hield en het functioneren van het stadsbestuur<br />

bemoeilijkte.<br />

In zijn nieuwe gemeente komt zijn probleemoplossend<br />

vermogen Lamers meer van pas dan ooit. Om <strong>Schiedam</strong><br />

uit het door Wilma Verver nagelaten moeras te trekken,<br />

de politieke en bestuurlijke culturen beter te laten<br />

functioneren en niet in de laatste plaats de verziekte relatie<br />

tussen stadhuis en bevolking te herstellen, schat Lamers<br />

zeker vier tot zes jaar nodig te hebben. Hij gaat er vanuit<br />

dat een groot deel van zijn eerste ambtsperiode door het<br />

klaren van die megaklus in beslag zal worden genomen.<br />

En dan? ,,Mijn ambitie is om van <strong>Schiedam</strong> een geslaagde<br />

klus te maken. Over weggaan ga ik pas nadenken als die<br />

Wat bezielt een burgemeester<br />

van middelbare leeftijd om te<br />

solliciteren naar een stad waar<br />

het openbaar bestuur zich door<br />

geldsmijterij en machtspolitiek<br />

volslagen onmogelijk heeft<br />

gemaakt? Waarom kiest<br />

hij niet voor een gezellige<br />

nietsaandehandgemeente<br />

waar hij zijn carrière veilig kan<br />

besluiten? Maar geroutineerd<br />

besturen lijkt voor Cor Lamers<br />

een schrikbeeld. ,,Ik hou niet<br />

van op de winkel passen,’’<br />

zegt de in december beëdigde<br />

burgemeester van <strong>Schiedam</strong>.<br />

Hij houdt juist van lastige<br />

problemen . ,,Ik weet niet of ik<br />

wel zou hebben gesolliciteerd<br />

als deze uitdaging er niet had<br />

gelegen.’’<br />

tekst: Peter de Lange<br />

foto’s: Jan van der Ploeg<br />

Musis 4<br />

VOOR<br />

V


COR LAMERS GAAT<br />

OR DE STAD, NIET<br />

VOOR ZICHZELF<br />

klus is voltooid.’’ Maar die opdracht<br />

tot een goed einde brengen gaat tijd<br />

kosten, beseft hij. Hij verwacht dat hij<br />

na de eerste termijn van zes jaar nog niet<br />

klaar zal zijn met <strong>Schiedam</strong>. Want er<br />

staat nog een tweede tijdrovend karwei<br />

op de rol: de stad ook in economisch<br />

opzicht op de kaart zetten. De maritieme<br />

mogelijkheden kunnen veel beter<br />

worden benut, meent hij. <strong>Schiedam</strong><br />

heeft, stelt Lamers, veel meer te bieden<br />

dan alleen jenever en een historische<br />

binnenstad. ,,We hebben met koplopers<br />

als Damen, Mammoet en Huisman<br />

wereldberoemde bedrijven in huis. Dat<br />

biedt mogelijkheden. Het zou zonde zijn<br />

als we die niet uitbuiten.’’<br />

Weinig burgemeesters zijn met zoveel<br />

geestdrift door <strong>Schiedam</strong> verwelkomd<br />

als Cor Lamers. De vele enthousiaste<br />

reacties die volgden op zijn benoeming<br />

hebben alles te maken met de boodschap<br />

van hoop en vertrouwen die de<br />

nieuwkomer verkondigt. Lamers maakt<br />

de indruk dat hij voor de stad gaat en<br />

niet voor zichzelf, zoals zijn egocentrische voorganger.<br />

Het zwaar gehavende zelfbewustzijn van <strong>Schiedam</strong> kan<br />

zo’n oppepper goed gebruiken en Lamers houdt niet op te<br />

verklaren dat hij er alles aan zal doen om <strong>Schiedam</strong> er weer<br />

bovenop te helpen. Dat kondigde hij al aan in zijn eerste<br />

toespraak tot de gemeenteraad en herhaalt hij ook nu weer.<br />

,,Ik vind het vervelend dat deze stad zoveel last heeft van<br />

een imagodiscussie. Ik wil dingen graag beter maken. Dat is<br />

voor mij een vanzelfsprekendheid. Ik ben niet iemand die<br />

alleen op de winkel past.’’<br />

Tegelijkertijd verbindt hij een voorwaarde aan zijn inzet.<br />

De stad zal zelf ook stevige inspanningen moeten leveren.<br />

Zonder die steun is het onbegonnen werk, waarschuwt<br />

de nieuwe burgemeester. ,,<strong>Schiedam</strong> mag hulp van mij<br />

verwachten, maar ik ben niet de wijze uit het Oosten. Ik<br />

zie mijzelf vooral als procesbegeleider, als rangeerder. Als<br />

regisseur, niet als schrijver van het toneelstuk. <strong>Schiedam</strong>,<br />

