17.09.2013 Views

'In mijn vierzittertje tussen de Boeings' - Openbaar Ministerie

'In mijn vierzittertje tussen de Boeings' - Openbaar Ministerie

'In mijn vierzittertje tussen de Boeings' - Openbaar Ministerie

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

24 OPPORTUUN Nummer 3 – 2008<br />

Internationaal<br />

Een kleine nuance is op zijn plaats.<br />

Gonzales: ‘De Lan<strong>de</strong>lijke Deskundigheidsmakelaar<br />

is een stap ver<strong>de</strong>r, maar we moeten<br />

onszelf ook niet teveel blindstaren. Het<br />

wetboek, dat al hon<strong>de</strong>rdvijftig jaar oud is, is<br />

nog altijd <strong>de</strong> basis en dat loopt allemaal nog<br />

steeds. Soms is het lastig om een caleidoscoop<br />

goed in te schatten.’<br />

Het assessmentpanel waar Gonzales <strong>de</strong>el<br />

van uitmaakt zorgt voor een <strong>de</strong>gelijke kwaliteitswaarborg.<br />

De <strong>de</strong>skundigen die in <strong>de</strong><br />

databank wor<strong>de</strong>n opgenomen, wor<strong>de</strong>n<br />

door het assessmentpanel getoetst op hun<br />

daadwerkelijke <strong>de</strong>skundigheid. Een welhaast<br />

onmisbare slag. Als een nieuwe <strong>de</strong>skundige<br />

aan het panel, dat een paar keer per<br />

jaar bijeen komt, wordt voorgedragen, moet<br />

het panel oor<strong>de</strong>len of <strong>de</strong> <strong>de</strong>skundige in <strong>de</strong><br />

databank wordt opgenomen. De concrete<br />

vraag die het panel zich stelt is of <strong>de</strong> <strong>de</strong>skundige<br />

bekwaam is. Dit doet zij op basis<br />

van minutieus on<strong>de</strong>rzoek.<br />

De potentiële <strong>de</strong>skundigen moeten een<br />

cv overleggen, waarin wordt aangegeven<br />

welke opleidingen zij hebben gevolgd. Ook<br />

wordt er gekeken of <strong>de</strong>gene gepubliceerd<br />

heeft over on<strong>de</strong>rwerpen waarvan hij of zij<br />

<strong>de</strong>skundig beweert te zijn. ‘Tevens wordt<br />

gevraagd of men al eer<strong>de</strong>r behulpzaam is<br />

geweest bij een politieon<strong>de</strong>rzoek’, vervolgt<br />

Gonzales. ‘Zo ja, dan kan on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re via<br />

mij bij <strong>de</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> officier van justitie<br />

en AG dan wel via <strong>de</strong> politie in <strong>de</strong> politielijn<br />

navraag wor<strong>de</strong>n gedaan over <strong>de</strong> bevindingen<br />

van <strong>de</strong> bijdrage van <strong>de</strong>ze ‘<strong>de</strong>skundige’.’<br />

Tot slot wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> referenten van <strong>de</strong> <strong>de</strong>skundige<br />

nagetrokken. Het gaat daarbij niet<br />

alleen om <strong>de</strong> referenten die <strong>de</strong>gene zelf<br />

heeft opgegeven, ook wordt binnen het netwerk<br />

van <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n van het panel <strong>de</strong> nodige<br />

navraag gedaan over <strong>de</strong> potentiële <strong>de</strong>skundige.<br />

‘We kijken vanuit ons eigen netwerk,<br />

2 e etage<br />

Strip: Linda van Bruggen<br />

verifiëren en <strong>de</strong>nken nuchter na of mensen<br />

aan <strong>de</strong> criteria voldoen.’<br />

Er is een geheimhoudingsplicht, een<br />

gedragsco<strong>de</strong> en er wordt een persoonsdossier<br />

aangelegd waarin on<strong>de</strong>rmeer artikelen<br />

en publicaties van <strong>de</strong> <strong>de</strong>skundige wor<strong>de</strong>n<br />

opgenomen. En natuurlijk wordt er een<br />

antece<strong>de</strong>ntenon<strong>de</strong>rzoek gedaan. Deze<br />

wijze van toetsing is een groot verschil met<br />

het Engelse project, waar <strong>de</strong> LDM vanaf<br />

stamt. ‘In Bramshill wordt er niet getoetst,<br />

<strong>de</strong>skundigen kunnen zich gewoon inschrijven’,<br />

legt Berkouwer uit.<br />

Hoewel <strong>de</strong> toetsing dus een extra waarborg<br />

vormt, plaatst <strong>de</strong> projectlei<strong>de</strong>r hierbij een<br />

kanttekening. ‘Het is niet zo dat je klakkeloos<br />

kunt zeggen dat een <strong>de</strong>skundige van <strong>de</strong> LDM<br />

altijd goed is. Die garantie kunnen we ook<br />

niet geven. We willen wel dat er aan een minimum<br />

aantal kwaliteitseisen wordt voldaan.’<br />

Tekst: Olga Hoekstra<br />

Lan<strong>de</strong>lijk Deskundigheidsregister<br />

Naast <strong>de</strong> LDM komt er ook een Lan<strong>de</strong>lijk Deskundigheidsregister.<br />

