Urotheelcelcarcinoom - Med-Info
Urotheelcelcarcinoom - Med-Info
Urotheelcelcarcinoom - Med-Info
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Richtlijn: Urotheelcarcinoom van de blaas (1.0)<br />
Wat is het behandeladvies per risicogroep voor niet-spierinvasieve urotheelcarcinomen na TURT?<br />
Wat is het te verwachten effect van een eenmalige spoeling met een chemotherapeuticum binnen 12-24<br />
uur na TURT?<br />
Ter voorkoming van potentieel zeer ernstige problemen mag de eenmalige spoeling met een<br />
chemotherapeuticum niet worden gegeven wanneer bij de TURT een perforatie van de blaaswand is<br />
opgetreden. Ook bij het vermoeden op een blaasperforatie kan de eenmalige spoeling beter achterwege<br />
worden gelaten [Koya 2006, Oddens 2004].<br />
In studies waarin diverse chemotherapeutica onderling werden vergeleken is geen duidelijk verschil in<br />
werkzaamheid gebleken. Omdat in Nederland alleen mitomycine voor intravesicale toepassing van een<br />
chemotherapeuticum is geregistreerd, geeft de werkgroep de voorkeur aan dit middel.<br />
Welke adjuvante behandeling is beter ter voorkoming van recidieven van niet-spierinvasief blaaskanker bij<br />
patiënten met een matig- tot hoog-risico op recidief?<br />
Naast de therapeutische effecten moet ook rekening worden gehouden met de bijwerkingen en kans op<br />
complicaties van de verschillende intravesicaal toe te passen chemotherapeutica en immuunmodulatoren.<br />
Daarnaast is de werkgroep van mening dat men zich, bij de keuze van adjuvante therapie moet beperken<br />
tot middelen die voor het beoogde gebruik in Nederland zijn geregistreerd, tenzij behandeling in<br />
onderzoeksverband plaatsvindt.<br />
Wel realiseert de werkgroep zich dat intravesicaal epirubicine in Nederland regelmatig wordt gebruikt<br />
ondanks het feit dat het voor deze indicatie niet is geregistreerd.<br />
In Nederland voor intravesicale toepassing geregistreerde middelen zijn mitomycine (chemotherapeuticum)<br />
en als immuunmodulator Bacillus Calmette-Guèrin (BCG) en immunocyanine (Immucothel®). Behandeling<br />
met andere dan de geregistreerde middelen, en toepassingscombinaties zoals<br />
hyperthermie+chemotherapie waarmee nog onvoldoende ervaring bestaat en waarvan nog onvoldoende<br />
gegevens over lange-termijn gebruik bekend zijn, worden niet in deze richtlijn besproken. Deze<br />
behandelingen dienen uitsluitend in onderzoeksverband te worden gebruikt.<br />
Blaasspoelschema´s zijn empirisch vastgesteld. Er is geen duidelijkheid over welk schema het beste is. Bij<br />
intravesicale chemotherapie is de gebruikte dosering van invloed op de werking ervan. In een<br />
gerandomiseerd onderzoek onder 614 patiënten toonden Kuroda et al (Kuroda 2004 163 ) aan dat epirubicine<br />
in een dosering van 40mg veel effectiever is dan de 30 en 20mg dosering, maar hiermee namen ook de<br />
bijwerkingen toe.<br />
De werkgroep geeft ter informatie enkele gebruikelijke spoelschema´s voor zowel MMC, BCG en<br />
immunocyanine zonder dat bewezen is dat deze schema´s beter zijn dan andere.<br />
Een gebruikelijk schema voor Mitomycine is: dosering MMC 40 mg/40 ml.<br />
Eerste spoeling binnen 24 uur na TURT, bij voorkeur dezelfde dag.<br />
Daarna:<br />
1x MMC op t = 1, 2, 3, weken na TURT<br />
1x MMC op t = 2, 3, 4, 5, 6 maanden na de TURT.<br />
Alleen op indicatie wordt het spoelschema verlengd met maandelijks 1x MMC tot 1 jaar na TURT.<br />
Een gebruikelijk schema voor BCG is: dosering 5.108 cfu BCG/50 ml<br />
Gedurende 6 weken 1x/wk BCG: NB. De eerste spoeling pas 2-3 weken na TURT.<br />
Daarna:<br />
onderhoudsbehandeling gedurende 1-3 jaar bestaande uit gedurende 3 weken 1x/wk BCG op<br />
t = 3, 6, 12, 18, 24, 30, 36 maanden na de TURT.<br />
Een gebruikelijk schema voor immunocyanine is: dosering 20 mg in oplossing.<br />
Voorafgaand aan spoelschema pre-immunisatie: 1 mg immunocyanine subcutaan of intracutaan.<br />
Gedurende 6 weken 1x/wk immunocyanine.<br />
Daarna:<br />
1x immunocyanine op t = 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11 en 12 maanden na de TURT.<br />
Welke adjuvante behandeling is beter ter voorkoming van progressie van niet-spierinvasieve blaaskanker?<br />
Bij patiënten met een hoog risico op progressie van het niet-spierinvasieve urotheelcarcinoom kan BCG in<br />
onderhoudsbehandeling worden gegeven. Voor patiënten met een hoog risico valt ook een cystectomie<br />
met urinedeviatie te overwegen. Dit geldt te meer voor hoog risico patiënten waarbij onder de BCG<br />
behandeling opnieuw recidieven van het niet-spierinvasieve urotheelcarcinoom ontstaan, of wanneer de<br />
behandeling met BCG met ernstige bijwerkingen gepaard gaat.<br />
Bij een T1G3 solitaire blaastumor moet gedacht worden aan brachytherapie als curatieve en<br />
09/17/12 Urotheelcarcinoom van de blaas (1.0) 26