Achter de lijn. - Centrum voor Taal & Onderwijs

More documents

Recommendations

Info

24 decreet Gelijke Onderwijskansen van de Vlaamse Regering (28 juni 2002) leggen we de grens na het lager secundair onderwijs (LSO): "laag" staat voor het gezin van een moeder met een diploma niet hoger dan LSO; "hoog" staat voor het gezin van een moeder met een diploma se‐ cundair of hoger onderwijs. School Tabel 2.1 De schoolbevolking van de steekproef: samenstelling qua linguïstische diversiteit (gebaseerd op thuistaal) en (absoluut) aantal leerlingen per leerjaar Samenstelling qua Thuistaal 3 e Leerjaar 4 e Leerjaar Totaal School A Homogeen Turks 17 27 44 School B Homogeen Turks 10 10 20 School C Turks, Marokkaans a , Nederlands b 17 14 31 School D Nederlands, Turks, Marokkaans ab 24 17 41 School E Marokkaans a , Turks b 10 10 20 School F Heterogeen 18 23 41 School G Heterogeen 10 10 20 totaal 106 111 217 a 'Marokkaans' staat voor 'Marokkaans‐Arabisch' en/of voor een Berbertaal. b De volgorde waarin de verschillende mogelijkheden van etnisch‐culturele herkomst vermeld staan, verwijst naar de mate van vertegenwoordiging: van sterk naar minder sterk verte‐ genwoordigd. Tabel 2.2 Demografische gegevens per leerjaar (percentages) 3 e Leerjaar 4 e Leerjaar Socio‐economische status Hoog 29 28 Laag 66 69 Missing 05 03 Thuistaal Nederlands 20 18 Turks (+ Nederlands) 54 57 Ander (+ Nederlands) 26 25
GELIJK OP? 25 Als we beide achtergrondkenmerken ('SES' en 'thuistaal') combineren, dan stellen we vast dat de meeste leerlingen die thuis (ook) een andere taal spreken dan Nederlands, tot een gezin met lage sociaal‐economische status behoren (76%). Van de leerlingen die thuis enkel Nederlands spreken, komt 55% uit een gezin met een hoge, en 45% uit een gezin met een lage sociaal‐ economische status. In de zeven scholen hebben de leerlingen een jaar lang het schrijfonderwijs genoten dat normalerwijze 6 op hun school in die klas aangeboden wordt. Scholen A en D baseren het taal‐ en (dus) ook het schrijfonderwijs op het schoolboek Taalsignaal (Rotthier, s.d.), dat zich in eerste instantie richt op moedertaalverwervers. De aanpak is elementgericht: er is uitdrukkelijk meer aandacht voor spelling en taalbeschouwing dan in De Toren van Bab‐ bel (Jaspaert et al., 1996), de taakgerichte taalmethode die in de overige vijf scholen voor de lessen ‘taal’ gebruikt wordt. In vier van de vijf scholen vult men De Toren van Babbel aan met een spellingmethode. Enkel in school E gebeurt dat niet. In school F worden bovendien tweewekelijkse functionele lees‐ en schrijfactiviteiten uit Leesslang (OVGB‐Limburg, Voorrangsbeleid Brussel, & Steunpunt NT2, s.d.) aangeboden. 2.2 Opdracht: schriftelijke navertellingen We bestudeerden de taal‐ en tekstkenmerken in hun "natuurlijk habitat", met name in zelfgeschreven teksten van leerlingen (Van der Schoot in Van de Gein, 2005). We kozen voor narratieve teksten, omdat 8‐ à 10‐jarige leerlingen met dit genre het meest vertrouwd zijn (Applebee, 1978; Hees‐ ters, 2000). Bovendien wilden we met navertellingen aan de slag gaan (Ea‐ ton, Collis, & Lewis, 1999). "Navertellingen" zijn verhalen die aansluiten bij een aangeboden pictografisch voorgestelde verhaallijn. Door de inhoud van het verhaal expliciet (maar niet verbaal) aan te reiken wordt de impact van de heel uiteenlopende voorkennis van leerlingen op de kwaliteit van het schrijfproduct omzeild (Van den Bergh et al., 1988). Daarnaast kunnen we 6 In het 3 e en 4 e leerjaar van de vier scholen waar we een uitgebreide dataverzameling lieten plaatsvinden (scholen A, C, D en F), hebben we ten behoeve van andere onderzoeksvragen (zie Studies 3 en 4) een minimale interventie georganiseerd van vier schrijftaken verspreid over het schooljaar. We hebben geen effect van deze interventie kunnen vaststellen. We zijn er ons wel van bewust dat de selectie van leerlingen (sterk en zwak) in de "controle"‐klassen de binnenklasvariantie uitvergroot kan hebben, waardoor minder snel effecten vastgesteld kunnen worden.
