Worstelen met een wrekende God - Klaas Spronk's Weblog
Worstelen met een wrekende God - Klaas Spronk's Weblog
Worstelen met een wrekende God - Klaas Spronk's Weblog
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
gehouden aan de chronologie. Anders zou bijvoorbeeld Amos vóór Hosea<br />
moeten komen en zou Obadja niet aan Micha maar aan Haggaï vooraf<br />
moeten gaan. In bepaalde opzichten lijkt hier de inhoud meer bepalend te<br />
zijn geweest. Net als bij de grote profeten gaat het in het begin (Hosea--<br />
Micha) vooral om het oordeel van <strong>God</strong> over zijn weerspannige volk. Het<br />
volgende deel (Nahum–Zef. 2) betreft dan de andere volken, zoals in Jes.<br />
13-23; 34 en Ez. 25-32. Tenslotte (Haggaï-Maleachi) ligt de nadruk meer op<br />
de hoop op herstel op grond van <strong>God</strong>s genade, zoals we dat ook zien in Jes.<br />
40vv en Ez. 33vv.<br />
Zo krijgt ook het boek Nahum dus zijn zinvolle plaats binnen het geheel van<br />
de kleine profeten. De hier gelegde verbinding <strong>met</strong> het volgende boek<br />
Habakuk wordt nog versterkt door het feit dat beide geschriften veel op<br />
elkaar lijken. Dat valt direct al op wanneer we letten op de manier waarop ze<br />
zijn opgebouwd. Nahum begint <strong>met</strong> <strong>een</strong> hymne over de HERE, Habakuk<br />
eindigt ermee. Daarbij komen enkele thema's uit Nah. 1 ook weer terug in<br />
Hab. 3: <strong>God</strong>s verschijning die de bergen doet beven en de heuvels doet<br />
verzinken (Hab. 3:6 en 10; vgl. Nah. 1:5), de rivieren en de zee onderwerpt<br />
(Hab. 3:8-10; vgl. Nah. 1:4), `de dag der benauwdheid' (Hab. 3:16; vgl. Nah.<br />
1:7). 65 Verder lijkt Habakuk in zijn beschrijving van de aanstormende<br />
Chaldeeën (1:8v) en in de aankondiging van het gericht over hen (2:12)<br />
gebruik te maken van de beeldende taal van Nahum (zie 2:4 en 3:1vv). Ook<br />
de opschriften vertonen meer dan de te verwachten over<strong>een</strong>komsten. Beide<br />
geschriften worden betiteld als `godsspraak' en de toevoeging in Nah. 1:1,<br />
`boek van het gezicht van Nahum' heeft <strong>een</strong> parallel in de opdracht aan<br />
Habakuk: `schrijf het gezicht op' (2:2). Dit alles lijkt er op te wijzen dat<br />
Habakuk het boek van Nahum heeft gekend en er zich door heeft laten<br />
inspireren in zijn profetie tegen de Chaldeeën, de opvolgers van de door<br />
Nahum aangesproken Assyriërs.<br />
Heel anders is de relatie van Nahum <strong>met</strong> het boek Jona. Het laatste is<br />
moeilijk te dateren, maar zeker is dat het later dan Nahum is geschreven. 66<br />
De geschiedenis van de profeet die zijns ondanks de stad Nineve tot<br />
One Book or Twelve?,' in: S.E. Porter e.a. (red.), Crossing the Boundaries. Biblical<br />
Interpretation Series 8, Leiden 1994, pp.57-68.<br />
65.Zie over dit laatste ook J.P.J. Olivier, `The Concept of Day in Nahum and Habakuk,' in:<br />
A.H. van Zyl (red.), Biblical Essays, Potchefstroom 1969, pp.71-74.<br />
66.Volgens A.S. van der Woude, Jona, Nahum. POT, Nijkerk 1978, p.10, is het ontstaan tussen<br />
500 en 200 v.Chr. Hij geeft de voorkeur aan <strong>een</strong> datering in de Perzische tijd.