Een projectgroep van OM, ZM, NOvA, Politie, NFI en NIFP legt <strong>de</strong> laatste hand aan een breed<br />

gedragen concept-AMvB “Deskundige in het strafrecht”. Deze geeft een na<strong>de</strong>re invulling van<br />

<strong>de</strong> onafhankelijke werkwijze, transparante kwaliteitscriteria en onafhankelijke toetsing, afwijzing,<br />

toegankelijkheid gegevens, herregistratie, doorhaling en bezwaar/beroep. De concept-<br />

AMvB en nota van toelichting zullen ter consultatie voor wor<strong>de</strong>n gelegd. Daarna wordt een<br />

start gemaakt met <strong>de</strong> daadwerkelijke inrichting van het register. Per januari 2009 is <strong>de</strong> start<br />

van het lan<strong>de</strong>lijk register voorzien. Het OM kan in voorkomen<strong>de</strong> gevallen ook gebruik blijven<br />

maken van <strong>de</strong>skundigen die niet in het register zijn opgenomen mits gemotiveerd.<br />

Voor meer informatie zie nieuwsbrief; aan te vragen door een mail te sturen aan<br />

‘<strong>de</strong>skundigenregister@minjus.nl’.<br />

Het lan<strong>de</strong>lijk register moet in het verleng<strong>de</strong> van het LDM een basaal kwaliteitsniveau van<br />

<strong>de</strong>skundigen borgen en zal voortbouwen op <strong>de</strong> door het LDM ingeslagen weg. Het LDM<br />

kent een aantal aanvullen<strong>de</strong> taken zoals assisteren bij <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvraagstelling, vertalen<br />

van <strong>de</strong> vraagstelling naar beste type <strong>de</strong>skundigheid en uitein<strong>de</strong>lijke bemid<strong>de</strong>ling naar een<br />

individuele <strong>de</strong>skundige. Voor <strong>de</strong> vraag naar het kwaliteitsniveau van <strong>de</strong>ze <strong>de</strong>skundige kan<br />

het LDM meer en meer gebruik maken van het lan<strong>de</strong>lijk register. Ver<strong>de</strong>r speelt het LDM een<br />

rol bij sturingsinformatie en ervarings<strong>de</strong>skundigen die over moeilijk toetsbare en unieke kennis<br />

beschikken, bijvoorbeeld een knopenexpert. Het LDM is (als gevolg van haar functie) niet<br />

openbaar, het lan<strong>de</strong>lijk register wel.<br />

internationaal<br />

Jurispru<strong>de</strong>ntie<br />

De <strong>de</strong>finitie van een verstekvonnis in het<br />

ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> WOTS<br />

Hoge Raad, 20 november 2007<br />

Roemenië verzoekt Ne<strong>de</strong>rland om overname<br />

van <strong>de</strong> tenuitvoerlegging van een straf opgelegd<br />

aan iemand die naar Ne<strong>de</strong>rland is gevlucht. Dit<br />

verzoek wordt gebaseerd op artikel 2 Aanvullend<br />

Protocol bij het Verdrag inzake <strong>de</strong> Overbrenging<br />

van Gevonniste Personen (hierna AP VOGP). De<br />

rechtbank Den Haag stemt in met het verzoek.<br />

In cassatie stelt <strong>de</strong> veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> dat het verzoek<br />

niet in behan<strong>de</strong>ling kan wor<strong>de</strong>n genomen<br />

omdat er ingevolge artikel 21, lid 2 Europees<br />

Verdrag inzake <strong>de</strong> internationale geldigheid van<br />

strafvonnissen (hierna EVIG) sprake is van een<br />

verstekvonnis. En volgens artikel 45 , lid 1 Wet<br />

Overdracht Tenuitvoerlegging Strafvonnissen<br />

(hierna WOTS) moet een verstekvonnis eerst<br />

wor<strong>de</strong>n betekend. De rechtbank heeft het EVIG<br />

niet van toepassing geacht. Artikel 22, lid 4<br />

VOGP bepaalt dat als een verzoek zowel on<strong>de</strong>r<br />

het VOGP als EVIG kan vallen <strong>de</strong> verzoeken<strong>de</strong><br />

staat moet aangeven welk verdrag van toepassing<br />

is. En het Roemeense verzoek noemt het<br />

VOGP. Maar zelfs als het EVIG van toepassing<br />

zou zijn is er volgens <strong>de</strong> rechtbank nog geen<br />

sprake van een verstekvonnis ingevolge dit<br />

verdrag. De uitspraken (eerste aanleg en hoger<br />

beroep) zijn betekend op een door <strong>de</strong> veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong><br />

zelf opgegeven adres in Roemenië, waar<br />

hij volgens eigen verklaring een maand heeft<br />

verbleven. De veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> is in elk geval bij<br />

