14.09.2013 Views

IN 2, mei 2009 - Internationale Vereniging voor Neerlandistiek

IN 2, mei 2009 - Internationale Vereniging voor Neerlandistiek

IN 2, mei 2009 - Internationale Vereniging voor Neerlandistiek

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

zichtsartikelen over de neerlandistiek in Duitsland en mij vervolgens concentreren<br />

op studies die aan de diverse vakgroepen zijn gewijd. Maar eerst volgt een<br />

korte schets van de criteria die het kader vormen van een vruchtbare geschiedschrijving<br />

van een filologie.<br />

2. Criteria<br />

Wat van deze inventarisatie kan worden verwacht is een analyse van bestaand<br />

onderzoek dat wordt getoetst aan de criteria die momenteel in de geschiedschrijving<br />

van filologieën worden of kunnen worden gebruikt. 2 Alleen op die<br />

manier wordt duidelijk waar nader onderzoek noodzakelijk en wenselijk is.<br />

In het onderzoek van de germanisten worden twee beproefde methodische<br />

invalshoeken genoemd: Luhmanns systeemtheorie (Luhmann 1992a, 1992b en<br />

1994) en Bourdieus wetenschapssociologie (Bourdieu 1981, 1988 en 1989). De<br />

methodologie van Luhmann en Bourdieu biedt een oplossing <strong>voor</strong> het dilemma<br />

van de wetenschapsgeschiedenis dat Kuhn (1977) al beschreef: ze richt zich of<br />

alleen op de inhoud van wetenschap (de theorieën en methoden) of alleen op de<br />

activiteiten van wetenschappers als sociale groep. Ook Voßkamps (1990) pleidooi<br />

<strong>voor</strong> een meervoudig perspectief verwijst naar dit dilemma: zijn kritiek op<br />

studies over wetenschapsgeschiedenis luidt dat ze hoofdzakelijk zijn gewijd aan<br />

de structuren (organisatie, overheidsbeleid, leden van de organisatie, benoemingsprocedures,<br />

studentenaantallen en financiële middelen) maar de doelen<br />

verwaarlozen. Bij die doelen gaat het om onderwijs en onderzoek – en in het<br />

bijzonder ook de inhoud van dat onderzoek: studies en artikelen in (Nederlandstalige<br />

en/of Duitstalige) tijdschriften, de debatten binnen een filologie, de zwaartepunten<br />

van de publicaties en de plaats van de betreffende wetenschapper<br />

binnen het (inter)nationale academische en literaire systeem. 3 Dit meervoudig<br />

perspectief kan – en <strong>voor</strong> de buitenlandse variant van een filologie is dat verhelderend<br />

– worden uitgebreid door ook aandacht te besteden aan de activiteiten<br />

van neerlandici buiten hun strikte academische werkzaamheden – aan activiteiten<br />

die bij Latour (1999) onder het punt ‘Public Representation’ vallen. Voor<br />

filologieën zijn dat activiteiten <strong>voor</strong> een breder publiek zoals tekstedities, literatuurgeschiedenissen,<br />

encyclopedieën, woordenboeken, lesboeken Nederlands en<br />

lezingen. Voor een klein vak als de neerlandistiek in Duitsland, waar bovendien<br />

tot in de jaren zestig van de twintigste eeuw geen leraren werden opgeleid, zijn<br />

die van groot belang.<br />

3. Overzichtsartikelen<br />

Er zijn enkele overzichtsartikelen over de neerlandistiek in Duitsland: allereerst<br />

inventarisaties van Jalink (1967a), Baerlecken 4 en Thys (1977). Ter Haar (1998)<br />

onderzoekt de verhouding tussen de germanistiek en de neerlandistiek en<br />

beschrijft het lange emancipatieproces. Verder zijn er enkele overzichten die<br />

betrekkingen hebben op een genre (Kloos 1992) of de periode rond 1980<br />

(Vekeman 1980).<br />

De oorsprong van de congressen van de <strong>Internationale</strong> <strong>Vereniging</strong> <strong>voor</strong> Neerlan-<br />

41

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!