Page 1 and 2: ACHTER DE LIJN. VIER EMPIRISCHE STU
Page 3 and 4: WOORD VOORAF Er was eens een wat ge
Page 5: Kris, Gert, Huub en Sven, wijze ste
Page 8 and 9: 3. Resultaten 38 3.1 Zeven kenmerke
Page 10 and 11: 1.1.2 Variabiliteit 115 1.2 DST en
Page 12 and 13: 4.4 Beperkingen van de studie en ve
Page 14 and 15: 2 September! Voor juf Sara zitten 2
Page 16 and 17: 4 anderstalige leerlingen uit socia
Page 18 and 19: 6 vlak in een instabiele en waarsch
Page 20 and 21: 8 leeromgevingen", gesubsidieerd do
Page 23 and 24: Studie 1 1 GELIJK OP? Zeven taal‐
Page 25 and 26: GELIJK OP? 13 1. INLEIDING Tijdens
Page 27 and 28: GELIJK OP? 15 Jonge anderstalige do
Page 29 and 30: GELIJK OP? 17 voor de communicatiev
Page 31 and 32: GELIJK OP? 19 ken. Elke tekst is im
Page 33 and 34: GELIJK OP? 21 1.2.2 De selectie van
Page 35: GELIJK OP? 23 In vier van de zeven
Page 39 and 40: GELIJK OP? 27 revisies. De leerling
Page 41 and 42: 2.3.4 Complexiteit van de T‐unit
Page 43 and 44: GELIJK OP? 31 werkwoorden hebben we
Page 45 and 46: GELIJK OP? 33 Tabel 2.4 Pearson Cor
Page 47 and 48: GELIJK OP? 35 analytische modellen
Page 49 and 50: GELIJK OP? 37 zoek naar een restric
Page 51 and 52: GELIJK OP? 39 houd', 'LexRijk', 'Sp
Page 53 and 54: GELIJK OP? 41 3.1.2 De gemiddelde s
Page 55 and 56: GELIJK OP? 43 3.2 Zeven kenmerken i
Page 57 and 58: Gestandaardiseerde score 1,900 1,40
Page 59 and 60: GELIJK OP? 47 'CompTU' en 'AccuTU'
Page 61 and 62: GELIJK OP? 49 voor de twee variabe
Page 63 and 64: GELIJK OP? 51 studie geoperationali
Page 65 and 66: GELIJK OP? 53 Ten slotte springen d
Page 67 and 68: GELIJK OP? 55 Bovendien hebben we g
Page 69 and 70: GELIJK OP? 57 klasgroepen het opval
Page 71: GELIJK OP? 59 BIJLAGE 2 Tabel 1: Pa
Page 74 and 75: 62 SAMENVATTING Over de ontwikkelin
Page 76 and 77: 64 lengte'), waarop de scores jaar
Page 78 and 79: 66 Third‐graders' uniqueness on a
Page 80 and 81: 68 of enkele subgroepen die het teg
Page 82 and 83: 70 ge" (lage‐orde) aspecten, of g
Page 84 and 85: 72 groep) relatief sterke score, zo
Page 86 and 87:
74 2.2 Opdracht: schriftelijke nave
Page 88 and 89:
76 (K.H.Leuven). De juryleden diend
Page 90 and 91:
78 het uiteindelijke model constant
Page 92 and 93:
80 halen de sterkere starters deels
Page 94 and 95:
82 Figuur 3.2 Ontwikkeling van 'Com
Page 96 and 97:
84 De verondersteld zwakke presteer
Page 98 and 99:
86 Gestandaardiseerde score 1,2 1 0
Page 100 and 101:
88 tie lager gestart en geen extra
Page 102 and 103:
90 Tot slot zoomen we nog even in o
Page 104 and 105:
92 ties vonden we overall echter ge
Page 106 and 107:
94 'Inhoud' en 'CompTU': een aantal
Page 108 and 109:
96 3e leerjaar 4e leerjaar boeken.