één zitting aanwezig geweest en hij heeft op<br />

het kantoor van zijn raadsman over <strong>de</strong> zaak<br />

gesproken. Geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> geschorste voorlopige<br />

hechtenis heeft hij, zon<strong>de</strong>r het opgeven van een<br />

na<strong>de</strong>r adres bij zijn raadsman, het land verlaten.<br />

Zijn raadsman heeft vervolgens in eerste<br />

aanleg en hoger beroep inhou<strong>de</strong>lijk verweer<br />

gevoerd namens zijn cliënt. Aldus kan volgens<br />

<strong>de</strong> rechtbank niet wor<strong>de</strong>n gesproken van een<br />

verstekvonnis.<br />

De Hoge Raad overweegt dat het toelichtend<br />

rapport bij artikel 22, lid 4 VOGP vermeldt dat<br />

<strong>de</strong> verzoeken<strong>de</strong> staat moet aangeven op grond<br />

van welk instrument een verzoek wordt gedaan.<br />

Deze aanwijzing is bin<strong>de</strong>nd voor <strong>de</strong> aangezochte<br />

staat. Hierop gelet heeft <strong>de</strong> rechtbank terecht<br />

geoor<strong>de</strong>eld dat het EVIG niet van toepassing<br />

is. Voorts overweegt <strong>de</strong> Hoge Raad dat, ook als<br />

uitgegaan zou wor<strong>de</strong>n van toepasselijkheid van<br />

het EVIG, geen sprake is van een verstekvonnis<br />

in dit geval. Artikel 21, lid 2 EVIG en het toelichtend<br />

rapport hierop geven aan dat sprake is<br />

van een verstekvonnis als <strong>de</strong> veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> niet<br />

in persoon ter terechtzitting aanwezig was en<br />

hij zich aldaar heeft doen ver<strong>de</strong>digen door een<br />

raadsman. Artikel 22, lid 3 EVIG bepaalt echter<br />

dat een in hoger beroep gewezen verstekvonnis<br />

wordt beschouwd als op tegenspraak gewezen<br />

als het beroep tegen het in eerste aanleg gewezen<br />

vonnis is ingesteld door <strong>de</strong> verdachte. In dat<br />

geval heeft hij immers (ingevolge het toelichtend<br />

rapport) <strong>de</strong> mogelijkheid gehad een on<strong>de</strong>rzoek<br />

ter terechtzitting in zijn aanwezigheid te bewerkstellingen<br />

en bestaat er geen noodzaak te voorzien<br />

in een bijzon<strong>de</strong>r rechtsmid<strong>de</strong>l. Dus dient<br />

het vonnis, ook volgens het EVIG, te wor<strong>de</strong>n<br />

beschouwd als op tegenspraak gewezen.<br />

De Hoge Raad plaats tot slot <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> kanttekening.<br />

Bij een verzoek gebaseerd op het<br />

VOGP is sprake van <strong>de</strong>tentie en dus meestal<br />

van een vonnis op tegenspraak. Voorts is bij<br />

toepassing van dit verdrag sprake van uitdrukkelijke<br />

instemming van <strong>de</strong> ge<strong>de</strong>tineer<strong>de</strong> met zijn<br />

overbrenging. In dit geval is het verzoek echter<br />

gebaseerd op artikel 2 Aanvullend Protocol. Dit<br />

ziet op <strong>de</strong> situatie dat iemand tij<strong>de</strong>ns het proces<br />

of <strong>de</strong>tentie vlucht om zich zo aan tenuitvoerlegging<br />

van het vonnis te onttrekken. Overname<br />

van <strong>de</strong> tenuitvoerlegging van het vonnis kan<br />

ingevolge dit Aanvullend Protocol geschie<strong>de</strong>n<br />

zon<strong>de</strong>r instemming van <strong>de</strong> veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong>. Een<br />

re<strong>de</strong>lijke wetstoepassing lijkt met zich mee te<br />

brengen dat een beroep op <strong>de</strong> betekening van<br />

een verstekvonnis zoals voorzien in 45 e.v. WOTS<br />

ook in dit geval niet kan wor<strong>de</strong>n ontzegd. Dit<br />

punt is echter in <strong>de</strong> goedkeuringswetten van <strong>de</strong><br />

betreffen<strong>de</strong> verdragen, noch in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis<br />