de raad, moet zelf de beslissende keuzes maken.’’<br />

De 56-jarige Cor Lamers lijkt zich zeer betrokken te voelen<br />

bij zijn nieuwe standplaats. Maar waar is die begaanheid<br />

eigenlijk op gestoeld? Heeft hij, van geboorte Rotterdammer<br />

en opgegroeid in Charlois, eerst als wethouder van<br />

Spijkenisse en later als burgemeester van Bleiswijk, wellicht<br />

een bijzondere sympathie opgevat voor deze regio? Of<br />

vormt zijn katholieke inborst misschien de emotionele link<br />

met het van oorsprong zeer roomse <strong>Schiedam</strong>?<br />

In zijn toespraak tot de raad zei Lamers daarover het<br />

5 Musis<br />

volgende: ,,Ik ben een gewone jongen uit Charlois, die<br />

er trots op is dat hij na omzwervingen door Zeeland,<br />

Spijkenisse, Bleiswijk en Houten, nu mag beginnen in<br />

<strong>Schiedam</strong>. Die het geweldig vindt aan het werk te mogen<br />

gaan op hemelsbreed minder dan vijf kilometer van<br />

Charlois, maar dan precies aan de andere kant van de<br />

Nieuwe Maas.’’<br />

Maar er is meer. Zonder als actief katholiek (hij gaat nog<br />

regelmatig naar de kerk) de religieuze invloed op zijn<br />

bestuurlijke betrokkenheid te bagatelliseren, suggereert<br />

hij zelf dat de genen van de familie Lamers wel mede<br />

verantwoordelijk zullen zijn voor zijn behoefte om zich<br />

in te zetten voor zijn medemensen. ,,Wij zitten allemaal<br />

nog al dienstbaar in elkaar en ik ben daarvan misschien<br />

wel de grootste exponent,’’ zegt hij. ,,Waarom wij dat<br />

allemaal zo sterk in ons hebben, heb ik nooit geanalyseerd.<br />

Ik constateer wel dat veel van mijn familieleden een grote<br />

maatschappelijke betrokkenheid aan de dag leggen. Heel<br />

veel Lamersen zitten in besturen van verenigingen en<br />

instellingen. Wij zijn gewend verantwoordelijkheden te<br />

nemen.’’<br />

Die houding heeft hij thuis met de paplepel ingegoten<br />

gekregen. Daarnaast blijkt de vaderlandse literatuur<br />

een belangrijke inspiratiebron voor de bestuurder Cor<br />

Lamers. De nieuwe burgemeester gaf bij zijn installatie<br />

op verschillende momenten blijk van zijn liefde voor de<br />

letteren door ondermeer Geert Mak en Godfried Bomans in<br />

zijn toespraak aan te halen. Die keuze was niet willekeurig.<br />

Het levensverhaal van Mak, zoon van een gereformeerd<br />

predikant, is sterk verbonden met <strong>Schiedam</strong>. En Bomans<br />

ligt hem na vanwege de overeenkomst in geloof en<br />

wereldbeschouwing. De vader van de schrijver was in<br />

Haarlem gemeenteraadslid voor de Roomsch Katholieke<br />

Staatspartij en dat feit drukte een onuitwisbare stempel<br />

op het gezinsleven. Van de boeken die een onvergetelijke<br />

indruk op Lamers maakten, staat Bomans’ jeugdwerk Pieter<br />

Bas met stip op de lijst. In dat boek is de vader van de<br />

hoofdpersoon gemeentesecretaris in Dordrecht, een zeer<br />

gewichtige functie in de ogen van Pieter, die, toen zijn<br />

vader een keer met griep in bed lag, verbaasd opmerkte dat<br />

het verkeer op straat gewoon doorreed.<br />

Het werk van Bomans neemt een prominente plaats in in<br />

de boekenkast van Cor Lamers. Maar voor zijn favoriete<br />

boek tekende een andere Nederlandse auteur: Multatuli.<br />

,,Zijn Max Havelaar lees ik zeker twee keer per jaar.’’ Ook<br />

die voorkeur lijkt weer alles te maken te hebben met zijn<br />

maatschappelijke engagement en de wil om ‘’dingen beter<br />

te maken’’. Want behalve dat het boek zoals Lamers zegt<br />

‘’realistisch geschreven is, zodat je het gevoel krijgt dat je<br />

er middenin zit’’ legt Multatuli’s roman het sociale onrecht<br />

bloot in het Nederlands Indië van de negentiende eeuw


Cor Lamers<br />

Musis 6


en de bestuurlijke misstanden die dat onrecht mogelijk<br />

maakten. ,,De Max Havelaar was het eerste boek dat eerlijk<br />

berichtte over wat daar gebeurde. De manier waarop<br />

Multatuli dat onder de aandacht bracht, spreekt mij zeer<br />

aan. Ik lees sowieso graag over Indië, hoewel er in mijn<br />

familie geen Indiëgangers zijn en ik er ook nog nooit ben<br />

geweest. Het zal mijn belangstelling voor geschiedenis zijn.<br />

Of de mystiek die zo kenmerkend is voor dat land. ’’<br />

Overigens, voegt hij er haastig aan toe, moet men zijn<br />

belezenheid vooral niet overschatten ‘’en ook niet denken<br />

dat hij enkel en alleen over ellende leest’’. ,,Voor lezen<br />

heb ik door mijn drukke baan maar weinig tijd. Eigenlijk<br />

kom ik er alleen in vakantie toe. Dan neem je niet de<br />

moeilijkste boeken mee. En de serieuze literatuur die ik lees,<br />

compenseer ik met stripboeken.’’<br />

Ook dat genre neemt in zijn boekenkast veel ruimte in<br />

beslag. <strong>Schiedam</strong> had al eens een burgemeester die idolaat<br />

was van heer Bommel en Tom Poes (Reinier Scheeres),<br />

maar Lamers’ belangstelling reikt verder dan het werk<br />

van Marten Toonder alleen. Hij groeide op met het<br />

stripweekblad Pep en hield daar een levenslange voorliefde<br />

voor helden als Blake en Mortimer, Astérix en Agent 327<br />

voor over. Zijn interesse werd verder gevoed doordat in<br />

Houten jarenlang de Nederlandse Stripdagen plaatsvonden.<br />

Lamers mocht er als burgemeester verschillende malen de<br />

Stripschapsprijs uitreiken. Hij sprak er met schrijvers en<br />

tekenaars over hun werk en struinde als liefhebber langs de<br />

kraampjes om zijn collectie uit te breiden, want hij is een<br />

gepassioneerd verzamelaar. ,,Twee albums van Roodbaard<br />

heb ik nog steeds niet. Het zal er vrees ik ook niet snel van<br />

komen. Ze kosten 1000 tot 2000 euro per stuk. Dat heb ik er<br />

niet voor over. Het moet wel leuk blijven.’’<br />

Het kan nog wel even duren voordat zijn boekenkasten en<br />

overige interieurstukken naar <strong>Schiedam</strong> zijn overgebracht.<br />

De verhuizing wordt bemoeilijkt door de malaise op<br />

de huizenmarkt. In <strong>Schiedam</strong> kan pas serieus naar een<br />

onderkomen worden omgekeken als de woning in Houten<br />

is verkocht en duidelijk is hoeveel het budget bedraagt.<br />

Het echtpaar heeft geen uitgesproken voorkeur voor een<br />

bepaald woningtype. Sinds de drie dochters de deur uit<br />

zijn is de behoefte aan ruimte sterk afgenomen. ,,Mijn<br />

medewerkers willen graag dat ik in Oranjeburgh (de<br />

toekomstige wijk op het voormalig ziekenhuisterrein, red.)<br />

ga wonen. We moeten nog even kijken of dat past in ons<br />

budget. Misschien kopen of huren we iets voor twee jaar en<br />

maken we daarna onze definitieve keuze. Ik denk dat het<br />

iets zal worden in of rond het centrum.’’<br />

De dagelijkse rit tussen Houten en <strong>Schiedam</strong> verschaft<br />

Cor Lamers de gelegenheid na te denken over de manier<br />

waarop hij het beste ter werk kan gaan om de uitdagingen<br />

in zijn nieuwe gemeente te lijf te gaan. Het stroomlijnen<br />

en moderniseren van de politieke en bestuurlijke cultuur<br />

vraagt om een tactische en weloverwogen aanpak. Het<br />

lijkt een kolfje naar de hand van de in troubleshooting<br />

gespecialiseerde Cor Lamers. Dit is zoals hij zijn gewone<br />

werkwijze omschrijft:<br />

,,Net als Max Havelaar steek ik mijn vinger op als ik vind<br />

dat dingen niet kloppen. Maar ik wil geen roepende in<br />

de woestijn zijn. Uit de strijd die Havelaar leverde tegen<br />

de Hollandse onderdrukking in Indië heb ik geleerd dat<br />

dingen niet veranderen als je ze alleen maar benoemt. Als je<br />

iets wilt veranderen, moet je beginnen met je te verzekeren<br />

van steun. Je moet de juiste mensen om je heen verzamelen<br />

en zorgen dat je aan de goede tafel komt te zitten. Nee,<br />

daarvoor hoeft je geen dure adviseurs in te huren. Vaak<br />

heeft een gemeente zelf al voldoende kwaliteit in huis. En<br />

7 Musis<br />

anders doe je een beroep op een andere gemeente. In de<br />

strijd tegen de HSL in Bleiswijk haalden we mensen van<br />

de Dienst Stedenbouw uit Rotterdam erbij. Hun adviezen<br />

waren goud waard.’’<br />

De Lamers-aanpak bestaat uit lobbyen, praten,<br />

organiseren en op zoek gaan naar de juiste argumenten om<br />

overtuigingskracht aan je betoog mee te geven. Geduld en<br />

doorzettingsvermogen zijn de eerste vereisten. ,,Het is een<br />

kwestie van slim opereren. Daar ben ik wel goed in, geloof<br />

ik. Het is soms nodig om je buiten de gebaande wegen te<br />

begeven en nonconformistisch te denken. Neem niet direct<br />

aan dat de dingen zijn zoals ze zijn. Stel de waaromvraag.<br />

Waarom is iets nodig? Kan het niet anders worden<br />

geregeld?’’<br />

Cor Lamers is gewend lange werkdagen te maken.<br />

Zijn belangrijkste fysieke uitlaatklep voor die mentale<br />

inspanning zijn de maandelijkse wedstrijden met het<br />

voetbalelftal voor burgemeesters. Lamers staat in het doel.<br />

Voor andere sportieve activiteiten heeft hij nauwelijks<br />

tijd. Aan hardlopen doet hij niet. Fietsen was een tijdlang<br />

een favoriete bezigheid. ,,Gewoon de polder inrijden en<br />

m’n hoofd leegmaken.’’ Door nekklachten heeft hij die<br />

bezigheid moeten staken. Aan judoën, wat hij vroeger<br />

veel deed, komt hij ook niet meer toe. ,,Als je lid wilt zijn<br />

van een vereniging, moet je een vaste middag of avond<br />

in de week ter beschikking hebben. Dat is in mijn geval<br />

ondenkbaar. Ik kan nooit iets vastleggen, vaak komt er een<br />

vergadering of een bijeenkomst tussendoor. En werk gaat<br />

bij mij altijd voor. Ik maak het mezelf nu eenmaal niet altijd<br />

even gemakkelijk.’’<br />

De 56-jarige Cor Lamers<br />

lijkt zich zeer betrokken<br />

te voelen bij zijn nieuwe<br />

standplaats. Maar waar is<br />

die begaanheid eigenlijk<br />

op gestoeld? Heeft hij, van<br />

geboorte Rotterdammer<br />

en opgegroeid in Charlois,<br />

eerst als wethouder van<br />

Spijkenisse en later als<br />

burgemeester van Bleiswijk,<br />

wellicht een bijzondere<br />