Page 110 and 111:
98 (Skehan & Foster, 2001), en wel
Page 112 and 113:
100 systemen op woord‐ en zinsniv
Page 114 and 115:
102 Fragment 4 Er was eens een man
Page 116 and 117:
104 4.2 De leerwinst van jongens ve
Page 118 and 119:
106 schrijfonderwijs differentiële
Page 120 and 121:
108 BIJLAGE 1 © Centrum voor Taal
Page 122 and 123:
110
Page 124 and 125:
112 SAMENVATTING Onderzoek naar de
Page 126 and 127:
114 De voortdurende interactie van
Page 128 and 129:
116 trisch rond het "ware niveau" v
Page 130 and 131:
118 taalschrijvers op tijd van éé
Page 132 and 133:
120 It is by looking at 'the messy
Page 134 and 135:
122 klasgroep) relatief sterk, zowe
Page 136 and 137:
124 mum beperkt, nl. (1) op dag 1 k
Page 138 and 139:
126 Krom, Verhelst, & Veldhuijzen,
Page 140 and 141:
128 schaalwaarde 4 en één voor sc
Page 142 and 143:
130 ous rate of change) éénmaal b
Page 144 and 145:
132 (v00k) wordt de afwijking van k
Page 146 and 147:
134 BS2 de aanvankelijke groeisnelh
Page 148 and 149:
136 meter TIME² gelijkstellen aan
Page 150 and 151:
138 niets vermoedende lezer) en eff
Page 152 and 153:
140 TEKST BS3 6. En mama heeft een
Page 154 and 155:
142 het tweemaal goed doet, terwijl
Page 156 and 157:
144 menten in het model opgenomen w
Page 158 and 159:
146 een grotendeels geleidelijk en
Page 160 and 161:
148 de veranderingsnelheid voor elk
Page 162 and 163:
150 Thus, L. (...) has improved in
Page 164 and 165:
152 die, maar onderzoek naar die vr
Page 166 and 167:
Page 168 and 169:
156 Figuur 2 'Communicatieve effect
Page 170 and 171:
158 Figuur 5 'Complexiteit T‐unit
Page 172 and 173:
160
Page 174 and 175:
162 SAMENVATTING Hoewel er al eerde
Page 176 and 177:
164 Bij het begin van de tweede gra
Page 178 and 179:
166 onvoldoende woordenschatkennis
Page 180 and 181:
168 Daarnaast treffen we niet‐lin
Page 182 and 183:
170 in klas" zo goed als intact te
Page 184 and 185:
172 Naar de leerkrachten van beide
Page 186 and 187:
174 vermelde VLOT‐toetsen en word
Page 188 and 189:
176 drukkelijk meer aandacht voor s
Page 190 and 191:
178 We combineerden opnames met twe
Page 192 and 193:
180 In de protocols destilleerden
Page 194 and 195:
182 Tabel 3.1 NBS1‐ en NBS2‐tek
Page 196 and 197:
184 zich de gebeurtenissen zoals ze
Page 198 and 199:
186 ingebed), goed (goed ingebed) w
Page 200 and 201:
188 (en ook meermaals nadien) verme
Page 202 and 203:
190 Het resultaat van de opdracht i
Page 204 and 205:
192 Tijdens deze eerste sessie heef
Page 206 and 207:
194 Misschien verhindert het feit d
Page 208 and 209:
196 op dat ogenblik geen informatie
Page 210 and 211:
198 3.2 Casus 2: het verhaal van tw
Page 212 and 213:
200 ('CompCL'), het gemiddeld aanta
Page 214 and 215:
202 kunnen mogen aftasten door risi
Page 216 and 217:
204 maken, waarmee ze allerlei fout
Page 218 and 219:
206 leerlingen ook vestigt op "mooi
Page 220 and 221:
208 De leerkracht snoeit een wezenl
Page 222 and 223:
210 Bij Sergen (2) zien we het omge
Page 224 and 225:
212 In BS3 toont Saddedin (1) zich
Page 226 and 227:
214 Fragment 3.11: Klas 1, BS3 Juf
Page 228 and 229:
216 (nummertjes), lidwoordkeuze (1x
Page 230 and 231:
218 3.3.3 Samenvatting De complexit
Page 232 and 233:
220 pen ons om meer vat te krijgen
Page 234 and 235:
222 /denktaal in het grotere en mee
Page 236 and 237:
224 De kans op een grote impact van