van <strong>de</strong> totstandkoming daarvan, uitdrukkelijk<br />

on<strong>de</strong>r ogen gezien.<br />

Opgewekt vertrouwen en <strong>de</strong> re<strong>de</strong>lijke ter<strong>mijn</strong><br />

in het ka<strong>de</strong>r van uitlevering<br />

Hoge Raad, 16 oktober 2007<br />

Griekenland verzoekt uitlevering ter fine van<br />

vervolging. De rechtbank Rotterdam heeft<br />

<strong>de</strong>ze <strong>de</strong>els toelaatbaar geacht. In cassatie<br />

stelt <strong>de</strong> opgeëiste persoon ten eerste dat het<br />

vertrouwensbeginsel is geschon<strong>de</strong>n omdat <strong>de</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rlandse Staat, mid<strong>de</strong>ls het <strong>Ministerie</strong> van<br />

Buitenlandse Zaken, <strong>de</strong> garantie zou hebben<br />

gegeven dat hij niet zou wor<strong>de</strong>n uitgeleverd aan<br />

Griekenland. Hij verzoekt <strong>de</strong> officier van justitie<br />

niet-ontvankelijk te verklaren, en subsidiair uitlevering<br />

ontoelaatbaar te achten.<br />

De Hoge Raad overweegt dat <strong>de</strong> rechter<br />

beoor<strong>de</strong>elt of uitlevering, gelet op <strong>de</strong> toepas-<br />

selijke verdragsbepalingen, toelaatbaar is. De<br />

Uitleveringswet kent niet <strong>de</strong> uitspraak niet-ontvankelijkheid<br />

van <strong>de</strong> officier van justitie (enkele,<br />

hier niet van toepassing zijn<strong>de</strong> uitzon<strong>de</strong>ring<br />

daargelaten). Het is wel mogelijk dat uitlevering<br />

ontoelaatbaar wordt geacht, maar dan niet<br />

wegens schending van het vertrouwensbeginsel<br />

omdat <strong>de</strong>ze niet in het verdrag of <strong>de</strong> wet is opgenomen<br />

als weigeringgrond.<br />

De opgeëiste persoon stelt voorts dat <strong>de</strong> re<strong>de</strong>lijke<br />

ter<strong>mijn</strong> uit artikel 6 EVRM is overschre<strong>de</strong>n.<br />

De opgeëiste persoon is in 1997 mid<strong>de</strong>ls<br />

oproeping op <strong>de</strong> hoogte geraakt van <strong>de</strong> tegen<br />

hem bestaan<strong>de</strong> Griekse vervolging. In 1998<br />

is hij voor <strong>de</strong>ze feiten gedagvaard. In 2000 is<br />

hij in Italië aangehou<strong>de</strong>n ter fine van uitlevering<br />

aan Griekenland. Tij<strong>de</strong>ns huisarrest is<br />

hij naar Ne<strong>de</strong>rland gevlucht. In 2003 verzoekt<br />

Griekenland <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse autoriteiten om uitlevering.<br />

De rechtbank heeft bij beoor<strong>de</strong>ling van<br />

<strong>de</strong> re<strong>de</strong>lijke ter<strong>mijn</strong> van belang geacht dat <strong>de</strong><br />

opgeëiste persoon heeft getracht zich te onttrekken<br />

aan vervolging. Voorts heeft <strong>de</strong> rechtbank<br />

overwogen dat het niet zo is dat <strong>de</strong> Griekse autoriteiten<br />

<strong>tussen</strong> 1998 en 2003 geen activiteiten<br />

hebben on<strong>de</strong>rnomen om <strong>de</strong> opgeëiste persoon<br />

op te sporen, zij het dat <strong>de</strong>ze activiteiten in het<br />

buitenland plaatsvon<strong>de</strong>n. Gelet hierop heeft <strong>de</strong><br />

rechtbank geen flagrante schending van artikel<br />

6 EVRM aangenomen, waarop geen an<strong>de</strong>re<br />

consequentie dan verval van rechtsvervolging<br />

kan volgen. An<strong>de</strong>re consequenties van een<br />

eventuele schending van artikel 6 EVRM moeten<br />

wor<strong>de</strong>n beoor<strong>de</strong>eld door <strong>de</strong> Griekse autoriteiten,<br />

die zijn aangesloten bij het EVRM.<br />

De Hoge Raad overweegt dat <strong>de</strong> overwegingen<br />

van <strong>de</strong> rechtbank, met name omtrent het gedrag<br />

van <strong>de</strong> opgeëiste persoon, geen blijkt geven van<br />

een onjuiste rechtsopvatting.<br />

Tekst: Linda Bregman, <strong>Ministerie</strong> van Justitie,<br />

Af<strong>de</strong>ling Internationale Rechtshulp in Strafzaken,<br />

telefoon 070 – 37 07 468<br />

25

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!