13.09.2013 Views

BUITEN WITTEVROUWEN - Belvedere

BUITEN WITTEVROUWEN - Belvedere

BUITEN WITTEVROUWEN - Belvedere

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

I Een biografische benadering<br />

De mens en zijn omgeving<br />

Tot de kern van het concept van de landschapsbiografie behoort het denken over de verbondenheid<br />

tussen het subject (de mens) en zijn omgeving. De invulling die in dit essay wordt gegeven aan deze<br />

relatie, is in zeker zin enger dan in de theorievorming over de biografie van het landschap wordt<br />

gehanteerd. Een korte beschrijving van de ontwikkeling van de geografische wetenschap dient als<br />

achtergrond bij de positionering van het essay-onderwerp binnen het landschapsbiografisch concept.<br />

De mens in het geografisch denken<br />

Volgens De Pater & Van der Wusten (1996) lag de nadruk in geografisch onderzoek vanouds op de invloed<br />

die het fysisch-geografisch milieu uitoefende op de bestaanswijze van een menselijke groep in een regio.<br />

Twee van de belangrijkste representanten van de regionale geografie waren de Duitse geograaf Friedrich<br />

Ratzel en de Franse geograaf Paul Vidal de la Blache. In tegenstelling tot Ratzel, die monocausale verbanden<br />

legde tussen de natuurlijke omgeving en de menselijke samenleving, bood de natuur in de visie van Vidal de<br />

la Blache de mens meerdere mogelijkheden.<br />

In de jaren ’60 ontstond de gedragswetenschappelijke benadering binnen de geografie, mede als reactie op de<br />

op het positivisme geënte stroming van de ruimtelijke analyse (New Geography). Niet de anonieme mens,<br />

maar het autonome en actieve individu kwam in het centrum van de belangstelling te staan. Aanvankelijk<br />

herleidden behavioristische geografen het (ruimtelijk) gedrag en handelen van het individu rechtstreeks tot<br />

prikkels die uitgaan van de omgeving. Deze fysisch-deterministische visie werd echter onder invloed van de<br />

cognitieve revolutie in de sociale wetenschappen al snel bekritiseerd. Volgens aanhangers van de behaviorale<br />

stroming zou niet de omgeving het gedrag en handelen bepalen, maar de perceptie die mensen hebben van hun<br />

omgeving. Om de relatie van de mens met zijn omgeving te analyseren, hanteerde de behaviorale geografie<br />

kwantitatieve methoden. Als alternatief voor de positivistische denkwijze van de behaviorale geografie, kwam<br />

vanaf de jaren ‘70 de stroming van de humanistische geografie op, die aansloot bij de interpretatieve richting<br />

in de sociologie. Gedrag en handelen van individuen werd verklaard vanuit een persoonsgebonden<br />

belevingskader, dat mede gevormd zou zijn door processen van communicatie met anderen. De gedachte dat<br />

landschap een sociaal-construct is dat uitsluitend begrepen kan worden in termen van beleving, sociale<br />

waarden en culturele representaties, zou zich met name in de new cultural geography een vaste grondslag<br />

verwerven (Kolen & Witte, 2004, p. 128).<br />

Het concept van de biografie van het landschap neemt een positie in tussen het naturalistisch perspectief<br />

en het culturalistisch perspectief. Zo stellen Hidding et al. (2001) dat de landschapsbiografische<br />

benadering gericht zou moeten zijn op een synthese van beide perspectieven. In deze integrerende<br />

opvatting wordt het landschap beschouwd als een ruimtelijke orde die evolueert door interactie tussen de<br />

ecologische en morfologische dimensies enerzijds en de mentale en sociaal-culturele dimensies<br />

anderzijds.<br />

Met bovenstaande in het achterhoofd wordt bij de operationalisering van het landschapsbiografisch<br />

begrip voor de case Buiten Wittevrouwen een aantal opmerkingen geplaatst. Allereerst geldt dat in dit<br />

essay primair wordt ingegaan op transformaties die zich af hebben gespeeld in een stadslandschap. Door<br />

deze keuze ligt het accent op de sociaal-culturele dimensies van het landschap. Het gaat daarbij om de<br />

wijze waarop gewoontes, gebruiken en normen in de loop der tijd duurzaam verankerd zijn geraakt in een<br />

ruimtelijke orde, alsook om de wijze waarop een fysiek en geestelijk geordend landschap het denken en<br />

handelen heeft beïnvloed. Daarmee is niet gezegd dat de invloed van de natuur niet relevant is; deze<br />

dimensie manifesteert zich echter minder dan in een agrarisch cultuurlandschap. Een fundamentele notie<br />

van de biografie van het landschap is dat de mens in een wederkerige relatie staat tot zijn leefomgeving,<br />

ongeacht of deze omgeving een meer natuurlijke oorsprong heeft of in overheersende mate man-made is.<br />

Uitgangspunt is dat het landschap weliswaar een fysiek gegeven is dat buiten ons staat, maar<br />

tegelijkertijd onze leefomgeving is waaraan we vanuit een cultuurspecifieke ideeënwereld vorm en<br />

betekenis geven.<br />

Overigens wordt hiermee zijdelings geraakt aan een aspect dat in de theorievorming over de biografie<br />

van het landschap nog nauwelijks expliciet is gemaakt, namelijk dat het ruimtelijke schaalniveau en het<br />

gebiedstype in belangrijke mate bepalen vanuit welke invalshoek het landschap bestudeerd wordt. In een<br />

biografische benadering die zich toespitst op regio’s (e.g. Kolen & Witte, 2004) ligt een geïntegreerd<br />

perspectief op het landschap voor de hand. Echter een constatering dat “landschap (…) bij uitstek het

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!