Inhoud - Wiki Jeugdzorg

te vernietigen. Het nieuwe Elektronisch Kind Dossier (EKD) maakt deze achtervolging mijns
inziens alleen maar verontrustender. 'Big brother is watching you!'
Na de meldingen bij het AMK komt BJZ vaak in actie met allerlei indicaties bijvoorbeeld tot
OTS of UHP. HOE zit het nu met de 'waarheidsvinding'? Hier een handvat om dit juridisch te
bewerkstelligen:
Een basis hiervoor is gegeven in de uitspraak LJN BD1113 d.d. 29-4-2008 in zake de
'bestuursrechtelijke toets' van indicatiebesluiten tot OTS / UHP. Op 27-4-2010 deed die
Centrale raad voor Beroep wederom een zeer belangrijke uitspraak in het verlengde hier van:
deze stelde namelijk dat een indicatie tot voorlopige OTS NIET op de zogenaamde 'negatieve
lijst van de Algemene wet Bestuursrecht' staat, dus dat zo'n indicatie NIET mag berusten op
'anonieme tips' en expliciet getoetst moet worden op bestuursrechtelijke criteria door de
kinderrechter als bestuursrechter (cf. art. 5 lid 5 Wet op de Jeugdzorg). Hiermee is een zéér
belangrijke stap gezet naar méér 'waarheidsvinding in het familierecht'.
LJN: BM2886, Centrale Raad van Beroep , 10/1817 WJZ-VV + 10/1819 WJZ-VV
Datum uitspraak: 27-04-2010
Datum publicatie: 29-04-2010
Rechtsgebied: Sociale zekerheid
Soort procedure: Voorlopige voorziening
Inhoudsindicatie: Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening. Naar het oordeel van de
voorzieningenrechter gaat de beoordeling van de door Bureau Jeugdzorg
opgeworpen vraag of de bijlage, als bedoeld in artikel 8:5, eerste lid, van de
Awb een leemte bevat het bestek van de voorlopige voorzieningenprocedure
te buiten. De voorzieningenrechter ziet niettemin bij wege van voorlopig
oordeel aanleiding uit te gaan van het gegeven dat een indicatiebesluit inzake
een cliënt die onder voorlopig toezicht is gesteld niet op voornoemde bijlage is
geplaatst, zodat daartegen bezwaar en beroep, als bedoeld in de artikelen 7:1
en 8:1 van de Awb, kan worden ingesteld. De voorzieningenrechter oordeelt
dat verzoekers het door hen beoogde doel met het aanvechten van de
indicatiebesluiten niet kunnen bereiken. Het oordeel omtrent het gezag over
en de daarmee verband houdende verblijfplaats van de dochters is
voorbehouden aan de kinderrechter. Het gegeven dat Bureau Jeugdzorg in de
procedure tegen de indicatiebesluiten zich op het standpunt heeft gesteld dat
aan deze besluiten niet langer de anonieme melding ten grondslag kan
worden gelegd maakt dit niet anders. Het is uitsluitend aan de kinderrechter
om te beoordelen welke betekenis moet worden toegekend aan het standpunt
van Bureau Jeugdzorg dat niet langer gebruik kan worden gemaakt van de
anonieme melding in de procedure inzake het gezag over en de plaatsing van
de dochters.
Hier vindt u de complete uitspraak. (Hoeveel OTS-en en UHP zijn uitgesproken op 'anonieme
tips' en 'indrukken' zonder enig adequaat onderzoek of steekhoudend bewijs?)
Let wel: in LJN BD1113 werd bepaald dat de kinderrechter gelijktijdig met de OTS / UHP in
moest gaan op 'bestuursrechtelijke bezwaren' in deze uitspraak, LJN BM2886 wordt
nadrukkelijker gesteld dat een indicatie tot voorlopige OTS / UHP in feite zelfs volledig onder
de AwB valt, hetgeen zegt dat men MOET uitgaan van:
- Juistheid van feiten
30