sympathie opgevat voor deze<br />

regio? In zijn toespraak tot<br />

de raad zei Lamers daarover<br />

het volgende: ,,Ik ben een<br />

gewone jongen uit Charlois,<br />

die er trots op is dat hij na<br />

omzwervingen door Zeeland,<br />

Spijkenisse, Bleiswijk en<br />

Houten, nu mag beginnen in<br />

<strong>Schiedam</strong>. Die het geweldig<br />

vindt aan het werk te mogen<br />

gaan op hemelsbreed<br />

minder dan vijf kilometer van<br />

Charlois, maar dan precies<br />

aan de andere kant van de<br />

Nieuwe Maas.’’


DE KORENBEURS. TSJA….,<br />

JE LULT MAAR WAT<br />

Hoeveel slordigheden en fouten<br />

kun je je permitteren als je een<br />

website of verhaal schrijft dat<br />

moet passen binnen het kader van<br />

‘<strong>Schiedam</strong> molens en jenever’?.<br />

‘Alle’.., mag het antwoord zijn.<br />

Mits in de tekst – in willekeurige<br />

volgorde - de woorden ‘graan,<br />

molens, hout en jenever’ worden<br />

gebruikt. Wie daarboven kans<br />

ziet om ook het begrip ‘moutwijn’<br />

te noemen krijgt extra punten.<br />

Met het woord ‘spoeling’ klinkt<br />

zelfs de bel van de Kop van Jut.<br />

Dat in het verhaaltje de grootst<br />

denkbare onzin wordt uitgekraamd<br />

doet verder niet terzake. Lees,<br />

ter lering en stichting, hoe op de<br />

website van ‘Korenbeurs <strong>Schiedam</strong><br />

– arts, creativity and events’<br />

klinkklare nonsens als serieuze<br />

stadsgeschiedenis wordt verkocht.<br />

‘De Korenbeurs is de voormalige koopmansbeurs, één van<br />

de pronkstukken uit de <strong>Schiedam</strong>se jeneverindustrie’,<br />

staat op de webstek van Korenbeurs <strong>Schiedam</strong> te lezen<br />

onder het kopje: Geschiedenis. ‘. ‘Het gebouw is 225<br />

jaar oud. De bouw startte in 1787 onder leiding van<br />

de Rotterdamse architect, in Nederland bekend als Jan<br />

Giudici, (1746 – 1819). In 1792 werd de beurs opgeleverd<br />

en vanaf dat moment trokken dagelijks honderden<br />

branders en distillateurs uit het hele land naar <strong>Schiedam</strong>.<br />

Op de binnenplaats, die toen nog niet overdekt was, werd<br />

luidruchtig gehandeld in moutwijn, granen en spoeling.<br />

Er heerste een lichte chaos die vergelijkbaar is met de<br />

beurs op Wall Street. Ruim 125 jaar bleef De Korenbeurs<br />

in gebruik als handelscentrum. Door de opkomst van de<br />

spiritusalcohol, die de moutwijn en granen overbodig<br />

maakte, moest De Korenbeurs in 1918 haar deuren sluiten.<br />

tekst: Hans van der Sloot<br />

foto’s: <strong>Gemeente</strong>archief <strong>Schiedam</strong> /<br />

Jan van der Ploeg<br />

Branders voor de Koopmansbeurs ca. 1905. Collectie Gemeenarchief Schie<br />

In 1920 werd boven het atrium van de Korenbeurs een<br />

glazen dakconstructie geplaatst. Sindsdien heeft het<br />

gebouw zeer diverse bestemmingen gehad’.<br />

Dit verhaal heeft evenveel met de historische werkelijkheid<br />

te maken als de tekeningen van Anton Pieck. Wat klopt<br />

is de leeftijd. Dat is het dan ook het enige. De architect<br />

Jan Giudici was geen Rotterdammer. Integendeel. Hij was<br />

zelfs geen Nederlander, maar een Italiaanse in Den Haag<br />

woonachtige bouwmeester die in Rotterdam en <strong>Schiedam</strong><br />

een groot aantal bouwwerken heeft gerealiseerd. Zijn<br />

Rotterdamse gebouwen zijn in het bombardement van<br />

Rotterdam op 14 mei 1940 vernietigd. Hierdoor is <strong>Schiedam</strong><br />

de stad geworden die de herinnering aan hem levend houdt<br />

in onder andere het Sint-Jacobs Gasthuis, het voormalige<br />

kantongerecht en het woonhuis dat hij ontwierp voor<br />

Musis 8


chief <strong>Schiedam</strong><br />

Jacobus Johannes Nolet. Wat zijn betrokkenheid was (of<br />

geweest kan zijn) bij het ontwerp van de Koopmansbeurs<br />

(in de jaren 1960 om onduidelijke redenen plots<br />

‘Korenbeurs’ geheten) is onduidelijk. De bronnen melden<br />

dat hem om advies is gevraagd omdat het plan van de eerst<br />

gevraagde architect , de Duitse Nederlander Friedrich<br />

Ludwig Gunckel, de <strong>Schiedam</strong>se vroedschap niet beviel<br />

en de stadsarchitect Rutger van Bol’Es volgens de regent<br />

Dominicus Doom slechts in staat was tot het ontwerpen van<br />

‘monsters van gebouwen’.<br />

De plannen en aanbevelingen werden door de vroedschap<br />

met welgevallen aangehoord, maar uiteindelijk toch niet<br />

aanvaard. In de resolutie liet het stadsbestuur vastleggen<br />

‘dat het plan en de tekening door den architect Judice<br />

geformeerd, hoe zeer op zig zelfs voldoende, uit hoofde<br />

van de desselfs uitgestrektheid en daaruijt voortvloeijende<br />

meerdere kostbaarheid meede niet wel konde worden<br />

aangepreezen’. Rutger van BolÉs werd daarom opgedragen<br />

met kennisneming van de tekeningen van Giudici het<br />

bouwplan op te stellen.<br />

Periode van verval<br />

Vanaf dat moment van opening trokken niet dagelijks<br />

honderden branders en distillateurs uit het hele land<br />

naar <strong>Schiedam</strong>. De <strong>Schiedam</strong>se Koopmansbeurs was een<br />

instituut zoals elke stad van enige betekenis zich wenste<br />

of reeds had, een ‘echte’ beurs dus ter bevordering van<br />

de koophandel in het algemeen, gebouwd in ‘nette’<br />

9 Musis<br />

classicistische stijl als een arcade rondom de verlaagde<br />

beursvloer. Dat de graanhandel deel uitmaakte van de<br />

beursactiviteiten, is vanzelfsprekend, maar was lang niet<br />

het enige. Daarbij was de graanhandel binnen en buiten de<br />

beurs aan strikte wettelijke en fiscale regels gebonden welke<br />

in 1822 – in de Wet op het Gemaal - nog extra werden<br />

verscherpt. In het begin van de negentiende eeuw moest de<br />

branderij in <strong>Schiedam</strong> en Delfshaven zelfs meerdere malen<br />

stilgelegd vanwege tekort aan graan en een verbod om uit<br />

het weinige alcohol te stoken. In grote lijnen luidde de inval<br />

van Pichegru in 1794 voor de branderij een periode van<br />

verval in dat pas tegen de tweede helft van de 19e eeuw<br />

gekeerd werd. In dat tijdvak stegen de voedselprijzen en<br />

daarmee hielden de graanprijzen gelijke tred. Herhaalde<br />

misoogsten en het stagneren van de aanvoer van graan<br />

uit de Oostzeelanden deden de rest. Een derde – voor<br />

de branderij zeer nadelige factor – was het continentaal<br />

stelsel dat Napoleon in 1806 invoerde en bedoeld was om<br />

de (zee)grenzen voor Engeland af te sluiten. Hierdoor viel<br />

de export gedurende enkele jaren geheel weg. Het herstel<br />

hiervan zou vele jaren duren. Wie zich de vraag stelt<br />

waar de grote <strong>Schiedam</strong>se (branders- en distillateurnamen<br />

uit de achttiende eeuw gebleven zijn en hoe een nieuwe<br />

generatie van Westfaalse branders uit onder andere de<br />

families Jansen, Beukers, Blankenheym, Lechner, Meijer,<br />

Cohn, Wittkampf Hoppe, Daalmeijer, Coebergh, Heiligers<br />

en Melchers zich op de resten van de achttiende-eeuwse<br />

<strong>Schiedam</strong>se jeneverstokerij van een nieuw jeneverimperium<br />

konden bouwen, komt zonder mankeren uit bij deze<br />

periode van verval.<br />

‘Op de binnenplaats, die toen nog niet overdekt was, werd<br />

luidruchtig gehandeld in moutwijn, granen en spoeling’,<br />

schrijven de creatieve ondernemers achter de ‘Korenbeurs<br />

<strong>Schiedam</strong>’. ‘Er heerste een lichte chaos die vergelijkbaar is<br />

met de beurs op Wall Street’.<br />

Al direct na het gereedkomen van het beursgebouw<br />

bleek dat het stadsbestuur z’n hand had overspeeld. De<br />

graanhandel die tot dat moment plaats had op de kade van<br />

de Lange Haven tussen de Vismarkt en de hoek met de<br />

Korte Haven, stelde nog maar weinig voor. Wat gemeld<br />

werd vanaf de beurs waren hoofdzakelijk openbare<br />

verkopingen van uiteenlopende aard, soms onroerend goed,<br />

soms gingen er schepen onder de hamer en regelmatig<br />

werden partijen graan geveild die door zeewater min of<br />

meer waren beschadigd.<br />

Vanaf 1847, zeven jaar nadat de beurs was afgebrand en<br />

in vroegere staat herbouwd, vallen de activiteiten van de<br />

beurs goed te volgen in <strong>Schiedam</strong>sche Courant. Hierin<br />

beloofde de uitgever P.J. van Dijk (de latere burgemeester<br />

van <strong>Schiedam</strong> Piet van Dijk van Mathenesse) veel aandacht<br />

te schenken aan de zaken van de branderij, distilleerderij<br />

en koophandel. En in de berichten dienaangaande blijkt<br />

de beurs in dat jaar nog lang niet dat succes dat het<br />

gemeentebestuur ervan verwachtte.<br />

Wel bloei, weinig handel<br />

Pas in 1864 werd de beurs van enige betekenis. De tweede<br />

helft van de negentiende eeuw was ook de grootste bloeitijd<br />

van de jeneverstokerij. Overigens waren de branders niet<br />

verplicht om over de beurs te handelen. Graan dat elders in<br />

het land was ingeklaard en binnenlandse oogsten behoefden<br />

niet over de beurs te worden verhandeld. Evenzo werd het<br />

grootste deel van de moutwijn niet op de beurs gebracht.<br />

De beurshandel beperkte zich tot de handel in graan dat


Maak een<br />

afspraak met uw<br />

Beddenspecialist<br />

voor uw SlaapID.<br />

Neem daarna de<br />

Slaap- Sensor 3<br />

nachtjes mee naar<br />

huis.<br />

Met het Gemeenschapsfonds helpt u<br />

<strong>Schiedam</strong> vooruit!<br />

Marit wil een<br />

stevig matras<br />

maar is dat voor haar ook het beste?<br />

Uw schenking aan het Gemeenschapsfonds <strong>Schiedam</strong> komt direct en voor de<br />

volle honderd procent ten goede aan <strong>Schiedam</strong>. Bijvoorbeeld bij de inrichting van<br />

kinderspeelplaatsen of andere kleine projecten die anders weinig kans zouden<br />

maken. In haar korte bestaan heeft het Gemeenschapsfonds al vele tientallen<br />

projecten mogelijk helpen maken. Waarbij elke geschonken euro ook direct en<br />

volledig ten goede is gekomen aan de bevolking van <strong>Schiedam</strong>.<br />

