Beleid bij chronische nierinsufficiëntie - Zna.be
Beleid bij chronische nierinsufficiëntie - Zna.be
Beleid bij chronische nierinsufficiëntie - Zna.be
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Inleiding Inleiding<br />
Een klaring van 120 tot 130 ml/min per 1,73m2 <strong>bij</strong> jonge volwassenen is normaal.<br />
Nierinsufficiëntie wordt gedefinieerd als verminderde GFR. Wanneer de GFR<br />
daalt tot < 60 ml/min/1,73m2 <strong>be</strong>gint de frequentie van complicaties toe te<br />
nemen.<br />
Het grootste verlies in GFR komt voor <strong>bij</strong> verschuiving van het serumcreatinine<br />
binnen het gebied tussen 1 en 2 mg%. Dit wijst immers op een achteruitgang<br />
van 100 naar 50 ml/min.<br />
Eindstadium nierfalen<br />
Een vermindering van de GFR tot minder dan 15 ml/min/1,73m2 (meestal met<br />
tekens van gevorderde uremie) wordt <strong>be</strong>schouwd als eindstadium nierfalen.<br />
Classificatie<br />
We onderscheiden verschillende stadia in functie van de ernst van nieraandoening<br />
volgens onderstaande ta<strong>be</strong>l:<br />
Stadium Beschrijving GFR prevalentie* Actie<br />
- Verhoogd risico > 60 -<br />
1<br />
Nier<strong>be</strong>schadiging met<br />
normale GFR<br />
> 90 3,3 %<br />
2 Licht gedaalde GFR 60 - 89 3,0 %<br />
3A Matig gedaalde GFR 45 - 59<br />
3B Matig gedaalde GFR 30 - 44<br />
4,3 %<br />
4 Ernstig gedaalde GFR 15 - 29 0,2 %<br />
Screening van<br />
risicogroepen<br />
Diagnose en<br />
<strong>be</strong>handeling<br />
van oorzakelijke<br />
aandoening<br />
Progressie<br />
inschatten<br />
Complicaties<br />
evalueren en<br />
<strong>be</strong>handelen<br />
NVT** voor<strong>be</strong>reiden<br />
5 Eindstadium nierfalen < 15 0,1 % NVT**<br />
* % van de algemene <strong>be</strong>volking<br />
**NVT = nierfunctievervangende therapie<br />
Het ijs<strong>be</strong>rgmodel<br />
Met het ijs<strong>be</strong>rgmodel van <strong>nierinsufficiëntie</strong> wijst men erop dat eindstadium<br />
nierfalen (dialysepatiënten) maar het tipje van de ijs<strong>be</strong>rg vormt.<br />
Nierfalen <strong>be</strong>gint immers al veel vroeger, bv. wanneer de patiënt proteïnurie<br />
heeft, en het is van <strong>be</strong>lang dit vroeg te ontdekken en te <strong>be</strong>handelen.<br />
Nierinsufficiëntie als cardiovasculaire risicofactor<br />
Meerdere studies heb<strong>be</strong>n aangetoond dat <strong>nierinsufficiëntie</strong> een onafhankelijke<br />
risicofactor is voor cardiovasculaire mortaliteit, los van de reeds <strong>be</strong>kende<br />
risicofactoren uit de “Framingham-studie” zoals hypertensie en hypercholesterolemie.<br />
In die zin is het dan ook van groot <strong>be</strong>lang <strong>nierinsufficiëntie</strong> tijdig<br />
op te sporen en te <strong>be</strong>handelen.<br />
Estimated GFR (ml/min/1.73m 2 )<br />
9 10<br />
Age-Standardized Rate of Death<br />
from Any Cause (per 100 person-yr)<br />
15<br />
14<br />
13<br />
12<br />
0.76<br />
≥60<br />
No. of Events 25,803<br />
11<br />
10<br />
9<br />
8<br />
7<br />
6<br />
5<br />
4<br />
3<br />
2<br />
1<br />
0<br />
Dialyse/transplantatie<br />
1.08<br />
45-59<br />
11,569<br />
Nierfalen<br />
Nierinsufficiëntie<br />
Proteïnurie<br />
4.76<br />
30-44<br />
7802<br />
11.36<br />
15-29<br />
4408<br />
14.14<br />