Page 238 and 239:
226 puntige heuvel. Welke richting
Page 240 and 241:
228 Myhill (2008) verwijst in dat v
Page 242 and 243:
230 eigen beleving: voor het eerst
Page 244 and 245:
232 Zin 1 Mama, mama, kom vlug, rie
Page 246 and 247:
234 teitsvol beantwoord. We stellen
Page 248 and 249:
236 wie, & Van Dijk, 2008). Met mee
Page 250 and 251:
238 hebben er op verschillende mani
Page 252 and 253:
Page 254 and 255:
242 BIJLAGE 3: SCHRIFTELIJKE BEVRAG
Page 256 and 257:
244 BIJLAGE 5: TEKSTEN VAN SERGEN (
Page 258 and 259:
246 Bijlage 6: instemmingen van de
Page 260 and 261:
248 Met onze vier empirische studie
Page 262 and 263:
250 1.1 Zeven "eigenzinnige" variab
Page 264 and 265:
252 Gelet op de grootte van de groe
Page 266 and 267:
254 en Cameron (2008) spreken over
Page 268 and 269:
256 tional research over recent yea
Page 270 and 271:
258 meetmoment tot meetmoment wisse
Page 272 and 273:
260 3. Stelonderwijs Uit de literat
Page 274 and 275:
262 om vast te stellen hoezeer de c
Page 276 and 277:
264 deringen lijken op een "hoger"
Page 278 and 279:
266 verzameling, en anderzijds de b
Page 280 and 281:
268 De kapote vaas: netversie (zond
Page 282 and 283:
270 risk (low SES second language l
Page 284 and 285:
272 Study 3: Noise or music? Early
Page 286 and 287:
274 and on the factors that ‐ acc
Page 288 and 289:
276 Borg, S. (2006). Teacher Cognit
Page 290 and 291:
278 Groenez, S., Van den Brande, I.
Page 292 and 293:
280 McMaster, K., & Espin, C. (2007
Page 294 and 295:
282 Couzijn (Eds.), Effective learn
Page 296 and 297:
284 Van den Noortgate, W., Putsjens
Page 298 and 299:
286
Page 300 and 301:
288 KAREN MER‐ VE SADDE‐ DIN KE
Page 302 and 303:
290 van goeie komaf en/of ze beheer
Page 304 and 305:
292 MERVE: FB LK de jong en de hoon
Page 306 and 307:
294 Dag 1: Individueel begeleid sch
Page 308 and 309:
296 KEVIN Spelling: 12; hoofdletter
Page 310 and 311:
298 KAREN: FB LK De Vaas Daag mama!
Page 312 and 313:
300 KEVIN: FB LK De kapote vaas KEV
Page 314 and 315:
302 MER‐ VE ‐ MERVE heeft een s
Page 316 and 317:
304 Schriftelijke feedback na schoo
Page 318 and 319:
306 KEVIN ‐ KEVIN werkt intensief
Page 320 and 321:
308 SADDEDIN :FB LK De platte band
Page 322 and 323:
310 KLAS 1, BS4 Dag 1, dgdl ¾, les
Page 324 and 325:
312 Dag 1: Schriftelijke bevraging
Page 326 and 327:
314 Dag 2: Schriftelijke bevraging
Page 328 and 329:
316 KEVIN: FB LK Het vallende toren
Page 330 and 331:
318 begrijpt wat hij bedoelt, reikt
Page 332 and 333:
320 MET neemt de LK het over. LK wi
Page 334 and 335:
322 SERGEN: NET moder hond (Ay) ALI
Page 336 and 337:
324 MUHAM‐ MET ‐ De LK bekijkt
Page 338 and 339:
326 antwoordt (een beetje geërgerd
Page 340 and 341:
328 KELLA: NET De stoute kinderen 1
Page 342 and 343:
330 MUHAMMET: NET Wat gebeurt als m
Page 344 and 345:
332 MUHAM‐ MET moet zijn. De LK l
Page 346 and 347:
334 Dag 2: Mondelinge bevraging bel
Page 348 and 349:
336 MUHAMMET: NET Een nieuwe auto v
Page 350 and 351:
338 KLAS 2, BS4 Dag 1, dgdl, les: N
Page 352 and 353:
340 de juiste woorden vinden voor w
Page 354 and 355:
342 de tekening en dan, ja, soms bl
Page 356 and 357:
344 (terug) turug kwam had ze een g
Page 358 and 359:
346 SERGEN: NET Een cado voor Muham
show all

Achter de lijn. - Centrum voor Taal & Onderwijs

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?