Het Gemeenschapsfonds <strong>Schiedam</strong> is blij met elke schenking. Zowel van<br />

particulieren als bedrijven. Het gaat erom iets te willen doen voor <strong>Schiedam</strong>.<br />

Juist daar waar het het hardst nodig is.<br />

Bezoek onze website www.gemeenschapsfondsschiedam.nl.<br />

Gemeenschapsfonds <strong>Schiedam</strong>. Helpt helpen<br />

Stichting Gemeenschapsfonds <strong>Schiedam</strong>, Sonderdanckstraat 3, 3116 BS <strong>Schiedam</strong>.<br />

Telefoon 010 – 4262196, e-mail: info@gemeenschapsfondsschiedam.nl<br />

de SlaapID® scan<br />

wijst het uit.<br />

Ontdek wat uw<br />

slaap-identiteit is bij:<br />

ALLES IN DE<br />

BOEKHANDEL<br />

Boekhandel J.S. van Leeuwen<br />

Broersvest 85<br />

3111 ED <strong>Schiedam</strong><br />

Boekhandel Post Scriptum<br />

Hof van Spaland 31<br />

3121 CA <strong>Schiedam</strong><br />

MAAR OOK<br />

COMPLEET OP<br />

INTERNET<br />

www.boekhandelvanleeuwen.nl<br />

www.postscriptum.nl<br />

Musis 10


door de (meest Rotterdamse) graanhandelaars voor eigen<br />

risico op de beurs werd gebracht. Voor moutwijn en<br />

spoeling melden de regelmatige beursberichten niet de<br />

handel in moutwijn, spiritus, ruwe spiritus en spoeling,<br />

maar het bereikte prijspeil ervan. Heinrich Schmitz stelt<br />

in zijn proefschrift ‘<strong>Schiedam</strong> in de tweede helft van de<br />

negentiende eeuw’ (1962) ook terecht dat de beursopgaven<br />

over graan en moutwijnhandel slechts een deel van de<br />

werkelijkheid laten zien.<br />

Geen lichte wanorde<br />

Met Wallstreet of welke andere effectenbeurs ook, had<br />

de <strong>Schiedam</strong>se Koopmansbeurs niets te maken. Van<br />

een lichte wanorde was geen sprake. Enkele malen per<br />

week vervoegde de fine fleur van brandend <strong>Schiedam</strong><br />

(voor kleine<br />

branders die met<br />

enkele bakken<br />

bescheiden<br />

inkomsten<br />

hadden uit de<br />

branderij was op<br />

de beurs geen<br />

plaats) zich rond<br />

het middaguur op<br />

de Nieuwe Sluis.<br />

Enkele foto’s uit<br />

het begin van de<br />

twintigste eeuw<br />

weerspiegelen<br />

het karakter van<br />

de beursgang.<br />

Behalve dat<br />

branders en<br />

distillateurs<br />

kwamen kijken<br />

of er nog wat<br />

te halen viel<br />

was het ook een<br />

sociaal treffen<br />

van branders<br />

en distillateurs<br />

die zowel door<br />

een gezamenlijk<br />

belang als door<br />

familiebanden<br />

nauw verknoopt<br />

waren. Oorspronkelijk was de beursvloer een open<br />

ruimte, omgeven door de galerij waarin de handel moest<br />

plaatsvinden. Volgens dit model werden in Nederland<br />

meerdere beursgebouwen opgetrokken, ook de <strong>Schiedam</strong>se<br />

Koopmansbeurs werd op die manier ontworpen. Tot dan<br />

had de handel in granen en andere partijgoederen immers<br />

vrijwel altijd plaats gevonden in de open lucht. In 1871 –<br />

en niet in 1920 zoals de webstek zegt - besloot <strong>Schiedam</strong><br />

tot overkapping van de binnenplaats met een glazen dak.<br />

Hierin bewees het <strong>Schiedam</strong>se stadsbestuur helemaal bij<br />

de tijd te zijn en tuk op koopjes precies de juist maat te<br />

kunnen vinden. De architectuur uit de tweede helft van de<br />

negentiende eeuw heeft prachtige glasdaken voortgebracht.<br />

<strong>Schiedam</strong> kon putten uit voorbeelden te over in mondaine<br />

steden als Amsterdam en Den Haag en buiten Nederland<br />

natuurlijk in Berlijn, Brussel, Londen en Parijs. En gelukkig<br />

beschikte <strong>Schiedam</strong> met de Koopmansbeurs over een<br />

gebouw waarvan de overkapping van de binnenplaats niet<br />

11 Musis<br />

De ijzeren kapconstructie terug in het zicht, foto: Jan van der Ploeg<br />

al teveel behoefde te kosten. Helemaal zonder problemen<br />

was de uiteindelijke constructie echter niet. De opdracht<br />

voor het maken en installeren van de kap werd gegund<br />

aan de Utrechtse IJzergieterij. Betaald werd echter pas vele<br />

maanden na de oplevering toen ook het laatste ‘lekkaadjen’<br />

was verholpen en het gemeentebestuur grootmoedig besloot<br />

dat aan de aannemer geen boete zou worden opgelegd .<br />

Hoe fraai en grootstedelijk ook met de nieuwe glazen kap,<br />

met de beursactiviteiten wilde het maar steeds niet vlotten.<br />

Uit de regelmatige beursberichten in de <strong>Schiedam</strong>sche<br />

Courant valt op te maken hoe de handel aan het eind van<br />

de negentiende eeuw vrijwel geheel tot stilstand kwam.<br />

De prijzen voor moutwijn en spiritus bleven maandenlang<br />

onveranderd en van graannoteringen was in het geheel<br />

geen sprake meer.<br />

Weg ratelende karren<br />

In 1918 was het moment aangebroken om de gehele beurs<br />

te staken. Er was geen brander of distillateur die daartegen<br />

protesteerde. De Koopmansbeurs was uitgewerkt zonder<br />

ook maar één moment van echte bloei of grote betekenis<br />

te hebben gekend. Laat staan de ratelende karren voor<br />

de deur, de door de webstek van ‘Korenbeurs <strong>Schiedam</strong>’<br />

veronderstelde handklap waarmee partijen moutwijn van<br />

eigenaar wisselden, de branders en distillateurs die zich uit<br />

geheel Nederland dagelijks naar <strong>Schiedam</strong> spoedden en de<br />

levendige handel in dampende spoeling; het afvalproduct<br />

van de branderij maar de centen nog altijd dik waard. Zo<br />

wordt er geschiedenis bedreven binnen het kader van<br />

‘<strong>Schiedam</strong>, molens en jenever’: Je lult maar wat.


