Inhoud - Wiki Jeugdzorg

2. Stuur een bezwaarschrift eveneens mee aan de kinderrechter die de zaak behandelt,
met als argument dat de tijd om de 'beslissing op bezwaar' af te wachten ontbreekt.(Dit
moet door de advocaat gebeuren, samen met het verweerschrift)
3. Als de (OTS-UHP) kinderrechter niet in gaat op uw bezwaren teken dan hoger beroep
aan, op die bestuursrechtelijke gronden, bij het Hof via een advocaat als het OTS-UHP
zaken betreft en bij de Centrale Raad voor Beroep te Utrecht indien het een IB voor
bepaalde vormen van zorg betreft dan wel andere zaak met betrekking tot Jeugdzorg.
Verwijs daarbij naar LJN BD1113. Het hoger beroep bij de CrvB kan u zelf doen,
zónder advocaat, idem als bij 1, echter wel griffierecht kosten!
4. Uiteraard kan /moet u ook in hoger beroep gaan bij het Hof als het gaat om de
verlenging OTS / UHP. Dit moet verplicht via een advocaat. Hierbij dient het Hof 'de
rechtmatigheid van het IB te toetsen' aan de hand van de criteria van de AwB. De
praktijk leert soms anders. (Zie jurisprudentie!)
Is er niet een 'verlenging OTS / UHP' aan de orde en heeft u als inleiding een verzoekschrift
geschreven om een en ander te bereiken zoals bijvoorbeeld ander (meer) contact met uw kind
of wijziging van gezinsvoogd of bepaald onderzoek van uw kind wenst, doe dan als volgt:
1. Ga in bezwaar tegen de afwijzing van uw verzoekschrift bij de Stichting BJZ dan wel
directie WSG / LdH of SGJ.
2. Ga in beroep bij de kinderrechter die dan optreedt als bestuursrechter op grond van art.
5 lid 5 Wet op de Jeugdzorg. Dit kan u ook zelf, zonder advocaat, kost dus alleen
moeite, papier, postzegel en een envelop.
3. Ga, als de kinderrechter uw beroep afwijst, in hoger beroep bij de Centrale Raad voor
Beroep te Utrecht, verwijs naar LJN BD1113. Dit kan u ook zelf, idem als bij 2.
Deze procedures zijn zoals dat heet 'vormvrij', dat wil dus zeggen dat u brieven mag schrijven
zoals u dat wenst en kunnen geheel gedaan worden zonder advocaat. Uiteraard mag het wel
om u door een advocaat te laten bijstaan. Zoek dan wel een advocaat die thuis is in dit soort
procedures en dat zijn er maar heel weinig is mijn ervaring! (Ik hoor zelfs vaak de klacht:
'mijn advocaat doet niets' en 'tegen een indicatiebesluit is geen verweer mogelijk volgens mijn
advocaat'…wegwezen bij zo'n advocaat zeg ik dan!)
In het familierecht wordt géén griffierecht gerekend, sommige rechtbanken proberen dit
echter tóch te doen!
Bovenstaande bezwaar- en beroepprocedure wordt door mij ook wel de 'bestuursrechtelijke
toets' genoemd, omdat overal verwezen wordt naar die Algemene Wet Bestuursrecht
(AwB).
Toevallig werd ik getipt voor een bijeenkomst over 'De algemene wet bestuursrecht en onder
toezicht stelling' van de Vereniging Nederlandse Familierecht Advocaten 23-11-2010 te
Breda. Ik vroeg of ik, als aanstichter van de uitspraak LJN BD1113, mocht komen als niet lid
en zelfs geen advocaat of afgestudeerd jurist. Ik mocht komen en toen ik zei wat mijn
achtergrond is vroeg de voorzitter of ik wilde spreken. Het overviel mij. Ik moest wel eerst
contact opnemen met het bestuurslid die over nascholing gaat. Die gunde mij 15 minuten,
echter vroeg om wat eerder te komen om te overleggen met de spreekster, mw. mr. M. Ten
Voorde uit Utrecht. Deze laatste wilde mij 'het woord geven als mijn uitspraak aan de orde
kwam'. Dat laatste heb ik gemerkt: eigenlijk mocht ik misschien één opmerking maken, maar
mijn betoog mocht ik geheel niet voordragen. Ik wil u dit niet onthouden en geef u dit hier.
20