16.09.2013 Views

1981-061 GESCHIEDENIS/HISTOIRE PHARMACIE - Kring voor de ...

1981-061 GESCHIEDENIS/HISTOIRE PHARMACIE - Kring voor de ...

1981-061 GESCHIEDENIS/HISTOIRE PHARMACIE - Kring voor de ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

medikamenten uit te vin<strong>de</strong>n langs chemische weg. Hij was <strong>voor</strong>eerst niet ingenomen<br />

met <strong>de</strong> polyfarmacie van <strong>de</strong> Arabieren (<strong>de</strong> lange recepten met <strong>de</strong> vele<br />

ingrediënten); hij vond <strong>de</strong>ze onzinnig, dat is geen «Kunst», zei hij, maar «Knoeiboel».<br />

Uit <strong>de</strong> Arabische opvatting dat alle metalen uit zwavel en kwik bestaan bouw<strong>de</strong><br />

hij een nieuwe teorie op door toevoeging van een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> element: het zout. Zijn<br />

Tria Prima-teone bestaat erin, dat elke materie (van mineraal tot mens) bestaat uit:<br />

zwavel: spiritus, <strong>de</strong> ziel<br />

kwik: anima, <strong>de</strong> geest<br />

zout: corpus, het lichaam.<br />

Daaraan voeg<strong>de</strong> Paracelsus nog twee principes toe ni. <strong>de</strong> produkten van <strong>de</strong> <strong>de</strong>stillatie:<br />

flegma: het <strong>de</strong>stillaat<br />

do<strong>de</strong> natuur: het residu.<br />

De Tria Prima en <strong>de</strong> 2 Principes stel<strong>de</strong> hij tegenover <strong>de</strong> vier elementen van <strong>de</strong><br />

ou<strong>de</strong> Grieken.<br />

Paracelsus schreef graag chemische preparaten <strong>voor</strong>; in zijn recepten verwerkt<br />

hij antimoon-, arseen-, bismut-, goud-, ijzer-, kobalt-, kwikzilver-, lood- en zinkverbindingen.<br />

Dat zijn <strong>voor</strong>schriften maar matig succes ken<strong>de</strong>n is hoofdzakelijk te wijten aan twee<br />

faktoren: primo, hij kon het niet laten an<strong>de</strong>re mensen aan te vallen, die hem nochtans<br />

van dienst had<strong>de</strong>n kunnen zijn, zoals bij<strong>voor</strong>beeld <strong>de</strong> Fuggers; hij beweert<br />

dat syfilis met kwik moet behan<strong>de</strong>ld wor<strong>de</strong>n en niet met guajakhout, dat was zijn<br />

goed recht, maar hij kan niet nalaten erbij te voegen dat dit «mirakuleuze hout<br />

alleen mirakuleus was <strong>voor</strong> <strong>de</strong> bankiers Fugger», die <strong>de</strong> grote importeurs waren<br />

van dit hout. Komt daarbij dat zijn <strong>voor</strong>schriften meestal onnauwkeurig waren<br />

opgesteld, hij verkeer<strong>de</strong> nog in het experimentele stadium. J.B. van Helmont had<br />

dit ook spoedig door: «lek wor<strong>de</strong> gewaer dat Paracelsus selve sijnen tarter niet te<br />

vast en verstaet» (Dageraad, Twaelf<strong>de</strong> pael, p. 122).<br />

Om alle misverstand te vermij<strong>de</strong>n moeten wij hieraan toevoegen, dat Paracelsus<br />

niet <strong>de</strong> eerste was om minerale produkten in <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong> te gebruiken, zoals<br />

wel eens ten onrechte wordt beweerd. Het blijkt bv. uit <strong>de</strong> tekst, die op <strong>de</strong> Tafel van<br />

Nippoer (2100 v.K.) <strong>voor</strong>komt, dat <strong>de</strong> stammen uit Mésopotamie reeds minerale<br />

bestand<strong>de</strong>len als geneesmid<strong>de</strong>len gebruikten. Dit wordt bevestigd door <strong>de</strong> tafels<br />

uit <strong>de</strong> biblioteek van koning Assurbanipal van Ninivé (7e eeuw v.K.), waarin naast<br />

250 plantaardige en 180 dierlijke artsenijen er ook 120 anorganische <strong>voor</strong>komen.<br />

Ook <strong>de</strong> Indiërs ken<strong>de</strong>n geneesmid<strong>de</strong>len van minerale oorsprong: aluin, arseen-,<br />

lood-, ijzer-, koper-, zink-, en <strong>voor</strong>al kwikverbindingen, kalk, potas, zwavel. Ook<br />

<strong>de</strong> Egyptenaren waren op chemisch gebied zeer bedrijvig. Dus <strong>de</strong>ed Paracelsus<br />

in feite niets an<strong>de</strong>rs dan een traditie <strong>voor</strong>tzetten.<br />

En toch had Paracelsus bewon<strong>de</strong>raars en aanhangers; langzamerhand, natuurlijk<br />

niet ineens, zo van <strong>de</strong> ene dag op <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re, maar gelei<strong>de</strong>lijk ging <strong>de</strong> alchemie over<br />

in chemie; eerst kwamen er mannen die half-alchemist half-chemist waren.<br />

In <strong>de</strong>ze kontekst komt op <strong>de</strong> eerste plaats J.B. van Helmont. Deze begon als fervent<br />

volgeling van Paracelsus maar mettertijd begon hij diens onnauwkeurighe<strong>de</strong>n en<br />

verwaandheid te doorzien en werd zijn felle bestrij<strong>de</strong>r. Als <strong>voor</strong>beeld, hoe hij<br />

Paracelsus niet spaar<strong>de</strong>, <strong>de</strong>ze passus uit zijn Dageraad (Negentien<strong>de</strong> pael, p. 164) :<br />

«Paracelsus, seer yverich om sich selven eenen grooten naem van Monarcha<br />

arcanorum (die hy sich selven toeschrijft) te laeten, en om niette schijnen te volgen<br />

28

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!