Toen hij in september<br />

2012 dertig jaar bij het<br />

Vlaardingse Stadsarchief<br />

werkte, twitterde Harm Jan<br />

Luth dat zijn voorganger<br />

Theo Poelstra (1935-2004)<br />

een standbeeld verdiende.<br />

Een eigenschap van een<br />

tweet is dat die weinig<br />

ruimte biedt voor het<br />

onderbouwen van een<br />

mening. Een gesprek<br />

geeft die mogelijkheid<br />

des te meer. In de kamer,<br />

waar Poelstra in 1982<br />

zijn sollicitatiegesprek<br />

voerde met de toen<br />

21-jarige Harm Jan Luth,<br />

kreeg Henk Slechte die<br />

uitleg van Poelstra’s<br />

inhoudelijke erfgenaam als<br />

stadsarchivaris.<br />

Tekst: Henk Slechte<br />

Harm Jan Luth is in 1961 als<br />

zevende van negen kinderen<br />

geboren in Hoogezand-<br />

Sappemeer in een gereformeerd<br />

vrijgemaakt gezin, waar over<br />

alles werd gediscussieerd en niets<br />

onbespreekbaar was. Zijn vader<br />

oefende het in zijn kerkelijke omgeving niet zo gebruikelijk<br />

beroep van wijnproever uit, en werd later hoofd reclame bij<br />

Wijn Etten BV, onderdeel van het Engelse Allied Breweries,<br />

in Breda. Harm Jan vertelde in 2005 aan het Reformatorisch<br />

Dagblad dat hij rond zijn elfde al wist dat hij archivaris<br />

wilde worden. Hij had een bureau met laden, en knipte<br />

alles uit kranten en tijdschriften wat hij wetenswaardig<br />

vond. Dat stopte hij thematisch in de laden van zijn bureau.<br />

Zijn klasgenoten wisten waar ze moesten zijn als ze voor<br />

een spreekbeurt over componisten of olifanten informatie<br />

nodig hadden. Het woord archivaris kende de jonge<br />

Harm Jan niet, maar moeder Luth had altijd de Elsevier<br />

Beroepengids onder handbereik om te kijken welk beroep<br />

paste bij de talenten van haar kinderen; zij ontdekte dat bij<br />

de passie van Harm Jan het beroep van archivaris hoorde.<br />

Hij deed op zijn zeventiende eindexamen Atheneum en<br />

HARM JAN<br />

LUTH<br />

Harm Jan Luth, foto Jan van der Ploeg<br />

had niet het geduld om eerst geschiedenis te studeren,<br />

voordat hij aan de archiefopleiding begon. Dat wilde hij<br />

direct, wat zijn ouders die meer kinderen hadden die een<br />

opleiding moesten volgen, financieel goed uitkwam. De<br />

Rijksarchiefschool was echter vol, maar Harm Jan kon als<br />

onopgeleid studiezaalambtenaar bij het <strong>Gemeente</strong>archief<br />

Breda aan de slag. Een jaar later kon hij wel op de<br />

Archiefschool terecht. Hij ervoer de archiefstudie als een<br />

geluksmoment, en zijn beroep als een feest dat nog steeds<br />

duurt. Hij geniet tot de dag van vandaag van al dat papier<br />

waarin zoveel gegevens liggen opgeslagen, en van alle<br />

andere dragers van informatie.<br />

Na zijn opleiding solliciteerde hij op een vacature bij<br />

het Stadsarchief van Vlaardingen, waar Theo Poelstra<br />

- haast letterlijk - de scepter zwaaide. Die heeft de<br />

benamingen Stadsarchief en stadsarchivaris in plaats van<br />

<strong>Gemeente</strong>archief en gemeentearchivaris ingevoerd, omdat<br />

hij vond dat die meer statuur hadden. En dan legt Harm Jan<br />

Luth uit waarom Theo Poelstra een standbeeld verdient.<br />

Hij was een van de eerste archivarissen, die het archief uit<br />

de gesloten en elitaire sfeer van de professionele historici<br />

haalden, en de mogelijkheden van het archief als bron voor<br />

het onderzoek naar de geschiedenis van ieders stad, huis<br />

Musis 12


of familie toegankelijk en aantrekkelijk maakten. Luth<br />

wijst op Poelstra’s boek Een Hollands Stadsarchief (1969)<br />

dat verscheen bij het <strong>Gemeente</strong>archief Rotterdam, en op<br />

het Historisch Jaarboek Vlaardingen dat Poelstra in 1977<br />

met de Historische Vereniging begon. Een mooi voorbeeld<br />

vindt hij ook Binnen deeser stede Vlaerdinghe - Schets van<br />

de geschiedenis van Vlaardingen in beeld gebracht in het<br />

Streekmuseum Jan Anderson. Daarmee bracht Poelstra,<br />

net als Anderson met zijn museum, de geschiedenis van<br />

Vlaardingen pas echt naar iedereen, die daarvoor toen<br />

open stond. De ’archivistische Bourgondiër’ Poelstra<br />

was overigens niet voor alle auteurs even gemakkelijk,<br />

zoals <strong>Schiedam</strong>mer Hans van der Sloot ervoer, toen hij in<br />

1973 in opdracht van de gemeente Vlaardingen de lokale<br />

geschiedenis voor een breed publiek opschreef in Vissen<br />

bij de vleet. Poelstra controleerde dat toen scherp op<br />

onjuistheden, en zei er 13 jaar later nog denigrerend over,<br />

dat Van der Sloot wat krenten uit de pap had geplukt en<br />

die ‘heel, werkelijk heel aardig [had] beschreven’. En ook<br />

Vlaardinger Jeroen ter Brugge kijkt iets genuanceerder<br />

terug op zijn ervaringen met Poelstra. Toen hij als<br />

vijftienjarige geschiedenisliefhebber het archief bezocht,<br />

liet archivaris Poelstra hem duidelijk merken dat een archief<br />

niet bedoeld was voor zulke jonge snaken.<br />

Poelstra’s beleid om mensen te prikkelen zelf met<br />

geschiedenis bezig te zijn, werkt nog steeds door. In<br />

Groot Vlaardingen van 3 december 2012 vertelt Arie van<br />

der Hoek hoe hij er toe kwam om, met Frans Assenberg,<br />

het Vlaardings Molenboek te schrijven. Hij kreeg 25 jaar<br />

geleden van zijn grootvader ansichtkaarten van molens<br />

en werd daardoor enthousiast voor dat onderwerp: “Het<br />

schrijven van een Vlaardings Molenboek kwam toen nog<br />

niet bij mij op, maar ik volgde toen wel op het archief een<br />

cursus oud schrift. Toenmalig archivaris Theo Poelstra gaf<br />

die cursus. Toen ik daarmee klaar was, vroeg ik mij af wat<br />

ik nu kon gaan doen. Poelstra stelde voor een onderzoek<br />

uit te voeren naar de specifieke Vlaardingse windmolens.”<br />

Van der Hoek schreef daarna artikelen over Vlaardingse<br />

windmolens en in 1990 een boekje over de korenmolen<br />

Aeolus op de Kortedijk. Hij bleef informatie verzamelen<br />

over windmolens in Vlaardingen en Vlaardinger-Ambacht,<br />

en dat heeft nu geresulteerd in de publicatie van dit werk.<br />

Harm Jan Luth heeft de lijn van Poelstra voortgezet, met<br />

succes. Iedere bezoeker van de studiezaal wordt persoonlijk<br />

geholpen, precies zoals dat onder Poelstra gebeurde,<br />

en wordt zo ondervraagd dat hij niet alleen het goede<br />

materiaal krijgt, maar ook alle gewenste begeleiding. Het<br />

tastbare resultaat van deze aanpak is dat het Stadsarchief<br />

Vlaardingen, dankzij de deskundige bezetting van de<br />

studiezaal, volgens de tweejaarlijkse monitor van de<br />

Branchevereniging Archief Instellingen Nederland (BRAIN),<br />

voor de dienstverlening in 2007 op de eerste, in 2009 op<br />

de tweede en in 2011 weer op de eerste plaats eindigde.<br />

En wie denkt dat zo’n monitor weinig meer is dan een<br />

tevredenheidsonderzoek op de studiezaal, doet er goed<br />

aan het 55 pagina’s tellende rapport op de website van de<br />

BRAIN te lezen.<br />

Toen Harm Jan kennis maakte met de praktijk van het<br />

archiefwerk, voelde hij het gemis van de wetenschappelijke<br />

opleiding en ontdekte hij dat hij te haastig was geweest<br />

met de Archiefschool. Hij wist veel en kon dat goed<br />

verwoorden, maar hij miste wel enerzijds het vermogen<br />

om alles in een groter verband te zetten en anderzijds<br />

de verdieping en de analyse die een wetenschappelijke<br />

13 Musis<br />

opleiding de actieve historicus biedt. Daarom studeert<br />

hij nu geschiedenis in Leiden. Zijn voorliefde, in de<br />

geschiedenis, maar ook als gepassioneerd muziekliefhebber,<br />

is alles wat te maken heeft met de middeleeuwen.<br />

Vlaardingen heeft echter sinds de grote brand van 1574<br />

weinig middeleeuws archief, en dat dwingt de student<br />

Harm Jan Luth om de onderwerpen voor zijn scripties,<br />

Theo Poelstra, foto Stadsarchief Vlaardingen<br />

die natuurlijk over Vlaardingen moeten gaan, toch in de<br />

Nieuwe Tijd te zoeken.<br />

De relatief verse student liep in Leiden aan tegen een<br />

onderwerp dat hem na het hart ligt: de verhouding<br />

historicus - archivaris. Toen hij in het Universiteitsblad<br />

Mare een azijnzure column over ‘de’ archivaris<br />

las, gelardeerd met - overigens niet-Vlaardingse -<br />

voorbeelden, schreef hij een reactie die zijn professionele<br />

geloofsbelijdenis omvat. De columnist, die ook historicus<br />

en promovendus is, noemt archivarissen ‘aangeboren<br />

tegenwerkers’. Dat was tegen het zere been van<br />

Harm Jan. In de Mare van januari 2013 kunnen de<br />

aankomende historici lezen dat in Vlaardingen ‘con<br />

amore [wordt] meegedacht en -gewerkt, dat studenten<br />

desgevraagd onderwerpen aan de hand worden gedaan,<br />

dat paleografische hulp geboden wordt, dat er geen<br />

witte of anderskleurige handschoentjes te vinden zijn,<br />

dat er nauwelijks restricties zijn als het om scannen gaat<br />

en fotokopiëren in zeer veel gevallen wel mogelijk is,<br />

dat er geen moeite teveel is om archieven en collecties<br />

te ontsluiten voor de gebruiker (jazeker, ook en vooral<br />

voor historisch gebruik), dat genealogie niet alleen een<br />

monomane geriatrische hobby is, maar evenzeer een


De relatief verse student liep in<br />

Leiden aan tegen een onderwerp<br />

dat hem na het hart ligt: de<br />

verhouding historicus - archivaris.<br />

Toen hij in het Universiteitsblad<br />

Mare een azijnzure column over<br />

‘de’ archivaris las, gelardeerd<br />

met - overigens niet-Vlaardingse<br />

- voorbeelden, schreef hij een<br />

reactie die zijn professionele<br />

geloofsbelijdenis omvat. De<br />

columnist, die ook historicus<br />

en promovendus is, noemt<br />

archivarissen ‘aangeboren<br />

tegenwerkers’. Dat was tegen het<br />

zere been van Harm Jan.<br />

waardevolle hulpwetenschap van de historiografie, dat<br />

aangevraagde stukken er binnen enkele minuten betast<br />

en gelezen kunnen worden, dat lunchpauzes raadpleging<br />

van de gewenste archivalia geen seconde in de weg staan,<br />

etcetera.’ De methode Poelstra geactualiseerd en kort<br />

samengevat!<br />

Sinds Harm Jan in 1997 stadsarchivaris werd, is hij<br />

betrokken bij projecten, waarvan sommige met ingrijpende<br />

wetenschappelijke gevolgen. In dat jaar werd het taakveld<br />

Archeologie weggehaald bij Stadswerk, wat Luth de<br />

‘harde kant’ noemt, en ondergebracht bij de ‘zachte<br />

foto Jan van der Ploeg<br />

kant’, uiteraard het archief. Hij vindt dat logisch, omdat<br />

ze hetzelfde doen: het vertellen van het verhaal van de<br />

Vlaardingse geschiedenis, de een met voorwerpen uit<br />

de grond en de ander met papier. Het samenbrengen<br />

daarvan beschouwt hij als een opdracht waarvoor hij<br />

zich met archivaris Tim de Ridder en anderen ten volle<br />

inzet. De resultaten maakten ze met zoveel tromgeroffel<br />

wereldkundig, dat ook hiervoor de wet van Poelstra<br />

opging: iedereen in en zelfs ver buiten Vlaardingen moet<br />

ervan weten! Jeroen Ter Brugge herinnert zich dat het de<br />

gemeentelijke voorlichter Remus Aussen was, die hem in<br />

1995, toen hij gemeentelijk archeoloog was stimuleerde om<br />

met zijn vondsten van de oudste haring op het voormalige<br />

landgoed Hoogstad van de alternatieve kankergenezer<br />

dokter Moerman de publiciteit te zoeken. Hij is vol lof over<br />

de manier waarop Harm Jan Luth die lijn heeft voortgezet.<br />

Een prachtig voorbeeld is de opgraving in de Vergulde<br />

Hand-West in 2005, uitgevoerd door de gemeente met<br />

de grootste financiële steun die het Rijk tot nu toe aan<br />

een archeologisch onderzoek heeft gegeven. Dit weiland<br />

ten westen van Vlaardingen moest industriegebied<br />

worden. Luth en De Ridder hebben voor de steun van<br />

de gemeente moeten vechten, totdat de staatssecretaris<br />

met ruim € 860.000 over de brug kwam. Het resultaat<br />

was overweldigend. Zo is een kano uit 683 v. Chr. nu te<br />

bewonderen in het Archeon in Alphen aan de Rijn, en<br />

dragen bruidegommen hun bruiden over de oudste drempel<br />

van Nederland (300 v. Chr.) de trouwzaal in het stadhuis<br />

van Vlaardingen binnen. Van nationaal archeologisch<br />

belang was dat hier de bewoningsgeschiedenis van de<br />

middenbronstijd tot de late middeleeuwen zichtbaar<br />

werd aan de hand van huisplattegronden en herkenbare<br />

sporen van verhuizingen. Heel Nederland praatte over<br />

Musis 14


Vlaardingen, dat steeds bekender werd als een plaats waar<br />

de vroegste geschiedenis gaaf uit de grond kwam.<br />

Een ander project, dat een opvallende uitkomst had en<br />

nog op een wetenschappelijke afronding wacht, is dat<br />

van de Zoektocht naar de Oer-Vlaardinger. De archivaris<br />

vertelt bevlogen over dit multidisciplinaire project met<br />

een uitkomst die niemand had kunnen voorspellen. In<br />

2002 bleek bij archeologisch onderzoek van een locatie<br />

aan de Markt, dat op vier meter diepte de resten lagen van<br />

44 mensen die daar tussen 1000 en 1050 waren begraven.<br />

Het waren volledige skeletten, wat Tim de Ridder op het<br />

idee bracht te kijken of daarin nog DNA te vinden was,<br />

en zo vast te stellen of er wellicht nog nakomelingen van<br />

deze vroegmiddeleeuwse Vlaardingers rondliepen. In<br />

tientallen kiezen werd bij het Forensisch Laboratorium<br />

voor DNA Onderzoek in Leiden inderdaad DNA gevonden.<br />

Nu kwamen archief en archeologie schitterend samen.<br />

Het archief ging op zoek naar de oudste Vlaardingers.<br />

Een prachtig voorbeeld, vindt Harm Jan Luth, van het<br />

wetenschappelijk nut dat genealogisch onderzoek ook<br />

kan hebben. De oudste Vlaardingers die het archief<br />

kon traceren woonden daar eind 15de, begin 16de<br />

eeuw. Vervolgens werden mannen die van die personen<br />

afstamden, opgeroepen om in het archief wangslijm af te<br />

geven. Toen bleek welke rol het toeval kan spelen. Een<br />

bezoeker van de studiezaal mocht niet meedoen, omdat zijn<br />

oudste voorvader niet in Vlaardingen, maar in Maasland<br />

woonde. Toen de stadsarchivaris zijn hand over zijn hart<br />

haalde, bleek uitgerekend deze man de enige treffer. Hij<br />

had hetzelfde DNA als in een van de kiezen was gevonden.<br />

Harm Jan grijnst dat het een ‘foutje’ was de man te<br />

weigeren. De inwoners van Maasland uit de 11de eeuw<br />

werden immers in Vlaardingen begraven, omdat daar sinds<br />

de 8ste eeuw wel een kerk was en in Maasland nog niet…<br />

In 2012 studeerde een Amsterdamse sociologe af op deze<br />

zoektocht en haar context in het licht van de Vlaardingse<br />

identiteit.<br />

De archivaris en de archeoloog kregen in 2007 voor hun<br />

zoektocht de Bob Verbiest Cultuurprijs van € 25.000. Die<br />

bestemden zij voor verder onderzoek naar infectieziekten,<br />

dat prof. dr. P. de Knijff en drs. Eveline Altena in Leiden<br />

willen doen door het DNA van voor de pestepidemieën,<br />

zoals dat nu in Vlaardingen is gevonden, te vergelijken<br />

met later DNA. Archeologie is tot verdriet van Harm Jan<br />

Luth bij een reorganisatie in 2012 weer terug naar de ‘harde<br />

kant’ en ondergebracht bij de sectie Bouwen, Archeologie<br />

en Milieu (BAM). Wat Luth betreft blijft samenwerking<br />

uiteraard mogelijk.<br />

Een ander wapenfeit waarover de stadsarchivaris graag<br />

vertelt, is het Groot Vlaardings Prentenboek, naar<br />

voorbeeld van het <strong>Schiedam</strong>se, dat inmiddels gevolgd is<br />

door een eigen prentenboek van, jawel, het Streekmuseum<br />

Jan Anderson… De burgemeester van Vlaardingen<br />

kreeg het Groot <strong>Schiedam</strong>s Prentenboek in 2007 van zijn<br />

<strong>Schiedam</strong>se collega, en wilde voor Vlaardingen ook zo’n<br />

boek. Maar ja, dat kost geld en tijd, en van beide is zelden<br />

genoeg beschikbaar. Het plan bleef dus liggen, totdat<br />

machinefabriek Fontijne in 2009 honderd jaar bestond,<br />

en oud-directeur André Fontijne besloot Vlaardingen<br />

een prentenboek naar <strong>Schiedam</strong>s voorbeeld cadeau te<br />

geven. Harm Jan Luth citeert: ‘jij maakt het, wij betalen.’<br />

Zo eenvoudig was het ook niet. Omdat Fontijne van de<br />

gelegenheid gebruik wilde maken om witte plekken in de<br />

verbeelding van de stad op te vullen, kregen kunstenaars<br />

15 Musis<br />

Een prachtig voorbeeld is de<br />

opgraving in de Vergulde Hand-<br />

West in 2005, uitgevoerd door<br />

de gemeente met de grootste<br />

financiële steun die het Rijk tot<br />

nu toe aan een archeologisch<br />

onderzoek heeft gegeven.<br />

Dit weiland ten westen van<br />

Vlaardingen moest industriegebied<br />

worden. Luth en De Ridder hebben<br />

voor de steun van de gemeente<br />

moeten vechten, totdat de<br />

staatssecretaris met ruim € 860.000<br />

over de brug kwam. Het resultaat<br />

was overweldigend. Zo is een kano<br />

uit 683 v. Chr. nu te bewonderen in<br />

het Archeon in Alphen aan de Rijn,<br />

en dragen bruidegommen hun<br />

bruiden over de oudste drempel<br />

van Nederland (300 v. Chr.) de<br />

trouwzaal in het stadhuis van<br />

Vlaardingen binnen.<br />

opdracht die plekken af te beelden en kreeg het archief het<br />

resultaat. Harm Jan Luth en Peter Zuydgeest maakten het<br />

boek. Dankzij de generositeit van André Fontijne kostte het<br />

boek minder dan de helft van het <strong>Schiedam</strong>se!<br />

Praten met een stadsarchivaris die dienstverlening en het<br />

naar het volk brengen van de geschiedenis huizenhoog<br />

in zijn vaandel heeft staan, is natuurlijk vragen naar de<br />

actuele staat van ‘zijn’ archief. Zoals overal is ook daar<br />

de tijd van de klassieke inventaris grotendeels voorbij.<br />

De meeste archieven zijn al geïnventariseerd en voor<br />

nieuwe aanwinsten volstaat vaak een magazijnlijst.<br />

De inventarissen staan online op de website van het<br />

Stadsarchief. De onderzoeker vindt genealogische gegevens<br />

op de website www.vlaardingen.nl/isis en informatie<br />

over de geschiedenis van Vlaardingen en de collectie op<br />

www.geschiedenisvanvlaardingen.nl. Op de vraag of de<br />

studiezaal daarmee niet een essentiële functie verliest, is het<br />

bevrijdende antwoord: ‘dat geeft de archivaris meer ruimte<br />

om zelf actief met de geschiedenis bezig te zijn, en om de<br />

bezoeker die steeds veeleisender wordt extra aandacht te<br />

kunnen geven.’<br />

Harm Jan Luth bemoeit zich niet alleen met het Stadsarchief<br />

Vlaardingen. Hij is sinds 2004 ook gemeentearchivaris<br />

van Maassluis, hij is lid van de straatnaamcommissies van<br />

Vlaardingen en van zijn woonplaats Dordrecht, en hij<br />

wordt samen met conservator Alex Poldervaart, archeoloog<br />

Tim de Ridder, raad van bestuurlid Martine van Lier<br />

en maritiem historicus Perry Moree, lid van een nieuwe<br />

adviescommissie die de staf van het Museum Vlaardingen<br />

inhoudelijk gaat adviseren over de inrichting en het<br />

tentoonstellingsprogramma. Het archief bemoeit zich in<br />

de naaste toekomst dus actief met de presentatie van de<br />

geschiedenis van Vlaardingen. Theo Poelstra zou tevreden zijn.


