Beleid bij chronische nierinsufficiëntie - Zna.be
Beleid bij chronische nierinsufficiëntie - Zna.be
Beleid bij chronische nierinsufficiëntie - Zna.be
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Complicaties van de <strong>nierinsufficiëntie</strong> opvangen<br />
bonaat op 12 tot 20 meq/liter. Meestal is de anion gap hier<strong>bij</strong> verhoogd door<br />
accumulatie van zuurresten zoals fosfaat, sulfaat, uraat en hippuraat.<br />
Klinische implicaties<br />
Het zuur zal deels gebufferd worden door het bot wat de renale osteodystrofie<br />
nog verergert. Als men de acidose kan verminderen, bv. door perorale<br />
bicarbonaat supplementen toe te dienen, kan men ook de osteodystrofie<br />
tegengaan.<br />
De uremische acidose kan spierafbraak <strong>be</strong>vorderen, zeker in combinatie met<br />
een eiwit<strong>be</strong>perkend dieet.<br />
Acidose wordt ook in verband gebracht met verdere nierfunctieachteruitgang<br />
en anorexie.<br />
Behandeling<br />
I.g.v. acidose door <strong>nierinsufficiëntie</strong> (bicarbonaat < 22 meq/L) start men met<br />
natriumbicarbonaat 3 x 500 mg/dag (magistraal voor te schrijven). Zonodig<br />
kan men de dosis verhogen tot 3x 1000 mg/dag. Ook Vichywater <strong>be</strong>vat veel<br />
bicarbonaat. Natriumbicarbonaat wordt steeds toegediend weg van de<br />
maaltijden en nooit samen met calciumcarbonaat. Zie ook “algoritme voor<br />
<strong>be</strong>handeling van metabole stoornissen”.<br />
Bij dialyse patiënten ge<strong>be</strong>urt de bicarbonaatsubstitutie via diffusie vanuit<br />
het dialysaat. Bij persisterende acidose is perorale substitutie zinvol.<br />
Hyperkaliëmie<br />
Pathogenese<br />
De nier zorgt onder invloed van aldosteron voor de uitscheiding van kalium.<br />
Deze functie blijft meestal zeer lang <strong>be</strong>houden, <strong>be</strong>halve <strong>bij</strong>:<br />
• een blokkeren van de werking van aldosteron door middel van<br />
medicatie (spironolactone, ACE-i, ARB’s, renine-inhibitoren of een<br />
combinatie ervan)<br />
• een grote inname van kaliumhoudende produkten<br />
• verhoogde weefselafbraak<br />
• onvoldoende perfusie van de distale tubulus (oligurie)<br />
Differentiaal diagnose<br />
Vooraleer hyperkaliëmie te <strong>be</strong>handelen moet men de DD maken met enkele<br />
oorzaken van pseudohyperkaliëmie:<br />
Complicaties van de <strong>nierinsufficiëntie</strong> opvangen<br />
• Hemolyse in de tu<strong>be</strong> is de meest <strong>be</strong>kende oorzaak van pseudohyperkaliëmie.<br />
Dit dient steeds aanleiding te geven tot het controleren<br />
van het staal. Achter de hemolyse kan immers ook een echte hyperkaliëmie<br />
schuilgaan. Hemolyse kan voorkomen worden door na de<br />
afname de tu<strong>be</strong> onmiddellijk te centrifugeren.<br />
• Bij patiënten die moeilijk te prikken zijn, waar de garrot dus te lang<br />
aangespannen blijft, moet men denken aan pseudohyperkaliëmie.<br />
• Bij leukocytose en thrombocytose wordt kalium in grotere mate<br />
vrijgesteld uit de erytrocyten en thrombocyten. Voor thrombocytose<br />
schat men dat de kaliëmie verhoogt met 0,15 meq/liter per toename<br />
met 100.000 trombocyten per ml.<br />
Een pseudohyperkaliëmie kan uitgesloten worden middels een EKG. Hyperkaliëmie<br />
gaat immers gepaard met spitse T-toppen, pseudohyperkaliëmie<br />
niet.<br />
Klinische implicaties<br />
Hyperkaliëmie kan aanleiding geven tot spierzwakte. Dit <strong>be</strong>gint klassiek <strong>bij</strong><br />
de onderste ledematen en stijgt dan naar boven.<br />
Potentieel dodelijk zijn de cardiale ritmestoornissen. Deze kunnen gaan van<br />
banaal (vb. Linker bundeltak blok) tot levens<strong>be</strong>dreigend (ventrikelfibrillatie,<br />
atrioventriculair-blok, sinus arrest). Bij ernstige hyperkaliëmie dient steeds<br />
een EKG te worden genomen en een <strong>be</strong>handeling ingesteld.<br />
Behandeling<br />
Oorzaak wegnemen<br />
Zoals reeds gesteld is <strong>nierinsufficiëntie</strong> op zich meestal niet de enige oorzaak<br />
van de hyperkaliëmie. Men zal daarom op zoek gaan naar andere concommittante<br />
oorzaken en deze aanpakken:<br />
• Te hoge kaliuminname: men kan starten met een kaliumarm dieet.<br />
Voedingsmiddelen rijk aan kalium zijn ondermeer fruit (zeker<br />
gedroogd fruit, aard<strong>be</strong>i, banaan, kiwi, druiven, kersen, appelsien),<br />
koffie, chocolade, tomaten… Voor een meer gedetailleerd kaliumarm<br />
dieet, zie www.zna.<strong>be</strong>/nefrologie onder “brochures”. Best kan<br />
dit <strong>be</strong>commentarieerd worden door een diëtiste. Deze kan nuances<br />
aanbrengen en aldus vermijden dat patiënten vervallen in een dieet<br />
arm aan fruit en groenten.<br />
• RAS-blokkers: In de literatuur raadt men aan om, minstens tijdelijk,<br />
te stoppen met de toediening ervan van zodra het kalium boven<br />
37 38