14.09.2013 Views

IN 2, mei 2009 - Internationale Vereniging voor Neerlandistiek

IN 2, mei 2009 - Internationale Vereniging voor Neerlandistiek

IN 2, mei 2009 - Internationale Vereniging voor Neerlandistiek

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

London zich in multidisciplinaire richting. Wintle (1990, 106) laat zien hoe de<br />

historici aldaar profiteren van de aanwezigheid van andere deskundigen, niet<br />

alleen de neerlandici die in 1983 van Bedford College naar ucl waren terugverhuisd,<br />

maar ook experts van de vakgroep kunstgeschiedenis. Die constatering<br />

kan ook worden omgedraaid: het Dutch Department profiteert minstens<br />

evenveel van de aanwezigheid van aanvullende expertise op ucl zelf, zoals bij<br />

de historici en kunsthistorici, en daarbuiten. Dan valt met name te denken aan<br />

hoofdstedelijke instellingen die zich met de kunstgeschiedenis van de Lage<br />

Landen bezighouden (The Courtauld Institute of Art en The Warburg Institute) en<br />

aan het <strong>voor</strong>deel dat de Londense neerlandici hebben van de British Library,<br />

waar Anna Simoni (1916–2007) tot haar pensionering in 1981 de Nederlands-<br />

Vlaamse collectie beheerde. 15 De Londense multidisciplinaire ontwikkeling<br />

voert in de jaren negentig verder, wanneer bij het Dutch Department een<br />

modern historicus wordt aangesteld als vast staflid. Onder invloed hiervan<br />

verandert het onderwijsprogramma en komt er meer aandacht <strong>voor</strong> de negentiende-<br />

en twintigste-eeuwse geschiedenis en <strong>voor</strong> actuele sociale vraagstukken.<br />

Ook wordt de interne samenwerking versterkt en geïnstitutionaliseerd door de<br />

oprichting in 1987 van een interdisciplinair Centre for Low Countries Studies dat<br />

beoogt alle op ucl aanwezige expertise op het gebied van de Nederlandse taalen<br />

letterkunde, geschiedenis en kunstgeschiedenis bij elkaar te brengen. Aan<br />

het eind van de jaren negentig werd het Centre weer opgeheven, maar een<br />

aantal taken waren toen inmiddels overgenomen door een regionale<br />

vereniging, de Association for Low Countries Studies in Great Britain and Ireland<br />

(alcs), waarover later meer.<br />

Ook in Southampton beginnen in de jaren tachtig verschillende disciplines<br />

aan een (kortstondige) samenwerking. Hier bracht men taalverwerving,<br />

geschiedenis en geografie samen in een studieprogramma dat door de Nederlandse<br />

Taalunie werd ondersteund. De historicus Alastair Duke merkt<br />

hierover op:<br />

The teacher was then Hilda Pacifico who hailed from Oostende. […]<br />

To supplement Hilda’s language classes, [the geographer] David Pinder<br />

and I provided a course on the geography and history of the Low<br />

Countries. 16<br />

Hoewel het Nederlands in Southampton altijd een bijvak bleef, was er dus<br />

blijkbaar wel ruimte <strong>voor</strong> aanvulling vanuit andere disciplines om de studenten<br />

een zo breed mogelijk inzicht in de Lage Landen te geven, net wat door Area<br />

Studies beoogd wordt.<br />

De multidisciplinariteit van de Britse neerlandistiek komt niet alleen tot uiting<br />

in studieprogramma’s zoals in Hull, Londen en Southampton, maar ook in de<br />

landelijke infrastructuur, die vanaf de jaren negentig sterk is uitgebreid. Een<br />

belangrijke rol is weggelegd <strong>voor</strong> het tijdschrift Dutch Crossing. In 1977 op<br />

11

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!