14.09.2013 Views

IN 2, mei 2009 - Internationale Vereniging voor Neerlandistiek

IN 2, mei 2009 - Internationale Vereniging voor Neerlandistiek

IN 2, mei 2009 - Internationale Vereniging voor Neerlandistiek

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Besluit<br />

We begonnen dit artikel met de opsomming van drie inhoudelijke kenmerken<br />

van de Britse neerlandistiek: de verstrengeling vanaf het begin van de twintigste<br />

eeuw van taal- en letterkunde met de studie van geschiedenis en staatsinstellingen;<br />

de sindsdien steeds groeiende interdisciplinariteit die <strong>voor</strong>al in de<br />

laatste decennia haar weerslag heeft gekregen in een landelijke infrastructuur;<br />

en een pragmatische instelling die onder andere blijkt uit de manier waarop<br />

over het vak is nagedacht. We hebben daar vervolgens een historisch<br />

perspectief aan gegeven.<br />

Deze kenmerken worden <strong>voor</strong> een belangrijk gedeelte bepaald door de schaal<br />

van het vak. Die is en blijft klein, wat soms heeft geleid tot bezorgde opmerkingen<br />

over de gezondheid van de Britste neerlandistiek. Anderzijds is die<br />

kleinschalligheid niet altijd een nadeel. Het ontstaan van de landelijke infrastructuur<br />

is hieraan te danken; met name Virtual Dutch is <strong>voor</strong>tgekomen uit de<br />

behoefte om de levensvatbaarheid van het vak te verhogen door het organiseren<br />

van samenwerking tussen kleine vakgroepen. 34 Daarmee heeft de Britse neerlandistiek<br />

het <strong>voor</strong>touw genomen in het ontwikkelen van samenwerkingsmodellen<br />

tussen verschillende universiteiten, en vormen van elektronisch onderwijs<br />

die een internationale uitstraling beogen.<br />

hoogleraren in het verenigd koninkrijk<br />

1. Londen, Dutch History and Institutions<br />

1919–1936 Pieter Geyl (1887–1966)<br />

1945–1957 Gustaaf Renier (1892–1962) 35<br />

1962–1966 Ernst Kossmann (1922–2003) 36<br />

1966–1983 Koenraad Swart (1916–1992)<br />

1984–2001 Jonathan Israel (1946)<br />

2001– Ben Kaplan (1960)<br />

2. Londen, Dutch Language and Literature<br />

1920–1925 Pieter Harting (1892–1970) 37<br />

1925–1930 Jacob Haantjes (1899–1956)<br />

1931–1971 Theodoor Weevers<br />

(1904–1992) 38<br />

1971–1988 Reinder Meijer (1926–1993)<br />

1989–2006 Reinier Salverda (1948)<br />

3. Londen, Dutch and Comparative Literature<br />

1994– Theo Hermans (1948)<br />

3. Hull, Modern Dutch Studies<br />

1976–1987 Peter King (1922)<br />

1988–2005 Brigitte Schludermann (1940)<br />

noten<br />

1 Vgl. Vincent (1982, 36).<br />

2 We beperken ons hier tot het Engelse taalgebied<br />

in Europa, hoewel Ierland een<br />

uiterst bescheiden rol speelt. Een overzicht<br />

van het gehele taalgebied (ook<br />

buiten Europa) geeft Hermans (1993–<br />

1994 en 1995).<br />

3 Over Engelse toeristen en studenten: Van<br />

Strien (1993). Over culturele betrekkingen:<br />

Jardine (2008).<br />

4 Deze literaire <strong>voor</strong>geschiedenis is kort<br />

beschreven door Weevers (1985, 85–86 en<br />

1967, 65–66), die ook latere onderzoeksactiviteiten<br />

beschrijft, als de neerlandistiek<br />

17

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!