Icekoud Hydroboys, foto’s Ron van Rutten<br />

KROEPOEKFABRIEK<br />

EEN JAAR. DAT SMAAKT<br />

NAAR MEER!<br />

Een jaar na de officiële opening<br />

van het nieuwe Vlaardingse<br />

jongerenpodium is het een<br />

goed gebruik om terug te kijken<br />

op wat er bereikt is en vooruit<br />

te zien naar wat er goed gaat,<br />

wat beter kan en waar het<br />

brandpunt komt te liggen. So<br />

far, so good! De diverse (jonge)<br />

doelgroepen blijken goed de<br />

weg naar de Kroepoekfabriek<br />

te vinden, artiesten zijn lovend<br />

over de locatie, het gebouw<br />

blijkt supergeschikt voor het<br />

beoogde doel, de vrijwillige Kroe<br />

raakt meer en meer ingespeeld<br />

en ook de sponsors zijn<br />

enthousiast. Nieuwe bezoekers<br />

blijven komen en de reacties<br />

zijn overweldigend! Zijn er dan<br />

geen zorgen? Natuurlijk! Stevige<br />

culturele bezuinigingen liggen<br />

op de loer. Maar er is vooral veel<br />

geleerd en het team zit bomvol<br />

plannen na hun ervaringen van<br />

het eerste jaar.<br />

tekst: Renee de Hartog<br />

foto’s: Thijs Overdevest en Ron van Rutten<br />

Musis 16


Talentontwikkeling en cultureel ondernemerschap vormen<br />

de grote lijn in het programma en de bedrijfsvoering van<br />

De Kroepoekfabriek. Achter de schermen worden de jonge<br />

vrijwilligers en medewerkers opgeleid tot enthousiaste<br />

professionals en op het podium krijgen de lokale helden<br />

de kans hun kunsten te tonen en hun netwerk op te<br />

bouwen, door in de voorprogramma’s te spelen van de<br />

profs. Ondertussen ontwikkelt het publiek zijn smaak<br />

door het diverse aanbod en ontdekt wat er leeft in de<br />

wereld op het gebied van popmuziek en podiumkunsten.<br />

Dit alles wordt mogelijk gemaakt door zeventig procent<br />

eigen inkomsten door kaartverkoop, baromzet, verhuur<br />

en sponsoring tegenover dertig procent gemeentelijke<br />

subsidie. “Anders gezegd, van iedere gesubsidieerde euro,<br />

maken wij er nu drie, waarmee we alle gewenste resultaten<br />

kunnen bereiken. Daar zijn we best trots op”, aldus Renske<br />

Verbeek, directeur van De Kroepoekfabriek.<br />

Het eerste jaar zijn er al stevige resultaten geboekt. Concreet<br />

organiseerde De Kroepoekfabriek 52 concerten, twaalf<br />

unieke evenementen en 96 educatieve (school)projecten<br />

en workshops. Op het podium hebben nu al 750 lokale<br />

artiesten gestaan, in de vorm van jonge bands, rappers,<br />

dansgroepen en singer-songwriters, waarvan een deel ook<br />

coaching heeft gekregen. Dit alles werd mogelijk gemaakt<br />

door de inzet van inmiddels 96 vrijwilligers (de Kroe),<br />

49 maatschappelijke stagiaires (de masters), zes fulltime<br />

stagiaires, vijf parttime vaste medewerkers, het bestuur, 32<br />

betrokken sponsors, vier fondsen en natuurlijk de gemeente<br />

Vlaardingen. “Voor al deze projecten en concerten kwamen<br />

er dit seizoen ruim 26.000 bezoekers over de vloer en naar<br />

de evenementen in de stad. Dat is beter dan verwacht!”.<br />

Een aantal concerten sprongen er uit het afgelopen<br />

jaar. Naast het openingsweekend met De Staat, Winne<br />

en Lucky Fonz III, zetten ook namen als De Zware<br />

Jongenz, Blaudzun, Lange Frans, Pien Feith, Anneke van<br />

Giersbergen, Hausmagger, Sef, Gers Pardoel en Splendid<br />

voet aan Kroepoek-grond. In de maandelijks terugkerende<br />

„talent-van-eigen-bodem” avondjes als Tokoloko,<br />

Onbeperkt, Sambal, Lekker Laag en de Jamfabriek zit ook<br />

een stijgende lijn qua bezoekersaantal. Tim van Dorp, de<br />

programmeur, legt uit: ”Naast dat we Vlaardingen ieder<br />

kwartaal willen trakteren op een wat grotere naam, waar<br />

Vlaardingers trots op kunnen zijn en met een lokaal talent<br />

in het voorprogramma, willen we ons als poppodium<br />

onderscheiden met een kwalitatief, stevig en divers<br />

programma, waar professionele acts worden aangevuld door<br />

regionale helden.” Ook voor komend seizoen staat er al veel<br />

moois op de planning. De Kroepoekfabriek is trots op het<br />

strikken van onder andere The Kik, The Deaf, Mr. Polska,<br />

Drive Like Maria en de populaire rapper Keizer. Verder<br />

maandelijks singer-songwriters, zoals Awkward I, en<br />

gratis (beginnende) bandjes uit de buurt op iedere tweede<br />

donderdag van de maand.<br />

De Kroepoekfabriek is ondertussen ook gestart met een<br />

aantrekkelijk workshopprogramma doordeweeks, onder<br />

de noemer De Kroepoek Academie. Variërend van DJ<br />

tot breakdance, van geluidstechniek tot vormgeving en<br />

popfotografie, is het gehele aanbod zoveel als mogelijk<br />

aanvullend op hetgeen al wordt aangeboden in de stad en<br />

regio.<br />

De komende tijd zijn er een aantal zaken waarop De<br />

Kroepoekfabriek de aandacht wil vestigen.<br />

17 Musis<br />

De Kroepoekfabriek is een<br />

professioneel podium voor live<br />

muziek, dans en theater, waar<br />

landelijke acts en regionale<br />

helden elkaar afwisselen. Dit<br />

podium is gevestigd in een<br />

authentiek pakhuis en voormalige<br />

kroepoekfabriek aan de Koningin<br />

Wilhelminahaven in Vlaardingen.<br />

Voorafgaand aan de opening in<br />

september 2011 is het gebouw<br />

volledig gestript, vervolgens<br />

verbouwd en heringericht,<br />

zodat het nu ruimte biedt aan<br />

een podiumzaal, op de begane<br />

grond en eerste verdieping,<br />

waar zo’n 250 bezoekers terecht<br />

kunnen. Op de tweede en deels<br />

derde verdieping zijn creatieve<br />

studio’s ingericht, waaronder<br />

een multifunctionele dansstudio,<br />

volledig geïsoleerde muziekstudio<br />

en een mediastudio. Hier is<br />

ruimte voor film, fotografie,<br />

montage, design, cursussen,<br />

workshops en exposities. Bij<br />

De Kroepoekfabriek draait alles<br />

om talentontwikkeling, voor én<br />

achter de schermen, voor én<br />

door ‘jongeren’. Een grote groep<br />

vrijwilligers, ofwel de Kroe, werkt<br />

hard mee om het geheel tot een<br />

groot succes te maken.<br />

Renske Verbeek: “Onze grootste uitdaging is de<br />

aankomende bezuinigingsronde. Een grote klap kunnen<br />

we simpelweg nog niet hebben na één jaar. We zitten in<br />

de opbouwfase. Op dit moment halen we al zoveel uit de<br />

samenwerking met het bedrijfsleven. Een kwart van de<br />

organisatie wordt gefinancierd met behulp sponsoring,<br />

dat is veel! We willen door samenwerking en nieuwe<br />

initiatieven zoveel mogelijk kansen zoeken om de kosten<br />

te drukken en extra geld te genereren. Die initiatieven<br />

kosten tijd. Financieel willen en moeten we bouwen aan een<br />

stabiele organisatie, die hun maatschappelijke, educatieve<br />

en culturele doelstellingen behaalt, door zowel steun<br />

van de gemeente als goed cultureel ondernemerschap.<br />

De samenwerking met de stad, de gemeente en het<br />

bedrijfsleven is hierin essentieel.”<br />

Tot slot: “We gaan ons uiterste best doen om zowel het<br />

publiek, als de vrijwillige Kroe en zowel de financiers<br />

als artiesten te blijven boeien, prikkelen, vermaken en<br />

ontwikkelen. We willen dat Vlaardingers trots op De<br />

Kroepoekfabriek in hun stadje zijn en blijven!”<br />

alles op www.kroepoekfabriek.nl, Twitter en Facebook


De komende tijd zijn er een aantal<br />

zaken waarop De Kroepoekfabriek<br />

de aandacht wil vestigen.<br />

Renske Verbeek: “Onze grootste<br />

uitdaging is de aankomende<br />

bezuinigingsronde. Een grote klap<br />

kunnen we simpelweg nog niet<br />

hebben na één jaar. We zitten in de<br />

opbouwfase. Op dit moment halen<br />

we al zoveel uit de samenwerking<br />

met het bedrijfsleven. Een<br />

kwart van de organisatie<br />

wordt gefinancierd met behulp<br />

sponsoring, dat is veel! We willen<br />

door samenwerking en nieuwe<br />

initiatieven zoveel mogelijk kansen<br />

zoeken om de kosten te drukken en<br />

extra geld te genereren.<br />

Naschrift redactie<br />

Met de Kroepoekfabriek<br />

neemt Vlaardingen in de regio<br />

een unieke plaats in. Een<br />

deel van het succes dankt de<br />

Kroepoekfabriek zeker aan het<br />

feit dat zoveel jongeren bij de<br />

‘fabriek’ betrokken zijn. Hetzij<br />

als vrijwilliger in ‘de Kroe’,<br />

hetzij als stagiar(e), hetzij als<br />

muzikant, artiest, deelnemer<br />

aan workshops, publiek of een<br />

combinatie hiervan. Het recept<br />

voor succes schrijft verder een<br />

overdosis aan enthousiasme<br />

voor. En dit versterkt en<br />

vernieuwt zichzelf omdat<br />

niets zo enthousiasmeert als<br />

publieke waardering.<br />

Met de Kroepoekfabriek neemt Vlaardingen in de<br />

regio een unieke plaats in. Een deel van het succes<br />

dankt de Kroepoekfabriek zeker aan het feit dat zoveel<br />

jongeren bij de ‘fabriek’ betrokken zijn. Hetzij als<br />

vrijwilliger in ‘de Kroe’, hetzij als stagiair(e), hetzij als<br />

muzikant, artiest, deelnemer aan workshops, publiek<br />

of een combinatie hiervan. Het recept voor succes<br />

schrijft verder een overdosis aan enthousiasme voor.<br />

En dit versterkt en vernieuwt zichzelf, omdat niets zo<br />

enthousiasmeert als publieke waardering.<br />

<strong>Schiedam</strong> heeft in het verleden een vergelijkbaar<br />

succes gekend. Daar bouwde in de late jaren 1970<br />

een aantal leden van de christelijke jongerensociëteit<br />

Quousque Tandem? (Hoe lang nog?) uit idealisme een<br />

eigen theatertje op de zolder van het sociëteitsgebouw<br />

in het Diaconiegebouw aan de Nieuwstraat. Dit theater<br />

met een in eigen beheer ontworpen techniek en plastic<br />

kuipstoeltjes voor de bezoekers zou als Zoldertheater<br />

In den Teerstoof één van de toonaangevende kleine<br />

zalen in de regio zou worden. Landelijk verwierf<br />

het zelfs bekendheid kreeg als theater voor jong<br />

cabarettalent. Hier stonden voor een publiek van<br />

pakweg honderdvijftig mensen Freek de Jonge en<br />

Bram Vermeulen met het snerpende Philicorda-orgeltje<br />

en kanariegele DAF, trad Youp van ’t Hek op en<br />

maakte Lurelei met Eric Herfst en Jasperina de Jong<br />

enkele plaatopnamen vanwege de intieme sfeer.<br />

Vele jaren later bouwde <strong>Schiedam</strong>, aangespoord door<br />

de enthousiaste wethouder Menno Siljee op basis<br />

van de herinneringen aan dit theatertje en grote<br />

plannen voor de toekomst een nieuw cultuurcentrum<br />

in het Wennekerpand. Hiermee werd een oplossing<br />

gevonden voor de enkele jaren daarvoor aangekochte<br />

Distilleerderij Wenneker, waarin oorspronkelijk<br />

het Glasmuseum zou worden ondergebracht. In<br />

een nagelnieuw – gedeeltelijk door de ontwerper<br />

BertJan Pot ingericht – interieur zijn een theater,<br />

annex bioscoop, de Wenneker Cinema, ruimten<br />

voor workshops, dans- en muziekstudio’s en het<br />

Centrum Beeldende Kunst, het CBK gerealiseerd. Het<br />

Musis 18


cultureel experiment staat hierbij<br />

centraal, waarbij een mengen van<br />

theater, beeldende kunst, muziek,<br />

wijkgebonden culturele experimenten,<br />

film en dans mede een uitgangspunt is.<br />

Een vliegende start was het<br />

Wennekerpand niet gegeven.<br />

Problemen met de voortzetting van<br />

‘De Teerstoof’ als jeugdtheater deden<br />

het theater strandden nog voordat<br />

dit tot ontwikkeling kon worden<br />

gebracht. Ook de dans kwam niet<br />

goed uit de verf, terwijl het CBK<br />

te maken heeft met de typische<br />

problemen van elke professionele en<br />

non-profit Kunstuitleen, namelijk een<br />

achterblijvend aantal leners, tegenover<br />

een enthousiast publiek dat in grote<br />

getale openingen en presentaties<br />

bezoekt.<br />

Wennekerdirecteur Henk Kuipers<br />

waakt voor een teveel aan zichtbaar<br />

enthousiasme. ‘Maar’, zegt hij, ‘de<br />

samenwerking tussen de gebruikers<br />

van het pand, begint vorm te krijgen.<br />

‘Daarbij trekken activiteiten zoals als<br />

het Cultureel café en het dagelijkse<br />

zzp-café waarbij het grote restaurant<br />

‘ s morgens open staat voor wie er<br />

wil werken, vergaderen of mensen<br />

wil ontvangen inmiddels de aandacht<br />

van een groeiend publiek. We<br />

zullen het moeten hebben van een<br />

gestaag groeiende bekendheid bij een<br />

breed publiek. Wat mijzelf betreft<br />

is iedereen uitgenodigd om aan te<br />

kloppen met ideeën, op welk gebied<br />

van ook. Weet dat het Wennekerpand<br />

de faciliteiten in huis heeft voor elk<br />

evenement, performance, uitvoering<br />

of ontvangst. Waarbij over financiën<br />

altijd te praten valt’.<br />

Maar de samenwerking<br />

tussen de gebruikers van het<br />

Wennekerpand, begint vorm<br />

te krijgen. Daarbij trekken<br />

activiteiten zoals als het Cultureel<br />

cefé en het dagelijkse ZZP-café<br />

waarbij het grote restaurant<br />

smorgens open staat voor wie<br />

er wil werken, vergaderen of<br />

mensen wil ontvangen inmiddels<br />

de aandacht van een groeiend<br />

publiek.<br />

19 Musis<br />

Naast dat we Vlaardingen ieder<br />

kwartaal willen trakteren op<br />

een wat grotere naam, waar<br />

Vlaardingers trots op kunnen zijn<br />

en met een lokaal talent in het<br />

voorprogramma, willen we ons<br />

als poppodium onderscheiden<br />

met een kwalitatief, stevig<br />

en divers programma, waar<br />

professionele acts worden<br />

aangevuld door regionale<br />

helden.<br />

Links: De Kroepoekfabriek, foto Ron van Rutten<br />

Een jaar KF met The Kik en The Deaf,<br />

foto Thijs Overdevest Onbeperkt Oud en Nieuw,<br />

foto Thijs Overdevest


www.boekhandelvanleeuwen.nl<br />

www.postscriptum.nl<br />

<strong>Schiedam</strong><br />

Lange Haven 54-56<br />

Tel. 010-4732751<br />

Rotterdam-Centrum<br />

Delftsevaart 26<br />

Tel. 010-2132993<br />

Rotterdam-H'berg<br />

Bergse Dorpsstraat 25<br />

Tel. 010-2180067<br />

www.debontekoe.nl<br />

Musis 16<br />

Handling HACCP Cleanroom<br />

Drukwerk Printen Mailing<br />

Postbezorging Houtindustrie<br />

Groen- en Milieuservices<br />

Detachering Enquêtes<br />

Tel. (010) 204 10 00<br />

Musis 20


Graaien door bestuurders is een<br />

favoriet onderwerp van de anonieme<br />

helden op het <strong>Schiedam</strong>se forum,<br />

die almaar verder schrijven aan hun<br />

Verversoap, en een oud-wethouder<br />

origineel en consequent Menno<br />

Kroket noemen. Hun ‘postings’ (zo<br />

heet dat in forumtaal) gaan over diepzinnige onderwerpen<br />

als een illegale kachelpijp en ten onrechte gedeclareerd<br />

veiligheidsglas voor de ‘bouwval’ van de ‘freule’ aan de<br />

BK-Laan. Allemaal zaken die een jarenlange aandacht<br />

rechtvaardigen. Zij maken slechts af en toe en meestal<br />

onwennig een kort uitstapje naar een tramlijn, waarvan<br />

de RET het traject heeft verlegd of ingekort, of een ander<br />

gewichtig <strong>Schiedam</strong>s onderwerp, toch eigenlijk het doel<br />

van een dergelijk forum. Soms duikt zomaar een nieuwe<br />

‘topic’( zo heet dat in forumtaal) op, die het wat langer<br />

volhoudt, zoals alweer enkele weken geleden de schorsing<br />

van de directeur van de BGS. Dat was genieten. Bekende<br />

<strong>Schiedam</strong>se namen vlogen over het scherm, gelardeerd<br />

met roddels over het liefdesleven van de geschorste<br />

directeur. Recenter mochten de bezoekcijfers van het<br />

Stedelijk Museum zich verheugen in de aandacht van de<br />

deskundologen op het forum.<br />

21 Musis<br />

Misschien een idee<br />

voor Tegellichter om<br />

uit te zoeken wie het<br />

zijn, en aan al deze<br />

graaiers een mooie<br />

persoonlijke soap te<br />

wijden.<br />

Die cijfers waren volgens hen gefaket, en ze struikelden<br />

in één moeite door over de gemeentelijke subsidie aan het<br />

museum. Zulke topics duren niet lang. In dit geval gaf een<br />

‘newby’(zoals een nieuwkomer in goed Nederlands op het<br />

forum heet), zulk deskundig weerwerk, dat de lol er gauw<br />

af was. Soms roept ook Han van der Horst onder zijn eigen<br />

naam zijn medeforumleden vriendelijk doch overtuigend<br />

tot de orde. Tja, dan is het niet leuk meer, en richt alle<br />

aandacht zich weer op Wilma Verver en haar gezin, het<br />

enige onderwerp waarin de forumleden cum laude zijn<br />

afgestudeerd, en dat de bestaansgrond van het forum en<br />

hun aanwezigheid daarop lijkt te zijn. Gelukkig hebben<br />

Tegellichter en de zijnen een nieuwe held, ene Onderste<br />

GEEN GEGRAAI<br />

OP<br />

SCHIEDAMSTAD<br />

tekst: Henk Slechte<br />

Steen, die zowaar ook een gewone naam blijkt te hebben,<br />

en wiens vrouw zelfs als hobby een Toyota MR 2 heeft, een<br />

sportwagen uit de late jaren 1980 ... Jazeker,<br />

heer Tegellichter ook de Musiskliek kan tegels lichten.<br />

Onderste Steen verdient overigens het oprechte respect van<br />

een ieder, ook buiten <strong>Schiedam</strong>, want hij heeft onder zijn<br />

eigen naam en voor eigen rekening en risico bij het OM<br />

een aanklacht ingediend tegen oud-burgemeester Verver<br />

wegens een onterechte declaratie. Dat kan niet genoeg<br />

gebeuren, ongeacht wie onterecht declareert. Dat is moedig<br />

en consequent van Onderste Steen Overbeeke, iets wat<br />

van de schrijverij van Tegellichter en zijn kompanen niet<br />

gezegd kan worden.<br />

Terug naar de kranten van 8 januari 2013. Misschien<br />

kunnen de Tegellichters en Staafmixers van het forum<br />

daarin ook inspiratie vinden om hun langzamerhand wel<br />

erg benepen werkterrein wat uit te breiden. Het gaat in<br />

die kranten om zakkenvullers, bij wie de Wilma’s van<br />

deze wereld verbleken. Toegegeven hun declaratiegedrag<br />

en taxigebruik staan er niet bij, maar hun ontslag- en<br />

andere vergoedingen wel. De Musiskliek zou hieraan geen<br />

aandacht besteden, als niet 31 van de ruim 2.500 publieke<br />

graaiers hun inkomen in <strong>Schiedam</strong> genoten, nagenoeg<br />

allemaal in de zorg en betaald uit de publieke middelen die<br />

we volgens het principe van de solidariteit inleggen om de<br />

zorg voor alle mensen te kunnen betalen. Deze 31 dames en<br />

heren streken in 2011 samen ruim zes-en-een-half miljoen<br />

euro belastinggeld aan salaris op, alleen salaris dus. Dat is<br />

per persoon ver, soms heel ver boven de Balkenendenorm,<br />

en bijna in alle gevallen ook ruim boven de nieuwe<br />

Plasterknorm.<br />

Misschien een idee voor Tegellichter om uit te zoeken wie<br />

het zijn, en aan al deze graaiers een mooie persoonlijke<br />

soap te wijden. Misschien een idee voor Onderste Steen om<br />

via een WOB-procedure (Wet Openbaarheid van Bestuur)<br />

uit te vinden hoe zulke salarissen in de publieke sector<br />

mogelijk zijn, en dan meteen een blik te werpen op de<br />

bonnetjes van deze mensen en die breeduit op het forum te<br />

zetten. Misschien een idee voor Staafmixer om er dan mooie<br />

diagrammen van te maken. Kenau kan dan, zoals ze gewend<br />

is, zure bevestigingen achter hun bevindingen zetten. En<br />

als een van de andere helden dan ook nog uitzoekt waarom<br />

deze <strong>Schiedam</strong>se veelverdieners niet meteen aan de nieuwe<br />

Plasterknorm gehouden kunnen worden, doet die ook iets<br />

nuttigs. We geven vast een voorzet: dat zou wel eens met<br />

dichtgetimmerde contracten te maken kunnen hebben.<br />

Dat alles zal de leesbaarheid en de aantrekkingskracht<br />

van het forum vergroten. Het zal bovendien de terechte<br />

bezwaren tegen Wilma Verver in een bredere context<br />

plaatsen en voor het juiste evenwicht zorgen. En tenslotte<br />

is Wilma dan niet meer zo moederziel alleen op dit ijskoude<br />

forum.


DE UITGAVE VAN MUSIS WORDT MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR:<br />

