IN 2, mei 2009 - Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
IN 2, mei 2009 - Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
IN 2, mei 2009 - Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Volgens Hoffmann von Fallersleben was de oude literatuur wel de moeite<br />
waard omdat die nog dicht bij de Duitse oorsprong zou staan terwijl de<br />
moderne letterkunde onder Franse invloed stond. Ter Haar laat verder zien dat<br />
Grimms opvattingen over Nederlandse letterkunde ook in de twintigste eeuw<br />
nog dominant waren binnen de germanistiek.<br />
Afgrenzing, het tweede element in Ter Haars artikel, komt in Nederland van<br />
de zijde van de neerlandici en germanisten die weliswaar veel waardering <strong>voor</strong><br />
Grimms wetenschappelijke publicaties hadden, maar wel hun eigen vakgebied<br />
afgrensden van de germanistiek. Ter Haar gaat in het bijzonder in op Jonckbloet<br />
en De Vries, de neerlandici die deelnamen aan het eerste congres van<br />
germanisten, dat in 1846 plaatshad. Dat de geringe status van de neerlandistiek<br />
binnen de germanistiek verstrekkende gevolgen <strong>voor</strong> de positie van de neerlandistiek<br />
wereldwijd heeft gehad, komt volgens hem ten slotte doordat men<br />
außerhalb Deutschlands die germanistischen Abteilungen nach<br />
deutschem Muster einrichtete und häufig auch mit deutschem<br />
Personal versah, [en zodoende] wurde damit gleichzeitig die subalterne<br />
Position der Niederlandistik institutionalisiert (Ter Haar 1998, 713f).<br />
Het overzicht van de contacten tussen Nederlandse literatuur- en taalwetenschappers<br />
in de negentiende eeuw is nog niet afgerond. De brieven tussen<br />
Jacob Grimm en Belgische en Nederlandse wetenschappers zijn bij<strong>voor</strong>beeld<br />
nog niet in het geheel gepubliceerd. Over Hoffmann von Fallerslebens relatie<br />
met Nederland en Vlaanderen bestaan enkele oudere studies (o.a. Deprez 1963,<br />
Nelde 1967 en 1972), de recentere zijn als samenvattingen daarvan te<br />
beschouwen (Pre˛dota 2000, Urbańska 2002).<br />
Opvallend is het grote aantal literatuurgeschiedenissen van germanisten aan<br />
het eind van de negentiende en begin twintigste eeuw waarin de Nederlandstalige<br />
literatuur een plaats krijgt. Hun betekenis gaat verder dan de reflectie op<br />
het eigen vak want ze dienen ook de publieke representatie. Uit Ulrike Kloos’<br />
imagologische studie naar Nederlandse literatuur in Duitse literatuurgeschiedenissen<br />
blijkt dat de Duitse germanistiek het Nederlandstalige gebied in het<br />
algemeen beschouwde als ‘zum deutschen Kulturraum gehörig und mehr oder<br />
weniger als Verlängerung des niederdeutschen Gebietes […], mit der Konsequenz,<br />
die niederländische Sprache als niederdeutschen Dialekt zu behandeln’<br />
(Kloos 1992, 12). Tot ver in de twintigste eeuw leefde de opvatting dat het<br />
Nederlands een soort ‘minderentwickelter Zweig des Deutschen [sei], der sich<br />
zu irgend einem Zeitpunkt […] vom Deutschen abgesondert und seinen Status<br />
als “Mundart” in den der “Schriftsprache” abgeändert habe’ (Kloos 1992, 15).<br />
De belangstelling in Duitsland <strong>voor</strong> het Nederlandse taalgebied nam volgens<br />
haar aan het eind van de negentiende eeuw toe: ‘Überheblicher Nationalismus,<br />
militanter Anspruch auf deutsche Weltgeltung und Alldeutschtum sollten auch<br />
in der Wissenschaft die Akzente anders setzen’ (Kloos 1992, 114). Zij betoogt<br />
dat nieuwe irrationele stromingen invloed uitoefenden op het onderzoek van de<br />
45