Pensioenreglement 2013 - Pensioenfonds Metaal en Techniek

30 |
2.2.3 Begin en einde van de voortzetting tegen gereduceerde premie
a. De voortzetting tegen gereduceerde premie vangt aan 180 dagen na aanvang
van de WW-uitkering.
b. De voortzetting eindigt
– per de datum dat de WW-uitkering ten behoeve van de Deelnemer wordt
gestopt;
– bij overlijden van de deelnemer;
– op verzoek van de deelnemer per de eerste van de maand volgend op de
eerstvolgende kalendermaand waarin het verzoek is ontvangen;
– indien het Bestuur op grond van artikel 2.2 besluit dat de tegemoetkoming
niet wordt toegekend, per de datum waarop de tegemoetkoming
eindigt;
– ten laatste drie jaar na het einde van de Dienstbetrekking;
– bij pensioeningang.
c. Nadat de premie opeenvolgend twee maal niet te incasseren is vervalt de
voortzetting vanaf de eerste dag van de maand waarover niet betaald is.
2.2.4 Basis voor de voortzetting
a. Bij voortzetting van het deelnemerschap tijdens werkloosheid wordt het
Pensioengevend jaarsalaris vanaf het tijdstip van beëindiging van de
Dienstbetrekking jaarlijks per 1 januari aangepast op grond van de Loonindex,
uitsluitend indien en voor zover de middelen van het Fonds dit naar
het oordeel van het Bestuur toelaten.
b. Het Pensioengevend jaarsalaris wordt gemaximeerd op het maximum loon
voor de sociale verzekeringen.
2.2.5 Verschuldigde bijdrage
a. Tijdens de voortzetting van het deelnemerschap tijdens werkloosheid is de
Deelnemer een bijdrage verschuldigd van 25% van de volledige door het
fonds conform artikel XII.1.1 vastgestelde premie, over de periode na de
eerste 180 dagen van werkloosheid.
b. De verschuldigde bijdrage wordt maandelijks geïnd per automatische incasso.
2.2.6 Aanspraken
a. Indien de Deelnemer de verschuldigde bijdrage heeft voldaan, worden
aanspraken op ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen
opgebouwd
– conform de bepalingen in artikel II.3, II.4 en II.5;
– op basis van het onder 2.2.4. bepaalde Pensioengevend jaarsalaris;
– over het tijdvak vanaf 180 dagen na beëindiging van de Dienstbetrekking
tot het moment waarop de voortzetting eindigt;
– en met inachtneming van artikel 2.2.2.
b. Tijdens de voortzetting én tijdens de eerste 180 dagen waarover een (gewezen)
Deelnemer WW ontvangt is partnerpensioen verzekerd op basis van in
de toekomst op te bouwen aanspraken