DE UITGAVE HERMAN VAN MUSIS JANSEN WORDT BEVERAGES MEDE MOGELIJK B.V., GEMAAKT SCHIEDAM DOOR:<br />

BASTIAANS & VAN RIET ACCOUNTANTS, SCHIEDAM<br />

BASTIAANS & VAN RIET ACCOUNTANTS, SCHIEDAM<br />

BOKX VASTGOED BGS GRAFISCH, ONTWIKKELING SCHIEDAM B.V., ROTTERDAM<br />

BOKX VASTGOED ONTWIKKELING B.V., ROTTERDAM<br />

FACILICOM BEDRIJFSDIENSTEN, SCHIEDAM<br />

FACILICOM BEDRIJFSDIENSTEN, SCHIEDAM<br />

FONTIJNE BEHEER B.V., VLAARDINGEN<br />

FONTIJNE BEHEER B.V., VLAARDINGEN<br />

HATENBOER WATER – DRINKWATERBEHANDELING, SCHIEDAM<br />

HATENBOER WATER – DRINKWATERBEHANDELING, SCHIEDAM<br />

IRADO, AFVAL, REINIGING EN DIENSTVERLENING, SCHIEDAM<br />

IRADO, AFVAL, REINIGING EN DIENSTVERLENING, SCHIEDAM<br />

NICOVERKEN HOLLAND B.V., SCHIEDAM<br />

NICOVERKEN HOLLAND B.V., SCHIEDAM<br />

SNELWEG TRANSPORT, SCHIEDAM<br />

SNELWEG TRANSPORT, SCHIEDAM<br />

Musis 22


IN MEMORIAM<br />

GUUS VAN<br />

DER FEIJST<br />

Het overlijden op 15 december 2012 van oudgemeentearchivaris<br />

Guus van der Feijst kwam voor zijn<br />

naasten en vrienden niet onverwacht. Zijn ziekte zou hem<br />

uiteindelijk op 86-jarige leeftijd slopen. Daarin had hij zich<br />

geschikt en hij sprak er ook openlijk over en niet zelden<br />

met de ironie en zelfspot die men van hem kende.<br />

Guus van der Feijst – gemeentearchivaris van 1964 tot<br />

1987 - behoorde in alle opzichten tot de inmiddels tot een<br />

enkeling afgenomen categorie van erudiete archivarissen,<br />

voor wie hun dienst meer dan een betrekking een habitat is<br />

en een bron van kennis. Dat het gemeentearchief dient open<br />

te staan voor iedereen die weten wil en onderzoek doet, was<br />

voor hem geen uitvloeisel van een gekozen beleid maar de<br />

persoonlijke overtuiging van een erudiet ambtenaar met<br />

vreugde in het delen van kennis en wetenschap.<br />

Oorspronkelijk was hij theoloog, maar twijfel aan zijn<br />

capaciteiten als voorganger deden hem besluiten om zijn<br />

carrière in de geschiedbeoefening en dan met name in de<br />

archiefwereld te zoeken. Helemaal de punctuele archiefman<br />

zou hij echter nooit worden. In de aanloop naar zijn<br />

benoeming voorzag adviserend rijksarchivaris Van der<br />

Gouw dit als een manco en ried de gemeente Scihiedam aan<br />

om het bij een ander te zoeken. Wat de doorslag gaf waren<br />

echter zijn karakter en vermogen om met anderen samen te<br />

werken.<br />

Zijn voorganger Piet Kuyer was een historicus van meer<br />

dan brede belangstelling en zeer gezien in verschillende<br />

besturen waaronder de invloedrijke <strong>Schiedam</strong>se<br />

Gemeenschap. Samen met Pierre Janssen schreef hij zeer<br />

lezenswaardige artikelen in het maandblad van de SG, en<br />

zijn hand is zichtbaar in de historische tentoonstellingen die<br />

Janssen maakte.<br />

Al direct bij zijn aantreden werd echter duidelijk dat Van<br />

der Feijst een andere lijn zou volgen. Op dat moment genoot<br />

het <strong>Schiedam</strong>s gemeentearchief de faam tot de gezelligste<br />

archieven van Nederland te behoren. Niet ongewoon was<br />

dat het hoofd van de studiezaal tussen de middag een tukje<br />

deed op de schragentafels in het depot. Ook het bakken<br />

van een eitje te midden van de stukken behoorde tot de<br />

mogelijkheden evenals roken in en buiten het depot.<br />

23 Musis<br />

tekst: Hans van der Sloot<br />

foto: Roel Dijkstra<br />

Vanaf de eerste week na zijn benoeming, maakte de<br />

nieuwe archivaris hier een einde aan. Maar er waren<br />

meer veranderingen die hij in gang wist te zetten.<br />

Met voorzichtig opereren wist hij toch de politieke en<br />

ambtelijke belangstelling op het archief te vestigen en kon<br />

hij het stadskantoor ervan doordringen om het belang van<br />

het archief als geheugen van de stad en stadsbestuur serieus<br />

te nemen.<br />

Ook wekte hij op andere wijze dan zijn voorgangers de<br />

publieke belangstelling voor het archief. Waar P. Kuyer en<br />

diens voorganger A. van der Poest Clement onderbouwde,<br />

maar populaire artikelen schreven in het <strong>Schiedam</strong>s Parool<br />

en de SG, koos Van der Feijst voor serieuze publicaties<br />

waartoe het archief zelf het initiatief nam, zoals met de<br />

bundel ‘Uit het verleden van <strong>Schiedam</strong>’, verschillende<br />

publicaties die door het Stedelijk Museum werden<br />

verspreid, de geschiedenis van de Stadstimmerwerf en van<br />

de <strong>Schiedam</strong>se ziekenhuizen.<br />

Tezelfdertijd wist hij het bestuur van de St.<br />

Liduinastichting uit het hoofd te praten dat het Liduinaarchief<br />

zou worden overgebracht naar de Frankelandkerk.<br />

Daar stond tegenover dat hij van de kerkvoogden van<br />

de Grote Kerk gedaan wist te krijgen dat de stoffelijke<br />

resten van Liduina – als bezit van de Grote Kerk- aan de<br />

katholieken werden teruggegeven.<br />

Zijn invloed oefende hij in alle stilte uit. Kennis hebbend<br />

van het plan om de Parkweg met sloop van de oostzijde van<br />

de Grote Markt en de noordkant van de Lange Kerkstraat,<br />

als brede verkeersweg door te trekken naar het station, wist<br />

hij burgemeester Roelfsema ervan te overtuigen dat deze<br />

schade onherstelbaar zou zijn. Met uiteindelijk succes. De<br />

voorgenomen sloop werd afgeblazen.<br />

Zijn belangrijkste publicatie zou hij enige jaren later tot<br />

stand brengen: de ‘Geschiedenis van <strong>Schiedam</strong>’. Hiervoor<br />

mobiliseerde hij zijn belangrijkste medewerkers die er<br />

dagwerk aan hadden om al die gegevens te verzamelen<br />

die nodig waren voor deze encyclopedie van de historie<br />

van <strong>Schiedam</strong> tot 1795. Een weinig sprankelend, maar<br />

gedegen werk, waarin hij vooral blijk gaf, van zijn in<br />

1964 al genoemde vermogen om met iedereen te kunnen<br />

samenwerken.


Soldaten en Akebia<br />

Musis 24


Het getijdenboek in zijn oorspronkelijke<br />

betekenis is het voor leken bestemde<br />

brevier zoals dit in de middeleeuwen<br />

door geestelijken gelezen werd.<br />

Het begrip ‘getijden’ is een<br />

vernederlandsing van het Latijnse<br />

horarium, zoals het getijdenboek in het<br />

Duits Stundenbuch wordt genoemd. In het brevier zijn de<br />

vaste gebeden opgenomen waaraan priesters en monniken<br />

zowat een dagtaak hadden. Te beginnen bij de metten om<br />

vijf uur in de ochtend en te eindigen – via de lauden om zes<br />

uur, de priem om zeven, de sext om twaalf uur, de none om<br />

drie uur, de vespers rond een uur of vijf – bij de completen<br />

om acht uur ‘s avonds.<br />

In de loop van de veertiende eeuw ontstond onder de<br />

allerrijksten de mode om voor zichzelf een brevier te laten<br />

maken dat anders dan brevier een persoonlijker karakter<br />

kreeg en allengs mooier en mooier verluchtigd werd totdat<br />

de getijdenboeken ware kunstwerken werden. Behalve<br />

met religieuze allegorieën bevatten de getijdenboek de<br />

prachtigste schilderingen op miniatuurformaat bevatten.<br />

Mede door de getijdenboeken kunnen we ons een beter<br />

beeld vormen van het dagelijks leven in de middeleeuwen.<br />

In het rijkversierde Belles heures du duc de Berry, later<br />

gevolgd door Les tres riches heures du duc de Berry (1410)<br />

geven de miniaturen van de gebroeders Van Limburg tal<br />

van prachtige verbeeldingen van het stads- en landleven,<br />

de jacht en de hoofse minne, die we beschreven kennen uit<br />

de ruim anderhalve eeuw oudere Roman de la Rose van<br />

Guillaume de Lorris en Jehan Chopinel.<br />

Deze getijdenboeken waren niet alleen rijkversierde<br />

gebedenboeken en bestemd voor het gebruik door leken.<br />

Naast de kalender van heiligendagen, de acht getijden van<br />

het kleine officium van de heilige maagd, de boetpsalmen,<br />

werden ook de smeekbeden waarin steun van de heiligen<br />

wordt ingeroepen opgenomen. Met vanzelfsprekend de<br />

nadruk op de heiligen waarvan de gebruiker het meest te<br />

verwachten had. Door de aard van de verluchtigingen,<br />

de randversieringen en rijkgedecoreerde initialen – soms<br />

miniaturen op zichzelf, kreeg het boek tevens een seculiere,<br />

verhalende betekenis en diende mogelijk zelfs als bron van<br />

overdenking.<br />

Het is dit punt dat het Getijdenboek voor Leon van Marjo<br />

van Soest inhaakt op de middeleeuwse traditie. In haar<br />

getijdenboek verweeft zij impressies en herinneringen met<br />

een mythe die in haar persoonlijk leven van grote betekenis<br />

is.<br />

KRANTENFOTO’S<br />

Marjo van Soest: ‘Ik verzamel al jaren foto’s die mij<br />

op de één of andere manier raken, meestal zijn dit<br />

krantenfoto’s van oorlogssituaties. Al die tijd heb ik<br />

deze in mappen gesorteerd in mijn ladekast liggen en<br />

behalve in een serie collages heb ik de foto’s slechts<br />

incidenteel in een schilderij verwerkt. Doordat in de<br />

miniaturen vaak heiligen werden afgebeeld die de meest<br />

verschrikkelijke martelingen ondergaan, kwam ik op het<br />

idee om mijn krantenfoto’s op vergelijkbare wijze te gaan<br />

gebruiken. De foto’s schilder ik frontaal in het midden op<br />

fotorealistische wijze. Daaromheen schilder ik een ‘sierrand’<br />

waarin ik de schilderhuid, de kleuren en de eindeloze<br />

variatiemogelijkheden van motieven onderzoek’.<br />

25 Musis<br />

ROSEGARDEN<br />

EN HET<br />

GETIJDENBOEK<br />

VOOR LEON<br />

Met de tentoonstelling<br />

Rosegarden van 10<br />

februari tot en met 10<br />

maart in Pand Paulus in<br />

<strong>Schiedam</strong>, treedt Marjo<br />

J.C. van Soest-Verzijden<br />

voor het eerst naar buiten<br />

met een eerste deel van en<br />

serie van veertig werken<br />

die later met elkaar het<br />

‘Getijdenboek voor Leon’<br />

zullen vormen.<br />

tekst: Marleen Brusse<br />

foto’s: Marjo J.C. van Soest-Verzijden<br />

Deze rand vervult binnen de schilderijen die het<br />

Getijdenboek van Leon zullen vormen, een vergelijkbare<br />

functie als de randversieringen in de middeleeuwse<br />

getijdenboeken waarin de kunstenaar tal van symbolen en<br />

verwijzingen verwerkten op de tekst en hoofdillustraties.<br />

Toen mijn verzameling krantenfoto’s gelijktijdig op<br />

onverwachte wijze aangevuld werd met een verloren<br />

familieverhaal, was dat voor mij het beroemde ontbrekende<br />

stukje van de puzzel. Het gaf mij de legitimiteit om met de<br />

lijn over oorlog binnen mijn werk door te gaan. Dat ook<br />

oorlogshelden bij terugkeer maar ‘gewoon’ moesten doen<br />

en niet de erkenning kregen die zij verdienden weet ik uit<br />

deze persoonlijke familiegeschiedenis.<br />

Mijn oom Leen van der Heijden, de broer van mijn moeder,<br />

was de oorlogsheld uit het artikel. In Warschau ontmoette<br />

hij zijn grote liefde Olga. Leen had zich als scherpschutter<br />

aangesloten bij het verzet, het Armia Krajowa. Op 17<br />

augustus 1944 trouwde hij met Olga terwijl de opstand<br />

in Warschau in volle gang was. “Tijdens de plechtigheid<br />

stond zijn geweer tegen het altaar” vertelde Olga later.<br />

Olga is inmiddels zwanger als beiden in Duitse handen<br />

vallen. Leen wordt afgevoerd naar Gross-Rosen en Olga<br />

naar Ravensbrück. Daar wordt haar baby na de geboorte<br />

direct naar de kinderbarak gebracht in de hoop dat het<br />

daar ‘veilig’ is. Leen ontsnapt uit het concentratiekamp<br />

en overleeft daarna onder andere het inferno na het<br />

bombardement op Dresden. Hij wordt door de Canadezen<br />

bevrijd. Olga weet in april 1945 haar vrijheid te herwinnen.


Redden Sarajevo<br />

Twee jaar later vinden zij elkaar terug en vestigen zich in<br />

Rotterdam.<br />

Het zoontje dat Olga baarde en dat zij Leon noemde (naar<br />

haar man Leen waarvan ze op dat moment niet wist of<br />

hij nog in leven was) is mogelijk opgegroeid in een Duits<br />

gezin, mogelijk is hij direct als baby al gestorven, mogelijk<br />

heeft hij nog enige tijd geleefd. We zullen het nooit weten<br />

omdat zijn geboorte niet werd geregistreerd.<br />

HERNIEUWDE BRON VAN INSPIRATIE<br />

Voor Marjo van Soest staat met ‘Rosegarden’ het onderzoek<br />

centraal naar haar persoonlijke bronnen en uitgangspunten.<br />

Ook in schildertechnisch en beeldend opzicht. Zij heeft de<br />

behoefte om in haar werk steeds opnieuw een nulpunt op<br />

te zoeken en zichzelf de vraag te stellen waar het allemaal<br />

over gaat en zal moeten gaan. Na zo’n moment komt het<br />

soms voor dat meerdere uitgangspunten in haar denken<br />

en werken samenvallen en een hernieuwde bron van<br />

inspiratie is. Zo vormen voor het Getijdenboek voor Leon<br />

en Rosegarden drie elementen de basis: Van fascinatie voor<br />

Middeleeuwse miniaturen en de schilders van de vroege<br />

Renaissance, de krantenfoto’s van oorlogssituaties die<br />

zij al heel lang verzamelt en een krantenartikel over een<br />

familieverhaal dat haast een mythe lijkt.<br />

Marjo van Soest: ‘Speciaal voor de schilders uit de vroege<br />

Renaissance heb ik een zwak. Onder andere Masaccio,<br />

Giotto en Piero della Francesca, bewonder ik zeer. Ik heb<br />

in Italië veel van hun werk in ademloze bewondering<br />

aanschouwd. De mooie kleuren van de fresco’s, de<br />

prachtige dunne verfopdracht en Italiaanse lijnvoering, de<br />

beeldopbouw van de schilderingen in veelal eenvoudige<br />

grote kleurvlakken en de ‘nieuwe’ toepassing van het<br />

perspectief. Mijn liefde voor Middeleeuwse miniaturen<br />

komt daar uit voort. ‘Door mijn schilderijen op dezelfde<br />

manier op te bouwen kan ik de schoonheid van de deze<br />

techniek in de volle breedte laten zien. Voor mij betekent<br />

dat het meest fascinerende dat ik kan bedenken; ‘met verf<br />

aan de paar haartjes van een penseel een nieuwe entiteit<br />

scheppen’.<br />

Het Getijdenboek voor Leon wordt uiteindelijk een<br />

veertigdelige serie schilderijen van ieder veertig bij zestig<br />

centimeter, staand formaat, acryl en olieverf op linnen. In<br />

de serie verbindt zij haar familieverhaal met de oorlogen<br />

van de twintigste eeuw. Ook ‘letterschilderijen’ waarin<br />

symboliek tot de uiterste grens is teruggebracht, vormen<br />

een onderdeel van deze nieuwe serie.<br />

Rosegarden van 10 februari tot en met 10 maart in Pand<br />

Paulus, Korte Haven, elke vrijdag, zaterdag en zondag van<br />

12.00 tot 17.00 uur<br />

Musis 26


27 Musis<br />

Westerbork


John Massaar<br />

Met het programma<br />

’Jouw idee’ spreekt<br />

het Fonds <strong>Schiedam</strong><br />

Vlaardingen en<br />

omstreken jongeren<br />

in de leeftijd jongeren<br />

tussen 13 en 25 jaar<br />

aan om voor een<br />

plan, een project of<br />

een idee financiële<br />

ondersteuning bij<br />

het Fonds aan te<br />

vragen. Dit nieuwe<br />

initiatief verdient<br />

brede aandacht. Juist<br />

om jongeren de weg<br />

te wijzen naar de<br />

mogelijkheid om op<br />

eigen gelegenheid<br />

steun te zoeken bij het<br />

realiseren van plannen<br />

zonder verplichte<br />

tussenkomst van<br />

bestaande organisaties<br />

of ouderen. Ze mogen<br />

helpen. Dat wel. Maar<br />

in het programma<br />

‘Jouw idee’is het<br />

woord aan de jeugd<br />

zelf.<br />

Tekst: Theo van Giezen<br />

foto: Jan van der Ploeg<br />

VOOR JOUW IDEE STAAT<br />

DE DEUR VAN HET FONDS<br />

SCHIEDAM VLAARDINGEN EO<br />

WIJD OPEN<br />

Musis 28


“Jouw idee”, dat klinkt binnen de cultuur van ‘Het Fonds’<br />

jeugdiger en directer dan bijvoorbeeld “De projectaanvraag<br />

van uw stichting of uw vereniging” en dat is dan ook<br />

precies de bedoeling! De directeur van het Fonds <strong>Schiedam</strong><br />

Vlaardingen, John Massaar, vertelt over het experiment<br />

om jongeren, die niet een stichting of vereniging hoeven te<br />

vertegenwoordigen, een aanvraag voor een project te laten<br />

doen. Sterker nog, het Fonds nodigt jongeren tussen de 13<br />

en 25 jaar van harte uit om met een goed idee een aanvraag<br />

voor een donatie in te dienen. De deur van Het Fonds<br />

mag dan voor deze jongeren open staan, maar heeft die<br />

imposante deur voor hen geen te hoge drempel? Het statige<br />

pand aan de <strong>Schiedam</strong>seweg in Vlaardingen dat het Fonds<br />

huisvest, is niet bepaald een makkelijke ‘binnenkomer’ voor<br />

jongeren. Dat realiseert John Massaar zich maar al te goed.<br />

Toch zouden enthousiaste jongeren die bereid zijn zich in<br />

te zetten voor een ’project met meerwaarde’ zich door deze<br />

‘façade’ niet moeten laten weerhouden. Ook voor hen staat<br />

de deur van het Fonds open. Op de <strong>Schiedam</strong>seweg is het<br />

bovendien iedere dinsdag open spreekuur. Dit maakt het<br />

leggen van een contact en bespreken van de plannen in een<br />

vroeg stadium mogelijk. Daarnaast is – voor de doelgroep<br />

wellicht sneller – het Fonds heel goed te bereiken via de<br />

digitale snelweg .<br />

Een aantal jongeren heeft inmiddels de weg naar Het<br />

Fonds gevonden en de eerste aanvragen zijn binnen.<br />

Het gaat hierbij onder meer om het kunnen organiseren<br />

van sportactiviteiten voor kinderen in de buurt die<br />

gewoonlijk niet aan sport doen en het kunnen houden<br />

van ‘verwendagen’ voor bijvoorbeeld mantelzorgers.<br />

Deze voorbeelden illustreren wat Het Fonds bedoelt<br />

met ‘projecten met meerwaarde’ namelijk projecten<br />

-weliswaar georganiseerd door jongeren - maar niet alleen<br />

voor ‘de eigen kring’. Niet-sporters laten sporten, iets<br />

‘nieuws’ organiseren in het buurthuis of voor de wijk. Of<br />

ouderen helpen in het leren omgaan met de sociale media.<br />

Kortom projecten waarbij jongeren zich actief en op<br />

‘overzichtelijke schaal’ inzetten voor de samenleving.<br />

29 Musis<br />

Bij “Jouw idee” is het<br />

nadrukkelijk de bedoeling<br />

dat jongeren zelf en niet in<br />

opdracht van bijvoorbeeld<br />

school of vereniging projecten<br />

of plannen ontwikkelen en<br />

deze te realiseren.<br />

Wie kunnen een donatie<br />

aanvragen en waar moet de<br />

aanvraag aan voldoen?Op<br />

www.fondssv.nl staat alle<br />

informatie. Ook worden<br />

onder “Jouw idee” de criteria<br />

genoemd waaraan een<br />

aanvraag moet voldoen en is<br />

er een aanvraagformulier te<br />

downloaden.<br />

Voor wie de vraag stelt of het Fonds met ‘Jouw idee’<br />

Het Fonds een koerswijziging inzet mag het antwoord<br />

ontkennend zijn. John Massaar noemt het eerder een<br />

accentverschuiving en vernieuwing binnen de bestaande<br />

doelstellingen. Het Fonds wil ‘toegankelijker’ zijn voor<br />

alle mensen die iets willen betekenen voor de regio. Een<br />

vernieuwde website, het open spreekuur op dinsdag<br />

(aangekondigd in de lokale pers) en “Jouw idee” zijn daar<br />

voorbeelden van.


Museumvondsten<br />

tekst : Jeroen ter Brugge<br />

©Los Angeles County Museum of Art<br />

KONSTIG EN VERMAAKELYK<br />

‘Het water ruist, en bruist, en stuift, gelyk een reegen.<br />

De zilv’re beek bevogt de dalen, stroomd een zeegen<br />

Van Vrugtbaarheid hun toe: het half verwelkte groen<br />

Schept leven, groeit, en bloeit, in ’t edelste saizoen’<br />

Aan het woord is de 17e eeuwse dichter Pieter Verhoek<br />

die in een uitvoerig ererijm de verdiensten van schilder<br />

en tijdgenoot Adam Christiaenszn Pijnacker (<strong>Schiedam</strong><br />

1620-Amsterdam 1673) bezingt. De aangehaalde dichtregels<br />

typeren de kracht van Pijnackers schilderkunst: rustieke<br />

landschappen, liefst met bos en een kabbelend beekje<br />

zoals hier zo beeldend beschreven. Let wel: de beek<br />

wordt niet bejubeld maar de wijze waarop Pijnacker deze<br />

dikwijls vereeuwigde. Dergelijke landschappen waren<br />

in de 17e en 18e eeuw zeer populair en vonden gretig<br />

aftrek. Menig paneel en doek sierde de huiskamer van<br />

degenen die zich een Pijnacker konden veroorloven. Een<br />

respectabel aantal van zijn schilderijen is overgeleverd<br />

en bevindt zich nu in bijvoorbeeld het Rijsmuseum en<br />

Museum Boijmans Van Beuningen. Veel minder bekend<br />

zijn de wand-/ behangselschilderingen. Door Verhoek en<br />

Arnold Houbraken, de bekende biograaf van 17e en 18e<br />

eeuwse Nederlandse schilders, als specialiteit van Pijnacker<br />

geroemd. Verhoek over een, helaas thans niet meer bekende,<br />

beschilderde ruimte: ‘… nu alle wanden, Der zaale, staen<br />

bemaald met konstige waranden, en groene bosschen, van<br />

een morgenzon bestraalt…’. Binnen het landschapsgenre<br />

leverde zijn Italiaanse plattelandsgezichten hem echter de<br />

meeste waardering op. Zoals zovele generatiegenoten reisde<br />

Pijnacker rond 1646 een aantal jaren door het land van de<br />

Romeinse oudheid waar hij inspiratie voor het leven opdeed.<br />

Houbraken verhaalt: ‘Hy heeft drie jaren in Italien geweest<br />

… welke tyd hy yverig [besteedde] zoo met naar het leven<br />

te teekenen als te schilderen…’. Aanvankelijk was hij hier<br />

mogelijk als vertegenwoordiger van zijn vaders wijnhandel,<br />

maar deze carrière liet hij aan zich voorbijgaan ten gunste<br />

van de schilderkunst. Gelukkig voor ons, want één werk<br />

leverde hem de eeuwigdurende waardering van historie<br />

minnend <strong>Schiedam</strong> op: een stadsgezicht met de Korte en<br />

Lange Haven dat hij rond 1650 geschilderd moet hebben.<br />

We zien centraal de Korte Havenbrug, toen nog een houten<br />

ophaalbrug, met op de achtergrond de gevelwand van<br />

de Lange Haven. Pijnacker moet ter plekke van de latere<br />

koopmansbeurs gestaan hebben en het tafereel zeker niet<br />

vanuit een zolderkamer van zijn ouderlijk huis hebben<br />

geschilderd (zoals vaak wordt beweerd). Opvallend zijn de<br />

staande masten met drogende zeilen van schepen die in de<br />

Lange Haven liggen. Een wat onwerkelijk beeld waar de<br />

verhoudingen met hem op de loop lijken te zijn gegaan.<br />

Het illustreert echter fraai hoe <strong>Schiedam</strong> in deze periode<br />

verbonden was met visserij en koopvaardij. Het schilderij<br />

heeft ook op een ander vlak een wat vervreemdend effect.<br />

De afgebeelde personen zijn vrij schetsmatig weergegeven<br />

en lijken nog op een final touch te wachten. Een<br />

Unvollendete?<br />

Zoals zo vele Hollandse meesters verdween het schilderij<br />

naar de nieuwe wereld. De Stuers ‘Holland op zijn smalst’<br />

(1873) hekelde de overvloedige export van de doeken uit<br />

de Gouden Eeuw naar de Verenigde Staten. Misschien<br />

een verlies maar ook een ontwikkeling die in niet te<br />

onderschatten mate heeft bijgedragen aan de popularisering<br />

van de schilderkunst van de Lage Landen. Wie het schilderij<br />

wil bekijken, moet naar Los Angeles waar het als geschenk<br />

van het echtpaar Edward William Carter in het County<br />

Museum of Art hangt. Een museum zoals het Grierson<br />

Museum waar Mr. Bean ‘Whistler’s mother’ onderhanden<br />

nam. Maar dan zonder de toegedichte Amerikaanse<br />

oppervlakkigheid en met een vaste presentatie over de<br />

Dutch Golden Age. <strong>Schiedam</strong> ontbeert een werk van zijn<br />

artistieke zoon, maar besteedt wel degelijk aandacht aan<br />

hem. Nog onlangs vereeuwigde Mathijs Gootjes de meester<br />

postuum, naar een contemporain portret dat Wybrand de<br />

Geest van zijn schoonzoon maakte.<br />

Musis 30


31 Musis<br />

Iedere Musis worden twee museale objecten uit niet-<strong>Schiedam</strong>se en niet-Vlaardingse collecties<br />

gepresenteerd, soms onbekende stukken, soms in de vergetelheid geraakte.<br />

‘In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie<br />

voor de toekomst.’ Een zo snel en vaak uitgesproken<br />

waarschuwing in commercials dat je je kunt afvragen of<br />

iemand zich nog realiseert wat er eigenlijk gezegd wordt. De<br />

plichtmatige waarschuwing is nog steeds te beluisteren ook<br />

al zullen de banken met hun optreden zelf wel het meeste<br />

effect in die zin bereikt hebben. Niets nieuws onder de zon<br />

echter. Ondernemen en beleggen in de voorbije eeuwen<br />

was vaak even risicovol en misschien nog wel meer omdat<br />

informatievoorziening en communicatie snel handelen vaak<br />

onmogelijk maakte. Zo ook in de handelsvaart.<br />

Inspelen op vraag en aanbod vergde net zoals heden ten<br />

dage inzicht en lef, maar veel variabelen lieten zich minder<br />

eenvoudig voorspellen. Oorlogen, embargo’s, misoogsten<br />

en ook de risico’s van de zee drukten een stevig stempel<br />

op de koopman en belegger in de vroegmoderne tijd. Een<br />

zeldzaam fraai voorbeeld van wat roet in het eten kon<br />

gooien, zijn de lotgevallen van het galjootschip Gouden<br />

Roos. De Vlaardingse reder Assendelft de Coningh (zijn<br />

eigenaardige voornaam ontleende hij aan de achternaam<br />

van zijn in het kraambed overleden moeder) was in het<br />

laatste kwart van de 18e eeuw met zijn vader eigenaar<br />

van dit koopvaardijschip dat vooral in de West-Europese<br />

kustwateren opereerde. De Coningh was een ondernemer<br />

die in het voetspoor van zijn voorouders het risico zoveel<br />

mogelijk probeerde te spreiden. Naast zijn activiteiten<br />

op gebied van de handelsvaart was hij als Vlaardinger<br />

welhaast vanzelfsprekend ook betrokken bij de visserij,<br />

mede-eigenaar van een touwslagerij en bezat hij het<br />

nodige onroerend goed en aandelen/obligaties. Hoewel in<br />

de bewaard gebleven correspondentie de zorgen over het<br />

bedrijf doorklinken, zijn hij en zijn vader over het geheel<br />

genomen succesvol geweest. De toch al niet onbemiddelde<br />

familie was vermogend geworden. Rijk genoeg om zich<br />

de Ambachtsheerlijkheid van Mijnheerenland aan te<br />

© Particuliere Collectie Italië<br />

DE GOUDEN ROOS<br />

schaffen met het bijbehorende en de nog steeds bestaande<br />

buitenplaats. Onder de Vlaardingse reders was hij de<br />

primus inter pares, met ook nog eens een groot, rijk<br />

gedecoreerd, huis aan de Brede Havenstraat. Op de gravures<br />

van Pronk (circa 1745) torent dit huis opvallend boven zijn<br />

omgeving uit.<br />

Maar het ging niet altijd voor de wind. In 1779 liet hij<br />

een partij masthout, touw, ankers en ander scheepsgerei<br />

vanuit Hamburg naar Tenerife verschepen. De Nederlandse<br />

koopvaardij speelde een dominante rol in de Europese<br />

kustvaart, soms op de rand van het geoorloofde. Aan de<br />

vooravond van de Vierde Engelse Oorlog (1780-1784)<br />

tussen de Republiek (‘Nederland’) en Engeland had de<br />

laatste het al aan de stok gekregen met de Fransen over<br />

de steun die deze aan de opstandelingen in het Engelse<br />

Noord-Amerika verleenden. Wie niet aan de Engelse kant<br />

stond, was hun vijand en omdat Nederlanders sympathie<br />

voor de Amerikanen hadden en grof geld verdienden aan<br />

de handel met hen en de Fransen moest het wel in oorlog<br />

resulteren. De Engelsen verboden levering van scheepstuig<br />

aan hun vijanden en vonden in 1779 daarin reden, voor<br />

uitbreken van de oorlog, de Gouden Roos op te brengen.<br />

Inmiddels getooid met Engelse vlag trof het schip op volle<br />

zee echter een Amerikaanse kaper, die zoveel mogelijk<br />

Engelse schepen trachtte buit te maken. In plaats van een<br />

Engelse haven wachtte nu Philadelphia. Een juridische<br />

strijd volgde. De Gouden Roos had weliswaar een Engelse<br />

gezagvoerder en ging onder Engelse vlag, maar Assendelft<br />

de Coningh en zijn schipper Willem van der Windt maakten<br />

uiteraard aanspraken op hun schip.<br />

Na veel procederen en natuurlijk in het besef dat Amerika<br />

en de Republiek bondgenoten waren, werd het schip in<br />

1780 eindelijk vrij gegeven. Het zeer fraai gegraveerde<br />

en contemporaine glas herinnert aan het schip en de<br />

gebeurtenis.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!